DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
25ste Jaar<?an<?
DONDERDAG 11 JANUARI 1934
No. 7707
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toonutbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Lij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bü
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten noogste 3U woorden, v/aarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «0
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
V Geen demonstraties rondom
v. d. Lubbel
Naar aanleiding van de aan v. d. Lubbe
voltrokken doodstraf hebben wij gisteren
een paar opmerkingen gemaakt.
Wij schreven o.m.:
Duidelijker, dan wij in een lang betoog
zouden kunnen ontvouwen, liggen o.i.
bezwaren tegen de doodstraf uitgedrukt in
het geval-v. d. Lubbe. De bijl is geval
len; en alles, wat nog onbekend en ge
heimzinnig is in de daad van den misdadi
ger, in dien subjectieve motieven een ob
jectief handelen, blijft, nu zeker, onbekend
en geheimzinnig.
Dit bezwaar tegen de toepassing der
doodstraf in 't algemeen en in dit geval
in 't bijzonder wordt bevestigd zij 't niet
uitdrukkelijk in de volgende opmerking
uit een beschouwing in de „Maasbode":
„Overigens schijnt de terechtstelling
er op te wijzen, dat de nationaal-socia-
listen wanhopen het bewijs' van de
mede- of hoofdschuld der communisten
te kunnen brengen. Hoopten zij daar
nog op, dan had de kroongetuige Van
der Lubbe een der sterkste elementen
in hun bewijsvoering kunnen zijn.
Want tenzij deze een volslagen psy
chopaat is, zou zeker het oogenblik
gexomen zijn, dat hij uit innerlijke
dwang zijn zwijgen zou verbreken. Nu
is het graf over hem gesloten en met
hem is een geheim heengegaan, dat nu
wellicht nooit meer opgehelderd zal
worden".
Maar, afgezien van onze (niet princi-
pieele) bezwaren tegen de doodstraf, be
treuren wij dit vonnis van het gerechtshof
te Leipzig, omdat het in de geheele wereld
als in strijd met het recht wordt beschouwd,
een straf toe te passen, welke nog niet was
vastgesteld en ingevoerd, toen de misdaad
werd gepleegd.
Hieroij komt nog, dat, zelfs al zoü deze
straf reeds wel zijn ingevoerd, toen de mis
daad werd bedreven, de toepassing van de
zwaarste straf voor een psychopaath
want een psychopaath was v. d. Lubbe, al
kon men hem niet gemakkelijk onder een
bepaalde rubriek indeelen ook niet in
overeenstemming is met het universeele
rechtsgevoel.
Maar nu? Wat zal er nu gebeuren, ook
in ons land en speciaal in ons land, daar
v. d. Lubbe Nederlander was.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat de.po
litie aldaar demonstraties vreesde en reeds
haar maatregelen daartegen had getroffen.
En 't zou ons geenszins verwonderen,
indien werkelijk demo. .raties in voorbe
reiding zijn en men pogen zal, deze te
organiseeren zéker, als (waarop ernstige
kans schijnt te bestaan) het lijk van v, d.
Lubbe naar Nederland zal worden getrans
porteerd, om alhier begraven te worden.
Maar met niet te veel beslistheid kan de
regeering optreden tegen dergelijke demon
straties en wat daarop gelijkt! Verboden
moeten zijn alle protest-demonstraties en
ook protest-vergaderingen e.d.!
Waardig en krachtig is tegen het nu vol
trokken doodvonnis geageerd door de re
geering.
En onze landgenooten, wier rechtsgevoel
is gekrenkt, kunnen een bevrediging vin
den in de protesten van rechtskundigen
van naam en van bijna de geheele Neder-
landsche pers.
Protest-bijeenkomsten zijn echter beslist
uit den booze, omdat daaraan in dit geval
een dubbel gevaar verbonden is. Eerstens,
dat men van het gebeurde allerlei soheeve
en schotse voorstellingen en indrukken zal
wekken, welke een redelooze verwarring
en dwaze meeningen vestigen. Vervolgens,
dat men uit het tragisch gebeuren propa
ganda zal gaan slaan voor.... eigen poli
tiek „standje", voor een politieke partij of
politieke opvattingen.
Vooral als v. d. Lubbe alhier wordt be
graven (want dan is er een dankbare ge
legenheid voor) moge daarom door het ge-
De Omzetbelastingwet 1933
UITGAVEN TER OR'ENTEERING.
De nieuwe omzetbelasting, welke op 1
Januari j.l. in werking is getreden, grijpt
zóózeer in in het zakenleven, dat reeds
dadelijk na de totstandkoming van de des
betreffende wet, verschillende publicaties
verschenen om degenen, die ermede
maken zouden krijgen en dat zijn wij
zoowat allemaal van voorlichting te die
nen.
De voorlichters hadden geen gemakke
lijke taak. Weliswaar was de wet op de
Omzetbelasting op 25 Oct. j.l. door de
Eerste Kamer aangenomen en den 7en No
vember verschenen in het Staatsblad, zoo
dat er nog 'n kleine twee maanden zouden
verloopen vooraleer de wet in werking zou
zou treden, maar al spoedig verscheen er
een K.B. (n.l. op 29 November) meldende,
dat er eenige wijzigingen aanhangig ge
maakt zouden worden en bovendien zouden
bij Algemeenen Maatregel van Bestuur nog
de noodige uitvoeringsbepalingen moeten
volgen.
De ongeduldigsten wilden daarop niet
wachten en zoo verscheen als een der
eerste handleidingen een „Beknopte Gids
bij de Omzetbelastingwet", een boekje, sa
mengesteld door dr. M. J. H. Smeets, in
specteur der directie belastingen aan het
departement van Financiën te den Haag,
natuurlijk weldra gevolgd door een supple
ment, dat even groot was als de Gids zelf.
Het is een klein boekje, dat door het supple
ment het nadeel heeft van uit twee deelen
te bestaan met een tekst, die noodzakelij
kerwijs in herhalingen moest vervallen,
maar dat overigens door z'n beknoptheid
gemakkelijk is te raadplegen.
Gids en Supplement zijn uitgegeven door
L. J. Veen's Uitgevers Mij te Amsterdam en
verkrijgbaar voor 0.80 elk.
Als tweede poging tot voorlichting ver
scheen op onze lessenaar een meer omvang
rijk werk van den heer R. Ensingh, hoofd
commies ter secretarie van Leiden. De
heer Ensingh had z'n tijd afgewacht en
heeft dus ook de uitvoerings maatregelen
in zijn boek kunnen opnemen, alsmede het
aanvullend wetsontwerp. In een uitvoe
rige Inleiding zijn achtereenvolgens de ge
schiedenis, het stelsel en de grondslagen
van het ontwerp-weeldeverteringsbelas-
ting, het stelsel en de grondslagen van het
ontwerp-De Geer tot heffing van een Om
zetbelasting, het stelsel en de grondsla
gen van het ontwerp-Oud en de werking
van de wet uiteengezet.
De wet is voorts toegelicht aan de hand
van de schriftelijke en mondelinge behan
deling in de beide Kamers der Staten-Ge-
neraal en de uitvoeringsmaatregelen, bene
vens de verdere instructiën.
Het boek licht du~ den lezer vrij nauw
keurig in; maar bovendien heeft het de
voornaamste moeilijkheden, die zich in de
practijk by de toepassing voordoen, behan
deld, zoo worden bijv. duidelijk uiteengezet:
de mogelijkheden om vrijstelling of
teruggaaf van belasting of invoerrecht te
verkrijgen;
in welke gevallen en onder welke voor
waarden een handelaar de voor zijn bedrijf
benoodigde koopwaren en verpakkings
artikelen zonder betaling van belasting kan
inslaan;
op welke wijze vrijstelling van belasting
kan worden verkregen wegens levering aan
particulieren;
op welke wijze de belasting in plaats van
door factuurzegels kan worden voldaan
door aangifte van den omzet per 3 maan
den of over korter tijdvak;
hoe de zegels met crediet kunnen wor
den ingeslagen;
hoe men tegen een door den Inspecteur
zag met kracht worden opgetreden, om al
les wat op demonstratie gelijkt te verbie
den en te weren!
Laten w y in gedachten by het lijk van
dezen mensch staan als Christenen, al3
Katholieken
En dan rijst in ons op de hoop en de
biddende wensch, dat Christus ook dézen
mensch bedoeld heeft, toen Hij aan het
Kruis die Goddelyk-goede bede bad: „Heer,
vergeef 't hun, want zij weten niet, wat zij
doen"....
En dan moge o o k in ons verlevendigd
worden het besef, hoe vól de wereld is van
ergernissen, vol tot stikkens toe. Van die
ergernissen is v. d. Lubbe het slachtoffer
gewordenEn worden eiken dag talloo-
zen het slachtoffer.... Dat wij allen bid
den en werken, opdat de menschheid van
die ergernissen, die als een geestelijke pest
de wereld besmetten, moge worden verlost.
of Directeur genomen beslissing in beroep
kan komen; en vooral ook
hoe de boekhouding moet worden inge
richt en de verplichting tot het doen van
aangifte is geregeld.
Men ziet wel, hoe hier van alles te vin
den is, waaraan de practijk behoefte heeft.
Dit boek is uitgegeven bij A. W. Sijthoff's
Uitgevers Mij en'is te verkrijgen voor 2.25.
Het derde boekwerk dat ons werd toe
gestuurd en de Omzetbelasting wet behan
delt, is weer dikker. Het is van de hand
van den heer B. Schendstok, evenals no. 1
inspecteur der directe belastingen aan het
departement van Financiën en van Mr. Dr.
E. Tekenbroek, advocaat en accountant.
Bij nadere raadpleging van dit boek, blijkt
de meerdere dikte echter meer veroorzaakt
te zijn door de wijze van drukken en de
papiersoort, dan door den inhoud, welke
nagenoeg gelijk is aan die van de hierboven
besproken uitgaaf. Bij de eerstgenoemde
uitgaaf is de Inleiding wat uitvoeriger en
wordt over 't algemeen meer aandacht ge
schonken aan de behandeling in de Kamers,
wat voor de interpretatie der bedoeling
van den wetgever dikwijls z'n voordeel
kan hebben. Daar staat tegenover dat het
laatstgenoemde boek zich door den leek
gemakkelijker laat lezen. Het is uitgege
ven door de Uitgevers Mij v. Gorcum en
Comp. te Assen en de prijs bedraagt 1.90.
Wie dus iets naders weten wil omtrent
de Omzetbelastingwet vindt in de genoem
de uitgaven ruimschoots gelegenheid om
zich van voorlichting te doen dienen.
Intusschen zal de zakenman, die de wer
king van de wet aan den lijve voelt, en de
plicht heeft, haar in .zijn eigen bedrijf toe
te passen, toch dikwijls voor puzzles komen
te staan, wier oplossing hij zelfs in deze
drie boeken bij elkaar tevergeefs zoeken
zal. Want de moeilijkheden komen nu pas
voor den dag, nu de toepassing volgt in elk
bedryf afzonderlijk. Aan deze moeilijk
heden en stroefheden zal echter wel een
mouw worden gepa^c. Hoofdzaak is, dat
de zakenman zich zelf geen moeilijkheden
schept door zijn onkunde met de werking
van de wet; zich dus niet in moeilijkheden
brengt, welke hij had kunnen voorkomen
door zich tijdig op de hoogte te stellen.
Met het oog daarop bevelen wij aan
schaffing van een der genoemde uitgaven
ten zeerste aan.
De
Postjager op
terug.
Schiphol
TE HALF TWAALF GEARRIVEERD.
Niet zoo snel terug als verwacht was,
maar toch een mooie prestatie.
Gistermiddag scheen het alsof de Post
jager in den loop van gisteravond nog te
Amsterdam zou aankomen. Zoodra de ma
chine evenwel te Marseille was aangeko
men werd direct getelefoneerd met den
havenmeester van Schiphol, den heer Del-
laert.
Er was op dat oogenblik geen mist, doch
het weer was nog al hei'ïg. In verband hier
mede hebben Asjes en Geysssndorfer het
raadzaam geacht niet door te vliegen en
hun vertrek op Donderdagochtend vast
gesteld, te meer waar zij de kans voor ijs-
vorming op de vleugels niet wilden loo-
pen.
De Postjager is vannacht te Marseille ge
bleven en vanmorgen omstreeks 8 uur op
gestegen
Te ruim 11.35 uur was de „Postjager",
die met enorme snelheid vloog, reeds boven
Schiphol. Na een ronde boven het veld te
hebben gemaakt, werden de motoren af
gezet en daalde de machine op prachtige
wijze op het grastapijt. Onder luid en lang
durig gejuich van het publiek klom de be
manning uit het toestel, waarna zijn in een
oogwenk waren omgeven door hun ver
wanten en vrienden.
Met kransen omhangen en met bloemen
beladen begaf het drietal zich, terwijl de
politie groote moeite had de menschen in
bedwang te houden, naar het houten plat
form, waar zich de officieele huldiging zou
voltrekken. Hier voerde het woord de heer
Bronsing, voorzitter van het Studie Comité
Snelpost Ned. Indië, die het drietal van
harte gelukgewenscht met hun behouden
terugkeer. Daarna sprak de heer Pander,
directeur van de Panderfabriek, die hun
plichtsbetrachting, moed en volharding
prees. Generaal Seijffart, chef van den ge-
neralen staf, zeide o.a.: Gij hebt met onge
kende volharding doorgezet en zijt trouw
geweest aan de spreuk van Coen „Ende
desespereert niet". Hulde breng ik u na
mens het Nederlandsche leger voor uw
prestatie. (Daverend applaus).
Hierop volgden nog enkele sprekers,
waarna Smirnof het podium beklom om de
bemanning van de Postjager namens de
Pelikaan-bemanning geluk te wenschen
met de volbrachte vlucht.
Onder applaus kwam luitenant Asjes
naar voren om dank te brengen voor de
huldiging. „Wij zijn niet zoo vlug geweest
als wij hadden gedacht, aldus Asjes. Wij
hebben onderweg gemerkt, dat de naam
van de Nederlandsche aviatiek in het bui
tenland hoog in aanzien staat."
Geyssendorfer zeide als tweede spreker
van de bemanning: „Ik heb niet veel te
zeggen. Wij hebben pech gehad, maar het
goede voorbeeld van de „Pelikaan" heeft
ons aangespoord. Wij brengen u allen har
telijk dank voor deze ontvangst. Veel stu
diemateriaal hebben wij op onzen tocht
verzameld en wij hopen, dat dit aan de
aviatiek ten goede zal komen.
Ten slotte sprak ook de heer v. Straaten
nog enkele woorden van dank. In het
douanekantoor had daarna een intieme
huldiging van de bemanning plaats.
HULDIGING VAN DE PELIKAAN-
MANNEN
OVERLADEN MET GESCHENKEN.
In het Koloniaal Instituut te Amsterdam.
Gistermiddag is de wakkere „Pelikaan"-
bemanning in het Koloniaal Instituut te
Amsterdam op grootsche wijze gehuldigd.
Nadat eerst het huldigingseomité was ge-
insialieerd door generaal Snijders begun
tegen half 4 de eigenlijke huldiging der
vliegers.
De vier mannen op het podium worden
allereerst toegesproken door ir. De Vogel,
secretaris van de Kon. Ned. Luchtvaartver-
eeniging, die hun een zilveren exemplaar
van de herinneringsmedaille der vereeui-
ging aanbood.
Vervolgens sprak de chef van den gene-
ralen staf, luitenant-generaal Seyfiardt.
„Als oudsce opperofficier van het Neder
landsche leger breng ik u namens het of
ficierencorps mijn hulde voor hetgeen gij
voor den Nederlandschen naam in den
vreemde hebt gedaan", aldus spr.
De huldiging gaat verder; de eene spre
ker na den andere, allen bieden zij wat
aan. De huizen van de vliegers moeten
langzamerhand musea worden van de aan
geboden cadeaux en herinneringen.' Zij
staan op het podium, 'een beetje lachend,
een beetje venegen, en hooren den vloed
van woorden aan.
De heer De Kanter, voorzitter van het
Alg. Ned. Verbond, spreekt woorden van
bewondering en reikt aan ieder lid der
bemanning een zilveren medaille, benevens
een daarbij behoorende oorkonde uit.
De heer Vat Lier Kraane spreekt namens
de directie van de Fokkeriabrieken. Na
mens den in Amerika verblijf houdenden
heer Fokker reikte hij aan ieder der be
manning een enveloppe met inhoud over.
Luit.-kolonel Best, sprekend namens de
lucntvaarcafdeeling Soesterberg, getuigt
van zijn waardeering, in het bijzonder voor
die leden van de bemanning, die van huls
uit tot de luchtvaart-aideeling behooren.
De burgemeester van Enscnede, voorzit
ter van het vliegveld Twente, de heer
Rückert, verklaart trotsch te zijn door de
daad van de „Pelikaan"-bemanning we
derom te hebben gevoeld Nederlander te
zijn. Als blijk van .waardeering van ge
heel Twente, zegt, spreker den leden der
bemanning iets typisch Twentsch toe: een
tafellaken met bijoehoorende servetten.
Dan komt de burgemeester van Haveite,
de geboorteplaats van Soer. „Ik maak een
uitzondering'en huldig hen'niet alle vier",
zoo zegt hij. „Ik kom om speciaal het woord
te richten tot „onzen Piet", Havelter in hart
en nieren. Toen ik in de vergadering van
B. en W. voorstelde om de huldiging bij
te wonen, toen zeiden de wethouders een
voudig op zijn Drentsch „dat was wel best".
En u, Piet Soer, zegt het wel alles als u die
woorden hoort. Uit naam van B. en W., van
den gemeenteraad en van de geheele ge
meente zeg ik u dank en bied u een foto
van de Dorpsstraat aan, zooals die in uw
jeugd- er uit zag. Nogmaals, Piet Soer, gij
zijt een voorbeeld geweest van Drentsche
trouw en Drentsche plichtsbetrachting. On
zen dank!"
De voorzitter van de Rotterdamsche
Aeroclub spreekt uit naam van de Neder
landsche sportvliegers de hoop uit, dat door
dit schitterende voorbeeld het nu nog klei
ne leger van sportvliegers spoedig uitge
breid zal worden.
De voorzitter van de Kamer van Koop
handel van Den Haag wijst op de Neder
landsche suprematie in de lucht, die de
„Pelikaan" weer bevestigd heeft, terwijl de
afstand NederlandBatavia thans weder
om verkleind is. Een legpenning, uitgevoerd
in zilver, reikt spreker namens de Haag-
sche Kamer van Koophande aan den heer
Plesman benevens aan de leden der be
manning uit.
De directie van het weekblad „Het Le
ven" stelt de bemanning duizend gulden
ter hand.
Aan het slot van de officieele huldiging
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Wordt de bijeenkomst der Ontwapenings
conferentie opnieuw uitgesteld? (2de blad).
De Nationale Raad zal in Oostenrijk
worden afgeschaft. (2de blad).
Anti-Katholieke maatregelen van Calles
in Mexico. (2de blad).
De executie van v. d. Lnbbe. (1ste blad).
BINNENLAND.
Het voorloopige verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tijdelijke be
voegdheid tot het vaststellen van bijzon
dere afwijkingen van enkele bepalingen
der winkelsluitingswet. (2de blad).
De aanstaande Nederlandsche Katholie
kendag. (2de blad).
Twee personen gedood bij het breken van
een loopkraan te Vlaardingen. (Gem. Ber.,
3de blad).
Auto met vier inzittenden in het Win-
schoterdiep. (Gem. Ber., 3de blad).
voerden nog het woord de commandant
van den Marine Luchtvaartdienst, kolonel
Ferwerda, de voorzitter van de Ned. Reis-
vereeniging en de praeses van de Ver-
eenigde Universitaire Senaten. Daarna
werd het publiek in de gelegenheid ge
steld de bemanning in de bestuurskamer
van het Koloniaal Instituut te huldigen,
waarvan een zeer druk gebruik werd ge
maakt.
Van der Lubbe's
terechtstelling
DE TERUGWERKENDE KRACHT VAN
DE STRAF.
De doodstraf is onherroepelijk.
Als een loopend vuurtje verspreidde zich
gisteren de tijding van de executie van Van
der Lubbe door de wandelgangen van het
paleis van justitie aan de Prinsengracht te
Amsterdam. Hoe men ook politiek georiën
teerd moge zijn, toch schokt een. dergelijke
tijding, een landgenoot betreffende, altijd.
Dit was ook de indruk, dien wij opde
den aldus seint het persbureau Vaz
Dias onder de talrijke leden van de Am-
sterdamsche balie, die in groepjes het
nieuws bespraken.
Het is wel merkwaardig, zoo zeide een
onzer bekende strafpleiters, dat een man,
afkomstig uit een land, waar de doodstraf
al sedert lang is afgeschaft en waar men
over het algemeen afwijzend staat tegen
de herinvoering van deze onherroepelijke
straf, een der slachtoffers werd van de we
derinvoering dier straf in Duitschland cn
dat, terwijl de rechtmatigheid van de toe
passing van de doodstraf op Van der Lub
be, volgens de geldende recntsprincipes, op
z'n minst zeer twijfelachtig is.
In deze zaak vooral komt wel sterk naar
voren de onherroepelijkheid van de straf,
waar onze landgenoot Van der Lubbe de
voornaamste getuige zou moeten zijn by
een eventueel nader onderzoek. Het staat
immers vast, deze meening hoorden wij van
verschillende verdedigers, dat Van der
Lubbe niet alléén den brand heeft gesticht.
De medewerking van de vier verdachte
communisten is in geen enkel opzicht be
wezen. Wat zou nu logischer zijn geweest,
dan dat de justitie al het mogelijke in het
werk stelde, om de werkelijke medeplichti
gen in handen te krijgen en te doen veroor-
deelen? Voor een nieuw proces ware ech
ter de getuige Van der Lubbe onmisbaar.
De executie van Van der Lubbe doet in
tusschen opnieuw de vraag ryzen, wat het
lot zal zijn van Torgler en de Bulgaren, die,
hoewel vrijgesproken, nog steeds in arrest
zitten. Ook dit is in strijd met ons Holland-
sche rechtsgevoel, het vonnis immers is in
kracht van gewijsde (hooger beroep is
noch van de zijde van het O. M., noch van
den kant der verdachten mogelijk). Zou
een geval als d t in Nederland zijn voor
gekomen, dan zouden de verdachten onmid
dellijk in vrijheid zijn gesteld.