25ste Jaarpa MAANDAG 8 JANUARI 1934 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE TOESTAND VAN HANDEL INDUSTRIE IN RIJNLAND EN No. 7704 2)e CetdóoheGoti/fco/nt DE AfcOiNNfcttiENiSPKlJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten Hoogste 3U woorden, v/aarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. V De arbeid van de vrouw en het meisje. De arbeid van vrouwen en meisjes op fabrieken, kantoren, onderwijsinrichtin gen, enz. is in onzen tijd een onderwerp van vrij veel geschrijf. Niet van geschrijf alleen; er worden op dit terrein ook daden gesteld, zooals wij straks zullen zien. Voor dit onderwerp is ook voorheen veel belangstelling geweest. De tijd ligt nog niet zoo ver in 't verleden, dat er met hartstochtelijkheid geschreven en gestre den werd voor wat men noemde de rechts gelijkheid tusschen man en vrouw, de rechten van de vrouw, de emancipatie van de vrouw, wat met zich zou brengen: een absolute gelijkheid tusschen man en vrouw, óók op het terrein van den arbeid. Deze overdrijving, die voortkwam uit miskenning van de werkelijkheid (wij zullen hierover nu niet uitweiden), maakt nu niet meer zoo veel slachtoffers. Men is er zelfs in kringen, die ze vroeger aanhingen, zich voor gaan schamen. Toch is ook uit dat kwade nog iets goeds geboren. Namelijk dit, dat nadien wel r a- d i c a a 1 is uitgeroeid de dwaze opvatting, dat „loondienst" voor vrouw of meisje iets oneervols zou zijn, dat deze in geen geval voor 'n vrouw of meisje van „stand" als pas send of behoorlijk kon worden beschouwd. Met de opruiming van deze onredelijke op vatting heeft de samenleving weer wat gewonnen aan gezond oordeel. Maar waarom wordt er dan tegen woordig weer zooveel geschreven en ge ageerd tegen allen vrouwen-arbeid. Misschien wordt deze opwerping ons door sommigen gemaakt; maar, zóó ge steld, is ze toch niet juist. Er wordt niet geschreven en geageerd tegen a 11 e n vrouwenarbeid. Wij, Katholieken, en velen met ons, wen- schen de gehuwde vrouw niet in loon dienst, hoe of waar dan ook. Dit als a 1 g e- meene regel, waarop uitzonderingen toelaatbaar zijn, maar dan ook gemoti veerde uitzonderingen. De ongehuwde vrouw en het meisje wenscht echter niemand te weren uit die betrekkingen of functies, welke alleen door vrouwelijke krachten, of beter door vrouwelijke krachten, kunnen worden ver vuld of waargenomen. En dat zijn niet alleen functies van huis- houdelijken aard! Ook verschillende betrekkingen in het openbare leven. Zoo is het om slechts één voorbeeld te nemen psycho-technisch bewezen, dat op een telefoonkantoor de dienst beter door dames dan door heeren kan worden verricht. (Degenen, die reden tot klagen meenen te hebben inzake de telefoonbe diening, mogen bedenken, dat zij er dus zeker niet beter van zouden worden, als de telefoon-dames 'ns door heeren zouden worden vervangen!). Maar arbeid, die even goed (en vaak ook beter) door mannelijke krachten kan wor den verricht, willen wij ook voor deman- nen bestemd en aangewezen zien! En dit ook weer als algemeene regel, waar- j op, natuurlijk, gemotiveerde uitzonderin- j gen toelaatbaar zijn. En deze eisch (die dezer dagen door de „Gelderlander" terecht werd genoemd een eisch van „sociale gezondmaking") klemt vooral nu nu in dezen tijd zulk een groot deel van de mannelijke jeugd is ge doemd tot afschuwelijke werkloosheid! Men heeft kunnen lezen, dat op de Phi- lipsfabrieken 900 meisjes door jongens worden vervangen. En het vorig jaar heb ben ook de Kwatta-fabrieken te Breda zulk een verandering in hun onderneming ingevoerd. 't Is vanzelf sprekend, dat een dergelijk ingrijpen in bestaande en gegroei- d e toestanden moet geschieden met beleid en overleg, opdat de goede bedoeling ervan ook werkelijk doeltreffend zij. i Zoo zal men, als in een onderneming jongens in plaats van meisjes worden aan gesteld, de vraag moeten stellen, of die jongens in de toekomst een loon kunnen verdienen, voldoende om 'n huishouden te onderhouden zoo al niet in dezelfde on derneming, dan toch in hetzelfde bedrijf. Deze vraag is ook door een redacteur van het Dagblad van Noord-Brabant ge steld aan den leider der Kwatta-fabrieken en deze antwoordde hierop: Wij namen en nemen verder werk- looze jongens aan van 16 tot 20 jaar. Het meerendeel kent geen vak en moet dus nog alles leeren. Verdere aanwerving geschiedt slechts in ver houding tot het verloop der arbeids krachten, zooals wij dat steeds hebben door ontslag wegens dringende reden, ziekte, ouderdom, invaliditeit en dood. De opengevallen plaatsen voor vol waardige arbeidskrachten worden dan door opschuiving automatisch bezet door de jongeren, die reeds 3 tot 5 jaar werkzaam waren in meer onbe langrijke afdeeelingen, en zoodoende kunnen die jongens geleidelijk opklim men en op een leeftijd van 24 jaar een gezinsloon verdienen, als zij blijk ga ven van ijver en toewijding. Hierdoor blijkt bijzonder, dat de vrees voor na deel voor andere arbeiders of voor het werkloos worden der jongeren, als ze een bepaalden leeftijd bereiken, onge grond is, omdat wij de percentagever houding tusschen natuurlijken uitval en aanwerving handhaven. Hoe nu het ontslag van de meisjes wordt doorgevoerd, die plaats moeten maken voor de jongens? De algemeene regel is, dat het eerst de ongeschikte krachten bedankt wor den. Deze schifting is in het belang van het meisje zelf en natuurlijk ook van het bedrijf. Daarnaast gaan er re gelmatig meisjes uit eigen verkiezing heen. Sommige gaan trouwen, andere gaan elders in betrekking of gaan zich op naaien of huishoudelijke bezighe den toeleggen. Altijd, maar vooral in dezen tijd behoo- ren degenen, die een bedrijf leiden, niet alléén te letten op het geld-verdienen. Zij hebben een sociale taak. OUD-MINISTER POSTHUMA OVER DE ECONOMISCHE VERHOUDINGEN TUSSCHEN NEDERLAND EN DUITSCHLAND. De „Kölnische Zeitung" bevat onder den titel „Holland en Wij" een uitvoerig inter view met den Nederlandschen oud-minis ter van landbouw, Dr. F. C. Posthuma over de economische en landbouw-verhoudingen tusschen Nederland en Duitschland. De moeilijkheid bestond volgens Dr. Posthu ma daarin, dat in Nederland twee stroo mingen elkaar kruisen, waardoor ook de onderhandelingen tusschen de beide landen steeds weer moeilijkheden ondervinden. Hij doelt n.l. op het feit, dat Holland wel iswaar voornamelijk landbouwbelangen heeft, die tegenover de Duitsche industriee- le belangen staan, doch dat Nederland daarnaast ook industrieele belangen heeft, die voor een deel met de Duitsche belan gen in botsing komen. Indien de Neder- landsche belangen alleen maar waren in gesteld op de agrarische productie, dan zouden de zaken heel eenvoudig zijn, doch Nederland heeft rekening te houden met zijn industrieele producten als olie, super- phosphaten, zout, kolen, kunstzijde enz., waardoor de onderhandelingen bemoeilijkt worden. Op de vraag of de handels-politieke toe stand sedert het tot standkomen eenige weken geleden van het Duitsch-Nederland- sche handelsverdrag veranderd is ant woordde Dr. Posthuma: „Neen, veranderd niet, wel echter is de stemming tusschen de beide landen veel beter geworden in vergelijking met het begin van 1933". Men heeft in Nederland niet meer het gevoel, door Duitschland in een hoek gedrukt te worden zooals eenige jaren geleden. Voorts zeide Dr. Posthuma nog tegenstander van zuivere uitwisseling van waren te zijn. Ten aanzien van de valuta-kwestie ver klaarde hij, dat de, gulden vast is, en ten slotte kwamen nog de verdragen van Oslo en van Ouchy ter sprake. Naar de meening van Dr. Posthuma bestond het Verdrag i NIEUWJAARSREDE VAN DEN VOORZITTER DER K. v. K. In de hedenmiddag gehouden vergade ring der Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rijnland heeft de voorzitter, de heer D. ten Cate Brouwer, de gebrui kelijke Nieuwjaarsrede gehouden. We ontleenen hieraan het volgende: Was het vroeger regel dat bedrijven, die gedurende het geheele jaar met volledig personeel werkten, in het algemeen ook te vreden konden zijn over de financieele re sultaten, onder de tegenwoorlig heer- schende ongunstige economische omstan digheden gaat deze regel niet op. Zoo zijn er in het district der Kamer meerdere bedrijven, die tezamen in 1933 aan vele honderdtallen arbeiders werk hebben verschaft, maar toch niet of nau welijks de meest noodige afschrijvingen op fabrieken en machines konden verdie nen. Van eenige winst voor eigenaar of aandeelhouder is geen sprake. Het bedrijf en de leiding van het bedrijf hebben slechts bereikt, dat zij het bedrijf aan den gang hebben gehouden en vele arbeders en hunne gezinnen hebben behoed voor onder steuning. Dat er in het district der Kamer zelfs ondernemers zijn die, niettegenstaande zij in 1933 belangrijke bedragen in hunne be drijven verloren, toch niet er toe over gaan hunne bedrijven te sluiten, mag als een gelukkige omstandigheid worden be schouwd. De arbeidsloonen die in verband met het loonpeil in de ons omringende landen, met welke onze bedrijven direct of indirect moeten concurreeren, onafwendbaar om laag moeten, wil Nederland nationaal en internationaal zijn positie handhaven, blij ven in vele gevallen op peil, niet in het minst omdat, dank zij de regeerings-steun aan land- en tuinbouw, de indexcijfers voor het noodzakelijke levensonderhoud in- plaats van omlaag omhoog gaan. Het le ven wordt duurder inplaats van goedkoo- per. De omzet-belasting na 1 Januari zal dit nog belaigrijk érger maken. De drei gende verhooging op de wegenbelasting voor vracht- en personenauto's zal, als deze niet wordt afgewend, waarschijnlijk het bestaan kosten van vele vracht- en auto bus-diensten die deze nieuwe lasten niet meer kunnen dragen, daar ook zij, even goed als de Spoorwegen, zoo geducht van de ongunst der tijden te lijden hebben. Reeds thans houden sommige autobus sen nog slechts met de grootst mogelijke moeite het bedrijf in stand, ja staat het zelfs te vreezen, dat groote ondernemingen die voor een normaal verkeer onmisbaar zijn, het bedrijf zullen moeten staken. Dat ook handel en industrie ten deze onder de dreigende nieuwe lasten ernstig zullen lijden, behoeft geen betoog. Door dit alles wordt de concurrentie met het buitenland hoe langer hoe moeilijker. Onze export schrompelt ineen en de con currentie op de binnenlandsche markt is van ongekende hevigheid. Toch zijn er hier en daar teekenen die op eenig herstel schijnen te wijzen. Ik moet helaas zeggen „schijnen". Door het ongemotiveerde optimisme in het verleden is veel kostbare tijd voor het nemen van naderhand toch noodzakelijk gebleken maatregelen onbenut verloren gegaan. Dit dreigt ook thans te geschieden. Reeds het feit, dat in Leiden in 1933, al leen aan werkloozensteun, een bedrag moest worden uitbetaald van niet minder dan 800.000.moet allen optimisten een ernstige waarschuwing zijn. De autarki sche maatregelen door contingenteering enz. ook in ons land getroffen, de gefor ceerde regeerings-opdrachten, de crisis achtige opleving in de bouwbedrijven, al deze factoren mogen de werkloosheid iets hebben doen dalen, gezonde opleving moet algemeener van aard zijn. Dankbaar moet echter de kleine verade ming worden vermeld, die hier en daar kan worden geconstateerd. In meerdere bedrij ven is de toestand aanmerkelijk beter ge worden en al waren de financieele resulta ten ook dikwijls ongunstig, toch mag ik constateeren dat er b.v. in de Wollen-Ga ren- en Deken-industrie en in de Bouwma terialen-industrie in het afgeloopen jaar flink werk is geweest, terwijl nog andere bedrijven hun voltallig personeel aan den gang konden houden. van Oslo in het geheel niet en moest het slechts beschouwd worden als een verkla ring die nooit vastere vormen heeft ge kregen. Daarentegen noemde hij het Ver drag van Ouchy levend, ondanks de be- teekenis, die België eraan heeft gegeven en hoewel het door de wereldcrisis nooit werkelijk in werking is getreden. Helaas is het nog ondenkbaar, dat in de toekomst kunstmatige steun van over heidswege gemist zal kunnen worden. De Regeering zal gedwongen zijn, nog steeds verder en steeds meer in de be staande verhoudingen regelend op te tre den om aan de tallooze moeilijkheden zoo goed mogelijk tegemoet te komen. Of deze moeilijkheden verminderen zouden wanneer ons betaalmiddel zou de- valueeren? Verder stel ik de vraag of, nu het zoo bezwaarlijk blijkt om groote werken in voldoend aantal van overheidswege te doen uitvoeren, de gelden, welke thans aan werkloozensteun worden uitgegeven, niet geheel of gedeeltelijk zouden kunnen worden gebruikt om bedrijven, die zoo goed als stil liggen, weer op gang te bren gen. Treft men ook in het buitenland en met name in Duitschland niet dergelijke maatregelen? De millioenen, die thans uitbetaald wor den, zijn voor ons land totaal verloren, wij worden er steeds armer door. Is de tegen woordige wijze van steun-verleening dan de eenig mogelijke? Niemand zal toch kunnen betwisten dat steunuitkeering tot een bedrag van 800.000 voor steden van een omvang als Leiden reeds na weinig jaren zeer desor- ganiseerend werken moeten op het gemeen te-budget, ook al betaalt het Rijk een niet onbelangrijk gedeelte daarvan terug. Het is daarom van het allerhoogste be lang dat ernstig gepoogd wordt tijdig een vorm van ondersteuning te vinden, die min der bezwarend is voor de overheidskas en voor de arbeiders zoo mogelijk nog een beter effect sorteert. Des te meer klemt dit nu de Rijksbijdrage in den werkloo zensteun voor 1934 zoo belangrijk is ver minderd. Voor wat nu betreft de toestand van het bedrijfsleven in het district der Kamer, zij het volgende vermeld: Textiel-industrie. Was de Saj et-industrie het eerste half jaar van 1933 slecht met or ders bezet en kon eerst in het tweede half jaar een verbetering worden gemeld, gedu rende het afgeloopen jaar was er in deze bedrijven gelukkig voldoende werk en kon al het personeel aan den arbeid gesteld worden. De wolprijzen, die in de eerste helft van 1932 hun laagste niveau bereikten, zijn daarna regelmatig gestegen en bereikten in het eind van het afgeloopen jaar hun hoogste punt. De breierijen kunnen nog steeds bij lan ge niet op volle capaciteit werken, terwijl de prijzen der producten elke winst-moge lijkheid teniet doen. Het jaar 1933 was voor de wollen deken industrie in vergelijking met andere jaren niet bepaald ongunstig, het geheele jaar werd geregeld doorgewerkt, veelal in con- tinu-bedrijf. Helaas heeft een fabriek, die meer dan 125 jaar in bedrijf geweest is, dit jaar hare poorten voor goed gesloten. In het bedrijf van de N.V. Vereenigde Touwfabrieken te Leiderdorp nam de be drijvigheid in het afgeloopen jaar iets toe. De hier geproduceerde nieuwe artikelen als tapijten, matten en loopers vinden op de markt een gunstig onthaal. Bloembollenbedrijf. Het bloembollenbe- drijf heeft een gedenkwaardig jaar achter zich. De geweldige overproductie, het ge volg van een reeds jaren achtereen gefor ceerde, ongebreidelde uitbreiding van den teelt, ontredderde in het begin van 1933 de markt zoodanig, dat op voorstel van VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Meer licht in het jongste Brusselsche schandaal. (4de blad). Men spreekt in Frankrijk reeds van een kabinetscrisis in verband met het finan cieele schandaal van Bayonne. (4de blad). Engelsche whiskey voor de Ver. Staten bedreigt de Nederlandsche bacon voor En geland. (4de blad). De Postjager-Pechvogel zit vast te Cal cutta. (Luchtv. 1ste blad). BINNENLAND. Anto te Doornen'ourg van veerhelling vc water gereden. Vader en zoon verdron ken. (3de blad). Twee broertjes te Naarden door het ijs gezakt en verdronken. (3de blad). Jonggehuwde man te Someren bij twist doodgeschoten. De dader vluchtte, doch heeft zich later gemeld. (3de blad en Laat ste Ber.). Weer ecu roofoverval te Oss door gemas kerde bandieten. (3de blad). Urk in zijn isolement. Moeilijke tocht van ijsvletbemanning. (3de blad). Ernstig anto-ongeluk te Boxtel. Met 70 K.M.-vaart tegen 'n boom. Vier ge wonden. (3de blad). Groote boerderij onder Hillegersberg af gebrand. 25 stuks vee omgekomen. Brandstichting? (3de blad). Wethouder en gemeente-ontvanger van Hoogkarspel wegens gepleegde fraude ge arresteerd. (Laatste Ber.). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Foresto Paoli won gisteren het Neder- landsch prof-kampioenschap op degen. (2de blad). De data der a.s. wereldvoetbalkampioen- schapnen. Op 8 April HollandIerland. (2de blad). De voetbalcompetities voortgezet. (2de blad). het Centraal Bloembollen-Comité de hulp van de Overheid werd ingeroepen om tot saneering van het bloembollenvak te ko men. Een regeling, door den Minister van Economische Zaken getroffen, kwam in Juni tot stand. Ter uitvoering van de bepalingen heeft de Minister de Nederlandsche Bloembol len-kweekerscentrale en de Nederlandsche Bloembollen-export-centrale in het leven geroepen. De plaats gehad hebbende registratie van de geheele Bloembollenteelt in Neder land gaf tot resultaat dat ruim 17.000 kwee kers van bloembollen werden ingeschre ven, die tezamen een met hyacinthen, tul pen en narcissen beteelde oppervlakte groot circa 6 millioen Rijnlandsche Roeden ex- UIT DE REIDANS BIJ HET „RORATE" IN HET KERSTSPEL VAN DE GRAAL TE LEIDEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1