ZATERDAG 20 JANUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 12
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
DUITSCH ANTWOORD AAN
FRANKRIJK.
Een „proeftijd" onaanvaardbaar.
De Duitsche rijksminister van Buiten-
landsche Zaken, von Neurath, heeft gister
middag den Franschen gezant te Berlijn,
Frangois-Poncet, ontvangen, wien hij het
Duitsche antwoord ter hand stelde op de
„aide mémoire" in zake de ontwapenings
kwestie, welk „aide mémoire" op 1 Ja
nuari j.L door den Franschen gezant was
overhandigd.
Het antwoord is in dezelfde verzoenende
bewoordingen vervat als de Fransche
„aide-mémoire".
Over he geheel genomen, aldus de Ha-
vas-vertegenwoordiger te Berlijn, blijft het
Duitsche antwoord binnen het kader der
tot dusver gevoerde Fransch-Duitsche be
sprekingen. Bovendien heeft men er van
Duitsche zijde waarde aan gehecht, er op
te wijzen, dat de voortzetting dezer be
sprekingen in het belang van beide par
tijen is.
Een der punten uit de Fransche „aide-
mémoire" is echter in Duitschland op prin-
cipieele bezwaren gestuit. Ook al komt m
de „aide-mémoire" 't woord „proeftijd"
niet meer voor, men weet toch, aldus wordt
gezegd, dat Frankrijk aan zulk een proef-
tijd vasthoudt.
Van Duitsche zijde verklaart men ten
aanzien van dit punt, dat alles, wat over
eenkomt met zulk een proeftijd, een dis
criminatie van Duitschland en een aanran
ding van zijn eer beteekent.
Een tweede Duitsch bezwaar betreft de
grootte van het effectief van het toekom
stige Duitsche leger. Men legt er den na
druk op, dat 200.000 man niet voldoende
zijn, om Duitschlands veiligheid te waar
borgen. Onder deze omstandigheden wordt
het huidige Duitsche beroepsleger met zijn
gering effectief van nog meer waarde. Bo
vendien zou het nieuwe Duitsche leger de
beschikking moeten hebben over alle wa
pens, die als verdedigingswapens zijn er
kend.
Naar het schijnt, heeft de rijkskanselier
zich accoord verklaard met controle op de
z.g. semi-militaire organisaties, op voor
waarde, dat deze controle zich ook zal uit
strekken op alle soortgelijke organisaties
in de andere landen.
Wat ten slotte de kwestie der lucht
strijdkrachten aangaat, beschouwt men van
Duitsche zijde een vermindering der Fran
sche strijdkrachten met 50 pet. onvoldoende,
respectievelijk zonder beteekenis, wanneer
Duitschland in het geheel geen lucht
strijdkrachten mag bezitten. Bovendien
wenscht men te vernemen, wat zal geschie
den met de 50 pet. der vliegtuigen, die men
wil afschaffen.
De diplomatieke medewerker van de
„Daily Telegraph", zoo wordt uit Londen
gemeldt, verneemt, dat de Duitsche regee
ring nadere inlichtingen heeft gevraagd
omtrent vier punten van de Fransche aide-
mémoire.
lo. voor hoe lang zal Duitschland het
recht ontzegd blijven om kanonnen van
vijftien c.M. en tanks beneden zestien ton
alsmede verkenningsvliegtuigen te bezit
ten?
2o. welke Nazi-formaties wenscht Frank
rijk eventueel te doen medetellen bij de
totale sterkte van de gewijzigde Rijksweer?
3o. wat zijn aantal, soort en geografische
positie van de strijdkrachten welke Frank
rijk wenscht te houden, afgezien van zijn
binnenlandsch leger, voor den dienst in
zijn Noord-Afrlkaansche en andere over-
zeesche bezittingen?
4o. zal de voorgestelde vermindering
met 50 pet. van de Fransche luchtstrijd
krachten tot vernieling van de machines
leiden of slechts tot buitendienststelling en
is het aanbod afhankelijk van de instelling
van een internationale luchtmacht?
DE ARRESTATIES VAN GEESTELIJKEN
Protesteeren mag ook niet.
Opnieuw is in Wurtemberg een geestelij
ke in hechtenis genomen, en wel de pas
toor Leissle uit Elchingen. De arrestatie*
is geschied, omdat de pastoor heeft gepro
testeerd tegen de arrestatie van de beide
geestelijken Sturm uit Wandhausen en
Dangelmeyer uit Metzingen. Leissle had
o.m. verklaard, de aangelegenheid aan den
Heilige Stoel te zullen voorleggen.
Verder zijn in deze aangelegenheid nog
een slager uit Waldhausen en een meubel
maker gearresteerd. Een protestvergade
ring, die was uitgeschreven, is door de po
litieke politie verboden.
Een andere lezing.
Als motief voor de arrestatie van een
van beide bovengenomde geestelijken werd
aangegeven, dat hij ter gelegenheid van de
terechtstelling van zes Keulsche communis
ten een H. Mis had opgedragen en met de
hem toevertrouwde kinderen tijdens het
godsdienstonderwijs over deze terechtstel
ling gesproken had.
Een medewerker van „De Nieuwe Koe
rier", die zich juist in bedoelde streek be
vond, heeft terzake inlichtingen ingewon
nen. Zijn bevinden geeft hij als volgt weer:
„Onder de zes terechtgestelde commu
nisten waren er vijf, die eens het doopsel
der H. Kerk ontvangen hadden. Op jeug
digen leeftijd reeds waren ze van de Keik
losgeraakt en tenslotte bij de communisti
sche partij terecht gekomen. Een der te-
rechtgestelden was nog slechts een knaap
van 18 jaar. Vóór de voltrekking van z'n
vonnis kwam hij tot inkeer. Hij verzocht
om een priester, een verzoek, dat men eerst
niet voor ernst wilde nemen.
Het voorbeeld van dezen knaap werkte
op de vier andere communisten. Zij wer
den zich van hun verantwoordelijkheid
tegenover den goddelijken rechter bewust.
Het gevolg was, dat zij rouwmoedig hun
biecht spraken en communiceerden. En de
priester droeg het onbloedige zoenoffer op
voor deze menschen.
Deze katholieke geestelijke heeft zich
met de veroordeelden onderhouden als
mensch en als priester. Hij wist hen tot
volle berusting en overgave te brengen.
Toen dezelfde priester nu eenige dagen
later bij het godsdienstonderricht over de
genademiddelen der H. Kerk sprak en over
de uitwerking dezer middelen, haalde hij
terloops het gebeurde aan met de vijf te
rechtgestelde communisten. Hij wees daar
bij op de bovennatuurlijke werking en op
de onsterfelijkheid der ziel.
De kinderen spraken er thuis over. Een
ouderpaar, dat meende zich verdienstelijk
te moeten maken voor het Hitler-regiem,
deed van een en ander onmiddellijk aan
gifte.
Het bedroevende is, dat er geen open
baar orgaan is om beschermend of verde
digend op te treden.
De woorden die de priesters vanaf den
kansel tot de geloovigen spreken, worden
nauwkeurig genoteerd. En als een nazi ook
maar een komma van critiek kan ontdek
ken, is het onmiddellijk met de veiligheid
van den priester gedaan".
HET LOT DER BULGAREN.
Een verzoek aan den Pauselijken nuntius.
Het „Comité van Verweer tegen Terreur
en Vervolging in Duitschland" te Amster
dam heeft zich gewend tot den pauselijken
nuntius te Berlijn, mgr. Orsenigo, met het
verzoek als doyen van het diplomatieke
corps aldaar, stappen te willen doen ten
gunste van de vrijlating der buitenland-
sche gevangenen Dimitrof, Popof en Tanef.
In zijn brief brengt het Comité tot uit
drukking, dat ook het hergeven der vrij
heid aan Torgler, een tegemoetkoming zou
zijn aan het rechtvaardigheidsgevoel en
den wensch van millioenen over de geheele
wereld, ongeacht hun maatschappelijke en
godsdienstige overtuiging.
Den Nederlandschen gezant te Berlijn is
van deze bemoeiinngen kennis gegeven.
Mevr. Dimitrof's helpers worden gestraft.
De Bulgaarsche tolk Danovsky en de
Amerikaansche advocaat Leo Callgher, die
de moeder van Dimitrof ter zijde hebben
gestaan bij haar poging om haar zoon vrij
te krijgen, zijn hedenochtend in het „Cen
tral Hotel" te Berlijn gearresteerd en kor
ten tijd later weer op vrije voeten gesteld.
Danovsky wordt, omdat hij zich in interne
Duitsche aangelegenheden heeft gemengd
en ongeoorloofde critiek heeft geoefend, als
lastige buitenlander uit Duitschland ge
wezen; Gallagher moet binnen drie dagen
Pruisen verlaten.
De moeder van Dimitrof is intusschen
weer naar Leipzig teruggekeerd. «Tel."
FRANKRIJK
RAMP VAN LAGNY BESPROKEN IN DE
FRANSCHE KAMER.
Critiek op den Oosterspoorweg.
De Fransche Kamer heeft zich in haar
zitting van gisteren in hoofdzaak bezigge
houden met de spoorwegramp bij Lagny.
Door vijftien afgevaardigden zijn bij de
Kamer interpellaties ingediend, die zoowel
betrekking hebben op de kwestie der ver
antwoordelijkheid voor de ramp zelf als op
de algemeene organisatie bij de Fransche
spoorwegen.
De voornaamste spreker was de algemee
ne rapporteur der commissie voor openba
re werken, de socialist Jules Moch, die als
een deskundige op het gebied van het spoor
wegwezen wordt beschouwd.
Moch oefende critiek uit op het seinstel-
sel, op de organisatie en op het materiaal.
Alleen al op het net van den Chemin de
Fer de l'Est zijn in één jaar tijds 270 onge
lukken gebeurd. Elk dezer ongelukken had
een groote ramp kunnen worden. Spreker
vestigde de aandacht op het feit, dat tal
rijke gevallen van nalatigheid zijn gecon
stateerd, waarvoor men niet de machinisten
doch de leidende employé's verantwoorde
lijk moet stellen.
Om bezuinigingsredenen heeft men zóó
veel arbeiders en employé's ontslagen, dat
een geregeld bedrijf niet meer mogelijk
was. Uit een rapport van den hoofdinge
nieur der Fransche staatsspoorwegen is ge
bleken, dat de soort locomotieven die te
genwoordig ook door den Chemin de Fer
de l'Est worden gebruikt, niet deugt. De
spoorwegongelukken uit den laatsten tijd
zijn steeds gebeurd met treinen, die door
de betreffende soort locomotieven werden
getrokken. Bovendien moeten de houten
wagons door stalen worden vervangen.
Tenslotte vestigde spreker nog de aan
dacht op de ontoereikende organisatie der
eerste hulp bij de ramp te Lagny. De eerste
hulptrein arriveerde pas twee uur en 20
minuten na de ramp op de plaats des on-
heils.
Moch eischte nationalisatie der spoorwe
gen, aangezien de huidige gebreken, naar
hij betoogde, niet slechts bij een der maat
schappijen, doch bij het geheele systeem
aanwezig zijn.
AMERIKA
STABILISATIE VAN DOLLAR EN
POND?
Uit wel ingelichte financieele kringen
te New York, verneemt het „Journal of
Commerce" dat vertegenwoordigers van de
Bank van Engeland en van het Federal Re
serve Stelsel van Amerika er in zijn ge
slaagd een tijdelijke overeenkomst af te
sluiten, welke een samenwerking tusschen
de Engelsche en Amerikaansche wisselkoers
nivelleeringsfondsen ten doel heeft ten ein
de de verhouding tusschen Pond en Dollar
op ongeveer vijf dollars in het Pond te
handhaven.
Uit Londen wordt geseind, dat aldaar in
financieele kringen wordt vernomen, dat
ook Frankrijk zich bij. deze niet-oficieele
overeenkomst heeft aangesloten. De koers
van den Frank te Londen zou op omstreeks
77.00 worden gehandhaafd. „Tel."
BUITENL. BERICHTEN
BOBSLEE-ONGELUK IN ZUID-TIROL
Een doode, zeven gewonden
Tijdens een bobslee-wedstrijd in Tesero
in het Fleimsdal (Tirol) heeft een ernstig
ongeluk plaats gehad. Vlak bij het einde
van de baan vloog een door zes personen
bezette slee uit de baan en kwam temid
den van de toeschouwers en vervolgens op
de standplaats der wedstrijdleiders terecht.
De leider van den wedstrijd, Vanza, liep
zulke ernstige verwondingen op, dat hij
kort daarop overleed. Voorts werden zeven
toeschouwers meer of minder ernstig ge
wond.
VERDUISTERING-SCHANDAAL IN DE
VEREENIGDE STATEN
Eergisteren is tegen 25 Amerikaansche
oliemagnaten en bankiers een bevel tot
aanhouding uitgevaardigd in verband met
't faillissement der Exchange Trust Co.
in Maart j.l Aan hen wordt verduistering
ten laste gelegd, Onder hen bevindt zich
ook de bekende petroleum-koning Sin
clair, die vice-president is van bovenge
noemde trust.
De verduisteringen bedragen in totaal
23.000 dollars en zij zouden zijn gepleegd
door bedrieglijke manipulaties met de
bankrekeningen der trustees.
Aan het te New-York gevestigde kantoor
van Sinclair, die zelf op het oogenblik in
Florida vertoeft zegt men, dat de petro-
leumkoning reeds ongeveer twintig jaar
geleden uit Tulsa vertrokken is en zich
sedert dien niet meer actief met de leiding
van de Exchange Trust Cy. heeft bezig ge
houden.
REUZENDIAMANT VERKOCHT.
Voor bijna 70.000 pond sterling.
De diamant van 726 karaat, welke zoo
als gisteren gemeld, in Zuid-Afrika gevon
den is, is heden verkocht aan sir Ernest
Oppenheimer voor een bedrag van bijna
70.000 pond sterling. In onbewerkten staat
wordt de diamant geschat pp een waarde
van 100.000 pond. Jacobus Jonkheer, op
wiens landerijen de diamant is gevonden, is
voornemens zijn boerenbedrijf thans op
ruimer schaal in te richten. Aan den ne
gerjongen Johannes, lie den diamant heeft
gevonden, is toegezegd, dat hij zijn heele
leven op de boerderij mag blijven wonen
en alles mag doen waar. hij zin in heeft.
NED. 00ST-INDIE
INDISCHE MAIS NAAR NEDERLAND
Aneta seint uit Batavia: Reeds geruimen
tijd is correspondentie gaande tusschen
Nederland en Indië over den import in Ne
derland van mais uit Indië. Nederland zou
een beduidend kwantum mais afnemen,
waartegenover Indië, bij wijze van proef,
de import van zekere katoenen weefsels
zou contingenteeren. Een beslissing is ech-
tei in Indië nog niet ontvangen. De katoen-
contingenteering is ook nog niet aange
kondigd. De maisexport naar Nederland
zal eventueel het geheele surplus betref
fen, hetwelk vrij groot is. De onderhande
lingen worden voortgezet.
1 -T-B
INGEZONDEN STUKKEN
REGELING TAXIBEDRIJF
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van wat reeds in uw
blad geschreven is over bovengenoemd on
derwerp, verzoeken wij u, ook onderstaand
in uw veel gelezen blad te willen opne
men.
Daar wij als taxi-chauffeurs vanzelf
sprekend het taxibedrijf zullen voortrek
ken voor elk ander vervoermiddel, willen
wij er B. en W. op wijzen, dat de taxi's
geen verkeersbelemmeringen in de hoofd
straten veroorzaken. Dit is in voorgaande
stukken al reeds duidelijk genoeg gezegd.
Wat betreft het vele lawaai dat door de
taxi's wordt gemaakt, zouden wij B. en W.
willen aanraden om b.v. 's avonds na elf
uur elk geluidsignaal te verbieden en al
leen te laten werken met lichtsignalen,
wat in een stad als Parijs reeds is, dus dat
zal zeker hier ook wel kunnen.
Echter zal de hoofdoorzaak van dit voor
stel wel zijn, dat B. en W. de tram en de
autobus van een wissen dood willen red
den, daar uit alles blijkt, dat deze vervoer
middelen in het geheel niet meer voldoen.
De menschen zijn reeds zóó gewend aan
de taxi's, dat zij het een uitkomst noemen,
want de tram en de bus verbinden slechts
die straten waar genoemde vervoermidde
len doorkomen. Wat voor verbinding is er
vanaf het station naar b.v. den Morsch-
weg of Haagweg?
Uit alles blijkt, dat de tram en de bus
uit den tijd zijn!
Waarom moet een bedrijf, zooals het
taxi-bedrijf is, worden tegengehouden
door B. en W. Ons bedrijf kost de gemeen
te geen subsidie, het zorgt voor zichzelf.
Als B. en W. bang zijn, dat er een teveel
aan taxi's komt, waarom dan aan bestaan
de taxi-maatschappijen niet een vergun
ning uitgereikt, om op die wijze het te
veel te voorkomen?
Waarom moeten zooveel menschen, die
thans hun brood voor hun en hun gezin
verdienen, weer broodeloos gemaakt wor
den? Hebben B. en W. liever dat die men
schen naar den steun gaan?
Wij hopen en vertrouwen, dat onze ka
tholieke raadsleden dit voorstel niet zul
len aanvaarden.
U mijnheer de redacteur dankend voor
de verleende plaatsruimte,
Eenige Katholieke
Taxi-chauffeurs.
Mijnheer de Redacteur.
In het prae-advies over de extra sub
sidie aan Stadsverkeer in uw blad van
31 Oct. 1933 is door B. en W. betoogd, dat
tegen het einde van het tijdvak 1 Nov. '33
tot 1 Mei 1934 aan de hand van de dan
geldende toestanden, ook op het gebied
van het klein-taxi-bedrijf, kon worden na
gegaan, welke maatregelen verder behoor
den te worden genomen!
Metterdaad hebben B. en W. wel volle
aandacht en „met spoed" aan het vervoer
probleem geschonken, want reeds a.s.
Maandag zullen de Vroede Vaderen met
bekwaam oordel hebben te beslissen over
een regeling, „Taxi-Bedrijf".
M. de Red. Zonder twijijfel zal een
ieder, die van orde houdt, beamen, dat
eenige regeling in het taxi-snel-vervoer
wenschelijk en noodig is, doch het wil mij
toch voorkomen, dat de ontwikkeling van
deze diensten nog te jong is om nu reeds
een gefundeerd oordeel te kunnen vellen.
Onwillekeurig doet zich de vraag voor:
Van waar en waarom zulk een spoed? Is
nu de toestand reeds zoo ernstig, dat nog
niet eenige maanden gewacht had kunnen
worden? Zeer waarschijnlijk zouden dan
de z.g. snorders vanzelf wel zijn verdwe
nen en restten de gezonde taxi-onderne
mingen, wier initiatief prijzenswaardig is
en wien lof toekomt voor de wijze, waarop
zij „service" bieden met beleefd perso
neel, en „verdienstelijk" billijk.
M. de Red. Ik zie in de voorgestelde
maatregelen weder veel onbillijks. Ik zie
daarin nog meer. Opnieuw staat te gebeu
ren, dat aan het financieel zwakke Stads
verkeer een geschenk wordt gemaakt, zij
het dan in iets anderen vorm dan in de
Raadsvergadering van 30 October 1933 met
de gift van 5000.uit belastingpennin
gen. Die extra subsidie was toen niet ver
antwoord, omdat slechts 2 wijken der stad
profiteerden van Stadsverkeer; en onver
antwoordelijk gezien uit het gezichtspunt,
dat het geld toch eigenlijk strekte tot dek
king van vroeger geleden nog niet afge
schreven verliezen van Stadsverkeer.
Ondernemende stadgenooten hebben nu
energie getoond en kapitaal gestoken in
goed functioneerende diensten, en als
waardeering komt nu een verbod, dat de
auto's op routes, die vervoer garandeeren,
niet mogen rijden en zelfs ook niet mogen
stoppen, wanneer ze worden aangeroepen.
De belooning is nu, dat de ondernemingen
minder productieve en verder verwijder
de oorden overhouden, wat hun bestaans
mogelijkheid in gevaar brengt.
M. de Red. Ik hoop van harte, dat de
Raad zal toonen, in deze het algemeen be
lang te willen dienen, door met groote
meerderheid te besluiten, de bewegings
vrijheid van de goede taxi-bedrijven niet
aan ongewenschte banden te leggen.
Met mijn dank, M. de Red. voor de mij
verleende plaatsruimte, teeken ik,
Hoogachtend,
N. G. SPAARGAREN.
Leiden, 19 Jan. 1934.
Naast de ingezonden stukken van be
langhebbenden (taxibedrijf en taxichauf
feurs) ook eens een stem van een andere
categorie belanghebbenden, n.l. de gebrui
kers.
De taxi's, of ze heeten sneltax, eltax,
vliegtax, latax, rotax en alle mogelijke
taxen, voorzien in een dringende behoefte.
Men wil toch niet beweren, dat tram
(lijn 1, verder hebben wij het in Leiden
nog niet gebracht) en Stadsverker lijn
T(uinstadwijk) en K(ooipark) ook maar
eenigszins voldoen aan de eischen van ver
keer in een stad als Leiden, die met zijn
70.000 inwoners er gaarne prat op gaan on
der de grootere steden van ons land te
behooren. We zullen maar niet zeggen,
wat een vreemdeling van zoo'n verkeer
denkt, de Leidsche burgers zelf ergeren
zich reeds genoeg.
Iemand, die regelmatig in de stad op ver
schillende gedeelten is, weet wat een
schitterend vervoermiddel die tram van
Station naar Rijndijk is. De snelheid is bij
zonder; oorzaak veel halte's? Meent men
nu werkelijk, dat iemand, die naar het
Raamland wil (waar langzamerhand een
nieuw en groot stadsgedeelte ontstaat), de
tram tot aan de Kraaierstraat of halte
(vroeger) Utrechtsche Brug nemen zal?
Of dat iemand, die in Tuinstadwijk moet
zijn op een plaats waar de autobus niet
langs komt (waarom niet?) van de auto
bus gebruik maakt? Idem, idem Kooikwar-
tier. En waarmede moeten dan de andere
Singelbuurtbewoners b.v. naar Station, zie
kenhuis, zonder nog Schouwburg, Stads
gehoorzaal enz. enz. te noemen?
Als dan toch er een verkeersregeling (ik
bedoel vervoerregeling) moet komen, wel
nu dan ook tram en autobus daarin te be
trekken.
Wij als belastingbetalers hebben toch nog
iets meer recht, dan goed te vinden, dat
b.v. de Autobus subsidie (en niet weinig)
van de gemeente krijgt.
De taxi's moeten blijven; zij belemme
ren het verkeer niet. De chauffeurs ver
mijden zeer gaarne de drukke straten om
dat zij meestal gehinderd worden door.
tram (trams) (daarvan hebben we ge
noegen in Leiden en nu bedoel ik de
Blauwe en Gele Leidsche Haagsche (tus
schen twee haakjes, die brengen wel men
schen naar den Haag voor inkoopen en
ontspanning en niet andersom!) en auto
bussen en de schitterende opstopping van
vracht- en luxe auto's bij begin, einde
en eigenlijke geheele Breestraat.
Laten onze Vroede Vaderen nu eens
niet snel zijn met het snorverbod, doch
r u s t i g de zaak bekijken en dan beslissen
dat èn tram èn autobus èn taxi's en de
geheele verkeersregeling v o o-r goed ge
regeld wordt.
Met dank vopr de plaatsing.
Een Leidenaar.
MENTALITEIT VAN HET DERDE RIJK.
Iedereen weet, hoe de Duitsche Regeering
de buiten landsohe crediteuren behandelt.
Ze zegt: „Zooveel krijg je en meer niet".
Al is dat meer verschuldigde nu nog zoo
veel, dat laat haar koud. Waagt het de een
of ander eens even te brommen, dan is ze
wel geneigd, iets meer te geven, maar op
voorwaarde, dat men van Duitschland goe
deren betrekt.
Een aanfluiting van alle recht vaardig
heid, het is erg genoeg, meer dan erg zelfs,
maai- tooh gaan die Ariërs met hun pracht-
naturen nog verder. De kranten vergasten
ons met kleine letter in de finantieele ru
briek op het volgende „nieuwtje", overge
nomen uit de Duitsche krant „Der Mittag":
Solingen lost buitenlandsche leeningen af.
(V.D.). In den loop der vorige week be
vatte „Der Mittag" een bericht uit Solin
gen, waarin wordt uiteengezet, hoe de
Oberbürgemeister van Solingen Dr. Otto
er onlangs in geslaagd is, een buitenland
sche leening dezer gemeente af te koopen
op een wijze, waardoor niet sleohts een
kapitaal w i n s t van R.M. 121.000.werd
gemaakt, doch tevens de rentelast vermin
derd werd met een bedrag van 7260 Mark
per jaar.
Onlangs heeft de burgemeester kans ge
zien op dezelfde wijze een leening af te
koopen en daarbij een winst(?) van
220.000.Mark te maken, zoodat de stad
Solingen in totaal 341.000.Mark ver-
diend(?) heeft.
„Der Mittag" waardeert het succes van
den burgemeester te meer, omdat het in
beide gevallen, buitenlandsche leeningen
betrof. Vooral het laatste geval, waarbij
een bedrag van 121.000 Mark wordt ver-
diend(?) op een leening van nauwelijks
200.000 Mark acht het blad uitermate be
wonderenswaardig en een bewijs van de
finantieele handigheid van den burgemees
ter. Op handige wijze schijnt hij gebruik te
hebben gemaakt van de behoefte aan con
tanten bij de buitenlandsche crediteuren,
wier in Duitschland belegde gelden zoo
goed als geheel bevroren zijn en die dus
blij waren althans een gedeelte van hun
geld weer in handen te kunnen krijgen. De
leening. in kwestie was voornamelijk ge
plaatst in Nederland en de Vereenigde
Staten. (Ochtendblad de „Maasbode" 4
Januari 1934).
Zoo'n bericht leest men nog eens een
paar maal over en men wrijft zich de oogen
eens uit. Maar dan breekt het gevoel van
ieder reohtsohapen mensch los. Eerst den
crediteur de schuld onthouden, en, als die
crediteur dan in zijn strijd om het bestaan
geld noodig heeft, hem dwingen met een
heel klein gedeelte van het geleende tevre
den te zijn. En, als dan de crediteur in zijn
bestaansangst zijn fiat heeft gesproken,
hem uitlachen en zich om die onnoozelen
hals verder niet bekommeren.
De burgemeester van Solingen, die dit
schelmstuk heeft bestaan, wordt openlijk
in de Duitsche kran/t geprezen en met zeld
zame lichtvaardigheid als een handig fi
nancier gehuldigd, wie weet krijgt hij later
nog wel een standbeeld.
Moest die gezagsdrager niet worden rond
geleid, omhangen met een bord, waarop in
vette letters te lezen staat: „Ik ben een
vertrapper van het recht, een verkrachter
van de moraal, een gevaarlijk mensch voor
de samenleving?"
De Duitsche Regeering zet dien Ariër ech
ter niet achter slot en grendel. De Duitsche
Regeering verbiedt de krant niet, welke
over de schreeuwende ongerechtigheid van
dien Ariër durfde te gnuiven. Neen, de Duit
sche Regeening zal hem nog eens overtroe
ven en zorgen dat hij nog meer winst(?)
kan maken en zegt, dat het buitenland met
30% van de rente tevreden moet zijn.
Wel ja, Hollanders, steekt Uw handen
maar omhoog! .Laat de Ariërs uw zakken
maar leeg halen en blijft dan nog even in
die stumperige houding staan om nog wat
bespottingen en stokslagen in ontvangst te
nemen. Ligt de Hollandsche Leeuw dan op
apegapen? Heeft men Hollands wachters
een prop in den mond geduwd?
A. Walter.
31
liÊh?
li
Kom je nu pas? Ik
heb je tien minuten
geleden al gebeld. Ik
word daar zenuw
achtig van.
Ja, mevrouw, ik
kan 't niet helpen
hoor, meneer zei:
laat maar bellen, zoo
lang ze belt küft ze
niet. (Esquella)