1926
DONDERDAG 1 FEBRUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
TWEE DOODELIJKE ONGEVALLEN
Gisteravond zijn te Rotterdam twee doo-
delijke ongevallen gebeurd.
Een 7-jarige jongen, R. C. Hofstede, uit
de Heer Nicolaasstraat, is in die straat van
een vrachtauto gesprongen. Hij kwam te
vallen en kreeg de wielen over het lichaam
Met zware inwendige kneuzingen werd hij
overgebracht naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel, waar hy bij aankomst over
leed.
In de Nijverheidsstraat is de 7-jarige
jongen C. K. van Tol, uit de Willenburg-
straat van een sleeperswagen gesprongen.
Hij kwam te vallen en kreeg een der wie
len over het lichaam. Het knaapje was op
slag dood.
ERNSTIGE AANRIJDING BIJ
OVERSCHIE.
Gisteravond te omstreeks zeven uur
heeft wederom een zeer ernstig ongeluk
plaats gehad op den Niéuwen Rijksweg op
de grens van de gemeenten Pijnacker en
Overschie. Vier zwervers liepen daar aan
de linkerzijde van den weg in de richting
van Overschie. Van den anderen kant
kwam een luxe-auto aanrijden met een
vaart van ongeveer 70 K.M. Toen de be
stuurder, de heer H. F. uit Rijswijk de vier
mannen bemerkte haalde hij naar links
uit, maar een der zwervers, die onder den
invloed van alcohol verkeerde, liep recht
op de auto in. Hij kreeg een klap van den
knop van den rechter portier en werd
langs den weg geslingerd. De politie en de
Roode Kruis-ambulanceauto van Overschie
arriveerden spoedig ter plaatse. De man,
de 58-jarige J. D. P. uit Amsterdam, werd
naar het politiebureau vervoerd, waar een
dokter een schedelbreuk en een verbrij
zelde mondholte constateerde. Het slacht
offer is naar het ziekenhuis te Delft over
gebracht. Zijn toestand is zeer ernstig.
BRAND IN MEUBELFABRIEK TE
CUIJK.
Droogkamer geheel uitgebrand.
Door tot nog toe niet opgehelderde oor
zaak brak brand uit in een der afdeelingen
van de meubelfabriek der firma W. te
Cuijk. Een voorbijganger bemerkte, dat er.
vlammen uit een der droogkamers sloegen;
hij waarschuwde onmiddellijk telefonisch
de brandweer en den bedrijfsleider. In een
ommezien was een aantal brandweerlieden
met de motorspuit ter plaatse en bijge
staan door vele buurtbewoners werd on
middellijk met het blusschingswerk aange
vangen.
Van de motorspuit kon echter geen ge
bruik; gemaakt worden, daar de afstand tot
de dichtst bijzijde waterkraan te groot
bleek voor hetmeegevoerde siagenmate-
rieel. Op krachtige wijze bestreden de
manschappen met allerlei brand bluschap-
paraten het vuur, dat groot gevaar ople
verde voor het overige gedeelte van de
fabriek, en slaagde er in met vereende
krachten het vuur te stuiten en dit tot de
droogsamer te beperken. Een flinke par
ty fijne houtsoorten en afgewerkte meu
belstukken, die in het lokaal waren opge
slagen, werden een prooi der vlammen.
Verzekering dekt de schade". „Tel."
FRAUDE BIJ HET ABATTOIR TE
SLIEDRECHT.
Employé ontslagen.
LEVERING VAN GOEDKOOP VLEESCH.
Dinsdag is aan het gemeente-abattoir te
Sliedrecht een ernstige fraude ontdekt, in
verband waarmede een der employé's op
staanden voet is geschorst. B. en W. van
Sliedrecht zijn door den directeur van het
bedrijf, den heer Moolhuisen van de on
regelmatigheden op de hoogte gebracht. B.
en W. hebben daarop de politie gewaar
schuwd, die thans een nader onderzoek in
stelt.
Naar de „Tel." verneemt, moeten de on
regelmatigheden over langen tijd loopen.
Reeds lang was het den grossiers in vleesch,
welke te Dordrecht gevestigd zijn, opge
vallen, dat zij hun afnemers, de slagers te
Sliedrecht, één voor één verlóren omdat
zij hun vleesch gingen bestellen bij den
grossier R. B., eveneens te Dordrecht ge
vestigd, wiens broer, de nu geschorste em
ployé aan het Sliedrechtsche abattoir werk
zaam was. Het vermoeden rees, dat ge
noemde grossier het vleesch in Sliedrecht
goedkooper aan de slagers kon leveren om
dat zijn broer op het abattoir werkte cn
daar dingen gebeurden, die het daglicht
niet konden verdragen. De grossiers stelden
een paar jaar geleden de politie te Slie
drecht van hun vermoedens in kennis, doch
het ingestelde onderzoek had toen geen re
sultaat, althans de zaak bleef zooals zij was.
De moeilijkheid was, dat er slechts ver
moedens waren en geen bewijzen konden
worden geleverd.
Intussehen bleef men waakzaam en dezer
dagen slaagde men er in het bewijs te le
veren. De thans geschorste employé was
aan het abattoir belast met het afstempelen
en het wegen van het vleesch, dat in de
gemeente Sliedrecht binnenkwam. Naar
het gewicht worden de plaatselijke keur-
loonen te Sliedrecht betaald, zoodat de em
ployé eigenlijk bepaalde welk bedrag voor
elk stuk vleesch moest worden gestort. Nu
schijnt er een overeenkomst te bestaan tus-
schen den grossier en zijn broer, die stee
vast het vleesch van R. B. afstempelde en
het met het gewicht niet zoo nauw nam.
Een varken met een gewicht van 135 K.G.
werd b.v. voor 85 K.G. aangegeven. De
grossier betaalde dan natuurlijk slechts
over 85 K.G. de verschuldigde rechten en
kon zoo het vleesch goedkooper te Slie
drecht afleveren, ten koste van de andere
grossiers, die over het volle gewicht de
rechten moesten voldoen.
De afspraak tusschen de twee broers, die
nu aan het licht is gekomen, moet reeds
jaren hebben bestaan en heeft vermoede
lijk de gemeente voor een belangrijk be
drag benadeeld.
AANSLAG OP EEN CIPIER
Incident in de Scheveningsche gevangenis
Dinsdagochtend is in de Bijzondere Straf
gevangenis te Scheveningen, een gevangen
bewaarder ernstig mishandeld door een der
gedetineerden, aldus, meldt de „Residentie
bode".
De -gevangenbewaarder G. P. uit de Tes-
selschestraat, was -belast met het toezicht
in een lokaal, waar eenige gevangenen
werkzaamheden verrichtten. Op een tafel
lagen gereedschappen, waaronder zich twee
messen bevonden.
De heer P. had nauwelijks zijn collega
afgelost, toen een der gevangenen, die in
het vertrek werkzaam waren, iemand, die
reeds meerdere vonnissen achter den rug
heeft en ook al meermalen een dreigende
houding tegen zijn bewakers had aangeno
men, op dreigenden toon riep, dat er maar
eens een spiegel in het werklokaal moest
komen.
De bewaarder antwoordde op barschen
toon, dat de gevangene een andere houding
aan te nemen had, waarop deze een der op
de tafel liggende messen greep en daarmee
als een razende P. te lijf ging. Deze weerde
zich zoo goed en zoo kwaad als het ging,
maar kon toch niet verhinderen, dat hij
een achttal messteken opliep aan gelaat en
handen. Het gelukte hem tenslotte om de
deur te openen en alarm te maken, waar
na de woesteling spoedig overmand werd.
De gewonde cipier werd door den ge
vangenisdokter, dr. Scholten, verbonden,
waarbij bleek, dat hij er met den schrik en
wat bloedveries afgekomen was. P. werd
per auto naar zijn woning vervoerd en
zal voorloopig geen dienst meer doen.
Voor den gevangene, die door toedoen der
Reclasseering voorwaardelijk vermindering
van straftijd had gekregen, zal het muisje
nog wel een staartje hebben.
„SPOORWEG AANSLAG"
OPGEHELDERD?
Een arrestatie te Dordrecht
Gistermorgen is te Dordrecht gearres
teerd en naar het huis van bewaring over
gebracht H. H. K., de jongeman, die ge
tracht zou hebben eenige communisten
over te halen met hem een spoorwegaan
slag te ondernemen, ;en- die deswege door
de communisten als een fascistische pro
vocateur was aangemerkt.
De politie en justitie weigerden, aldus
het „Volk", over deze arrestatie nadere in
lichtingen te verstrekken.
Naar het „Hbld." ter oore komt, heeft hot
verhoor weinig nieuws opgeleverd, en is
de politie in haar meening versterkt met
een fantast te doen. te hebben.
VERDUISTERING TE HILVERSUM.
Boekhouder meldt zich aau.
Bij de Hilversumsche politie heeft zich
gisteren aangemeld een zekere K., boek
houder bij het filiaal van^My Valet". De
man beweerde gedurende eenige jaren ver
duisteringen te hebben gepleegd bij zijn
firma tot een bedrag van'eenige duizen
den guldens.
De directie van „My~ "Valet" te Amster
dam, die met het géval in'kennis werd ge
steld, liet de boeken door een accountant
onderzoeken. Daar K. zich echter reeds zes
jaar lang heeft schuldig gemaakt aan ver
duistering, kon nog niét met zekerheid
worden vastgesteld,, hoeveel K. zich in to
taal heeft toegeëigend.
RECHTZAKEN
ONEERLIJKE CONCURRENTIE
In de zaak tegen den meubelhandelaar
W. B., tegen wien door het O. M. 500
subs. 50 dagen was geëischt, wegens het
plaatsen van advertentiën waarbij wegens
vertrek naar Indië o.a. meubelen ter over
name werden aangeboden, waarop een aan
klacht door bona-fide meubelhandelaren
was gevolgd, veroordeelde de Haagsche
rechtbank den verdachte tot ƒ300 boete
subs. 30 dagen.
Eenzelfde vonnis- werd gewezen ten aan
zien van den koopman J. W. S., die even
eens dergelijke advertèntïës had doen op
nemen. Van de hem ten laste gelegde op
lichting werd deze verdachte vrijgesproken
De eisch luidde ƒ500 ^ubs. 60 dagen.
Vrijgesproken werd. de 46-jarige koop
vrouw E. W. J., die wegens een dergelijk
feit heeft terecht gestaan.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken;
P. P^ug Wzn., Noor dwy k han Zee,
koopman, Hoofdstraat 2Z. Our.: Mr. F. K.
Reijsenbaeh de HaanrLeiden.
J. M. van Haaster, veehouder, Leimui-
den. Cur.: Mr. G. H. Wissenburgh, Leiden.
O p g e h e v en:
J. Heemskerk, R ij n s b u rg.
Zeven jaar geleden verkeerde
ons wegennet in een nood
toestand. Thans zijn wij op den
goeden weg, maar nog niet eens
op de helft. Verlangzaming van
het tempo bergekent; vèrlen-
ging van de crisis
[goede. WEGEtl BgCHGE.-l VEEVAART
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Maandag 2 Febr.
Huizen, 301 M.
Algemeen programma, verzorgd door de
N. C. R. V.
8.00 Schriftlezing en meditatie.
8.159.30 Gramofoonpl.
10.30 Morgendienst oi.v. ds. J. Gille-
baard.
11.0012.00 Ensemble v. d. Horst.
12.15 Gramofoonpl.
12.30 Ensemble v. d. Horst.
I.30 Orgelconcert S. P. Visser.
2.30 Chr. Lectuur.
3.00 Het Haagsche Trio.
3.45 Pauze.
4.00 Vervolg trio-concert.
5.00 Gramofoonpl.
5.15 Septetconcert o.l.v. P. v. d. Hurk.
7.15 Ned. Chr. Persbureau.
7.30 Literaire Causerie K. Fokkema.
8.00 De Geniemuziek o.l.v. W. v. Erp.
8.40 Zang door E. Miedema (tenor).
9.00 Causerie door A. Hijmans.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Vaz Dias.
10.10 Vervolg zangvoordracht.
10.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum, 1875 M.
8.00 Gramofoonpl.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Gramofoonpl.
10.45 Orgelspel C. Steyn.
II.15 Gramofoonpl.
12.00 Ensemble O. Hendriks en Gramo
foonpl.
2.00 Gramofoonpl.
2.30 Voordracht Har. v. Dam.
3.00 Viool-recital S. Tromp m. m. v. Egb.
Veen (piano), en Gramofoonpl.
4.0D Pauze.
4.15 Gramofoonpl.
4.30 Voor de, kinderen.
5.00 VARA-Kleinorkest o.l.v. H. de Groot
6.00 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins.
7.00 Causerie drs. L. Frank.
7.20 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst
mm.v. R. King (zang).
8.00 Causerie prof. ir. W. Schermerhorn.
8.30 Concert. A. Hermes (zang) en P.
Halsema (piano)
9.00 Causerie ds. F. H. G. v. Iterson.
9.30 Vervolg concert.
10.15 Causerie Mej. dr. A. Duinker.
11.0012.00 Gramofoonmuziek.
Daventry, .1500 M.
10 35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, Berichten.
11.05 Lezing.
12.20 Orgelconcert.
12.50 B.B.C.-Dansorkest.
I.35-Northern Studio-orkest.
2.20 Voor de scholen.-
3.20 Muzikale causerie.
3.55 Voordracht.
4.10 Ch. Manning en zijn orkest.
4.50 E. Colombo en zijn orkest.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Weber's Pianosonates.
7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen.
8.20 „Songs from the Shows", revue-pro
gramma.
9.20 Berichten en lezing.
9.55 Radio-Militair-orkest.
II.05 Lezing.
11.1012.20 Harry Roy en zijn Band.
„Radio-Paris", 1796 M.
7.20 en 8.20 GramofoonpL
12.20 Joodsch concert.
12.50 Concert o.l.v. Krettly.
9.05 Radio-tooneel.
Kalundborg, 1261 M.
11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex".
2.204.20 Omroeporkest oJ.v. Reesen.
7.20 Gramofoonpl.
7.35 Radio-tooneel.
9.3510.20 Omroeporkest o.l.v. Gröndahl
10.201.50 Dansmuziek.
Langenberg, 456 M
5.25, 6.35 en 10.50 Gramofoonpl.
11.20 Keulsch Symphonie-orkest o.l.v.
Weiersberg.
12.55 Philh. orkest o.l.v. Holtzwart.
2.20 Kamerconcert.
3.20 Jeugdkoor o.l.v. K. Schmitz m.m.v.
solisten.
4.05 Kwintetconcert m.m.v. guitaar en
piano.
5.20 Pianoduetten.
6.20 Volksliederen m.m.v. solisten, koor
en orkest.
8.35 Werag-orkest o.l.v. Eysoldt
9.55 Gramofoonpl.
10.20 Pianorecital.
11.2012.20 Gramofoonmuziek.
Rome, 421 M.
8.05 Gramofoonpl.
8.35 Radio-tooneeL
9.05 Concert m.m.v. orkest en piano
solist. Hierna Dansmuziek.
Brussel 322 en 484 M.
322 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v
Leemans.
1.30 Gramofoonpl.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans.
8.20 Cello-recital.
8.50 Tschaikowsky-programma.
9.20 Max Alexys' orkest.
10 30—11.20 dito.
484 M.: 12.20 Gramofoonpl
I.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans.
5.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps.
6.35 en 6.50 Gramofoonpl.
8.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps.
10.3011.20 Gramofoonpl.
Deutschlandsender, 1571 M.
7.20 Kernspreuk. Berichten.
7.30 Italiaansche les.
750 Voor ponge landbouwers.
8.20 „Der ewige Bauer", hoorspel van J.
M. Bauer.
9.20 Berichten.
9.45 Sportpraatje.
10.05 Weerbericht.
10.2011.20 Concert uit Breslau o.l.v. E.
Hoffmann.
Gemeentelijk Radio Distributie-bedrijf
te Leiden.
Derde Progamma:
8.CO12.20 Langenberg.
12.2014.30 Luxemburg.
14.30—16.20 Kalundborg.
16.2017.35 Langenberg.
17.35—19.35 Brussel VL
19.35—21.50 Warschau.
21.50afl. Boedapest.
Vierde Programma.
II.20—12.20 Kalundborg.
12.2014.25 Daventry.
14.25—16.10 Midland Reg.
16.10^-17.35 Daventry.
17.35—18.50 North Reg.
18.50—20.00 Midland Reg.
20.0023.00 Locale uitzending, waaraan
medewerken:
1. Arbeiders Muziek Vereen. „Nieuw
Leven".
2. Arbeiders Zangvereen. „De Stem des
Volks".
3. De heer A. 't Hart (piano).
23.00afl. Daventry.
FRANK FOX EN ZIJN COLUMBIA BAND
VOOR DEN KRO.
Naar wij vernemen, is het de KRO.-Di-
rectie gelukt, om voor eenige concerten het
bekende Weensche ensemble van Frank
Fox te engageeren, dat Vrijdag 9 Februari
a.s. te 10.30 uur de eerste maal voor de
KRO.-microfoon zal optreden.
Zooals de aam van dit ensemble het
reeds aanduidt, zijn Frank Fox en de zij
nen vaste medewerkers voor de Columbia
Maatschappij. Talrijke opnamen bewijzen
hoe deze Band het verstaat op technisch-
volmaakte beschaafde, geestige en vlotte
wijze de moderne „schlagers" te brengen
met refrein- en koorzang.
FEUILLETON.
DE TWEELINGZUSTERS
Uit het Engelsch van
PATRICIA WENTWORTH.
(Nadruk verboden).
10)
John staarde peinzend voor zich uit.
„Ze kan inderdaad ziek zijn geworden",
zei hij toen.
„Anne was niet ziek. Ik ben er zeker van
dat ze niet ziek was.... dat Jenny loog."
Wéér liet Delia dien bitteren lach hooren.
„Jenny kan mij niet voor den mal houden.
Als ze zoo honingzoet praat en je van on
der haar oogleden aankijkt; dan weet ik,
dat ze leugens vertelt. Maar haar vader",
ze wachtte even, „Sir Anthony geloofde in
het begin werkelijk, dat ze ziek was, in het
begin."
Delia sprak de laatste drie woorden met
bijzonderen nadruk uit.
„Hoe weet je dat?"
„Ik sprak hem vlak voor de bruiloft, en
hij praatte over niets andershij ver
telde, dat Jenny het zich zoo vreeselijk
aantrok, dat Anne nu geen bruidsmeisje
kon zijn en dat hijzelf het doodjammer
voor haar vond om juist in dezen tyd ziek
te worden, maar hij hoopte, dat ze gauw
weer beter zou zijn en dan moest ik haar
direct komen opzoeken. Ik vroeg hem of
hij bij haar was geweest en hoe het haar
ging, maar hij had haar nog niet bezocht.,
hij kon niet van huis, hij had het ontzet
tend druk met de toebereidselen van het
huwelijk en daarbij, Anne mocht absoluut
geen bezoek hebben. Maar Jenny of juf
frouw Jones belden iederen dag op om te
vragen hoe het met haar was en de berich
ten luidden gunstig. De beterschap zou
wel niet lang meer op zich laten wachten,
zooals hij al gezegd had."
John herinnerde zich was Lewis Smith
hem verteld had: kort na Jenny's trouwen
had Sir Anthony zijn testament veran
derd; vlak vóór het huwelijk had hij nog
vriendelijk, normaal, over Anne gespro
ken en een paar weken later mocht haar
naam niet meer genoemd worden en had hij
haar onterfd. Met gefronst voorhoofd tuur
de John naar de sleutelbloemen zonder er
iets van te zien dan een schemering van
lila.
Delia kwam dichter bij hem.
„Hij zei, dat ze iederen dag opbelden.
Het was geen bewuste leugen van den ar
men man; hij wist niet beter of ze deden
het. Maar dat was niet zoo."
„Hoe weet je dat?" viel John scherp uit.
„Zult u het heusch niet verder vertel
len? Ik zou het ellendig vinden om juf
frouw Mellow in moeilijkheden te bren
gen. Ze is beheerster van het postkantoor
en toen ik een keer bij haar theedronk
ze is een goede kennis van ons, moet u
weten zei ik zoo terloops, dat al die ge
sprekken met Londen haar wel 'n hoop
extra moeite zouden bezorgen.
„Wat voor gesprekken?" vroeg ze. „Belt
Miss Jennifer niet telkens Londen op?"
vroeg ik. Miss Mellow begon te, lachen. „Ze
heeft Dinsdag over haar bruidsjapon gete-
lephoneerd en Donderdag over een heele
serie kleine bestellingen. Maar met die
twee gesprekken heb ik het niet extra-
druk gehad, hoor!" „Maar belt ze dan niet
iederen dag op om naar Miss Anne te
vragen?" vroeg ik verbaasd. „Om naar
Miss Anne te vragen? En dan nog wel
iederen dag?" Miss Mellow schudde het
hoofd. „Geen sprake jvan,_hoor! Ze heeft
nog geen enkele maal over haar zuster met
Londen getelephoneerd." Delia keek hem
ernstig aan. „Denkt u er om, dat u er met
niemand over spreekt, want juffrouw Mel
low mag natuurlijk niets vertellen van wat
ze op de lijn hoort en als het uitkwam zou
het haar betrekking kunnen kosten."
John knikte ongeduldig.
„Ik heb nog iets van haar gehoord", ver
volgde Delia. „Er was dienzelfden ochtend
een brief van Anne gekomenMiss An
na had het adres zelf geschrevenmet
inkt!"
„Hoe wist ze dat?"
„Ze kent Anne's hand immers uit dui
zenden! Ze heeft al meer dan twintig jaar
het beheer over het postkantoor en ze kent
het schrift van iedereen uit Waveney. Ze
zei dan, dat er dien morgen een brief van
Anne was geweest en het was niet de eer
ste, voegde ze er bij. Maar geen van alle
waren ze aan Jenny geadresseerd."
„Aan wie dan?"
„Ze waren allemaal geadresseerd aan
juffrouw Jones", deelde Delia mee.
VI.
John keerde van Waveney terug met het
adres van juffrouw Jones in zijn zak. Hy
was het nog niet met zichzelf eens, wat hij
met betrekking tot deze oude getrouwe
zou doen. Het was zonneklaar, dat zij iets
wist, zeer waarschijnlijk zou zij hem zelfs
alles kunnen vertellen wat hij wilde we
ten. Maar hoe meer hij over de zaak na
nacht, hoe onwaarschijnlijker het hem toe
scheen, dat ze tegenover hem een wild
vreemde ook maar één woord zou los
laten. Hij moest het voor en tegen rijpelijk
overwegen en hij besloot er eerst maar
eens 'n nachtje over te slapen.
Toen hij in zijn hotel kwam, hoorde hij
van den portier, dat er tweemaal voor hem
getelefoneerd was. De tweede keer had de
aanvrager een boodschap achtergelaten: of
hij, zoodra hij thuiskwam, Horsham 91
wilde opbellen?
Hij stapte direct de telefooncel binnen
en vroeg 't opgegeven nummer. Terwijl hij
op de aansluiting wachtte, verdiepte hij
zich in de vraag, wie de geheimzinnige
persoon kon zijn, die hem verlangde te
spreken. Hij was nooit van zijn leven in
Horsham geweest en kon niemand in dit
oord verzinnen, met wien hij ook maar
oppervlakkig bekend was. Toen de tele-
foonbel rinkelde, na mhij den hoorn op en
hoorde een mannenstem „Hallo", roepen.
„Er was mij verzocht dit nummer op te
bellen", zei John. „Mijn naam is Waveney."
De stem, die van de andere zijde ant
woordde, klonk hem opeens bekend in de
ooren.
„Hallo John, je spreekt met Lulu Smith.
Ik ben hier bij mijn oom en die wil graag
even met je praten. Wacht je een minuut?"
John hield den hoor aan aan het oor en
het duurde niet lang of een andere stem
„Bent u daar, Sir John? U spreekt met
mr. Carruthers. Neemt u me niet kwalijk,
dat ik u lastig val, maar ik ben buitenge
woon verlangend om een kort onderhoud
met u te hebben."
„Er is geen sprake van lastig vallen. Ik
ben geheel tot uw dienst, mijnheer Car
ruthers."
„Dank u. De zaak is.Hij maakte den
zin niet af en begon opnieuw. „Mijn neef
Lewis heeft me verteld, dat u vermorgen
een gesprek met hem had. Tusschen haak
jes, het doet me veel genoegen te hooren,
dat u oude vrienden bent."
„Ja, ik was erg blij hem weer te zien."
Een voorgevoel zei John, dat het gesprek
waarop de oude advocaat zinspeelde, het
onderhoud over Anne Belinda was.
„Wel, Sir John", ging mr. Carruthers
voort, „het verslag, dat Lewis mij van dat
gesprek gegeven heeft, vervult mij met be
zorgdheid. Ik heb begrepen, dat u zeer ver
langend bent iets naders te vernemen om
trent de levensomstandigheden en de ver
blijfplaats van een bepaalde persoon....
enenwel, ik zou u willen verzoe
ken, die zaak te laten rusten."
John gaf niet direct antwoord. Een sterke
impuls dreef hem tot spreken, maar dat
wilde hij niet, vóór hij den ander wat ver
der uit zijn tent had gelokt.
„Kunt u mij ook zeggen waarom?"
„Niet in bijzonderheden. Ik kan u- alleen
verzekeren, dat uw nasporingen onnoodig
zijn."
'„Als u zegt onnoodig, mijnheer Carru
thers, wat bedoelt u daar dan precies mee,
als ik vragen mag? Ik stel een onderzoek
in, omdat ik mij niet gerust voel. De persoon
in kwestie is, voor zoover ik weet, geheel
onverzorgd achtergebleven. Wanneer u het
woord „onnoodig" gebruikt, wilt u daarmee
dan zeggen, dat er een regeling is getrof
fen, waarvan ik niet op de hoogte ben?"
„Neen, dat niet bepaald."
„Wilt u mij dan uitleggen wat u be
doelt?"
Hij deed zijn best om alle scherpte uit
zijn stem te bannen, maar slaagde daarin
niet heelemaal. En hij meende in den toon,
waarop de rechtsgeleerde antwoordde, dan
ook iets van verwijt te bespeuren.
(Wordt vervolgd f