1926 DONDERDAG 1 FEBRUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN TWEE DOODELIJKE ONGEVALLEN Gisteravond zijn te Rotterdam twee doo- delijke ongevallen gebeurd. Een 7-jarige jongen, R. C. Hofstede, uit de Heer Nicolaasstraat, is in die straat van een vrachtauto gesprongen. Hij kwam te vallen en kreeg de wielen over het lichaam Met zware inwendige kneuzingen werd hij overgebracht naar het ziekenhuis aan den Coolsingel, waar hy bij aankomst over leed. In de Nijverheidsstraat is de 7-jarige jongen C. K. van Tol, uit de Willenburg- straat van een sleeperswagen gesprongen. Hij kwam te vallen en kreeg een der wie len over het lichaam. Het knaapje was op slag dood. ERNSTIGE AANRIJDING BIJ OVERSCHIE. Gisteravond te omstreeks zeven uur heeft wederom een zeer ernstig ongeluk plaats gehad op den Niéuwen Rijksweg op de grens van de gemeenten Pijnacker en Overschie. Vier zwervers liepen daar aan de linkerzijde van den weg in de richting van Overschie. Van den anderen kant kwam een luxe-auto aanrijden met een vaart van ongeveer 70 K.M. Toen de be stuurder, de heer H. F. uit Rijswijk de vier mannen bemerkte haalde hij naar links uit, maar een der zwervers, die onder den invloed van alcohol verkeerde, liep recht op de auto in. Hij kreeg een klap van den knop van den rechter portier en werd langs den weg geslingerd. De politie en de Roode Kruis-ambulanceauto van Overschie arriveerden spoedig ter plaatse. De man, de 58-jarige J. D. P. uit Amsterdam, werd naar het politiebureau vervoerd, waar een dokter een schedelbreuk en een verbrij zelde mondholte constateerde. Het slacht offer is naar het ziekenhuis te Delft over gebracht. Zijn toestand is zeer ernstig. BRAND IN MEUBELFABRIEK TE CUIJK. Droogkamer geheel uitgebrand. Door tot nog toe niet opgehelderde oor zaak brak brand uit in een der afdeelingen van de meubelfabriek der firma W. te Cuijk. Een voorbijganger bemerkte, dat er. vlammen uit een der droogkamers sloegen; hij waarschuwde onmiddellijk telefonisch de brandweer en den bedrijfsleider. In een ommezien was een aantal brandweerlieden met de motorspuit ter plaatse en bijge staan door vele buurtbewoners werd on middellijk met het blusschingswerk aange vangen. Van de motorspuit kon echter geen ge bruik; gemaakt worden, daar de afstand tot de dichtst bijzijde waterkraan te groot bleek voor hetmeegevoerde siagenmate- rieel. Op krachtige wijze bestreden de manschappen met allerlei brand bluschap- paraten het vuur, dat groot gevaar ople verde voor het overige gedeelte van de fabriek, en slaagde er in met vereende krachten het vuur te stuiten en dit tot de droogsamer te beperken. Een flinke par ty fijne houtsoorten en afgewerkte meu belstukken, die in het lokaal waren opge slagen, werden een prooi der vlammen. Verzekering dekt de schade". „Tel." FRAUDE BIJ HET ABATTOIR TE SLIEDRECHT. Employé ontslagen. LEVERING VAN GOEDKOOP VLEESCH. Dinsdag is aan het gemeente-abattoir te Sliedrecht een ernstige fraude ontdekt, in verband waarmede een der employé's op staanden voet is geschorst. B. en W. van Sliedrecht zijn door den directeur van het bedrijf, den heer Moolhuisen van de on regelmatigheden op de hoogte gebracht. B. en W. hebben daarop de politie gewaar schuwd, die thans een nader onderzoek in stelt. Naar de „Tel." verneemt, moeten de on regelmatigheden over langen tijd loopen. Reeds lang was het den grossiers in vleesch, welke te Dordrecht gevestigd zijn, opge vallen, dat zij hun afnemers, de slagers te Sliedrecht, één voor één verlóren omdat zij hun vleesch gingen bestellen bij den grossier R. B., eveneens te Dordrecht ge vestigd, wiens broer, de nu geschorste em ployé aan het Sliedrechtsche abattoir werk zaam was. Het vermoeden rees, dat ge noemde grossier het vleesch in Sliedrecht goedkooper aan de slagers kon leveren om dat zijn broer op het abattoir werkte cn daar dingen gebeurden, die het daglicht niet konden verdragen. De grossiers stelden een paar jaar geleden de politie te Slie drecht van hun vermoedens in kennis, doch het ingestelde onderzoek had toen geen re sultaat, althans de zaak bleef zooals zij was. De moeilijkheid was, dat er slechts ver moedens waren en geen bewijzen konden worden geleverd. Intussehen bleef men waakzaam en dezer dagen slaagde men er in het bewijs te le veren. De thans geschorste employé was aan het abattoir belast met het afstempelen en het wegen van het vleesch, dat in de gemeente Sliedrecht binnenkwam. Naar het gewicht worden de plaatselijke keur- loonen te Sliedrecht betaald, zoodat de em ployé eigenlijk bepaalde welk bedrag voor elk stuk vleesch moest worden gestort. Nu schijnt er een overeenkomst te bestaan tus- schen den grossier en zijn broer, die stee vast het vleesch van R. B. afstempelde en het met het gewicht niet zoo nauw nam. Een varken met een gewicht van 135 K.G. werd b.v. voor 85 K.G. aangegeven. De grossier betaalde dan natuurlijk slechts over 85 K.G. de verschuldigde rechten en kon zoo het vleesch goedkooper te Slie drecht afleveren, ten koste van de andere grossiers, die over het volle gewicht de rechten moesten voldoen. De afspraak tusschen de twee broers, die nu aan het licht is gekomen, moet reeds jaren hebben bestaan en heeft vermoede lijk de gemeente voor een belangrijk be drag benadeeld. AANSLAG OP EEN CIPIER Incident in de Scheveningsche gevangenis Dinsdagochtend is in de Bijzondere Straf gevangenis te Scheveningen, een gevangen bewaarder ernstig mishandeld door een der gedetineerden, aldus, meldt de „Residentie bode". De -gevangenbewaarder G. P. uit de Tes- selschestraat, was -belast met het toezicht in een lokaal, waar eenige gevangenen werkzaamheden verrichtten. Op een tafel lagen gereedschappen, waaronder zich twee messen bevonden. De heer P. had nauwelijks zijn collega afgelost, toen een der gevangenen, die in het vertrek werkzaam waren, iemand, die reeds meerdere vonnissen achter den rug heeft en ook al meermalen een dreigende houding tegen zijn bewakers had aangeno men, op dreigenden toon riep, dat er maar eens een spiegel in het werklokaal moest komen. De bewaarder antwoordde op barschen toon, dat de gevangene een andere houding aan te nemen had, waarop deze een der op de tafel liggende messen greep en daarmee als een razende P. te lijf ging. Deze weerde zich zoo goed en zoo kwaad als het ging, maar kon toch niet verhinderen, dat hij een achttal messteken opliep aan gelaat en handen. Het gelukte hem tenslotte om de deur te openen en alarm te maken, waar na de woesteling spoedig overmand werd. De gewonde cipier werd door den ge vangenisdokter, dr. Scholten, verbonden, waarbij bleek, dat hij er met den schrik en wat bloedveries afgekomen was. P. werd per auto naar zijn woning vervoerd en zal voorloopig geen dienst meer doen. Voor den gevangene, die door toedoen der Reclasseering voorwaardelijk vermindering van straftijd had gekregen, zal het muisje nog wel een staartje hebben. „SPOORWEG AANSLAG" OPGEHELDERD? Een arrestatie te Dordrecht Gistermorgen is te Dordrecht gearres teerd en naar het huis van bewaring over gebracht H. H. K., de jongeman, die ge tracht zou hebben eenige communisten over te halen met hem een spoorwegaan slag te ondernemen, ;en- die deswege door de communisten als een fascistische pro vocateur was aangemerkt. De politie en justitie weigerden, aldus het „Volk", over deze arrestatie nadere in lichtingen te verstrekken. Naar het „Hbld." ter oore komt, heeft hot verhoor weinig nieuws opgeleverd, en is de politie in haar meening versterkt met een fantast te doen. te hebben. VERDUISTERING TE HILVERSUM. Boekhouder meldt zich aau. Bij de Hilversumsche politie heeft zich gisteren aangemeld een zekere K., boek houder bij het filiaal van^My Valet". De man beweerde gedurende eenige jaren ver duisteringen te hebben gepleegd bij zijn firma tot een bedrag van'eenige duizen den guldens. De directie van „My~ "Valet" te Amster dam, die met het géval in'kennis werd ge steld, liet de boeken door een accountant onderzoeken. Daar K. zich echter reeds zes jaar lang heeft schuldig gemaakt aan ver duistering, kon nog niét met zekerheid worden vastgesteld,, hoeveel K. zich in to taal heeft toegeëigend. RECHTZAKEN ONEERLIJKE CONCURRENTIE In de zaak tegen den meubelhandelaar W. B., tegen wien door het O. M. 500 subs. 50 dagen was geëischt, wegens het plaatsen van advertentiën waarbij wegens vertrek naar Indië o.a. meubelen ter over name werden aangeboden, waarop een aan klacht door bona-fide meubelhandelaren was gevolgd, veroordeelde de Haagsche rechtbank den verdachte tot ƒ300 boete subs. 30 dagen. Eenzelfde vonnis- werd gewezen ten aan zien van den koopman J. W. S., die even eens dergelijke advertèntïës had doen op nemen. Van de hem ten laste gelegde op lichting werd deze verdachte vrijgesproken De eisch luidde ƒ500 ^ubs. 60 dagen. Vrijgesproken werd. de 46-jarige koop vrouw E. W. J., die wegens een dergelijk feit heeft terecht gestaan. FAILLISSEMENTEN Uitgesproken; P. P^ug Wzn., Noor dwy k han Zee, koopman, Hoofdstraat 2Z. Our.: Mr. F. K. Reijsenbaeh de HaanrLeiden. J. M. van Haaster, veehouder, Leimui- den. Cur.: Mr. G. H. Wissenburgh, Leiden. O p g e h e v en: J. Heemskerk, R ij n s b u rg. Zeven jaar geleden verkeerde ons wegennet in een nood toestand. Thans zijn wij op den goeden weg, maar nog niet eens op de helft. Verlangzaming van het tempo bergekent; vèrlen- ging van de crisis [goede. WEGEtl BgCHGE.-l VEEVAART UIT DE RADIOWERELD Programma's voor Maandag 2 Febr. Huizen, 301 M. Algemeen programma, verzorgd door de N. C. R. V. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoonpl. 10.30 Morgendienst oi.v. ds. J. Gille- baard. 11.0012.00 Ensemble v. d. Horst. 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Ensemble v. d. Horst. I.30 Orgelconcert S. P. Visser. 2.30 Chr. Lectuur. 3.00 Het Haagsche Trio. 3.45 Pauze. 4.00 Vervolg trio-concert. 5.00 Gramofoonpl. 5.15 Septetconcert o.l.v. P. v. d. Hurk. 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30 Literaire Causerie K. Fokkema. 8.00 De Geniemuziek o.l.v. W. v. Erp. 8.40 Zang door E. Miedema (tenor). 9.00 Causerie door A. Hijmans. 9.30 Vervolg concert. 10.00 Vaz Dias. 10.10 Vervolg zangvoordracht. 10.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum, 1875 M. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Gramofoonpl. 10.45 Orgelspel C. Steyn. II.15 Gramofoonpl. 12.00 Ensemble O. Hendriks en Gramo foonpl. 2.00 Gramofoonpl. 2.30 Voordracht Har. v. Dam. 3.00 Viool-recital S. Tromp m. m. v. Egb. Veen (piano), en Gramofoonpl. 4.0D Pauze. 4.15 Gramofoonpl. 4.30 Voor de, kinderen. 5.00 VARA-Kleinorkest o.l.v. H. de Groot 6.00 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins. 7.00 Causerie drs. L. Frank. 7.20 De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst mm.v. R. King (zang). 8.00 Causerie prof. ir. W. Schermerhorn. 8.30 Concert. A. Hermes (zang) en P. Halsema (piano) 9.00 Causerie ds. F. H. G. v. Iterson. 9.30 Vervolg concert. 10.15 Causerie Mej. dr. A. Duinker. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Daventry, .1500 M. 10 35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, Berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert. 12.50 B.B.C.-Dansorkest. I.35-Northern Studio-orkest. 2.20 Voor de scholen.- 3.20 Muzikale causerie. 3.55 Voordracht. 4.10 Ch. Manning en zijn orkest. 4.50 E. Colombo en zijn orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Weber's Pianosonates. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 „Songs from the Shows", revue-pro gramma. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Radio-Militair-orkest. II.05 Lezing. 11.1012.20 Harry Roy en zijn Band. „Radio-Paris", 1796 M. 7.20 en 8.20 GramofoonpL 12.20 Joodsch concert. 12.50 Concert o.l.v. Krettly. 9.05 Radio-tooneel. Kalundborg, 1261 M. 11.201.20 Concert uit Rest. „Wivex". 2.204.20 Omroeporkest oJ.v. Reesen. 7.20 Gramofoonpl. 7.35 Radio-tooneel. 9.3510.20 Omroeporkest o.l.v. Gröndahl 10.201.50 Dansmuziek. Langenberg, 456 M 5.25, 6.35 en 10.50 Gramofoonpl. 11.20 Keulsch Symphonie-orkest o.l.v. Weiersberg. 12.55 Philh. orkest o.l.v. Holtzwart. 2.20 Kamerconcert. 3.20 Jeugdkoor o.l.v. K. Schmitz m.m.v. solisten. 4.05 Kwintetconcert m.m.v. guitaar en piano. 5.20 Pianoduetten. 6.20 Volksliederen m.m.v. solisten, koor en orkest. 8.35 Werag-orkest o.l.v. Eysoldt 9.55 Gramofoonpl. 10.20 Pianorecital. 11.2012.20 Gramofoonmuziek. Rome, 421 M. 8.05 Gramofoonpl. 8.35 Radio-tooneeL 9.05 Concert m.m.v. orkest en piano solist. Hierna Dansmuziek. Brussel 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Omroepkleinorkest o.l.v Leemans. 1.30 Gramofoonpl. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 8.20 Cello-recital. 8.50 Tschaikowsky-programma. 9.20 Max Alexys' orkest. 10 30—11.20 dito. 484 M.: 12.20 Gramofoonpl I.30 Omroepkleinorkest o.l.v. Leemans. 5.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps. 6.35 en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Symphonieconcert o.l.v. Kumps. 10.3011.20 Gramofoonpl. Deutschlandsender, 1571 M. 7.20 Kernspreuk. Berichten. 7.30 Italiaansche les. 750 Voor ponge landbouwers. 8.20 „Der ewige Bauer", hoorspel van J. M. Bauer. 9.20 Berichten. 9.45 Sportpraatje. 10.05 Weerbericht. 10.2011.20 Concert uit Breslau o.l.v. E. Hoffmann. Gemeentelijk Radio Distributie-bedrijf te Leiden. Derde Progamma: 8.CO12.20 Langenberg. 12.2014.30 Luxemburg. 14.30—16.20 Kalundborg. 16.2017.35 Langenberg. 17.35—19.35 Brussel VL 19.35—21.50 Warschau. 21.50afl. Boedapest. Vierde Programma. II.20—12.20 Kalundborg. 12.2014.25 Daventry. 14.25—16.10 Midland Reg. 16.10^-17.35 Daventry. 17.35—18.50 North Reg. 18.50—20.00 Midland Reg. 20.0023.00 Locale uitzending, waaraan medewerken: 1. Arbeiders Muziek Vereen. „Nieuw Leven". 2. Arbeiders Zangvereen. „De Stem des Volks". 3. De heer A. 't Hart (piano). 23.00afl. Daventry. FRANK FOX EN ZIJN COLUMBIA BAND VOOR DEN KRO. Naar wij vernemen, is het de KRO.-Di- rectie gelukt, om voor eenige concerten het bekende Weensche ensemble van Frank Fox te engageeren, dat Vrijdag 9 Februari a.s. te 10.30 uur de eerste maal voor de KRO.-microfoon zal optreden. Zooals de aam van dit ensemble het reeds aanduidt, zijn Frank Fox en de zij nen vaste medewerkers voor de Columbia Maatschappij. Talrijke opnamen bewijzen hoe deze Band het verstaat op technisch- volmaakte beschaafde, geestige en vlotte wijze de moderne „schlagers" te brengen met refrein- en koorzang. FEUILLETON. DE TWEELINGZUSTERS Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. (Nadruk verboden). 10) John staarde peinzend voor zich uit. „Ze kan inderdaad ziek zijn geworden", zei hij toen. „Anne was niet ziek. Ik ben er zeker van dat ze niet ziek was.... dat Jenny loog." Wéér liet Delia dien bitteren lach hooren. „Jenny kan mij niet voor den mal houden. Als ze zoo honingzoet praat en je van on der haar oogleden aankijkt; dan weet ik, dat ze leugens vertelt. Maar haar vader", ze wachtte even, „Sir Anthony geloofde in het begin werkelijk, dat ze ziek was, in het begin." Delia sprak de laatste drie woorden met bijzonderen nadruk uit. „Hoe weet je dat?" „Ik sprak hem vlak voor de bruiloft, en hij praatte over niets andershij ver telde, dat Jenny het zich zoo vreeselijk aantrok, dat Anne nu geen bruidsmeisje kon zijn en dat hijzelf het doodjammer voor haar vond om juist in dezen tyd ziek te worden, maar hij hoopte, dat ze gauw weer beter zou zijn en dan moest ik haar direct komen opzoeken. Ik vroeg hem of hij bij haar was geweest en hoe het haar ging, maar hij had haar nog niet bezocht., hij kon niet van huis, hij had het ontzet tend druk met de toebereidselen van het huwelijk en daarbij, Anne mocht absoluut geen bezoek hebben. Maar Jenny of juf frouw Jones belden iederen dag op om te vragen hoe het met haar was en de berich ten luidden gunstig. De beterschap zou wel niet lang meer op zich laten wachten, zooals hij al gezegd had." John herinnerde zich was Lewis Smith hem verteld had: kort na Jenny's trouwen had Sir Anthony zijn testament veran derd; vlak vóór het huwelijk had hij nog vriendelijk, normaal, over Anne gespro ken en een paar weken later mocht haar naam niet meer genoemd worden en had hij haar onterfd. Met gefronst voorhoofd tuur de John naar de sleutelbloemen zonder er iets van te zien dan een schemering van lila. Delia kwam dichter bij hem. „Hij zei, dat ze iederen dag opbelden. Het was geen bewuste leugen van den ar men man; hij wist niet beter of ze deden het. Maar dat was niet zoo." „Hoe weet je dat?" viel John scherp uit. „Zult u het heusch niet verder vertel len? Ik zou het ellendig vinden om juf frouw Mellow in moeilijkheden te bren gen. Ze is beheerster van het postkantoor en toen ik een keer bij haar theedronk ze is een goede kennis van ons, moet u weten zei ik zoo terloops, dat al die ge sprekken met Londen haar wel 'n hoop extra moeite zouden bezorgen. „Wat voor gesprekken?" vroeg ze. „Belt Miss Jennifer niet telkens Londen op?" vroeg ik. Miss Mellow begon te, lachen. „Ze heeft Dinsdag over haar bruidsjapon gete- lephoneerd en Donderdag over een heele serie kleine bestellingen. Maar met die twee gesprekken heb ik het niet extra- druk gehad, hoor!" „Maar belt ze dan niet iederen dag op om naar Miss Anne te vragen?" vroeg ik verbaasd. „Om naar Miss Anne te vragen? En dan nog wel iederen dag?" Miss Mellow schudde het hoofd. „Geen sprake jvan,_hoor! Ze heeft nog geen enkele maal over haar zuster met Londen getelephoneerd." Delia keek hem ernstig aan. „Denkt u er om, dat u er met niemand over spreekt, want juffrouw Mel low mag natuurlijk niets vertellen van wat ze op de lijn hoort en als het uitkwam zou het haar betrekking kunnen kosten." John knikte ongeduldig. „Ik heb nog iets van haar gehoord", ver volgde Delia. „Er was dienzelfden ochtend een brief van Anne gekomenMiss An na had het adres zelf geschrevenmet inkt!" „Hoe wist ze dat?" „Ze kent Anne's hand immers uit dui zenden! Ze heeft al meer dan twintig jaar het beheer over het postkantoor en ze kent het schrift van iedereen uit Waveney. Ze zei dan, dat er dien morgen een brief van Anne was geweest en het was niet de eer ste, voegde ze er bij. Maar geen van alle waren ze aan Jenny geadresseerd." „Aan wie dan?" „Ze waren allemaal geadresseerd aan juffrouw Jones", deelde Delia mee. VI. John keerde van Waveney terug met het adres van juffrouw Jones in zijn zak. Hy was het nog niet met zichzelf eens, wat hij met betrekking tot deze oude getrouwe zou doen. Het was zonneklaar, dat zij iets wist, zeer waarschijnlijk zou zij hem zelfs alles kunnen vertellen wat hij wilde we ten. Maar hoe meer hij over de zaak na nacht, hoe onwaarschijnlijker het hem toe scheen, dat ze tegenover hem een wild vreemde ook maar één woord zou los laten. Hij moest het voor en tegen rijpelijk overwegen en hij besloot er eerst maar eens 'n nachtje over te slapen. Toen hij in zijn hotel kwam, hoorde hij van den portier, dat er tweemaal voor hem getelefoneerd was. De tweede keer had de aanvrager een boodschap achtergelaten: of hij, zoodra hij thuiskwam, Horsham 91 wilde opbellen? Hij stapte direct de telefooncel binnen en vroeg 't opgegeven nummer. Terwijl hij op de aansluiting wachtte, verdiepte hij zich in de vraag, wie de geheimzinnige persoon kon zijn, die hem verlangde te spreken. Hij was nooit van zijn leven in Horsham geweest en kon niemand in dit oord verzinnen, met wien hij ook maar oppervlakkig bekend was. Toen de tele- foonbel rinkelde, na mhij den hoorn op en hoorde een mannenstem „Hallo", roepen. „Er was mij verzocht dit nummer op te bellen", zei John. „Mijn naam is Waveney." De stem, die van de andere zijde ant woordde, klonk hem opeens bekend in de ooren. „Hallo John, je spreekt met Lulu Smith. Ik ben hier bij mijn oom en die wil graag even met je praten. Wacht je een minuut?" John hield den hoor aan aan het oor en het duurde niet lang of een andere stem „Bent u daar, Sir John? U spreekt met mr. Carruthers. Neemt u me niet kwalijk, dat ik u lastig val, maar ik ben buitenge woon verlangend om een kort onderhoud met u te hebben." „Er is geen sprake van lastig vallen. Ik ben geheel tot uw dienst, mijnheer Car ruthers." „Dank u. De zaak is.Hij maakte den zin niet af en begon opnieuw. „Mijn neef Lewis heeft me verteld, dat u vermorgen een gesprek met hem had. Tusschen haak jes, het doet me veel genoegen te hooren, dat u oude vrienden bent." „Ja, ik was erg blij hem weer te zien." Een voorgevoel zei John, dat het gesprek waarop de oude advocaat zinspeelde, het onderhoud over Anne Belinda was. „Wel, Sir John", ging mr. Carruthers voort, „het verslag, dat Lewis mij van dat gesprek gegeven heeft, vervult mij met be zorgdheid. Ik heb begrepen, dat u zeer ver langend bent iets naders te vernemen om trent de levensomstandigheden en de ver blijfplaats van een bepaalde persoon.... enenwel, ik zou u willen verzoe ken, die zaak te laten rusten." John gaf niet direct antwoord. Een sterke impuls dreef hem tot spreken, maar dat wilde hij niet, vóór hij den ander wat ver der uit zijn tent had gelokt. „Kunt u mij ook zeggen waarom?" „Niet in bijzonderheden. Ik kan u- alleen verzekeren, dat uw nasporingen onnoodig zijn." '„Als u zegt onnoodig, mijnheer Carru thers, wat bedoelt u daar dan precies mee, als ik vragen mag? Ik stel een onderzoek in, omdat ik mij niet gerust voel. De persoon in kwestie is, voor zoover ik weet, geheel onverzorgd achtergebleven. Wanneer u het woord „onnoodig" gebruikt, wilt u daarmee dan zeggen, dat er een regeling is getrof fen, waarvan ik niet op de hoogte ben?" „Neen, dat niet bepaald." „Wilt u mij dan uitleggen wat u be doelt?" Hij deed zijn best om alle scherpte uit zijn stem te bannen, maar slaagde daarin niet heelemaal. En hij meende in den toon, waarop de rechtsgeleerde antwoordde, dan ook iets van verwijt te bespeuren. (Wordt vervolgd f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5