ZATERDAG 20 JANUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 12 BUITENLAND DUITSCHLAND. DUITSCH ANTWOORD AAN FRANKRIJK. Een „proeftijd" onaanvaardbaar. De Duitsche rijksminister van Buiten- landsche Zaken, von Neurath, heeft gister middag den Franschen gezant te Berlijn, Frangois-Poncet, ontvangen, wien hij het Duitsche antwoord ter hand stelde op de „aide mémoire" in zake de ontwapenings kwestie, welk „aide mémoire" op 1 Ja nuari j.L door den Franschen gezant was overhandigd. Het antwoord is in dezelfde verzoenende bewoordingen vervat als de Fransche „aide-mémoire". Over he geheel genomen, aldus de Ha- vas-vertegenwoordiger te Berlijn, blijft het Duitsche antwoord binnen het kader der tot dusver gevoerde Fransch-Duitsche be sprekingen. Bovendien heeft men er van Duitsche zijde waarde aan gehecht, er op te wijzen, dat de voortzetting dezer be sprekingen in het belang van beide par tijen is. Een der punten uit de Fransche „aide- mémoire" is echter in Duitschland op prin- cipieele bezwaren gestuit. Ook al komt m de „aide-mémoire" 't woord „proeftijd" niet meer voor, men weet toch, aldus wordt gezegd, dat Frankrijk aan zulk een proef- tijd vasthoudt. Van Duitsche zijde verklaart men ten aanzien van dit punt, dat alles, wat over eenkomt met zulk een proeftijd, een dis criminatie van Duitschland en een aanran ding van zijn eer beteekent. Een tweede Duitsch bezwaar betreft de grootte van het effectief van het toekom stige Duitsche leger. Men legt er den na druk op, dat 200.000 man niet voldoende zijn, om Duitschlands veiligheid te waar borgen. Onder deze omstandigheden wordt het huidige Duitsche beroepsleger met zijn gering effectief van nog meer waarde. Bo vendien zou het nieuwe Duitsche leger de beschikking moeten hebben over alle wa pens, die als verdedigingswapens zijn er kend. Naar het schijnt, heeft de rijkskanselier zich accoord verklaard met controle op de z.g. semi-militaire organisaties, op voor waarde, dat deze controle zich ook zal uit strekken op alle soortgelijke organisaties in de andere landen. Wat ten slotte de kwestie der lucht strijdkrachten aangaat, beschouwt men van Duitsche zijde een vermindering der Fran sche strijdkrachten met 50 pet. onvoldoende, respectievelijk zonder beteekenis, wanneer Duitschland in het geheel geen lucht strijdkrachten mag bezitten. Bovendien wenscht men te vernemen, wat zal geschie den met de 50 pet. der vliegtuigen, die men wil afschaffen. De diplomatieke medewerker van de „Daily Telegraph", zoo wordt uit Londen gemeldt, verneemt, dat de Duitsche regee ring nadere inlichtingen heeft gevraagd omtrent vier punten van de Fransche aide- mémoire. lo. voor hoe lang zal Duitschland het recht ontzegd blijven om kanonnen van vijftien c.M. en tanks beneden zestien ton alsmede verkenningsvliegtuigen te bezit ten? 2o. welke Nazi-formaties wenscht Frank rijk eventueel te doen medetellen bij de totale sterkte van de gewijzigde Rijksweer? 3o. wat zijn aantal, soort en geografische positie van de strijdkrachten welke Frank rijk wenscht te houden, afgezien van zijn binnenlandsch leger, voor den dienst in zijn Noord-Afrlkaansche en andere over- zeesche bezittingen? 4o. zal de voorgestelde vermindering met 50 pet. van de Fransche luchtstrijd krachten tot vernieling van de machines leiden of slechts tot buitendienststelling en is het aanbod afhankelijk van de instelling van een internationale luchtmacht? DE ARRESTATIES VAN GEESTELIJKEN Protesteeren mag ook niet. Opnieuw is in Wurtemberg een geestelij ke in hechtenis genomen, en wel de pas toor Leissle uit Elchingen. De arrestatie* is geschied, omdat de pastoor heeft gepro testeerd tegen de arrestatie van de beide geestelijken Sturm uit Wandhausen en Dangelmeyer uit Metzingen. Leissle had o.m. verklaard, de aangelegenheid aan den Heilige Stoel te zullen voorleggen. Verder zijn in deze aangelegenheid nog een slager uit Waldhausen en een meubel maker gearresteerd. Een protestvergade ring, die was uitgeschreven, is door de po litieke politie verboden. Een andere lezing. Als motief voor de arrestatie van een van beide bovengenomde geestelijken werd aangegeven, dat hij ter gelegenheid van de terechtstelling van zes Keulsche communis ten een H. Mis had opgedragen en met de hem toevertrouwde kinderen tijdens het godsdienstonderwijs over deze terechtstel ling gesproken had. Een medewerker van „De Nieuwe Koe rier", die zich juist in bedoelde streek be vond, heeft terzake inlichtingen ingewon nen. Zijn bevinden geeft hij als volgt weer: „Onder de zes terechtgestelde commu nisten waren er vijf, die eens het doopsel der H. Kerk ontvangen hadden. Op jeug digen leeftijd reeds waren ze van de Keik losgeraakt en tenslotte bij de communisti sche partij terecht gekomen. Een der te- rechtgestelden was nog slechts een knaap van 18 jaar. Vóór de voltrekking van z'n vonnis kwam hij tot inkeer. Hij verzocht om een priester, een verzoek, dat men eerst niet voor ernst wilde nemen. Het voorbeeld van dezen knaap werkte op de vier andere communisten. Zij wer den zich van hun verantwoordelijkheid tegenover den goddelijken rechter bewust. Het gevolg was, dat zij rouwmoedig hun biecht spraken en communiceerden. En de priester droeg het onbloedige zoenoffer op voor deze menschen. Deze katholieke geestelijke heeft zich met de veroordeelden onderhouden als mensch en als priester. Hij wist hen tot volle berusting en overgave te brengen. Toen dezelfde priester nu eenige dagen later bij het godsdienstonderricht over de genademiddelen der H. Kerk sprak en over de uitwerking dezer middelen, haalde hij terloops het gebeurde aan met de vijf te rechtgestelde communisten. Hij wees daar bij op de bovennatuurlijke werking en op de onsterfelijkheid der ziel. De kinderen spraken er thuis over. Een ouderpaar, dat meende zich verdienstelijk te moeten maken voor het Hitler-regiem, deed van een en ander onmiddellijk aan gifte. Het bedroevende is, dat er geen open baar orgaan is om beschermend of verde digend op te treden. De woorden die de priesters vanaf den kansel tot de geloovigen spreken, worden nauwkeurig genoteerd. En als een nazi ook maar een komma van critiek kan ontdek ken, is het onmiddellijk met de veiligheid van den priester gedaan". HET LOT DER BULGAREN. Een verzoek aan den Pauselijken nuntius. Het „Comité van Verweer tegen Terreur en Vervolging in Duitschland" te Amster dam heeft zich gewend tot den pauselijken nuntius te Berlijn, mgr. Orsenigo, met het verzoek als doyen van het diplomatieke corps aldaar, stappen te willen doen ten gunste van de vrijlating der buitenland- sche gevangenen Dimitrof, Popof en Tanef. In zijn brief brengt het Comité tot uit drukking, dat ook het hergeven der vrij heid aan Torgler, een tegemoetkoming zou zijn aan het rechtvaardigheidsgevoel en den wensch van millioenen over de geheele wereld, ongeacht hun maatschappelijke en godsdienstige overtuiging. Den Nederlandschen gezant te Berlijn is van deze bemoeiinngen kennis gegeven. Mevr. Dimitrof's helpers worden gestraft. De Bulgaarsche tolk Danovsky en de Amerikaansche advocaat Leo Callgher, die de moeder van Dimitrof ter zijde hebben gestaan bij haar poging om haar zoon vrij te krijgen, zijn hedenochtend in het „Cen tral Hotel" te Berlijn gearresteerd en kor ten tijd later weer op vrije voeten gesteld. Danovsky wordt, omdat hij zich in interne Duitsche aangelegenheden heeft gemengd en ongeoorloofde critiek heeft geoefend, als lastige buitenlander uit Duitschland ge wezen; Gallagher moet binnen drie dagen Pruisen verlaten. De moeder van Dimitrof is intusschen weer naar Leipzig teruggekeerd. «Tel." FRANKRIJK RAMP VAN LAGNY BESPROKEN IN DE FRANSCHE KAMER. Critiek op den Oosterspoorweg. De Fransche Kamer heeft zich in haar zitting van gisteren in hoofdzaak bezigge houden met de spoorwegramp bij Lagny. Door vijftien afgevaardigden zijn bij de Kamer interpellaties ingediend, die zoowel betrekking hebben op de kwestie der ver antwoordelijkheid voor de ramp zelf als op de algemeene organisatie bij de Fransche spoorwegen. De voornaamste spreker was de algemee ne rapporteur der commissie voor openba re werken, de socialist Jules Moch, die als een deskundige op het gebied van het spoor wegwezen wordt beschouwd. Moch oefende critiek uit op het seinstel- sel, op de organisatie en op het materiaal. Alleen al op het net van den Chemin de Fer de l'Est zijn in één jaar tijds 270 onge lukken gebeurd. Elk dezer ongelukken had een groote ramp kunnen worden. Spreker vestigde de aandacht op het feit, dat tal rijke gevallen van nalatigheid zijn gecon stateerd, waarvoor men niet de machinisten doch de leidende employé's verantwoorde lijk moet stellen. Om bezuinigingsredenen heeft men zóó veel arbeiders en employé's ontslagen, dat een geregeld bedrijf niet meer mogelijk was. Uit een rapport van den hoofdinge nieur der Fransche staatsspoorwegen is ge bleken, dat de soort locomotieven die te genwoordig ook door den Chemin de Fer de l'Est worden gebruikt, niet deugt. De spoorwegongelukken uit den laatsten tijd zijn steeds gebeurd met treinen, die door de betreffende soort locomotieven werden getrokken. Bovendien moeten de houten wagons door stalen worden vervangen. Tenslotte vestigde spreker nog de aan dacht op de ontoereikende organisatie der eerste hulp bij de ramp te Lagny. De eerste hulptrein arriveerde pas twee uur en 20 minuten na de ramp op de plaats des on- heils. Moch eischte nationalisatie der spoorwe gen, aangezien de huidige gebreken, naar hij betoogde, niet slechts bij een der maat schappijen, doch bij het geheele systeem aanwezig zijn. AMERIKA STABILISATIE VAN DOLLAR EN POND? Uit wel ingelichte financieele kringen te New York, verneemt het „Journal of Commerce" dat vertegenwoordigers van de Bank van Engeland en van het Federal Re serve Stelsel van Amerika er in zijn ge slaagd een tijdelijke overeenkomst af te sluiten, welke een samenwerking tusschen de Engelsche en Amerikaansche wisselkoers nivelleeringsfondsen ten doel heeft ten ein de de verhouding tusschen Pond en Dollar op ongeveer vijf dollars in het Pond te handhaven. Uit Londen wordt geseind, dat aldaar in financieele kringen wordt vernomen, dat ook Frankrijk zich bij. deze niet-oficieele overeenkomst heeft aangesloten. De koers van den Frank te Londen zou op omstreeks 77.00 worden gehandhaafd. „Tel." BUITENL. BERICHTEN BOBSLEE-ONGELUK IN ZUID-TIROL Een doode, zeven gewonden Tijdens een bobslee-wedstrijd in Tesero in het Fleimsdal (Tirol) heeft een ernstig ongeluk plaats gehad. Vlak bij het einde van de baan vloog een door zes personen bezette slee uit de baan en kwam temid den van de toeschouwers en vervolgens op de standplaats der wedstrijdleiders terecht. De leider van den wedstrijd, Vanza, liep zulke ernstige verwondingen op, dat hij kort daarop overleed. Voorts werden zeven toeschouwers meer of minder ernstig ge wond. VERDUISTERING-SCHANDAAL IN DE VEREENIGDE STATEN Eergisteren is tegen 25 Amerikaansche oliemagnaten en bankiers een bevel tot aanhouding uitgevaardigd in verband met 't faillissement der Exchange Trust Co. in Maart j.l Aan hen wordt verduistering ten laste gelegd, Onder hen bevindt zich ook de bekende petroleum-koning Sin clair, die vice-president is van bovenge noemde trust. De verduisteringen bedragen in totaal 23.000 dollars en zij zouden zijn gepleegd door bedrieglijke manipulaties met de bankrekeningen der trustees. Aan het te New-York gevestigde kantoor van Sinclair, die zelf op het oogenblik in Florida vertoeft zegt men, dat de petro- leumkoning reeds ongeveer twintig jaar geleden uit Tulsa vertrokken is en zich sedert dien niet meer actief met de leiding van de Exchange Trust Cy. heeft bezig ge houden. REUZENDIAMANT VERKOCHT. Voor bijna 70.000 pond sterling. De diamant van 726 karaat, welke zoo als gisteren gemeld, in Zuid-Afrika gevon den is, is heden verkocht aan sir Ernest Oppenheimer voor een bedrag van bijna 70.000 pond sterling. In onbewerkten staat wordt de diamant geschat pp een waarde van 100.000 pond. Jacobus Jonkheer, op wiens landerijen de diamant is gevonden, is voornemens zijn boerenbedrijf thans op ruimer schaal in te richten. Aan den ne gerjongen Johannes, lie den diamant heeft gevonden, is toegezegd, dat hij zijn heele leven op de boerderij mag blijven wonen en alles mag doen waar. hij zin in heeft. NED. 00ST-INDIE INDISCHE MAIS NAAR NEDERLAND Aneta seint uit Batavia: Reeds geruimen tijd is correspondentie gaande tusschen Nederland en Indië over den import in Ne derland van mais uit Indië. Nederland zou een beduidend kwantum mais afnemen, waartegenover Indië, bij wijze van proef, de import van zekere katoenen weefsels zou contingenteeren. Een beslissing is ech- tei in Indië nog niet ontvangen. De katoen- contingenteering is ook nog niet aange kondigd. De maisexport naar Nederland zal eventueel het geheele surplus betref fen, hetwelk vrij groot is. De onderhande lingen worden voortgezet. 1 -T-B INGEZONDEN STUKKEN REGELING TAXIBEDRIJF Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding van wat reeds in uw blad geschreven is over bovengenoemd on derwerp, verzoeken wij u, ook onderstaand in uw veel gelezen blad te willen opne men. Daar wij als taxi-chauffeurs vanzelf sprekend het taxibedrijf zullen voortrek ken voor elk ander vervoermiddel, willen wij er B. en W. op wijzen, dat de taxi's geen verkeersbelemmeringen in de hoofd straten veroorzaken. Dit is in voorgaande stukken al reeds duidelijk genoeg gezegd. Wat betreft het vele lawaai dat door de taxi's wordt gemaakt, zouden wij B. en W. willen aanraden om b.v. 's avonds na elf uur elk geluidsignaal te verbieden en al leen te laten werken met lichtsignalen, wat in een stad als Parijs reeds is, dus dat zal zeker hier ook wel kunnen. Echter zal de hoofdoorzaak van dit voor stel wel zijn, dat B. en W. de tram en de autobus van een wissen dood willen red den, daar uit alles blijkt, dat deze vervoer middelen in het geheel niet meer voldoen. De menschen zijn reeds zóó gewend aan de taxi's, dat zij het een uitkomst noemen, want de tram en de bus verbinden slechts die straten waar genoemde vervoermidde len doorkomen. Wat voor verbinding is er vanaf het station naar b.v. den Morsch- weg of Haagweg? Uit alles blijkt, dat de tram en de bus uit den tijd zijn! Waarom moet een bedrijf, zooals het taxi-bedrijf is, worden tegengehouden door B. en W. Ons bedrijf kost de gemeen te geen subsidie, het zorgt voor zichzelf. Als B. en W. bang zijn, dat er een teveel aan taxi's komt, waarom dan aan bestaan de taxi-maatschappijen niet een vergun ning uitgereikt, om op die wijze het te veel te voorkomen? Waarom moeten zooveel menschen, die thans hun brood voor hun en hun gezin verdienen, weer broodeloos gemaakt wor den? Hebben B. en W. liever dat die men schen naar den steun gaan? Wij hopen en vertrouwen, dat onze ka tholieke raadsleden dit voorstel niet zul len aanvaarden. U mijnheer de redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte, Eenige Katholieke Taxi-chauffeurs. Mijnheer de Redacteur. In het prae-advies over de extra sub sidie aan Stadsverkeer in uw blad van 31 Oct. 1933 is door B. en W. betoogd, dat tegen het einde van het tijdvak 1 Nov. '33 tot 1 Mei 1934 aan de hand van de dan geldende toestanden, ook op het gebied van het klein-taxi-bedrijf, kon worden na gegaan, welke maatregelen verder behoor den te worden genomen! Metterdaad hebben B. en W. wel volle aandacht en „met spoed" aan het vervoer probleem geschonken, want reeds a.s. Maandag zullen de Vroede Vaderen met bekwaam oordel hebben te beslissen over een regeling, „Taxi-Bedrijf". M. de Red. Zonder twijijfel zal een ieder, die van orde houdt, beamen, dat eenige regeling in het taxi-snel-vervoer wenschelijk en noodig is, doch het wil mij toch voorkomen, dat de ontwikkeling van deze diensten nog te jong is om nu reeds een gefundeerd oordeel te kunnen vellen. Onwillekeurig doet zich de vraag voor: Van waar en waarom zulk een spoed? Is nu de toestand reeds zoo ernstig, dat nog niet eenige maanden gewacht had kunnen worden? Zeer waarschijnlijk zouden dan de z.g. snorders vanzelf wel zijn verdwe nen en restten de gezonde taxi-onderne mingen, wier initiatief prijzenswaardig is en wien lof toekomt voor de wijze, waarop zij „service" bieden met beleefd perso neel, en „verdienstelijk" billijk. M. de Red. Ik zie in de voorgestelde maatregelen weder veel onbillijks. Ik zie daarin nog meer. Opnieuw staat te gebeu ren, dat aan het financieel zwakke Stads verkeer een geschenk wordt gemaakt, zij het dan in iets anderen vorm dan in de Raadsvergadering van 30 October 1933 met de gift van 5000.uit belastingpennin gen. Die extra subsidie was toen niet ver antwoord, omdat slechts 2 wijken der stad profiteerden van Stadsverkeer; en onver antwoordelijk gezien uit het gezichtspunt, dat het geld toch eigenlijk strekte tot dek king van vroeger geleden nog niet afge schreven verliezen van Stadsverkeer. Ondernemende stadgenooten hebben nu energie getoond en kapitaal gestoken in goed functioneerende diensten, en als waardeering komt nu een verbod, dat de auto's op routes, die vervoer garandeeren, niet mogen rijden en zelfs ook niet mogen stoppen, wanneer ze worden aangeroepen. De belooning is nu, dat de ondernemingen minder productieve en verder verwijder de oorden overhouden, wat hun bestaans mogelijkheid in gevaar brengt. M. de Red. Ik hoop van harte, dat de Raad zal toonen, in deze het algemeen be lang te willen dienen, door met groote meerderheid te besluiten, de bewegings vrijheid van de goede taxi-bedrijven niet aan ongewenschte banden te leggen. Met mijn dank, M. de Red. voor de mij verleende plaatsruimte, teeken ik, Hoogachtend, N. G. SPAARGAREN. Leiden, 19 Jan. 1934. Naast de ingezonden stukken van be langhebbenden (taxibedrijf en taxichauf feurs) ook eens een stem van een andere categorie belanghebbenden, n.l. de gebrui kers. De taxi's, of ze heeten sneltax, eltax, vliegtax, latax, rotax en alle mogelijke taxen, voorzien in een dringende behoefte. Men wil toch niet beweren, dat tram (lijn 1, verder hebben wij het in Leiden nog niet gebracht) en Stadsverker lijn T(uinstadwijk) en K(ooipark) ook maar eenigszins voldoen aan de eischen van ver keer in een stad als Leiden, die met zijn 70.000 inwoners er gaarne prat op gaan on der de grootere steden van ons land te behooren. We zullen maar niet zeggen, wat een vreemdeling van zoo'n verkeer denkt, de Leidsche burgers zelf ergeren zich reeds genoeg. Iemand, die regelmatig in de stad op ver schillende gedeelten is, weet wat een schitterend vervoermiddel die tram van Station naar Rijndijk is. De snelheid is bij zonder; oorzaak veel halte's? Meent men nu werkelijk, dat iemand, die naar het Raamland wil (waar langzamerhand een nieuw en groot stadsgedeelte ontstaat), de tram tot aan de Kraaierstraat of halte (vroeger) Utrechtsche Brug nemen zal? Of dat iemand, die in Tuinstadwijk moet zijn op een plaats waar de autobus niet langs komt (waarom niet?) van de auto bus gebruik maakt? Idem, idem Kooikwar- tier. En waarmede moeten dan de andere Singelbuurtbewoners b.v. naar Station, zie kenhuis, zonder nog Schouwburg, Stads gehoorzaal enz. enz. te noemen? Als dan toch er een verkeersregeling (ik bedoel vervoerregeling) moet komen, wel nu dan ook tram en autobus daarin te be trekken. Wij als belastingbetalers hebben toch nog iets meer recht, dan goed te vinden, dat b.v. de Autobus subsidie (en niet weinig) van de gemeente krijgt. De taxi's moeten blijven; zij belemme ren het verkeer niet. De chauffeurs ver mijden zeer gaarne de drukke straten om dat zij meestal gehinderd worden door. tram (trams) (daarvan hebben we ge noegen in Leiden en nu bedoel ik de Blauwe en Gele Leidsche Haagsche (tus schen twee haakjes, die brengen wel men schen naar den Haag voor inkoopen en ontspanning en niet andersom!) en auto bussen en de schitterende opstopping van vracht- en luxe auto's bij begin, einde en eigenlijke geheele Breestraat. Laten onze Vroede Vaderen nu eens niet snel zijn met het snorverbod, doch r u s t i g de zaak bekijken en dan beslissen dat èn tram èn autobus èn taxi's en de geheele verkeersregeling v o o-r goed ge regeld wordt. Met dank vopr de plaatsing. Een Leidenaar. MENTALITEIT VAN HET DERDE RIJK. Iedereen weet, hoe de Duitsche Regeering de buiten landsohe crediteuren behandelt. Ze zegt: „Zooveel krijg je en meer niet". Al is dat meer verschuldigde nu nog zoo veel, dat laat haar koud. Waagt het de een of ander eens even te brommen, dan is ze wel geneigd, iets meer te geven, maar op voorwaarde, dat men van Duitschland goe deren betrekt. Een aanfluiting van alle recht vaardig heid, het is erg genoeg, meer dan erg zelfs, maai- tooh gaan die Ariërs met hun pracht- naturen nog verder. De kranten vergasten ons met kleine letter in de finantieele ru briek op het volgende „nieuwtje", overge nomen uit de Duitsche krant „Der Mittag": Solingen lost buitenlandsche leeningen af. (V.D.). In den loop der vorige week be vatte „Der Mittag" een bericht uit Solin gen, waarin wordt uiteengezet, hoe de Oberbürgemeister van Solingen Dr. Otto er onlangs in geslaagd is, een buitenland sche leening dezer gemeente af te koopen op een wijze, waardoor niet sleohts een kapitaal w i n s t van R.M. 121.000.werd gemaakt, doch tevens de rentelast vermin derd werd met een bedrag van 7260 Mark per jaar. Onlangs heeft de burgemeester kans ge zien op dezelfde wijze een leening af te koopen en daarbij een winst(?) van 220.000.Mark te maken, zoodat de stad Solingen in totaal 341.000.Mark ver- diend(?) heeft. „Der Mittag" waardeert het succes van den burgemeester te meer, omdat het in beide gevallen, buitenlandsche leeningen betrof. Vooral het laatste geval, waarbij een bedrag van 121.000 Mark wordt ver- diend(?) op een leening van nauwelijks 200.000 Mark acht het blad uitermate be wonderenswaardig en een bewijs van de finantieele handigheid van den burgemees ter. Op handige wijze schijnt hij gebruik te hebben gemaakt van de behoefte aan con tanten bij de buitenlandsche crediteuren, wier in Duitschland belegde gelden zoo goed als geheel bevroren zijn en die dus blij waren althans een gedeelte van hun geld weer in handen te kunnen krijgen. De leening. in kwestie was voornamelijk ge plaatst in Nederland en de Vereenigde Staten. (Ochtendblad de „Maasbode" 4 Januari 1934). Zoo'n bericht leest men nog eens een paar maal over en men wrijft zich de oogen eens uit. Maar dan breekt het gevoel van ieder reohtsohapen mensch los. Eerst den crediteur de schuld onthouden, en, als die crediteur dan in zijn strijd om het bestaan geld noodig heeft, hem dwingen met een heel klein gedeelte van het geleende tevre den te zijn. En, als dan de crediteur in zijn bestaansangst zijn fiat heeft gesproken, hem uitlachen en zich om die onnoozelen hals verder niet bekommeren. De burgemeester van Solingen, die dit schelmstuk heeft bestaan, wordt openlijk in de Duitsche kran/t geprezen en met zeld zame lichtvaardigheid als een handig fi nancier gehuldigd, wie weet krijgt hij later nog wel een standbeeld. Moest die gezagsdrager niet worden rond geleid, omhangen met een bord, waarop in vette letters te lezen staat: „Ik ben een vertrapper van het recht, een verkrachter van de moraal, een gevaarlijk mensch voor de samenleving?" De Duitsche Regeering zet dien Ariër ech ter niet achter slot en grendel. De Duitsche Regeering verbiedt de krant niet, welke over de schreeuwende ongerechtigheid van dien Ariër durfde te gnuiven. Neen, de Duit sche Regeening zal hem nog eens overtroe ven en zorgen dat hij nog meer winst(?) kan maken en zegt, dat het buitenland met 30% van de rente tevreden moet zijn. Wel ja, Hollanders, steekt Uw handen maar omhoog! .Laat de Ariërs uw zakken maar leeg halen en blijft dan nog even in die stumperige houding staan om nog wat bespottingen en stokslagen in ontvangst te nemen. Ligt de Hollandsche Leeuw dan op apegapen? Heeft men Hollands wachters een prop in den mond geduwd? A. Walter. 31 liÊh? li Kom je nu pas? Ik heb je tien minuten geleden al gebeld. Ik word daar zenuw achtig van. Ja, mevrouw, ik kan 't niet helpen hoor, meneer zei: laat maar bellen, zoo lang ze belt küft ze niet. (Esquella)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 12