HONIG'S VERMICELLISOEP 6 borden voor 15 ets. WOENSDAG 10 JANUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN AANRIJDING MET DOODELIJKEN AFLOOP. Gistermiddag zijn de heer J. Wilbrink en zijn verloofde mej. P. Van 't Hof, beiden j uit Eindhoven bij het passeeren van den Woenselschen overweg, doordat hun fiet sen tegen elkaar botsten, komen te vallen en onder een achter hen rijdende met stee- nen beladen vrachtauto geraakt. Het meisje kreeg de zware vrachtauto over het lichaam terwijl de jonge man een ernstige been breuk bekwam. De slachtoffers werden in een nabijzijnde winkel binnengebracht, waar dokter Verhagen de eerste genees kundige hulp heeft verleend. Het meisje is enkele minuten na het ongeluk overleden. Zij was twintig jaar oud. De heer W. werd, na verbonden te zijn, per auto naar het ziekenhuis vervoerd. Den chauffeur van de vrachtauto treft geen schuld. PETROLEUMVENTER DOODGEREDEN. Dinsdag is de 40-jarige petroleum venter W. Caly, gewoond hebbende aan den Dordtschestraatweg te Rotterdam op de Waalhaven-Oostzijde, waar hij met zijn karretje reed, aangereden door een tractor met aanhangwagen. Toen de chauffeur van den tractor wilde remmen, schoot deze tengevolge van de gladheid van den weg nog door. S. is met inwendige kneuzingen naar het ziekenhuis Coolsingel overge bracht, alwaar hij is overleden. ZOUTZUUR GEDRONKEN. Maandagavond omstreeks half 12 werd de politie telefonisch kennis gegeven, dat er in de Groenstraat te Tilburg, langs den kant, een jongen was gevonden, die waar schijnlijk overleden was. Toen de politie ter plaatse verscheen, werd haar medegedeeld, dat de jongen in middels bij dr. Sch. was binnengedragen. Deze was bezig net slachtoffer te behan delen, maar van een aanrijding, zooals men aanvankelijk vermoedde, was geen spraxe. De jongen leed verschrikkelijke pijnen en met horten en stooten kwam het er uit, dat hij uit een fleschje had gedron ken, dat hij in een leegstaand huis aan de Groenstraat had gevonden. De politie toog onmiddellijk op onder zoek uit en vond in een der leegstaande huizen een flesch, waarin nog een beetje vloeistof was. Op den grond lag eenig braaksel, zoodat als vaststaand kon wor den aangenomen, dat de jongen hier gd- weest was. Bij nader onderzoek bleek, dat het fleschje zoutzuur, waarin ijzerdeelen, be vatte. Terstond werd dit den dokter mede gedeeld, zoodat deze den jongen vervol gens op de juiste manier kon behandelen. De knaap is daarna per ziekenauto naar het St. Elisabeth's ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand, die Maandagavond levensge vaarlijk was, is in den loop van den nacht omgeslagen en is thans naar omstandig heden vrij goed. Het slachtoffer K. S. had onderdag in huize „Nazareth". FELLE BRAND TE DEN BRIEL. Manufacturenmagazijn uitgebrand. Gisteravond heeft in de Coomenstraat te Den Briel een felle brand gewoed, waarbij het stadhuis een historisch gebouw uit de 16e eeuw groot gevaar heeft opgeloo- pen in vlammen op te gaan. Door het omvallen van een ladder ont stond de brand bij den manufacturer van der Spel. Een petroleumkacheltje n.l. viel omver, met het noodlottig gevolg, dat in een oogwenk het pand in lichter Jaaie stond. Het vuur deelde zich mede aan een naast den manufacturenhandel gelegen drogiste rij. Ook dit pand stond weldra in lichter laaie, terwijl tenslotte nog een kantoor- gebouwtje van „De Automaat", waar nog al wat petroleumvaten lagen opgestapeld, in brand geraakte. De Coomenstraat is slechts 4 Meter breed en door dezen feilen brand liep het oude stadhuis aan de overzijde van den manufacturenhandel groot gevaar. De Brie-1 sche brandweer achtte het dan ook direct noodzakelijk de assistentie in te roepen van de Rotterdamsche en Oostvoornschebrand- spuiten. De brandweer van Brielle zelf tastte echter met kracht het vuur aan. De ruiten van het stadhuis sprongen door de geweldige hitte, terwijl de gordijnen schroeiden. Het was omstreeks 11 uur in den avond even een zeer gevaarlijk mo ment, doch met groote energie wist men tenslotte erge. te voorkomen. Het stadhuis kon gespaard blijven, doch de manufac turenhandel, de drogisterij en het kantoor gebouw werden in de asch gelegd. De brandweer var} Rotterdam en Oost- voorne behoefden tenslotte geen dienst te doen en konden worden gewaarschuwd. Uit den aard der zaak is dé schade vrij groot. Of de betreffende eigenaren tegen schade verzekerd waren kon men ons niet mededeelen. Persoonlijke ongevallen von den niet plaats. FELLE BRAND TE HAARLEM. Uit Haarlem wordt aan de „Tel." ge meld: Het groote nut van den fabrieksmel- der is gisteravond duidelijk gedemonstreerd bij een brand, die omstreeks tien uur in al le hevigheid uitbrak in een opslagplaats en timmerwerkplaats van de drukkerij „De Spaarnestad" in Nassaulaan. Louter en al leen door het feit, dat de brandweer bijna onmiddellijk na het automatisch alarmee- ringsbericht met groot materieel ter plaat se was en drie minuten later met enkele stralen op de waterleiding het zeer felle, uitslaande vuur kon bestrijden, is oorzaak, dat de brand tot de eigenlijke haard kon worden beperkt. Deze werd ontdekt door de vrouw van den concierge die, terwijl zij haar dochter tje naar bed bracht, in de aangrenzende tim mermanswerkplaats het vuur zag woeden. Zij overzag onmiddellijk het gevaar, daar aan de overzijde van de straat groote hoe veelheden drukinkt en inktrollen zijn op geslagen, terwijl achter het brandende pand direct de drukkerij, waarin eenige rotatie persen zijn opgesteld, is aangebouwd. De vrouw snelde naar den fabrieksmel- der en drukte die in met het gevolg, dat de brandweer onmiddellijk aanwezig was en onder leiding van commandant v. d. Broek en ondercommandant Spaan, snel ingreep. Een verstikkende rook sloeg uit het huis neer in de mistige nauwe straat en bemoeilijke het werk uitermate. Het nog aanwezige hout werd echter door eeni ge brandweerlieden door de verkoolde ra men op straat gegooid en toen was het vuur snel bedwongen, hoewel de nablus- sching nog geruimen tijd in beslag nam. Samen met commandant v. d. Broek kon den wij de zeer gevaarlijke situatie van dit oude huizencomplex achter de overigens modern opgetrokken drukkerij van nabij in oogenschouw nemen. Het zou inderdaad geen overbodige luxe zijn, als deze nog overeind staande, doch reeds lang onbe woonbaar verklaarde woningen tegen den grond werden gelegd. Het is nu goed afge- loopen, doch als in dezen hoek nogmaals brand zou ontstaan en de brandweer werd niet zoo snel gewaarschuwd, dan is inder daad het ergste te vreezen, namelijk aan tasting van de aangrenzende huizen, die met gedeeltelijk houten wanden en zolders van elkaar zijn gescheiden. Commandant v. d. Broek was over het resultaat van deze alarmeering door middel van den fabrieks- melder uitstekend te spreken. Omtrent de oorzaak van den brand ver nemen wij nader, dat deze vermoedelijk is te vinden jn de kachel, die gisteren was aangemaakt,, zooals het eiken dag ge beurt en waarbij vermoedelijk een groote hoeveelheid roet in den schoorsteen is gaan gloeien tusschen de zoldering of in de nabijheid van het opgeslagen hout. Verze kering dekt de schade. ROOF OVERVAL BIJ DE VUURSCHE. Twee verpleegsters door onbekende aangevallen. Twee verpleegsters van de Willem Arnfczstxchting begaven zich Zondagavond per rijwiel van Hilversum naar Lage Vuur- sche. Ze bereden het fietspad, dat vooral bij duister zeer eenzaam is. Plotseling werd een der verpleegsters, volgens het „H.D.", met een hard voorwerp op het hoofd geslagen. Verdoofd door den tik en tengevolge van den schrik viel zij van de fiets. Daarbij voelde zij hoe aan haar handtaschje gerukt werd. Bijgestaan door haar gezellin hief zij een hulpge schrei aan, waardoor de roover op de vlucht sloeg. De beide verpleegsters hielden krijgsraad en besloten naar Hilversum terug te wan delen. Onderweg, op geringen afstand van de plaats des onheils, ontmoetten zij een ver pleger uit de inrichting te Den Dolder. Na dat hij van de belevenissen van het twee tal op de hoogte was gesteld bood hij col legiaal zijn mannelijke bescherming en geleide aan, welke dankbaar aanvaard wer den. Maar nog was aan de avonturen geen eind gekomen. Al spoedig voegde zich een manspersoon bij het drietal, dat zich als politieman be kend maakte en vertelde af te komen op het hulpgeroep. „Dat is 'em!:\ riep de eene pleegzuster opeens en een groote consternatie ontstond. De broeder wierp zich als een panter op den onbekende en met behulp der dames slaagde hij erin hem te overmeesteren. Na overleg werd besloten den „arres tant" naar Hilversum te brengen. Zijn pro testen en onschuldbetuigingen hielpen niets. Op het politiebureau werd de man, die jachtopziener in de Vuursche bleek te zijn, in verzekerde bewaring gesteld. Maandag werd hem een uitgebreid verhoor afgeno men, waarbij hij zijn onschuld bleef vol houden Even instantelijk betoogde een dor beide verpleegsters, dat hij wel degelijk de aanrander was. De ander, het slachtoffer van de poging tot berooving, was door haar val niet in staat geweest een glimp van den aanvaller in het oog te krijgen en kon dus geen inlichtingen verstrekken. Op grond van het onderzoek vond de Hilversumsche politie geen aanleiding den jachtopziener vast te houden, daar het ge tuigenis van de verpleegster door geen en kel feit bevestigd werd. Onder dergelijke omstandigheden van schrik en dichte duis ternis is het ook vrijwel onmogelijk in een ondeelbaar oogenblik met absolute zeker heid iemands uiterlijk in zich op te nemen. De arrestant is dan ook op vrije vöèten ge steld. De nasporingen naar den dader zijn in vollen gang. BUIT VAN OUDEN ROOFMOORD GEVONÖEN. In een gracht te Ginneken. Bij het schoonmaken van de grachten om het kasteel Bouvigne te Ginneken, is een gesloten ijzeren geldkistje gevonden, dat bij opening verschillende papieren en eeni ge doosjes bleek te bevatten, welke voor werpen bij een in het jaar 1929 te Breda gepleegden moord waren ontvreemd. De politie stelt een nader onderzoek in. FRAUDE BIJ DE COÖP. LANDBOUW- VEREENIGING „RHEDEN". Vroegere directeur gearresteerd. Door de politie te Rheden is een onder zoek ingesteld bij de Coöp. Landbouwver- eeniging „Rheden" alwaar frauduleuze handelingen zouden zijn gepleegd, welke x-eeds van 1928 en daarvoor dateeren. Het tekort zou 35.000.bedragen. De ge- heele administratie is in beslag genomen en verzegeld. Een vroegere directeur, de heer H., is gearresteerd en in bewax'ing ge steld. UIT DE RADIOWERELD Programma's voor Donderdag 11 Jan. Huizen, 296 M. 8.00—9.15 KRO, 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00—11.30 NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Morgendienst o. 1. v. Ds. H. Woud stra. 10.45 Gramofoonplaten. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl. 2.00 Handwerkcursus. 3.00 Vrouwenhalfuur. 4.00 Bijbellezing door Ds. G. v. Veldhuy- zen Azn, m. m. v. bariton en orgel. 5.00 Cursus Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Vioolrecital M. Dado. A. d. vleugel: Alice Dado-Baden. 6.30 Ned. Chr. Persbureau. 6.45 Causerie A. Stapelkamp. 7.10 Afgestaan. 3.10 Oxgelconcert J. Zwart. 9.00 J. A. Kokke. Iets over de Petroleum industrie. 9.30 Zang door A. Woud (alt), m. m. van E. van Eden (piano). In de pauze om 10.00 Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoonmuziek. Hilversum 1875 M. AVRO-uitzending. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Concert A. de Wit (piano), L. C. H. de Jong (zang). A. d. vleugel: E. Veen. 11.00 Gramofoonplaten. 11.30 Vervolg concert. 12.00 Omroeporkest o. 1. v. N. Treep m. m. v. The Hollandia Thx-ee (accordeon). 2.00 A. den Doolaard, Reisherinneringen uit den Balkan. 2.30 Vervolg Omroeporkest. 3.00 Knipcursus. 4.00 Voor zieken en ouden-van-dagen. 4.30 Gramofoonplaten. 5.00 Radiotooneel voor de kinderen. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest m. m. v. Lies je v. d. Poll (zang). 6.30 Sportpraatje H. Hollander. 7.00 Gramofoonplaten. 7.30 Engelsche les door Fred Fry. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Gramofoonplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest o. 1. v. D. van Beinum. In de pauze: Gramofoonplaten. 10.30 Gramofoonplaten. 11.00 Vaz Dias. 11.1012.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein en berichten. 11.05 en 11.20—11.40 Lezingen. 12.20 Trocadero Cinema-orkest. I.20 Gramofoonplaten. 2.20 Northern Studio-orkest. 3.20 Kerkdienst. 4.10 Solistenconcert bariton, viool). 4.35 Schotsch Studio-orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's Pianomuziek. 7.10 Spaansche causerie. 7.50 Lezing.. 8.20 Variété-programma. 9.20 Berichten. Lezing. 9.55 Concert. 10.50 Korte Dienst. II.0512.20 BBC-dansorkest o. 1. van B. Hall. ..Radio-Pari s", 1724 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonplaten. 8.20 Kamerconcert m. m. van het Omroep kwartet, zang, piano en klarinet. Kalundborg, 1153 m. 11.201.20 Concert uit Hotel Anglcterre. 2.054.05 Deensche dansmuziek. 7.20 Symphonieconcert door solisten (o.a. J. Platzak), koor en orkest o. 1. v. Egisto Tango. 10.1511.50 Dansmuziek uit het Paiace- hotel. L a n g e n b e r g, 473 M. 5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonplaten. 11.20 Omroeporkest o. 1. v. Görlich. 12.55 Gramofoonplaten. 2.40 Concert. 3.20 Omroeporkest o. 1. v. Merten. 6.20 Cantateconcert o. 1. v. Frommel. 7.30 Weragorkest, -koor en solisten. 10.05 Gramofoonplaten. 11.20—12.20 Concert. Rome, 441 m. 8.00 Concert Moderne composities. 9.50 Dansmuziek en berichten. B r u s s e 1, 338 en 508 m. 338 meter: 12.20 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leeman; 1.30 Gramofoonplaten. 5.55 Dito. 6.50 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans. 9.05 Gramofoonplaten. 9.30 Omroeporkest o. 1. v. Walpo*- 10.30 Gramofoonmuziek. 508 meter: 12.20 Gramofoonplaten. I.30 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans. 5.20 Omroeporkest o. 1. v. Walpot 6.35 Gramofoonplaten. 9.20 Dito. 10.30 Dito. Deutsehlandsender. 1365 M. 7.20 Duitsch-Zweedsch concert door het Philh. Orkest o. 1. v. E. Praetorius ra. m. v. L. van Rosen (zang). 9.20 en 10.05 Berichten. 10.2011.20 Strauss-concert o. 1. v. Otto Seyfert. Gemeentelijk Radio Distributie-bedrijf te Leiden. (3e Programma). 8.0012.20 Langenberg. 12.20—14.20 Brussel (VI.) 14.20—15.20 Kalundborg. 15.2017.20 Langenberg. 17.20—19.20 Brussel (VI.. 19.2022.50 Ubedapest. 22.50afloop Langenberg. (4e Programma). II.20—12.20 Kalundborg. 12.2014.20 Luxemburg. 14.20—15.20 Daventry. 15.20—16.10 Midland Reg. 16.1017.20 Daventry. 17.20—19.20 Brussel (Fr.) 19.20—20.20 Warschau. 20.20afloop Daventry. DE PELIKAAN-PILOTEN VOOR DE K.R.O.-MICROFOON. Vraaggesprek van Viruly met Smirnoff en Soer. De K.R.O. is er, dank zij de medewerking van de K.L.M. in geslaagd, de beide Peli kaan-Piloten, Smirnoff en Soer, voor de microfoon te brengen, te samen met den bekenden vlieger-schrijver A. Viruly. In een geanimeerd vraaggesprek, geleid door Viruly, zullen Smirnoff en Soer ver halen van hun tocht en van hun ervarin gen, voor de K.R.O.-mocrofoon. Deze actualiteit zal te beluisteren zijn: Vrijdagavond a.s. te ongeveer 10.00 uur, tij dens het Algemeen Programma, verzorgd door den K.R.O. DE RIJKE BEDELAAR. Bezitter- van duizenden guldens. Door de politie te Heerlen is een Duit- sche bedelaar aangehouden, die in het be zit bleek van 400 Mark en een aanzienlijk bedrag aan Nederlandsch geld. Uit zijn papieren bleek, dat hij op een bank 4000 gulden had gedeponeerd. Op weg naar het politiebureau trachtte hij den agent om te koopen om hem te laten gaan. Daar dit nog meer verdenking heeft op gewekt, is de politie zeer nieuwsgierig ge worden en doet zij alle moeite om te ont dekken hoe de man aan al dat geld komt. „Msb." FEUILLETON. DE MAN DIE DE TROEVEN HAD. Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 36) HOOFDSTUK XXIII. Op de pijnbank. Braceway wuifde achteloos met de hand en deed afstand van zijn x*ol als onder vrager. Bristew nam deze van hem over. „Wat deed je toen je dien tweeden r.xan zag?" „Eerst bleef ik stil zitten. Na een poos je, niet heel lang, kwam het in mij op, dat de twee vrouwen in No. 5 mogelijk in ge vaar verkeerden. Ik liep terug naar de villa, maar ik hoorde niets en zag ook geen licht. Ik bleef even op de bovenste trede van de stoep, luisterde, maar alles y/as stil. Toen ging ik naar het hotel terug neen, ik ging eerst naar het station, haalde mijn handbagage en wandelde naar het hotel. „Had je geqn idee van moord of roof, toen je die twee mannen op de stoep zag?" „Och neen; ik kan niet zeggen, dat ik aan zoo iets dacht." „Waar dacht je dan aan?" „Ik wist. dat Withers zijn vx'ouw onver wachts bezocht had, een of tweemaal van te voren, laat in den avond." „Waarom?" „Dat weet ik niet. Ik dacht, dat hij ja- loer sch was, wantrouwend." „Was het beide keeren Withers?" „Het zou hem beide keeren geweest kun nen zijn", antwooi'dde Mox'lew vex'moeid. „Ik kon het niet duidelijk zien, maar.... maar ik geloof, dat de eerste maxx een lan ge regenjas droeg, of anders was hij zwaar gebouwd. Toen ik den volgenden dag van den neger hoorde, dacht ik, dat de eerste gestalte, die ik had gezien, de ne ger moest geweest zijn. De tweede zag er vrijwel gelijk uit. Hij had misschien een baax-d; misschien was hij een beetje slan ker. Dat zijn eenige verschillen, die ik mij kan hex-inneren." „Droeg de tweede een regenjas?" „Ik meen van wel." „En had de eerste geen baard?" „Misschien, maar ik geloof van niet." „En nu over de worsteling onder aan de stoep." „Zooals ik u reeds zei ik ik heb geen worsteling gezien. Die man of beide mannen gingen onhoorbaar heen." Braceway probeerde nog iets verder te komen, maar hun vereenigde pogingen le verden weer niets op. Zij probeerden hem van de wijs te brengen door de beschuldi ging, dat hij de villa op Maandagnacht bin nengegaan was; zij zeiden hem ook, dat ze hem weer mee naar Turmville terug zou den nemen, onder beschuldiging van moord. „Het kan mij niet schelen", zei hij met een zwakke poging tot lachen. „Het komt er nu toch niet meer op aan." Toen werden zij zenuwen hem de baas. Hij wierp zich achterover in zijn stoel en sloeg de handen voor het gezicht. Zijn lichaam schokte van het snikken en hij trapte wild met de voeten. Zij lieten hem alleen met majoor Ross. Op den terugweg naar het hotel vroeg Bris tew: „Hoe staat het nu met het verhaal van Withers over die worsteling de groote sterke man, die hem het pad afwierp?" „Er moet een andere, een derde man, de stoep afgekomen zijn", antwoordde Bx'ace- way kalm. „Een veronderstelling", merkte Bristew op, „die mij nogal uit de lucht gegrepen lijkt." Braceway zei niets. „Ik geloof," zeid Bristew weer, „dat wat Morley vex-telde, waar was." „Geloof je dat?" hernam Braceway zon der zich bloot te geven. „Hoe dan ook, de vraag blijft, wie de Wi thers-juweelen vanmiddag beleende." „Misschien is dat geen problëem", merk te Bx-aceway op. „Het is heel goed moge lijk, dat het de Withers-juweelen heele- maal niet waren." Zij liepen het hotel binnen en gingen in de hall zitten, die nu bijna leeg was. „Ik geloof", kondigde Bristew aan, ter wijl hij zorgvuldig zijn triomph onder drukte, „dat. ik morgenochtend naar Turm ville terugkeer." Hij* geeuwde en rekte zich uit. „Ik ben dood op, zoo slap als een vaat doek. Wat zijn uw plannen?" Braceway's kin stak naar voren. Hij zag er vechtlustig en kwaad uit. „Ik ga morgen naar Baltimore. Ik ben van plan om ieder spoor te volgen, dat ik heb of vinden kan. Ik ga iedere verklaring, die hij vanavond 'afgelegd heeft, ontle den ieder punt. Ik moet al de feiten hebben, allemaal!" Bristew keerde zich recht naar hem toe. „Waarom gaat u niet met mij meer te rug? Waarom blijven doorgaan met dat gene te bestrijden, dat al bewezen is? Ik geloof, dat ik weet, waarom u naar Wash ington gekomen bent. Het was niet uw ge loof in de schuld van Morley. Het was uw verlangen om de onschuld van Withers aan te hooren. Maar u weet. zoo goed als ik, dat Withers niet schuldig is. Dus waar om zoudt u er verder over tobben?" Braceway sprong op. „Morley is nog niet met mij klaar", zei hij boos. Deze zaak is op lange na nog niet afgeloopen. Ik blijf hier." Hij sprak niet over Withers. Bristew ging naar zijn kamer, betaalde juffrouw Martin, zond haar waar en begon zich uit te kleeden. Hij was meer dan te vreden met al hetgeen er gebeurd was. Hij had het weer van Braceway gewonnen en ditmaal voor goed; zijn reputatie als cri minoloog was beter dan ooit en wetende, waax-om Braceway Morley achtervolgd had, zou hij in den morgen naar Turmvolle terugkeeren, op zijn dooie gemak en ge heel gerust gesteld. HOOFDSTUK XXIV. Juffrouw Fulton schrijft een brief. Het zou moeilijk geweest zijn om twee mannen te vinden, die minder op elkaar geleken dan Bristew en Braceway. Bris tew kon zoo nu en dan wel een krachti- gen en imponeerenden indruk maken, zoo als het geval was geweest bij de onder vraging van Morley. Daarentegen was Bra ceway altijd op zijn qui vïve, kloëk, ge biedend. Daarbij bezat hij een goedhartig heid, een soort teergevoeligheid, die den kreupelen man vreemd was. Braceway be hoorde tot de drooxners. Den volgenden morgen aan het ont bijt sprak hij met Bristew over den stand van zaken, doch deze was te verlangend om naar Turmville terug te keeren, dan dat hij zich tijd gunde voor een diepzin nige bespreking. „Ik heb het gevoel, dat deze zaak bij lange na nog niet afgeloopen is", merkte Braceway heftig op. „Ik zal den dader vin den! Ik ben niet voldaan, voor ik antwoord heb op twee vi'agen." „Welke twee vragen?" „De eerste is: was die man-met-den-baard Morley? De tweede: als Morley niet de man-met-den-baard was, wie was het dan wel?" „Maar, ook als we dat ruigharige indi vidu te pakken krijgen, wat dan nog. Er zijn onaantastbare bewijzen tegen den ne ger?" „Dat is van latere orde. Vandaag ga ik naar Baltimore. Ik heb vanmorgen een rapport van Platt ontvangen. -Morley heeft ons gisteravond weer misleid. Hij heeft niet gezegd, dat hij het hotel verlaten heeft om Taliaferro, den notaris, te gaan bezoe ken. En hij heeft Taliaferro bezocht. Hij telc-phoneerde den notaris om twee uur twintig en zei. dat hij dadelijk op diens kantoor zou komen. Als hij dat gedaan had, dan zou hij om twee uur vier en twin tig bij hem zijn geweest. Maar hij kwam er pas om tien minuten voor drie aan. Waar heeft hij dan dat halve uur door gebracht?" „In een bank van leening" vroeg Bris tew. „Misschien in twee banken van leening." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9