HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets. ZATERDAG 3 FEBRUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND DE VAL VAN DE RUSSISC HE STRATOSFEERBALLON. DE VAL VAN HET FRANSCHE KAB1NET-CHAUTEMPS. HITLER AAN HET WOORD. STABILISATIE VAN DEN DOLLAR. Vallende ster. „Sirius" is de naam van een heldere ster aan het firma ment. Het was ook de naam van den Rus- sischen ballon, die het deze week bracht tot een nog nooit bereikte hoogte in de stratosfeer. Helaas de ster verschoot, de „Sirius" viel en de drie inzittenden kwa men om het leven. Volgens de berichten moet de gesloten gondel zijn losgeraakt van de ballon en met een smak van enorme hoogte op de aarde terecht zijn gekomen. Hoe dat moge lijk is geweest, weet men niet, men raadt er slechts naar. Sommigen meenen, dat zich ijs heeft afgezet op de metalen wan den van de gondel, waardoor deze te zwaar is geworden; anderen meenen o.a. de directeur van het Meteorologisch Insti tuut te De Bilt, prof. v. Everdingen dat de ballon zich los gewrongen heeft, door dat hij is gaan draaien. Hoe het ook zij de ramp is gebeurd en niemand is er meer om het na te vertellen. De stratosfeer is sinds de pionierstochten van prof. Piccard een gebied geworden, waar iedereen thans over spreekt en men verwacht er nog veel van. Een Fransch vliegtuigconstructeur wil zelfs een vliegtuig maken, waarmee hij, vliegend op een hoogte van 10.000 M. in 17 uur den Oceaan zou kunnen oversteken. En wie weet, met hoeveel uur het record van de „Postjager" nog verbeterd kan wor den, wanneer wij eenmaal, behaaglijk koersend in de stratosfeer, naar Indië vliegen. Naar de maan. Het Fransche mi- nisterie-Chautemps heeft het nog verder gebracht, het is totaal naar de maan. Het zooveelste slachtoffer van den zwendelaar Stavisky, wiens geest nog altijd rondspookt in Frankrijk. Chautemps is niet zonder slag of stoot heengegaan; integendeel hij plakte letter lijk op zijn zetel. De eenge minister na de andere tuimelde uit zijn kabinet, gecom promitteerd door gebleken relaties met den aarts-oplichter. Het volk eischte het aftreden van het geheele ministerie en ver langde steeds luider en dringender door rumoerige demonstraties, dat er eindelijk eens licht gebracht werd in de steeds groo- ter wordende schandaal-affaires. Ten slot te is Chautemps gezwicht. Thans heeft Daladier zijn taak overgenomen, maar ook dit kabinet is weer voor een groot deel samengesteld uit radicaal socialisten, tegen welke overheerschende partij juist de groo- te oppositie was gericht. Daarom ver wacht men dat Daladier eveneens een har de dobber zal hebben om zich te handha ven. Er is den laattsen tijd zooveel modder naar boven geborreld, dat het volk nu om krachtige mannen roept, die den Augias stal kunnen reinigen. Het zal er dus heele- maal van afhangen, of Daladier erin slagen zal, bij zijn eerste verschijning voor de Kamer, het volk te overtuigen, dat hij daar toe in staat is. Lukt hem dat niet, dan zal ook zijn ministerieel leven van korten duur zijn. Wij zijn den laatsten tijd ge wend geraakt aan een voortdurend stui vertje verwisselen bij de Fransche regee ring, maar in dezen tijd is het toch jam mer, dat er geen regeering in Frankrijk is, die met het noodige gezag maatregelen kan treffen, nu er zulke belangrijke inter nationale probleven aan de orde zijn. Hitier spreekt weer. Deze in ternationale problemen heeft Hitier Dins dag, bij gelegenheid van den eersten ver jaardag van zijn regiem, in den Rijksdag aangeroerd. Op dien dag is wat de binnenlandsche politiek betreft met verscheidene dingen afgerekend. Vooreerst zijn de laatste res ten van decentralisatie in het Duitsche Rijk opgeruimd. De eenheid is thans voorgoed gesmeed, heel Duitschland is één rijk ge worden. De vroegere landen bestaan niet meer, zij zijn nog slechts provincies, dis tricten van het groote Duitsche Rijk. Ver volgens is afgerekend met hen, die stre ven naar een herstel van de monarchie; daar mag niet meer over gesproken wor den. Aan den anderen kant is de republi- keinsche grondwet, waaraan Hitier steeds formeel heeft vastgehouden, nu ook prac- tisch op zij gezet, omdat aan de regee ring de macht is toegekend om de grond wet te wijzigen. Met de Katho lieke zoowel als met de Protestantsche Kerk meent Hitier thans eveneens afge rekend te hebben, maar zoo gemakkelijk zal dat wel niet gaan. Met een paar op pervlakkige volziennen heeft hij er op gewezen, dat het Nationaal-Socialisme den godsdienst z'n hem toekomende plaats heeft weergegeven en dat het Nat. Socia lisme nu ook recht heeft op hoogachting en eerbiediging van de zijde der Kerken. Iemand, die meent met een dergelijke frase de problemen van de verhouding tusschen Kerk en Staat te kunnen oplossen, toont weinig begrip. Doch dat zijn ten slotte allemaal inter ne aangelegenheden; van wijder strekking althans voor de wereld zijn de bui- tenlandsche problemen. Inzake de Ontwapening was Hitier vrij tegemoetkomend, al handhaafde hij zijn eisch van rechtsgelijkheid, een eisch, wel ke thans blijkens de onlangs gepubliceer de nota's Engeland en Italië ook erkennen. Jegens Frankrijk was de Führer al bij zonder vriendelijk, al moest hij het betreu ren, dat Frankrijk niet wilde toegeven inzake de Saarkwestie. Tegenover het ge heele buitenland is de houding van het nieuwe regiem zeer vredelievend, behalve tegenover Oostenrijk. Hitler's betoog over Oostenrijk was on sympathiek sophistisch, schrijft de „N. R. Crt." De inmenging van Duitschland was een gevolg van het feit, dat Duitsche on derdanen te lijden kregen onder de ver volging der nazi's in Oostenrijk. Hoe ech ter zou het vreemdelingen vergaan, die in Duitschland zoo tegen het bewind ijver den? En zou dan hun regeering aan spraak kunnen maken op verhaal? Als Hitier op formeele gronden de Duitsche propaganda in Oostenrijk verdedigt, o.a. door er op te wijzen, dat ook een Duitsche emigrantenpers in het buitenland kan verschijnen, goochelt hij het feit weg, dat Duitsche radiostations nog geregeld rede voeringen uitzenden, ter bestrijding van de Oostenrijksche regeering, en alleen tot het Oostenrijksche volk gericht. Van de klacht der Oostenrijkers over het binnensmokke len van wapens en explosiva uit Duitsch land, door lieden waarover de Duitsche regeering toch verantwoordelijk is, sprak hij heelemaal niet...." Dollfuss is er echter de man niet naar, om bij de pakken neer te zitten. Als het hard tegen hard moet gaan, zal Dollfuss hard terugslaan. Dollar-stabilisatie. Eén van de groote feiten van deze week was de plotselinge stabilisatie van den dollar op ongeveer 60 pet. van de oorspronkelijke waarde. De Amerikanen hebben ons met hun monetaire en financieele politiek het laat ste jaar wel voor verrassingen van aller lei aard gesteld. Na steeds geweigerd te hebben den dollar te stabiliseeren, is Roo sevelt daar deze week opeens toe over ge gaan. Moeten wij er blij of treurig over zijn? Laten wij het woord laten aan dr. v. Aalst, den president der Nederl. Handel- Mij., die verklaard heeft, dat er op het oogenblik weinig redenen en ook te wei nig positieve gegevens zijn om een van optimisme getuigend oordeel uit te spre ken. Ontegenzeggelijk is het van belang, dat de goudlanden er een „compagnon" bijgekregen hebben,, doch tevens dient re kening gehouden te worden met de moge lijkheid dat president Roosevelt weer op zijn beslissing zal terugkomen. Bovendien is het de vraag of; de goudlanden op den duur gediend zullen zijn met een pariteit van den dollar, waarvan de telegrammen thans gewagen. Er schuilen in een dergelijke gang van zaken ongetwijfeld gevaren; zoo kan de verhouding tusschen een op gemelden voet gestabiliseerden dollar en onzen gul den zeker niet gunstig worden genoemd. Daarnaast is nog onbekend, welke maat regelen Engeland zal nemen ten aanzien van het pond sterling, zoodat met dat alles aldus dr. van Aalst afwachten voor- loopig de boodschap blijft Ook de heer Gottfr. H. Crone, voorzit ter van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Amsterdam, heeft ten aan zien van dit punt zijn meening gezegd. Ik beschouw dit besluit aldus de heer Crone van groot belang omdat hier de eerste stap is gedaan tot uiteindelijke sta bilisatie van den dollar. Immers is de goudwaarde van den dollar thans op een nieuwe basis vastgesteld en treden we dus in een nieuwe phase, waarbij een eind is gekomen aan den „zwevenden" dollar, welke gegolden heeft van 18 April 1933 af. Toch is ook hier nog niet geheel voldaan aan de eischen van stabilisatie, aangezien president Roosevelt zich de bevoegdheid voorbehoudt, om, als het hem goeddunkt, een nieuwe beslissing te nemen. Er blijft dus „een slag om den arm" aanwezig. SPORT VOETBAL I.V.C.B. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag ZUID AFDEELING I le klasse: KimbriaRKONS; KNV Chèvremont; Sitt. BoysValkenburg; KerkradeVolharding; CaesarHVV. ZUID AFDEELING II le klasse: MuloVenlo; Gennep SVB; Venl. BoysBest Vooruit; Wilhel- minaKolping. OOST AFDEELING I 1 e klasse: VDZ—Union; SDOUC—Al- tior; VVG's Heerenberg; GrolBlauw Wit. OOST AFDEELING II le klasse: PHZwolle; QuickDe Zweef. WEST AFDEELING I le klasse: De MeerHMS; WZ Volendam; VIC—WY; Fortitudo—EMM; DEM—Wilskracht. 2e klasse A: LVVZwaluwen Voor uit; MSVSDO; EMM IISemper Avan- ti; Olympia—VEP; VVY—HMS it. WEST AFDEELING II. le klasse: DONK—DHL; Graaf Wil lemSJC; Santpoort—TYBB; Spartaan HBC; LeonidasGDA. 2e klasse A: LeidenSantpoort II; VitesseADO; LisseTeylingen. 2e klasse B: ExcelsiorOliveo; Gr. FlorisL. en Snel; PECWilhelmus. DIOC. HAARL. VOETBALBOND Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag AFDEELING CENTRUM le klasse C: DSSConcordia; HBC nVVL, RODA—DOS. 2e klasse D: VVSBVan Nispen; VogelenzangOIV. Res. 2e klasse D: S.JC IILisse II; Santpoort IIIDSS H. 3e klasse D: ASCAdolf Kolping; DOS II—Foreholte; NVC H—KRV; ~t. BarnardusMeerburg. Res. 3e klasse H: BSM IISant poort IV; HBC IV—Lisse III (12.30 uur); Concordia IISJC in. Re s. 3 e klasse I: Foreholte HGeel Wit III. 4e klasse C: Kolping BoysRWD II; SMC nvan Nispen II; Leiden IIIODI (12.30 uur); KRV II—SNA IJ; DOS III WL II (12.30 uur). 4e klasse D. TYBB V—DSO; NAS n —Concordia III; DSS HI—Lisse IV (12.30 uur). Res. 4e klasse L: Teylingen ni— SantDoort V; OIV III—BSM in; Geel Wit IV—DEK n. Res. 4e klasse M: St. Bernardus n —Adolf Kolping II (12.30 uur); ODI II— DOS IV. Res. 4e klasse U: Teylingen IV BSM IV (12.30 uur); NVC ni—DEK III (12.30 uur). Res. 4e klasse W.: Adolf Kolping IIForeholte III; Meerburg IIMajella; Majella II—SMC III. AFDEELING ZUID 2e klasse E: AW—RIA; SNA—Val keniers. 2e klasse B :RVCAlph. Boys; Unio —DONK II; VEP II—WSE. 3e klasse F: TOGDHB; NubiaSt. Michael; R.V.V.—V.A.C. 3e klasse G.: WSE II—DONK III; Al- phensche Boys IIUnio II; Unio IIIVEP III (12.30 uur). Res. 3e klasse K: Valkeniers IIA W II. De Junioren-Competitie. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Afd. A: RWD a—KRV a 2uur, W. Visser; Teylingen aWL a 2 uur, J. v. Nouland; Leiden aSJC a 2 uur, A Dieben. Afd. B: SMC a—NVC a 12.30 uur, F. Ho- man; VVL b.Foreholte b 12.30 uur, J. W. Hoogervors; S.N.A. aLisse a 12.300 uur, A. Brouwer. Afd. C: Geen wedstrijden. CLUBNIEUWS DER KATH.' SPORTVEREENIGINGEN. WAT MORGEN GESPEELD WORDT „Lisse": Lisse ITeylingen I 2.30 uur (Leider L. v. d. Vlugt); SJC IILisse II 2.30 uur (J. Boekei); HBC IVLisse Hl 12.30 uur (Jac. van Dijk); DSS IIILisse IV 12.30 uur (A. v. d. Zwet); SNA-Jun. Lisse-Jun. 12.30 uur. Een uiterst en een zeer belangrijk pro gramma voor Zondag staat ons te wachten. Te beginnen met het eerste elftaL Teylin gen heeft nog een prachtkans om kam pioen te worden, en de onze zijn er de laatste tijd geweldig in, zoodat het on mogelijk is, hier een uitslag te voorspel len. Wij verwachten alle supporters Zon dagmiddag aan den Achterweg, en niemand zal er spijt van hebben. Voor ons tweede elftal staat er nog meer op spel, n.l. de kampioenswedstrijd. Wan neer deze wedstrijd wordt gewonnen, zijn jullie definitief kampioen. Met dit voor oogen zullen allen wel hun uiterste best doen en zorgen, dat hun deze mooie kans niet zal ontgaan. Ook het derde elftal heeft zich door een tweetal fraaie overwinningen nog een mooi kansje geschept. Tegen HBC kan worden gewonnen, wanneer tenminste alle elf spe lers opkomen en van meet af aan flink wordt aangepakt. Dus jongens, play up! Voor het vierde ook al een belangrijke wedstrijd. Een puntje is reeds voldoende, om de kampioensvlag te hijschen. Jullie zijn nog steeds origeslagen, en daarom re kenen wij er op, dat uit deze wedstrijd ook de volle buit wordt behaald. Veel suc ces! V.E.P.: Morgen Olympia—V.E.P. I; V.E. P. IÓI—W.S.E. I, Waddinxveen; Unio III V.E.P. III .Oudewater; Junioren V.E.P. R.V.C., Reeuwijk. D.O.S.: D.O.S. I moet voor de zooveel ste maal naar Bovenkerk om Roda te ont moeten. Momenteel lijkt het er weer op, dat het wel weer mis zal zijn, doch het weer is erg ongelijk en we zullen maar hopen. Vertrek plm. 1 uur Noordhoek per autobus; voorzoover er plaats is kunnen supporters mede. Aanvang half 3. D.O.S. II speelt thuis tegen Foreholte I en nu D.O.S. weer volledig uit kan komen, zullen ze de puntjes wel thuis houden. Aanvang 2.30. D.O.S. ontvangt om 12.30 V.VX. n wat met goed aanpakken niet verloren behoeft te worden. D.O.S. IV gaat O.D.I. II een bezoek brengen, de uitslag valt moeilijk te voor spellen. Aanvang 2.30 uur. „N.V.C.": De hoop dat Zondag a.s. weer eens een ouderwetsche voetbal-Zondag zal worden, kan vrijwel weer worden prijs ge geven, maar aangezien niets wispelturiger is dan het weer, zetten wij ons met den moed der wanhoop aan 't schrijven van dit NVC-programma. NVC I moet naar Bennebroek om aldaar voor de na-competitie den zwaren uitwed strijd tegen de eerste klasser BSM te spe len, waarvan wij weinig winst voor de NVC-ploeg verwachten. We vertrouwen evenwel, dat allen zich geheel geven ten einde het resultaat zoo eervol mogelijk te doen zijn. Het tweede ontvangt thuis KRV I uit Katwijk en met een beetje goeden wil hou den we de twee puntjes hier. Het derde speelt ook thuis tegen DEK 3 uit Bloemendaal en is verplicht te winnen, wil zij haar mooie positie op de ranglijst handhaven. De junioren A moeten naar Warmond om er haar dito SMC-collega's te ontmoe ten, welker strijd zeker niet van spanning ontbloot zal zijn. Aan alle elftallen het beste succes. FEUILLETON. DE TWEELINGZUSTERS Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. (Nadruk verboden). 12) Mr. Fossick-Yates rukte zijn bril van zijn gezicht en begon in vervoering de glazen met zijn servet schoon te maken. „Schitterend!" riep hij uit. „Schitte rend eenvoudiguitermate vleiend.... ik heb er letterlijk geen woorden voor! Mijn adder in een noot geciteerd! Kunt u zich herinneren in welk hoofdstuk die noot voorkomt?" „Hoofdstuk vijftien", verklaarde John prompt. De kleine man plantte zijn bril weer op den neus, liet nogmaals zijn manchet uit de linkermouw schieten en krabbelde opnieuw een paar woorden. Toen rukte hij zijn stoel wat dichterbij. „Sir John, ik heb dat zeldzame reptiel in levende lijve bij mij thuis, geen twee mijl hier vandaan. Ik moet er op aandrin gen dat u het komt bezichtigen.er zijn ook andere interessante exemplaren in mijn collectie. Natuurlijk blijft u dineeren. Mijn vrouw zal verrukt zijn.Ze zal het heerlijk vinden kennis met u te maken. Misschien hebt u haar wel hooren noemen ze was indertijd een vooraanstand strijd ster voor het vrouwenkiesrecht en ze schrijft veel over sociale vraagstukken. Ze is de bekende meyrouw Fossick-Yates. Toen John dien avond naar zijn hotel wandelde, vroeg hij zich af hoe hij het in vredesnaam in zijn hoofd had gekregen zich te laten lijmen om gast te zijn in den huize Fossick-Yates. Hij zou vermoede lijk een hoogst middelmatig diner krijgen, de heer des huizes zou hem vervelen met zijn slangen en diens echtgenoote met so ciale gewichtigdoenerij. Hij kreunde bij 't vooruitzicht en verwenschte zijn dwaas heid. Als Frederick Fossick-Yates ook maar een greintje minder oprecht en kin derlijk verheerlijkt was geweest met de vermelding van zijn wijsheid in hoofdstuk zes en de noot over zijn adder in hoofdstuk vijftien, zou hij John zich zonder eenigen twijfel verschanst hebben achter een oneindige reeks andere afspraken, maar de stralende oogen achter de groote brilleglazen hadden hem verteederd en verleid. Zijn gedachten lieten den kleinen slan genbezweerder, zooals hij den goeden Fos sick-Yates bij zichzelf gedoopt had, los en richtte zich weer op Anne Belinda. Geen seconde kwam het in hem op mr. Carru- ther's advies te volgen en de zaak te laten rusten. Dat hij dien raad gekregen had, was op zichzelg al voldoende reden om in precies tegenovergestelde richting te han delen. Het was vele jaren geleden sinds iets anders dan lichamelijke pijn John Waveney uit den slaap had gehouden. Als regel viel hij, zoodra zijn hoofd het kussen aanraak te, in een diepen, droomloozen, rustigen slaap, waaruit hij pas den volgenden och tend ontwaakte. Maar dien nacht lag hij uren wakker, zijn hersens pijnigend om de diverse vage inlichtingen, die hij had ge kregen, methodisch te ordenen en te trach ten een spoor er in te vinden, dat hem wellicht den weg naar Anne Belinda zou kunnen wijzen. Hij hield denkbeeldige ge sprekken met juffrouw Jones, en den ouden heer Carruthers, kolossaal sluwe gesprekken, zooals hij zelf vond, waarin hij probeerde hun dé mededeelingen te ontlokken, die zij vastbesloten waren niet te doen! Uit een van deze gesprekken moest hij in een soort looden sluimering gegleden zijn, want plotseling hoorde hij juffrouw Jones niet alleen spreken, maar hij meen de haar ook te zien. Maar het bleek juf frouw Jones heelemaal niet te zijnhet was de kleine mijnheer Fossick-Yates in vrouwenkleeren, met zijn baard, zijn bril scheef op den neus en met een guirlande van sleutelbloemen om zijn glanzenden schedel. In een zotten rondedans nam hij den krans van het hoofd, plukte dien uit elkaar en wierp de bloemen naar John. Zij veranderden in slangen zoodra ze op den grond terecht kwamen! lij zijn fantastische droom begon John te rennen, te rennen met een snelheid, alsof gen. Hij rende langs de oevers van de Ama zone en het volgende oogenblik door de vallei van de Waveney, langs een smal, kristalhelder stroompje, dat zich in een wijden poel verloor, opeens bleef hij stil staan, met een ruk, alsof toovermacht zijn vliegende voeten aan den bodem hadden vastgeklonken; aan den anderen kant van het water stond Anne Belinda en glim lachte tegen hem. Ze had haar oude bruine „overall" aan en het donkere haar viel in lange krullen om haar hoofd. Ze bleef hem glimlachend aankijken en een intens, vreugde vol verwachten rees uit de diepten van zijn droom omhoog. Maar wat hij ver wachtte wist hij niet Hij ontwaakte en merkte, dat hij rechtop in bed zat. Hij ging weer liggen en peinsde over het vreemde visioen. Het was zonder ling, heel zonderling. Maar van één ding was hij zich klaar bewust: dat hij nooit te voren zulk een vreugde door zijn heele we zen had voelen tintelen. vin. Den volgenden dag ging John Mrs. Court ney een bezoek brengen. Hij werd in den salon gelaten en wachtte daar terwijl het meisje mevrouw ging roepen. Vol belangstelling keek hij om zich heen de kamer leek in niets op wat hij te vo ren op dit gebied gezien had. Muren, vloer en plafond, het houtwerk en de beklee ding der meubels, het was alles in dezelf de, blauwachtig-grijze tint gehouden en tegen deze neutrale achtergrond contras teerden de weinige versieringen van het vertrek op een wijze, die hun schoonheid en waarde heel wat sprekender deed uitko men dan in een andere, minder sombere omgeving het geval zou zijn geweest. Er waren kussens in minstens zes verschil lende nuancen van purper en violet; op den schoorsteenmantel stond een groene klok, geflankeerd door groene kandelaars; aan den langsten wand, waarvan het groo te, grijze vlak verder door niets onderbro ken werd, hing een groote ets van een hoo- gen, donkeren pijnboom, gezweept door een feilen wind.. De kamer bevatte geen klei ne, simpele snuisterijen, ook was zij geen familiegalerij met een heirleger van por tretlijstjes, alleen op de piano stonden drie foto's en deze waren alle van dezelfde persoon- Het kostte John geen moeite Jenny Marr te herkenneD Jenny in bruidsgewaad, Jenny in hoftoilet met veeren en sleep en, de aardigste van de drie beeltenissen, Jenny in een eenvoudig maar gracieus huiskleed, gebogen over een slapende baby. De bezoeker vroeg zich af hoe de vrouw des huizes er wel zou uitzien en op het zelfde oogenblik kwam zij binnen. Ze paste voortreffelijk in het interieur, want ook zij was heelemaal in het grijs hij zou later vernemen, dat zij nooit een an dere kleur droeg! Massa's wit haar toren den in sierlijke, ingewikkelde krullen om korte-haarmode, integendeel haar kap- haar hoofd ze had niet geofferd aan de sel wekte herinneringen aan de achttiende eeuw.... Mevrouw Courtney's gezicht was groot, vierkant. Haar trekken waren niet vrij van hardheid en heerschzucht; haar donkere, energieke oogen werden overwelfd door wenkbrauwen, onvrouwe- lijk-borstelig haast. Ze drukte John de hand en ook die handdruk getuigde van kracht. Toen ging ze zitten, keek hem een paar seconden monsterend aan en zei: „Het doet me ge noegen, dat je gekomen bent. Je moet het me maar niet kwalijk nemen, dat ik je eens goed opneem. Je uiterlijk interes seert me: ik heb je vader en moeder ge kend." John was heftig verbaasd. „Hebt u mijn ouders gekend? Ik niet, zooals u misschien weet." „Ja, dat wist ik. Wat vreeselijk jammer voor je! Je vader was de knapste man, dien ik ooit in mijn leven gezien heb. Je lijkt heelemaal niet op hem...." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 13