DONDERDAG 25 JANUARI 1934 DAGBLAD VOOR LEDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Z5ste Jaareane No. 7719 S)e Ceid^efieSou/fca/nt DE ABONNEMEN1SPRIJS bedraagt bij Foorni&etaiïng: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal E>ij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 J DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten noogste 3U wooraen. v/aarfn be» betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. De Financiën der Plattelandsgemeenten L EEN WOORD VOORAF. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer be treffende de Staatsbegrooting 1934 deelde de Minister van Binnenlandsche Zaken mede, dat er thans 150 Gemeenten zijn, die officieel noodlijdend zijn verklaard. Hierbij zal het wel niet blijven, integen deel, er is m.i. alle reden om aan te ne men, dat dit aantal binnen niet te langen tijd minstens zal verdubbelen. En al die noodlijdende Gemeenten zijn op moge lijk een enkele uitzondering na platte landsgemeenten. Behalve de platteland- gemeenten, die officieel noodlijdend zijn of op de nominatie staan het te worden, zijn in tal van andere de belastingen op zooda nig peil aangeland, dat zij op de bevolking drukken als een looden last. De financieele moeielijkheden waarin een zeer groot aan tal der plattelandsgemeenten verkeeren, hebben natuurlijk hunne oorzaak. Die oor zaak, we behoeven het heusch niet te ver tellen, ieder weet, ieder voelt, ieder spreeKt er over.'t is de crisis. Maar.'t is de crisis niet alleen. Want als het uitsluitend de crisis was, die de financiën der platte landsgemeenten in de war schopte, dan zoude de vraag naar voren kunnen komen, waarom de stedelijke gemeenten zich wèl kunnen redden zij het dan ook ten koste van offers, soms van groote offers ter wijl een steeds grooter aantal plattelands gemeenten met behulp van Rijksgeld op de been moet worden gehouden. Neen, al is de crisis de hoofdschuldige, de directe aan- leidende oorzaak van de financieele débacle van het platteland, naast de crisis treden nog andere factoren op den voorgrond, die de uitwerkselen van de crisis verscherpen, die oorzaak zijn, dat de gemeentefinanciën niet voldoende weerstandsvermogen bezit ten om de nadeelige gevolgen van de crisis op te vangen en die andere factoren zyn: de Nederiandsche Wetgever en de Neder- landsche overheidsmaatregelen. Hoe vreemd het ook moge klinken, de achtereenvolgende Nederiandsche Regee ringen, die in hoofdzaak op het platteland steunden immers zij waren rechts ge oriënteerd en de rechtsche kiezers wonen in hoofdzaak op het platteland hebben een politiek gevoerd, die het platteland fi nancieel bij de steden ten achter stelde. Al is die achterstelling wellicht niet doel bewust geschied, desniettemin is zij een feit. In den loop mijner beschouwingen zal ik nog meermaals gelegenheid hebben daar op te wijzen, het met concrete voorbeelden aan te toonen. In dezen deplorabelen tijd, nu het geld een waarde heeft gekregen, ais niemand heeft vermoed, nu de waarde der goederen, die door de Regeering niet kunst matig op peil worden gehouden, gedaald is tot een niveau, waarvan niemand heeft ge droomd, nu het vraagstuk van de waarde van het geld een twistpunt vormt tusschen hoogleeraren, bankdirecteuren en journalis ten als er niet spoedig kentering komt een twistappel zal worden in de prakti sche politiek, nu hebben de financiën der overheidslichamen een belangstelling, wel ke zij nimmer te voren hebben gehad. En mochten wij die belangstelling nog niet uit ons zelve hebben, dan leert ons belasting biljet ons wel om belangstelling te koeste ren. Dankbaar gebruik makende van die al- gemeene belangstelling, stel ik mij voor in eenige artikelen een overzicht te ge ven van de geldmiddelen der plattelands gemeenten. Na een gedetailleerd overzicht ■van de inkomsten zullen de uitgaven aan de beurt kernen, terwijl ik met enkele al- gom eene conclusies hoop te sluiten. Nwhout. v. IERSEL. EEN NIEUWE ZEDEPREKER Volksgenoot Grullemans heeft in Lisse een vergadering geleid van de volgelingen van Herr Mussert en in zijn openingswoord' de volgende dwaze opmerking gemaakt. „Maar volksgenooten, om op onze tegenstanders terug te komen, in de „R. K. Landarbeider" van 1 Dec. staatKwakzalvers (spr. bedoeide: noemt men ons. Red.) Men verschuilt zich daar wel achter Min. de Geer, maar is het er volkomen mee eens. Zou dit niet eerder van toepassing kunnen zijn op den leider der R. K. Landarbeiders? want optochten orga- niseeren voor arbeidsaoeleinden op Zondag, kan nooit een goed katholiek goedkeuren en dan eenige maanden I later op de R. K. verg3dering zich voordoen ais een streng godsdienstig man een propaganda maxen voor de H. K. Staatspartij, dat, volksgenooten, zijn volgens de N. S. B. twee totaal ver schillende dingen". Het doet bepaald komisch aan den heer Grullemans als zedeprediker voor de Ka tholieken te zien optreden! Deze liberale groot-werkgever, die, evenals vele liberale heeren tot het Fascisme is „oekeerd", kan het blijkbaar niet verkroppen, dat, mede dank zy het bemiddelend optreden van den heer Loerakker en de massale betoo ging der landarbeiders in den voorzomer van het afgeloopen jaar, een groot sociaal beginsel in de Bollenstreek behouden bleef, namelijk het collectief contract en alles wat daaraan vastkleeft. Hij heeft het zéér juist ingezien: de fi guur van den heer Loerakker, een voor beeldig christen-huisvader en een man, die ondanks alle waardeering, welke hy vond, arbeider met de arbeiders was en geble ven is, zal een groot struikelblok zijn voor hen, die de Katholieken tegen elkaar in 't harnas willen jagen. En het past toch al lerminst in den mond van den heer Grul lemans om van A. J. te verklaren, dat hij zich „voordoet" als een streng godsdienstig man, maar zie de misdaad van het or ganiseer en eener optocht op Zondag het niet zou zijn. Het is natuurlijk daveren de onzin, die de heer Grullemans vertelt, want wij behoeven slechts te herinneren aan de jaarlijksche Encycliekmeetings en aan de grootsche betooging der Katholieke arbeiders, eenige jaren terug te Utrecht gehouden, waar de Aartsbisschop van Utrecht o.a. het woord voerde. Maar wy vreezen, dat, door de bril van den heer Grullemans bekeken, ook de Aartsbisschop zich slechts „voordoet" als een „streng godsdienstig man". Ook hadden wij het groote voorrecht in het voorjaar 1933 een arbeiders-betooging mede te maken op Zondag te 'Rome, waar uit alle deelen van de aardbol de werklie den waren samengestroomd ter herdenking van de uitvaardiging van „Rerum Nova rum", op welke bijeenkomst Z. H. de Paus het woord voerde, omgeven door alle in de Eeuwige Stad vertoevende Kardinalen. Maar wy vreezen, dat in de zrenswyze van den heer Grullemans ook de „Room- sche Paus" niet achttien karaats Roomsch is.... Den heer Grullemans raden wij aan, al vorens zoo laatdunkend en denigreerend over een ongerepte persoonlijkheid te spre ken, zich eerst goed op de hoogte te stel len van de Katholieke beginselen. Maar dat durven we van den heer Grullemans, plaat selijk leider van de N.S.B.-groep Mussert, niet verwachten. We willen het hopen! De Katholieken In Duitschland EEN COMMENTAAR DER OSS. ROM. De Rom. correspondent van de „Tijd" seint d.d. 24 Januari: De „Osservatore Romano" van heden avond ontleent aan de „Saarbrücker Lan- deszeitung" het bericht dat Z.Em. Kard. Faulhaber het interdict heeft uitgesproken over de parochie van Thaunstein wier pas toor onlangs na een predicatie gearres teerd werd. In haar commentaar zegt de „Osserva tore Romano": Wij lazen onlangs de protesten van Graaf Reventlow tegen den Aartsbisschop van München, wijl hij in zyn Advents- en Nieuwjaarpreeken de moreele en sociaje vraagstukken welke op het oogenblik voor het Duitsche volk het dringendst zijn, vol gens de Katholieke Leer belichtte. Wij zien thans, dat de chef van het bureau voor Je buitenlandsche politiek van de nationaal- socialistische partij, Alfred Rosemberg, deze protesten nog eens herhaalt. Wij meenen aan deze critiek niet meer waarde te moeten hechten dan de beken de en gestadige afkeer dier critici van de katholieke beginselen verdient: een beken de en gestadige afkeer, die ook door de politieke voorwendsels welke men tegen den eerbiedwaardigen Kard. Faulhaber aanvoert, noch in wezen, noch in aanzien veranderen kan. BINNENLAND Gewetensplicht? GEMIS AAN BURGERPLICHT? In een deel der vrijzinnige pers krijgt een katholiek onderwijzer de klappen. Zijn geheelen diensttijd, een kwarteeuw lang, had hij les gegeven aan katholieke scholen te Wassenaar, tot hy buiten zijn schuld wachtgeld kreeg. Het gemeentebe stuur wilde hem voor een tijdelijke betrek king aan een openbare school benoemen maar hij bedankte om gewetensbezwaren. Minister Marchant heeft de houding van dien onderwijzer genoemd „een treu rig bewijs van gemis aan burgerplicht". Maar de anti-rev. „Standaard" acht dat Minister Marchant faalt. Het blad schrijft: „Consciëntiebezwaren van openbare on derwijzers om dienst te nemen aan Roomsch-Katholieke of Protestantsch- Christelijke scholen, hebben recht op volle eerbiediging. Eveneens die van onderwij zers bij het confessioneel onderwijs, om de openbare school te dienen. Elke bemoeiing van de Regeering om de onderwijzers hier in hun vrijheid van be slissing te bemoeilijken, achten wy uit den booze. Het zedelijk prestige van ons Chris telijk onderwijs zou een geduchten klap krijgen, indien de Regeering op een dienst doen van zijn leerkrachten aan de open bare school dwang uitoefende. De onderwij zer die zich daartegen, op grond van zijn overtuiging, verzet, verdient geen blaam Studenten en politiek De „N. R. Ct." is van gevoelen, dat stu denten zich van actieve politiek moeten onthouden. „De Nederlander" is h9t daar mede eens, maar voegt er het volgende aan toe: „Naar onze meening heeft dit oordeel echter aanvulling nooddg. Straks, wanneer de student het leven zal zijn ingegaan, zal hij wèl een keuze moeten doen. Als gestu deerde zal hij een gewichtige, leidende plaats in ons maatschappelijk leven gaan innemen. Van hem mag worden verwacht, dat hij dan blijk zal geven gestudeerd te hebben. Hij zal zich niet gedachteloos mo- j gen laten meesleuren door de stroomingein van zyn tijd, hij mag zich niet laten ledden door de hartstochten van het oogenblik en de overtuigingen, door het eigenbelang in gegeven. Vindt de student daartoe aan uni versiteit en hoogeschool de noodige voor bereiding? Voor de juristen en economen zou men deze vraag met eenig voorbehoud bevestigend kunnen beantwoorden. Maar zy, die straks een plaats als predikant, als dokter, als leeraar, als ingenieur of als na tuurkundige zullen innemen, ontvangen in dit opzicht aan deze instellingen voor hoo- ger onderwijs geen leiding. In den regel gaan zij de maatschappij in zonder eenige oriëntatie. De vruchten van deze besefloosheid van vele intellectueelen treedt in deze dagen maar al te duidelijk aan den dag. Door ze kere opzienbarende gebeurtenissen opge schrikt, hebben zij plotseling ontdekt, dat er nog zooiets als politiek leven bestaat en dat er zich op dit gebied misstanden blij ken voor te doen. En maar al te gemakke lijk sluiten zy zich aan bij de richtingen, die het hoogst van den toren blazen, zon der zich ernstig rekenschap te geven va/n haar beginselen en programpunten. Ons volk ziet over 't algemeen op tegen de academisch geschoolden. Het verwacht van hen een bezonken oordeel, het aan vaardt veelal gaarne hun'leiding. De uni versiteit schiet, naar onze meening, tekort wanneer zij hun in den tijd van voorberei ding niet leert belang te stellen in het staat kundig en maatschappelijk leven en op dit terrein principieel te denken en bezadigd, wetenschappelijk te kiezen. In dezen ziin hebben student en politiek wel degelijk met elkaar te maken". STICHTEND GEDRAG. 't Was midden op den dag, en in Amster dam was de drukte in vollen gang. 't Was 'n geloop en gedraaf, 'n getoeter van auto's, en 'n gebingel van trams, dat iemand, die voor het eerst in zoo'n groote stad kwam, hooren en zien verging. Tusschen al dat leven en lawaai trachtte 'n vischboer, door met forsche scem zijn waren te prijzen, z'n visch aan den man te brengen. Met groote moeite drong hij zijn kar tusschen de me nigte door, onderwijl steeds zijn waren prijzend. Zijn stem schalde hoog boven 't leven van de straat uitOpeens daar schokte de kar met 'n ruk stil, en de vischboer zelf liet zich midden in de druk te van auto's en menschen op de knieën vallen, nam zijn muts van 't hoofd en bleef eenige oogenblikken in gebed naar iemand staren die daar langzaam en eerbiedig voor bijschreed. Wie of wat was 't, waar voor de man zoo eensklaps in diepen eer bied op de knieën viel? Tusschen de menig te had hij 'n man gezien, gekleed als de anderen, maar met 't hoofd gebogen, en de hand tusschen de jas, alsof hij iets droeg. Hierin had hij een priester herkend, die Ons Heer naar de zieken bracht en stil en innig bad hij: „Mijn Jezus, heb medelijden met de arme zieken en met mij!" Toen ging 't weer verder door de drukte van de wereldsche stad, die er niet aan dacht te knielen voor 'n priester met Ons Heer, of ook maar even stil te staan. VOORTAAN MINDER STAATSRADEN? Wetsontwerp wil het aantal van veertien op tien terug brengen. Ingediend is een wetsontwerp tot ver mindering van het aantal leden voor den Raad van State en het bepalen van een leeftijdsgrens voor deze leden. Het wetsontwerp brengt het aantal leden van den Raad van State terug van veer tien tot tien, een aantal, dat, naar het oor deel der regeering, voldoende is om den Raad de juiste uitvoering van zijn taak mo gelijk te maken. Tevens wordt het maxi mum-aantal Staatsraden in buitengewonen dienst verlaagd van veertien tot tien. Mede wordt ook voor de leden van den Raad van State de vice-president daar onder begrepen een leeftijdsgrens ge steld, bij het bereiken waarvan ontslag wordt verleend. Deze leeftijdsgrens wordt gesteld op vijf-en-zeventig jaar. Aan géén der zittende leden voor den Raad zal ont slag worden verleend wegens boven callig- heid. Ontstaan echter vacatures, dan zullen deze niet worden vervuld, zoolang het aan tal niet tot tien is ingekrompen. Evenmin vindt het voorschrift voor verplicht ont slag bij het bereiken van den vastgestelden maximum-leeftijd toepassing op de tegen woordige leden. Dat wil zeggen, dat de Kroon te hun nen aanzien tot ontslag niet verplicht is, doch daartoe wel bevoegd blijft, wanneer de omstandigheden zulks gewenscht ma ken. DE COMMUNISTEN EN DE N.S.B. Het ,,Hbld." heeft bij den heer Mussert geïnformeerd naar de beweringen in het artikel in de „Tribune", dat. hij van de po gingen van een Dordtenaar om communis ten te brengen tot illegale daden, geweten heeft. De heer Mussert deelde mede, dat voor zoover de naam der N.S.B. er in genoemd wordt, het bericht van A tot Z gelogen is. De heer Mussert verklaarde verder met deze heele historie volstrekt niets te maken te hebben. VERBETERING DER RADIO Succes met een nieuwen proefzender te Kootwijk Prof. dr. ir. N. Koomans heeft bij de aanvaarding van het ambt van buitenge woon hoogleeraar in de electrotechniek aan de Technische Hoogeschool te Delft, een rede uitgesproken, getiteld: „De ont wikkelingsgang van de Radio". Aan het eind van zijn breedvoerige uiteenzetting deelde spr. mede, dat te Kootwijk sinds eenigen tijd een proefzender van groot ver mogen met vier watergekoelde lampen in eindtrap is gereed gekomen, welke op cir ca 16 Meter golflengte met één zyband en onderdrukte draaggolf werkt. Gedurende driekwart jaar is deze zender reeds eenige dagen per week in practisch bedrijf met resultaten, waarvan de grootte moeilijk is te overschatten. Niet alleen dat de stroom- en lampenbesparing in de praktijk aan de theorie beantwoordt, doch de ontvangst in Indië overtrof in alle op zichten die van de oude zenders, die op de VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het proces tegen de drie Duitsche gees telijken te München is geëindigd in een veroordeeling der aangeklaagde tot gevan genisstraffen. (2de blad). Dollfuss deelt Berlijn mede, dat hij de kwestie der Nazi-propaganda in Oosten rijk voor den Volkenbond wil brengen. (2de blad). BINNENLAND. Vermindering van het aantal leden van den Raad van State van 14 tot 10; leeftijds grens van 75 jaar. Te Amsterdam heeft een jongeman zijn meisje doodgeschoten en zichzelf zwaar ge wond (Gem. Ber., 3de blad). Nederlandsch papierhandelaar te Londen gearresteerd in verband met 'n invoerrecht- kwestie. (Gem. Ber., 3de blad en Laatste Ber.). UIT DE OMGEVING. De Bond van Z.-H. Kleine Bloembollen- kweekers houdt heden zijn eerste alge- meene vergadering te Lisse. (2de blad). De burgemeester van Hazerswoude, de heer J. v. d. Meulen, neemt ontslag met in gang van 1 Mei a.s. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Het Ned. Bondselftal verliest met 51 van het Budapester elftal (2de blad). HAZERSWOUDE. BURGEMEESTER J. VAN DER MEULEN De burgemeester van Hazerswoude, de edelachtbare heer J. van der Meulen, neemt met ingang van Mei a.s. ontslag als burgemeester, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd. De heer Van der Meulen, die 17 jaar bur gemeester van Hazerswoude is, wist zich door zijn innemend karakter en door zijn stipte onpartijdigheid de genegenheid en hoogachting van al zijn gemeentenaren te verwerven. gebruikelijke wijze werken. De totaallading, welke haar oorzaak vindt in het wegsluieren van de draaggolf, was verdwenen, terwijl op tijden, dat de gewone zenders door slechte conditie van de atmosfeer onbruikbaar waren wegens vervorming, de nieuwe zender zonder be zwaar den dienst kon voortzetten. Veel leerrijke ervaring is overigens met dezen zender nog op te doen, welke erva ring niet alleen voor het bedrijf van betee- kenis is, doch ook belangstelling naar bui ten zal wekken, omdat de Nederiandsche en de Indische dienst, die ons met een passenden ontvanger tegemoet traden, met deze zendmethode in de gelegenheid zijn, over Trans-Aziatische afstanden practisch pionierswerk te verrichten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1