HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets.
WOENSDAG 10 JANUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
GEMENGDE BERICHTEN
AANRIJDING MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
Gistermiddag zijn de heer J. Wilbrink en
zijn verloofde mej. P. Van 't Hof, beiden j
uit Eindhoven bij het passeeren van den
Woenselschen overweg, doordat hun fiet
sen tegen elkaar botsten, komen te vallen
en onder een achter hen rijdende met stee-
nen beladen vrachtauto geraakt. Het meisje
kreeg de zware vrachtauto over het lichaam
terwijl de jonge man een ernstige been
breuk bekwam. De slachtoffers werden in
een nabijzijnde winkel binnengebracht,
waar dokter Verhagen de eerste genees
kundige hulp heeft verleend. Het meisje is
enkele minuten na het ongeluk overleden.
Zij was twintig jaar oud. De heer W. werd,
na verbonden te zijn, per auto naar het
ziekenhuis vervoerd. Den chauffeur van
de vrachtauto treft geen schuld.
PETROLEUMVENTER DOODGEREDEN.
Dinsdag is de 40-jarige petroleum venter
W. Caly, gewoond hebbende aan den
Dordtschestraatweg te Rotterdam op de
Waalhaven-Oostzijde, waar hij met zijn
karretje reed, aangereden door een tractor
met aanhangwagen. Toen de chauffeur van
den tractor wilde remmen, schoot deze
tengevolge van de gladheid van den weg
nog door. S. is met inwendige kneuzingen
naar het ziekenhuis Coolsingel overge
bracht, alwaar hij is overleden.
ZOUTZUUR GEDRONKEN.
Maandagavond omstreeks half 12 werd
de politie telefonisch kennis gegeven, dat
er in de Groenstraat te Tilburg, langs den
kant, een jongen was gevonden, die waar
schijnlijk overleden was.
Toen de politie ter plaatse verscheen,
werd haar medegedeeld, dat de jongen in
middels bij dr. Sch. was binnengedragen.
Deze was bezig net slachtoffer te behan
delen, maar van een aanrijding, zooals men
aanvankelijk vermoedde, was geen spraxe.
De jongen leed verschrikkelijke pijnen
en met horten en stooten kwam het er
uit, dat hij uit een fleschje had gedron
ken, dat hij in een leegstaand huis aan de
Groenstraat had gevonden.
De politie toog onmiddellijk op onder
zoek uit en vond in een der leegstaande
huizen een flesch, waarin nog een beetje
vloeistof was. Op den grond lag eenig
braaksel, zoodat als vaststaand kon wor
den aangenomen, dat de jongen hier gd-
weest was.
Bij nader onderzoek bleek, dat het
fleschje zoutzuur, waarin ijzerdeelen, be
vatte. Terstond werd dit den dokter mede
gedeeld, zoodat deze den jongen vervol
gens op de juiste manier kon behandelen.
De knaap is daarna per ziekenauto naar
het St. Elisabeth's ziekenhuis vervoerd.
Zijn toestand, die Maandagavond levensge
vaarlijk was, is in den loop van den nacht
omgeslagen en is thans naar omstandig
heden vrij goed. Het slachtoffer K. S. had
onderdag in huize „Nazareth".
FELLE BRAND TE DEN BRIEL.
Manufacturenmagazijn uitgebrand.
Gisteravond heeft in de Coomenstraat te
Den Briel een felle brand gewoed, waarbij
het stadhuis een historisch gebouw uit
de 16e eeuw groot gevaar heeft opgeloo-
pen in vlammen op te gaan.
Door het omvallen van een ladder ont
stond de brand bij den manufacturer van
der Spel. Een petroleumkacheltje n.l. viel
omver, met het noodlottig gevolg, dat in
een oogwenk het pand in lichter Jaaie stond.
Het vuur deelde zich mede aan een naast
den manufacturenhandel gelegen drogiste
rij. Ook dit pand stond weldra in lichter
laaie, terwijl tenslotte nog een kantoor-
gebouwtje van „De Automaat", waar nog
al wat petroleumvaten lagen opgestapeld,
in brand geraakte.
De Coomenstraat is slechts 4 Meter
breed en door dezen feilen brand liep het
oude stadhuis aan de overzijde van den
manufacturenhandel groot gevaar. De Brie-1
sche brandweer achtte het dan ook direct
noodzakelijk de assistentie in te roepen van
de Rotterdamsche en Oostvoornschebrand-
spuiten. De brandweer van Brielle zelf
tastte echter met kracht het vuur aan. De
ruiten van het stadhuis sprongen door de
geweldige hitte, terwijl de gordijnen
schroeiden. Het was omstreeks 11 uur in
den avond even een zeer gevaarlijk mo
ment, doch met groote energie wist men
tenslotte erge. te voorkomen. Het stadhuis
kon gespaard blijven, doch de manufac
turenhandel, de drogisterij en het kantoor
gebouw werden in de asch gelegd.
De brandweer var} Rotterdam en Oost-
voorne behoefden tenslotte geen dienst te
doen en konden worden gewaarschuwd.
Uit den aard der zaak is dé schade vrij
groot. Of de betreffende eigenaren tegen
schade verzekerd waren kon men ons niet
mededeelen. Persoonlijke ongevallen von
den niet plaats.
FELLE BRAND TE HAARLEM.
Uit Haarlem wordt aan de „Tel." ge
meld: Het groote nut van den fabrieksmel-
der is gisteravond duidelijk gedemonstreerd
bij een brand, die omstreeks tien uur in al
le hevigheid uitbrak in een opslagplaats en
timmerwerkplaats van de drukkerij „De
Spaarnestad" in Nassaulaan. Louter en al
leen door het feit, dat de brandweer bijna
onmiddellijk na het automatisch alarmee-
ringsbericht met groot materieel ter plaat
se was en drie minuten later met enkele
stralen op de waterleiding het zeer felle,
uitslaande vuur kon bestrijden, is oorzaak,
dat de brand tot de eigenlijke haard kon
worden beperkt.
Deze werd ontdekt door de vrouw van
den concierge die, terwijl zij haar dochter
tje naar bed bracht, in de aangrenzende tim
mermanswerkplaats het vuur zag woeden.
Zij overzag onmiddellijk het gevaar, daar
aan de overzijde van de straat groote hoe
veelheden drukinkt en inktrollen zijn op
geslagen, terwijl achter het brandende pand
direct de drukkerij, waarin eenige rotatie
persen zijn opgesteld, is aangebouwd.
De vrouw snelde naar den fabrieksmel-
der en drukte die in met het gevolg, dat
de brandweer onmiddellijk aanwezig was
en onder leiding van commandant v. d.
Broek en ondercommandant Spaan, snel
ingreep. Een verstikkende rook sloeg uit
het huis neer in de mistige nauwe straat
en bemoeilijke het werk uitermate. Het
nog aanwezige hout werd echter door eeni
ge brandweerlieden door de verkoolde ra
men op straat gegooid en toen was het
vuur snel bedwongen, hoewel de nablus-
sching nog geruimen tijd in beslag nam.
Samen met commandant v. d. Broek kon
den wij de zeer gevaarlijke situatie van dit
oude huizencomplex achter de overigens
modern opgetrokken drukkerij van nabij
in oogenschouw nemen. Het zou inderdaad
geen overbodige luxe zijn, als deze nog
overeind staande, doch reeds lang onbe
woonbaar verklaarde woningen tegen den
grond werden gelegd. Het is nu goed afge-
loopen, doch als in dezen hoek nogmaals
brand zou ontstaan en de brandweer werd
niet zoo snel gewaarschuwd, dan is inder
daad het ergste te vreezen, namelijk aan
tasting van de aangrenzende huizen, die
met gedeeltelijk houten wanden en zolders
van elkaar zijn gescheiden. Commandant
v. d. Broek was over het resultaat van deze
alarmeering door middel van den fabrieks-
melder uitstekend te spreken.
Omtrent de oorzaak van den brand ver
nemen wij nader, dat deze vermoedelijk is
te vinden jn de kachel, die gisteren was
aangemaakt,, zooals het eiken dag ge
beurt en waarbij vermoedelijk een groote
hoeveelheid roet in den schoorsteen is
gaan gloeien tusschen de zoldering of in de
nabijheid van het opgeslagen hout. Verze
kering dekt de schade.
ROOF OVERVAL BIJ DE VUURSCHE.
Twee verpleegsters door onbekende
aangevallen.
Twee verpleegsters van de Willem
Arnfczstxchting begaven zich Zondagavond
per rijwiel van Hilversum naar Lage Vuur-
sche. Ze bereden het fietspad, dat vooral
bij duister zeer eenzaam is.
Plotseling werd een der verpleegsters,
volgens het „H.D.", met een hard voorwerp
op het hoofd geslagen. Verdoofd door den
tik en tengevolge van den schrik viel zij
van de fiets. Daarbij voelde zij hoe aan
haar handtaschje gerukt werd. Bijgestaan
door haar gezellin hief zij een hulpge
schrei aan, waardoor de roover op de vlucht
sloeg.
De beide verpleegsters hielden krijgsraad
en besloten naar Hilversum terug te wan
delen.
Onderweg, op geringen afstand van de
plaats des onheils, ontmoetten zij een ver
pleger uit de inrichting te Den Dolder. Na
dat hij van de belevenissen van het twee
tal op de hoogte was gesteld bood hij col
legiaal zijn mannelijke bescherming en
geleide aan, welke dankbaar aanvaard wer
den.
Maar nog was aan de avonturen geen
eind gekomen.
Al spoedig voegde zich een manspersoon
bij het drietal, dat zich als politieman be
kend maakte en vertelde af te komen op
het hulpgeroep.
„Dat is 'em!:\ riep de eene pleegzuster
opeens en een groote consternatie ontstond.
De broeder wierp zich als een panter op
den onbekende en met behulp der dames
slaagde hij erin hem te overmeesteren.
Na overleg werd besloten den „arres
tant" naar Hilversum te brengen. Zijn pro
testen en onschuldbetuigingen hielpen
niets.
Op het politiebureau werd de man, die
jachtopziener in de Vuursche bleek te zijn,
in verzekerde bewaring gesteld. Maandag
werd hem een uitgebreid verhoor afgeno
men, waarbij hij zijn onschuld bleef vol
houden Even instantelijk betoogde een dor
beide verpleegsters, dat hij wel degelijk de
aanrander was. De ander, het slachtoffer
van de poging tot berooving, was door haar
val niet in staat geweest een glimp van
den aanvaller in het oog te krijgen en kon
dus geen inlichtingen verstrekken.
Op grond van het onderzoek vond de
Hilversumsche politie geen aanleiding den
jachtopziener vast te houden, daar het ge
tuigenis van de verpleegster door geen en
kel feit bevestigd werd. Onder dergelijke
omstandigheden van schrik en dichte duis
ternis is het ook vrijwel onmogelijk in een
ondeelbaar oogenblik met absolute zeker
heid iemands uiterlijk in zich op te nemen.
De arrestant is dan ook op vrije vöèten ge
steld.
De nasporingen naar den dader zijn in
vollen gang.
BUIT VAN OUDEN ROOFMOORD
GEVONÖEN.
In een gracht te Ginneken.
Bij het schoonmaken van de grachten om
het kasteel Bouvigne te Ginneken, is een
gesloten ijzeren geldkistje gevonden, dat
bij opening verschillende papieren en eeni
ge doosjes bleek te bevatten, welke voor
werpen bij een in het jaar 1929 te Breda
gepleegden moord waren ontvreemd.
De politie stelt een nader onderzoek in.
FRAUDE BIJ DE COÖP. LANDBOUW-
VEREENIGING „RHEDEN".
Vroegere directeur gearresteerd.
Door de politie te Rheden is een onder
zoek ingesteld bij de Coöp. Landbouwver-
eeniging „Rheden" alwaar frauduleuze
handelingen zouden zijn gepleegd, welke
x-eeds van 1928 en daarvoor dateeren. Het
tekort zou 35.000.bedragen. De ge-
heele administratie is in beslag genomen
en verzegeld. Een vroegere directeur, de
heer H., is gearresteerd en in bewax'ing ge
steld.
UIT DE RADIOWERELD
Programma's voor Donderdag 11 Jan.
Huizen, 296 M.
8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO,
2.00—11.30 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
10.15 Morgendienst o. 1. v. Ds. H. Woud
stra.
10.45 Gramofoonplaten.
11.3012.00 Godsd. halfuur.
12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl.
2.00 Handwerkcursus.
3.00 Vrouwenhalfuur.
4.00 Bijbellezing door Ds. G. v. Veldhuy-
zen Azn, m. m. v. bariton en orgel.
5.00 Cursus Handenarbeid v. d. jeugd.
5.30 Vioolrecital M. Dado. A. d. vleugel:
Alice Dado-Baden.
6.30 Ned. Chr. Persbureau.
6.45 Causerie A. Stapelkamp.
7.10 Afgestaan.
3.10 Oxgelconcert J. Zwart.
9.00 J. A. Kokke. Iets over de Petroleum
industrie.
9.30 Zang door A. Woud (alt), m. m. van
E. van Eden (piano). In de pauze om 10.00
Vaz Dias.
10.3011.30 Gramofoonmuziek.
Hilversum 1875 M.
AVRO-uitzending.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Concert A. de Wit (piano), L. C. H.
de Jong (zang). A. d. vleugel: E. Veen.
11.00 Gramofoonplaten.
11.30 Vervolg concert.
12.00 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep m.
m. v. The Hollandia Thx-ee (accordeon).
2.00 A. den Doolaard, Reisherinneringen
uit den Balkan.
2.30 Vervolg Omroeporkest.
3.00 Knipcursus.
4.00 Voor zieken en ouden-van-dagen.
4.30 Gramofoonplaten.
5.00 Radiotooneel voor de kinderen.
5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest m. m. v.
Lies je v. d. Poll (zang).
6.30 Sportpraatje H. Hollander.
7.00 Gramofoonplaten.
7.30 Engelsche les door Fred Fry.
8.00 Vaz Dias.
8.05 Gramofoonplaten.
8.15 Concertgebouw-orkest o. 1. v. D. van
Beinum. In de pauze: Gramofoonplaten.
10.30 Gramofoonplaten.
11.00 Vaz Dias.
11.1012.00 Kovacs Lajos en zijn orkest.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein en berichten.
11.05 en 11.20—11.40 Lezingen.
12.20 Trocadero Cinema-orkest.
I.20 Gramofoonplaten.
2.20 Northern Studio-orkest.
3.20 Kerkdienst.
4.10 Solistenconcert bariton, viool).
4.35 Schotsch Studio-orkest.
5.35 Kinderuur.
6.20 Berichten.
6.50 Bach's Pianomuziek.
7.10 Spaansche causerie.
7.50 Lezing..
8.20 Variété-programma.
9.20 Berichten. Lezing.
9.55 Concert.
10.50 Korte Dienst.
II.0512.20 BBC-dansorkest o. 1. van
B. Hall.
..Radio-Pari s", 1724 M.
8.05 en 12.50 Gramofoonplaten.
8.20 Kamerconcert m. m. van het Omroep
kwartet, zang, piano en klarinet.
Kalundborg, 1153 m.
11.201.20 Concert uit Hotel Anglcterre.
2.054.05 Deensche dansmuziek.
7.20 Symphonieconcert door solisten (o.a.
J. Platzak), koor en orkest o. 1. v. Egisto
Tango.
10.1511.50 Dansmuziek uit het Paiace-
hotel.
L a n g e n b e r g, 473 M.
5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonplaten.
11.20 Omroeporkest o. 1. v. Görlich.
12.55 Gramofoonplaten.
2.40 Concert.
3.20 Omroeporkest o. 1. v. Merten.
6.20 Cantateconcert o. 1. v. Frommel.
7.30 Weragorkest, -koor en solisten.
10.05 Gramofoonplaten.
11.20—12.20 Concert.
Rome, 441 m.
8.00 Concert Moderne composities.
9.50 Dansmuziek en berichten.
B r u s s e 1, 338 en 508 m.
338 meter:
12.20 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leeman;
1.30 Gramofoonplaten.
5.55 Dito.
6.50 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans.
9.05 Gramofoonplaten.
9.30 Omroeporkest o. 1. v. Walpo*-
10.30 Gramofoonmuziek.
508 meter:
12.20 Gramofoonplaten.
I.30 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans.
5.20 Omroeporkest o. 1. v. Walpot
6.35 Gramofoonplaten.
9.20 Dito.
10.30 Dito.
Deutsehlandsender. 1365 M.
7.20 Duitsch-Zweedsch concert door het
Philh. Orkest o. 1. v. E. Praetorius ra. m. v.
L. van Rosen (zang).
9.20 en 10.05 Berichten.
10.2011.20 Strauss-concert o. 1. v. Otto
Seyfert.
Gemeentelijk Radio Distributie-bedrijf
te Leiden.
(3e Programma).
8.0012.20 Langenberg.
12.20—14.20 Brussel (VI.)
14.20—15.20 Kalundborg.
15.2017.20 Langenberg.
17.20—19.20 Brussel (VI..
19.2022.50 Ubedapest.
22.50afloop Langenberg.
(4e Programma).
II.20—12.20 Kalundborg.
12.2014.20 Luxemburg.
14.20—15.20 Daventry.
15.20—16.10 Midland Reg.
16.1017.20 Daventry.
17.20—19.20 Brussel (Fr.)
19.20—20.20 Warschau.
20.20afloop Daventry.
DE PELIKAAN-PILOTEN VOOR DE
K.R.O.-MICROFOON.
Vraaggesprek van Viruly met Smirnoff en
Soer.
De K.R.O. is er, dank zij de medewerking
van de K.L.M. in geslaagd, de beide Peli
kaan-Piloten, Smirnoff en Soer, voor de
microfoon te brengen, te samen met den
bekenden vlieger-schrijver A. Viruly.
In een geanimeerd vraaggesprek, geleid
door Viruly, zullen Smirnoff en Soer ver
halen van hun tocht en van hun ervarin
gen, voor de K.R.O.-mocrofoon.
Deze actualiteit zal te beluisteren zijn:
Vrijdagavond a.s. te ongeveer 10.00 uur, tij
dens het Algemeen Programma, verzorgd
door den K.R.O.
DE RIJKE BEDELAAR.
Bezitter- van duizenden guldens.
Door de politie te Heerlen is een Duit-
sche bedelaar aangehouden, die in het be
zit bleek van 400 Mark en een aanzienlijk
bedrag aan Nederlandsch geld.
Uit zijn papieren bleek, dat hij op een
bank 4000 gulden had gedeponeerd. Op weg
naar het politiebureau trachtte hij den
agent om te koopen om hem te laten gaan.
Daar dit nog meer verdenking heeft op
gewekt, is de politie zeer nieuwsgierig ge
worden en doet zij alle moeite om te ont
dekken hoe de man aan al dat geld komt.
„Msb."
FEUILLETON.
DE MAN
DIE DE TROEVEN HAD.
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
36)
HOOFDSTUK XXIII.
Op de pijnbank.
Braceway wuifde achteloos met de hand
en deed afstand van zijn x*ol als onder
vrager. Bristew nam deze van hem over.
„Wat deed je toen je dien tweeden r.xan
zag?"
„Eerst bleef ik stil zitten. Na een poos
je, niet heel lang, kwam het in mij op, dat
de twee vrouwen in No. 5 mogelijk in ge
vaar verkeerden. Ik liep terug naar de
villa, maar ik hoorde niets en zag ook geen
licht. Ik bleef even op de bovenste trede
van de stoep, luisterde, maar alles y/as
stil. Toen ging ik naar het hotel terug
neen, ik ging eerst naar het station, haalde
mijn handbagage en wandelde naar het
hotel.
„Had je geqn idee van moord of roof,
toen je die twee mannen op de stoep zag?"
„Och neen; ik kan niet zeggen, dat ik aan
zoo iets dacht."
„Waar dacht je dan aan?"
„Ik wist. dat Withers zijn vx'ouw onver
wachts bezocht had, een of tweemaal van
te voren, laat in den avond."
„Waarom?"
„Dat weet ik niet. Ik dacht, dat hij ja-
loer sch was, wantrouwend."
„Was het beide keeren Withers?"
„Het zou hem beide keeren geweest kun
nen zijn", antwooi'dde Mox'lew vex'moeid.
„Ik kon het niet duidelijk zien, maar....
maar ik geloof, dat de eerste maxx een lan
ge regenjas droeg, of anders was hij
zwaar gebouwd. Toen ik den volgenden
dag van den neger hoorde, dacht ik, dat de
eerste gestalte, die ik had gezien, de ne
ger moest geweest zijn. De tweede zag er
vrijwel gelijk uit. Hij had misschien een
baax-d; misschien was hij een beetje slan
ker. Dat zijn eenige verschillen, die ik mij
kan hex-inneren."
„Droeg de tweede een regenjas?"
„Ik meen van wel."
„En had de eerste geen baard?"
„Misschien, maar ik geloof van niet."
„En nu over de worsteling onder aan de
stoep."
„Zooals ik u reeds zei ik ik heb
geen worsteling gezien. Die man of beide
mannen gingen onhoorbaar heen."
Braceway probeerde nog iets verder te
komen, maar hun vereenigde pogingen le
verden weer niets op. Zij probeerden hem
van de wijs te brengen door de beschuldi
ging, dat hij de villa op Maandagnacht bin
nengegaan was; zij zeiden hem ook, dat ze
hem weer mee naar Turmville terug zou
den nemen, onder beschuldiging van
moord.
„Het kan mij niet schelen", zei hij met
een zwakke poging tot lachen. „Het komt er
nu toch niet meer op aan."
Toen werden zij zenuwen hem de baas.
Hij wierp zich achterover in zijn stoel en
sloeg de handen voor het gezicht. Zijn
lichaam schokte van het snikken en hij
trapte wild met de voeten.
Zij lieten hem alleen met majoor Ross.
Op den terugweg naar het hotel vroeg Bris
tew: „Hoe staat het nu met het verhaal van
Withers over die worsteling de groote
sterke man, die hem het pad afwierp?"
„Er moet een andere, een derde man, de
stoep afgekomen zijn", antwoordde Bx'ace-
way kalm.
„Een veronderstelling", merkte Bristew
op, „die mij nogal uit de lucht gegrepen
lijkt."
Braceway zei niets.
„Ik geloof," zeid Bristew weer, „dat wat
Morley vex-telde, waar was."
„Geloof je dat?" hernam Braceway zon
der zich bloot te geven.
„Hoe dan ook, de vraag blijft, wie de Wi
thers-juweelen vanmiddag beleende."
„Misschien is dat geen problëem", merk
te Bx-aceway op. „Het is heel goed moge
lijk, dat het de Withers-juweelen heele-
maal niet waren."
Zij liepen het hotel binnen en gingen in
de hall zitten, die nu bijna leeg was.
„Ik geloof", kondigde Bristew aan, ter
wijl hij zorgvuldig zijn triomph onder
drukte, „dat. ik morgenochtend naar Turm
ville terugkeer." Hij* geeuwde en rekte zich
uit. „Ik ben dood op, zoo slap als een vaat
doek. Wat zijn uw plannen?"
Braceway's kin stak naar voren. Hij zag
er vechtlustig en kwaad uit.
„Ik ga morgen naar Baltimore. Ik ben
van plan om ieder spoor te volgen, dat ik
heb of vinden kan. Ik ga iedere verklaring,
die hij vanavond 'afgelegd heeft, ontle
den ieder punt. Ik moet al de feiten
hebben, allemaal!"
Bristew keerde zich recht naar hem toe.
„Waarom gaat u niet met mij meer te
rug? Waarom blijven doorgaan met dat
gene te bestrijden, dat al bewezen is? Ik
geloof, dat ik weet, waarom u naar Wash
ington gekomen bent. Het was niet uw ge
loof in de schuld van Morley. Het was uw
verlangen om de onschuld van Withers
aan te hooren. Maar u weet. zoo goed als
ik, dat Withers niet schuldig is. Dus waar
om zoudt u er verder over tobben?"
Braceway sprong op.
„Morley is nog niet met mij klaar", zei
hij boos. Deze zaak is op lange na nog
niet afgeloopen. Ik blijf hier."
Hij sprak niet over Withers.
Bristew ging naar zijn kamer, betaalde
juffrouw Martin, zond haar waar en begon
zich uit te kleeden. Hij was meer dan te
vreden met al hetgeen er gebeurd was. Hij
had het weer van Braceway gewonnen en
ditmaal voor goed; zijn reputatie als cri
minoloog was beter dan ooit en wetende,
waax-om Braceway Morley achtervolgd
had, zou hij in den morgen naar Turmvolle
terugkeeren, op zijn dooie gemak en ge
heel gerust gesteld.
HOOFDSTUK XXIV.
Juffrouw Fulton schrijft een brief.
Het zou moeilijk geweest zijn om twee
mannen te vinden, die minder op elkaar
geleken dan Bristew en Braceway. Bris
tew kon zoo nu en dan wel een krachti-
gen en imponeerenden indruk maken, zoo
als het geval was geweest bij de onder
vraging van Morley. Daarentegen was Bra
ceway altijd op zijn qui vïve, kloëk, ge
biedend. Daarbij bezat hij een goedhartig
heid, een soort teergevoeligheid, die den
kreupelen man vreemd was. Braceway be
hoorde tot de drooxners.
Den volgenden morgen aan het ont
bijt sprak hij met Bristew over den stand
van zaken, doch deze was te verlangend
om naar Turmville terug te keeren, dan
dat hij zich tijd gunde voor een diepzin
nige bespreking.
„Ik heb het gevoel, dat deze zaak bij
lange na nog niet afgeloopen is", merkte
Braceway heftig op. „Ik zal den dader vin
den! Ik ben niet voldaan, voor ik antwoord
heb op twee vi'agen."
„Welke twee vragen?"
„De eerste is: was die man-met-den-baard
Morley? De tweede: als Morley niet de
man-met-den-baard was, wie was het dan
wel?"
„Maar, ook als we dat ruigharige indi
vidu te pakken krijgen, wat dan nog. Er
zijn onaantastbare bewijzen tegen den ne
ger?"
„Dat is van latere orde. Vandaag ga ik
naar Baltimore. Ik heb vanmorgen een
rapport van Platt ontvangen. -Morley heeft
ons gisteravond weer misleid. Hij heeft
niet gezegd, dat hij het hotel verlaten heeft
om Taliaferro, den notaris, te gaan bezoe
ken. En hij heeft Taliaferro bezocht. Hij
telc-phoneerde den notaris om twee uur
twintig en zei. dat hij dadelijk op diens
kantoor zou komen. Als hij dat gedaan
had, dan zou hij om twee uur vier en twin
tig bij hem zijn geweest. Maar hij kwam
er pas om tien minuten voor drie aan.
Waar heeft hij dan dat halve uur door
gebracht?"
„In een bank van leening" vroeg Bris
tew.
„Misschien in twee banken van leening."
(Wordt vervolgd).