BRIEVEN OVER ONS
GELOOF
VRIJDAG 5 JANUARI 1934
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 11
HET WONDER. 4
De bewijskracht van het wonder.
Een fatale cirkel? „Moreele
wonderen".
Om te beginnen, Paul, wensch ik je een
zalig 1934!
Afgezaagd klinkt nu, na vier dagen van
herhaling, die wensch. maar dacht je al
eens goed na over zijn eigenlijke betee-
kenis?
„Gelukkig nieuwjaar!" zegt de wereld
en zij denkt eigenlijk alléén aan het
lichaam en aan allerlei anders, dat óók
vergaan zal.
„Moge dit jaar gelukkig zijn voor je
eeuwigheid! Moge je op 't eind van 1934
kunnen zeggen: mijn ziel is in dit jaar
weer wat dichter tot mijn einddoel, tot God
gekomen!" dat bedoelen wij met ons „z a-
lig Nieuwjaar!"
Maar, wij moeten nu „tot onze schapen
terugkeeren".
Wij zijn nu aan onzen vierden brief over
het Wonder. Je zult je misschien er over
verbaasd hebben, Paul, dat ik juist aan dit
onderwerp zooveel plaats geef. Of neen,
je zult je er niet over verbaasd hebben:
je hebt zelf ondervonden, hoe groot de
„wondervrees" is bij je niet-katholieke kan
toorcollega's en je hebt dit bleek mij tus-
schen de regels van je brieven door, be
grepen waaróm zij toch zoo tegen de mo-
gelijKheid en de kenbaarheid van bet won
der stribbelen: zij voelen héél goed, dat,
wanneer zij de echtheid van ook maar één
werkelijk wonder, dat geschiedde ter be
vestiging van een leer, zouden moeten er
kennen, zij verplicht zouden zijn, die leer
te gaan belijden
In mijn eersten brief over dit onderwerp
heb ik je o.a. uiteengezet, dat slechts één
teeken als waarlijk afdoende kan worden
beschouwd ter onderscheiding van waar
heid of valschheid eener als „goddelijke
openbaring" gepredikte leer: het won
der dat ter bevestiging van die leer wordt
gewrocht. Andere kenteekenen, zooals de
inhoud van die leer, het levensgedrag van
den verkondiger, kunnen, ik heb je dat
toen aangetoond, wel vermoedens
geven ten gunste of ten ongunste, maar
geen -absolute zekerheid.
De afdoende bewijstkracht van „het
wonder" zal je, na al wat ik je over dit on
derwerp schreef, aanstonds blijken uit deze
allereenvoudigste redeneering: een w e r-
kelijk wonder gaat de krachten
van alle schepselen te boven en
kan dus alléén door God worden
gewrocht. De heilige en alwe
tende God zal nimmer een won
der doen ten dienste van be
drog of dwaling. Wanneer
iemand nu een leer verkondigt,
en beweert, dat die leer van God
afkomstig is en ter bevestiging
van die leer een werkelijk won
der doet, dan is die leer inderdaad een
goddelijke openbaring en dan zijn dus de
menschen verplicht, die leer als waarheid
te aanvaarden.
Zooals de gezant van een aardschen ko
ning zich afdoende „legitimeeren" kan
door hei toonen van zijn papieren met on
ver valscht koninklijk zegei, zoo legitimeert
zich de ware Godsgezant door het wonder.
Hij beduidt daarmede: ziet, de leer die ik
predik, verkondig ik niet slechts op eigen
gezag, maar opgezag vanGod, dié Zijn
zegel: dit wonder, aan mijn woorden hecht.
Nu lanceeren onze tegenstanders wel
deze opwerping tik weet niet, Paul, of
ze op jouw kantoor zóó diep over de zaan
nadenken, maar je hèbt kans haar te hoo-
ren!): „jullie- draaien rond in een fatalen
cirkel; jullie moeten éérst aan Christus'
wonderen gelooven en dan moeten die
zelfde wonderen die dus al voorwerp
van jullie Geloof zijn, weer als bewijzen
dienen voor de goddelijke afkomst van
datzelfde Geloof!
Maar die opwerping, hoe vernuftig lij
kend ook, houdt geen steek. Want onze
redeneering is zóó: de wonderen, die den
goddelijken oorsprong van onzen gods
dienst bewijzen, staan zuiver-ga-
schiedkundig vast, d.w.z. om het wer-
kelijk-gebeurd-zijn van een echt worider
te bewijzen, gebruiken wij dezelfde metho
de die in de geschiedeniswetenschap altijd
gebruikt wordt om het werkelijk-gebeurd-
zijn van een feit te bewijzen. Dat het won
derlijk feit werkelijk gebeurd is, stellen
wij vast, zooals de geschiedeniswetenschap
vaststelt bijv. dat Julius Caesar werkelijk
geleefd heeft: uit de verhalen van betrouw
bare getuigen, die onvervalscht in boeken
en geschriften tot ons zijn overgekomen.
En als wij dan het wonderbare, aldus ge
schiedkundig vastgestelde feit nader be
schouwen, dan komen wij, met ons ge
woon natuurlijk verstand tot de con
clusie: dat feit kan door geen enkel schep
sel en moet dus door God zijn verricht, dat
feit is dus een wonder. En als zulk een
wonder dan geschiedde tot bevestiging van
een leer of tot bewijs van het goddelijk-
gezant-zijn van een persoon, dan zeggen
wij: dus is die leer waar, óf: dus is die
persoon werkelijk een Godsgezant.
Oef, hoor ik je al zuchten, dat is een
heel verhaal! Toch is het feitelijk niet an
ders, Paul, dan een herhaling in anderen
vorm van de uiteenzetting, welke ik je in
mijn tweeden brief gaf, toen ik je over de
„kenbaarheid" van het wonder schreef.
Tot zoover over die „fatale cirkel", een
veelgebruikte bestrijding.
De wonderen, waarover ik tot nu toe met
je sprak, Paul, waren tweesoortig: zij die
behooren tot de stoffel ij ke orde (Gods
ingrijpen op het gebied der natuurkrach
ten) en de z.g. profetieën, dat zijn
zekere voorzeggingen van een toekom
stige gebeurtenis, welke geen enkel schep
sel, geen enkel geschapen verstand, te
voren kan weten en dus alleen door God
kunnen geschieden.
Tenslotte wil ik je nog schrijven over
het z.g. moreele wonder, dat is een won
der, dat behoort tot het gebied van den
menschelijken wil. Hieronder verstaat men
een bepaalde handelwijze van één of meer
menschen, die niet verklaard kan worden
uit de gewone, natuurlijke kracht van den
menschelijken wil, en die dus een b q-
zonder ingrijpen van God op den
menschelijken wil veronderstelt.
Wanneer de gedragingen van zeer vele
menschen of van één mensch, maar dan
herhaaldelijk, afwijken, van wat de
menschen gewoon zijn te doen in
soortgelijke omstandigheden en die afwij
king is zóó dat de gewone natuurlijke wils
kracht van de menschen daartoe nooit in
staat zouden zijn, dan moet men tot een
bijzondere tusschenkomst van God be
sluiten.
Een moreel wonder is, om maar eens
één voorbeeld te noemen, de snelle groei
van den Christelijken godsdienst: een
godsdienst die juist inging tegen de uitle-
ving van alle menschelijke harstochten,
welke in de eerste eeuwen de wereld over-
heerschten.
Hoe is het te verklaren, dat honderddui
zenden van alle rangen, standen en leeftij
den, ondanks de bloedigste vervolgingen
op het woord van geloofsverkondigers, die
vrijwel geheel verstoken waren van de ge
wone menschelijke machtsmiddelen (geld,
aanzien, menschelijke wetenschap) w i 1-
d e n overgaan tot een Godsdienst, die te
gen alle heerschende begrippen van men-
scheljjk geluk in-ging?
Hoe is het te verklaren, dat zulk een
Godsdienst, ondanks smaad en vervolging,
die bleven, ondanks de harstochtuitlevirg,
die bleef, de eeuwen door, honderden mil-
lioenen belijders werven blijft onder alle
volken?
Geen m e n s c h e n-werk is dit, geen ge
schapen machten konden en kunnen uit
eigen kracht der menschen wil hiertoe
brengen. God alleen kan dat niet te looche
nen feit hebben gewrocht, Hq alleen werk
te dit w o n d e r! En God kan deze won
dervolle tusschenkomst niet hebben ver
richt ten dienste van bedrog of dwaling:
de ware Godsdienst alléén kan zóó door
God zijn geholpen! Wijs ook hierop je col
lega's eens: dit is een argument voor ie
waarheid van onzen Godsdienst, dat al on-
telbaren tot dien Godsdienst heeft gevoerd!
Hoe zullen wij nu verder voortgaan,
Paul, om de waarheid van ons Geloof over
tuigend in haar grondslagen te bewijzen?
Wij hebben nu gezien: dat wonderen
mogelijk zijn, dat zij als wonderen
kenbaar zijn, hierboven schreef ik je
over hun bewijskracht en wat ik je
in de eerstvolgende brieven zal uiteenzet
ten is dit:
le. De Evangelieën zijn betrouwbare ge
schiedverhalen.
2e. In die Evangelieën staat dat Jezus
Christus heeft beweerd, dat Hij een door
God geopenbaarden godsdienst ver
kondigde en Hij heeft ter bevestiging
van die bewering zich herhaaldelijk be
roepen juist op de wonderen, die Hij
deed (de echtheid van die wonderen, dus
dat zij niet aan toepassing van natuurlijke
krachten kunnen worden toegeschreven
heb ik in mijn vorigen brief bewezen).
3e. Dus is de Godsdienst, die Jezus Chris
tus predikte ook werkelijk een door God
geopenbaarde Godsdienst.
Tot over twee weken. Dan zal ik je dus
over de geschiedkundige betrouwbaarheid
der Evangelieën schrijven.
Begin het jaar goed!
P.S. Je herinnerde mij er aan, Paul, dat
ik je beloofde over „Lourdes" en ook over
het „Spiritisme" een afzonderlijken brief te
schrijven. Om de lijn niet te onderbreken
zal ik dat doen na de brieven, die ik je hier
boven beloofde.
Naar aanleiding van deze brieven kan
men ook vragen inzenden over het ver
handelde aan het adres: mr. A. A. W. Die-
penbrock, Hageveld, Heemstede.
LETTEREN EN KUNST
Het SchildApologetisch Maand
schrift. Uitg. der A. V. Petrus Ca-
nisius.
Bekeeringsgeschiedenissen spelen een
groote rol in de jaargangen van het Schild.
En terecht, want zij zijn dikwijls krachti
ger apologie dam scherpzinnige vertoogen.
In de jongste aflevering begint het re-
dactioneele gedeelte al dadelijk met de be-
keeringsgeschiedenis van een Engelsch-
man, Arnold Lunn, een bekend alpinist en
sportman, die in den zomer van 1933 tot
de Katholieke Kerk overging.
Aansluitend hieraan releveeren wq het
bericht, opgenomen in de rubriek „Op den
Uitkqk", dat de weduwe van wijlen Henri
Borel, op 8 December j.l. het voorbeeld
van haar mam heeft gevolgd en opgeno
men is in den schoot der Moederkerk.
Als een nieuwen vorm van hagiographie
(heiligen levensbeschrijving) laat prof. N.
Greitemann van Warmond ons kennis ma
ken met een Engelsch boekwerk, dat den
titel draagt van „The English Way". Dit
boek bevat 16 schetsen van Engelsche hei
ligen vanaf Beda tot en met kardinaal
Newman, welke schetsen zijn geschreven
door 14 verschillende auteurs, die allen
hun eigen heiligen hebben getypeerd en
beschreven in het licht van den tijd, waar
in zij leefden. Een goed voorbeeld voor
onze Nederlandsche Katholieke auteurs;
die in onze vaderlandsche geschiedenis ook
menige heiligenfiguur kunnen aantreffen,
waard nog eens nader bestudeerd en be
schreven te worden.
Het volgende artikeltje over „Geestelij
ke Gezondheid" is een filosophische bespie
geling van dr. Bender O.P., waarin hij
tot de slotsom komt, dat de ziel als zooda
nig niet ziek kan zijn en als haar functio
neering gestoord wordt, dit te wijten moet
zqn aan defecten in het lichaam.
J. Lammertse Lz. heeft het over de
Schriftuurlijke symboliek in den eere-
dienst der Kerk, terwijl ir. Molengraaff zijn
serie korte episteltjes voortzet over ie
Vreugde. H. W. F. Frintrop brengt tenslot
te Crisis en Apologie met elkaar in ver
band en wijst er nog eens op, dat een op
lossing zonder Christus slechts een schijn
oplossing kan zijn.
Den rubriek „Op den Uitkijk" vermeld
den wij reeds. Een interessante Vragen-
bus, Boekbespreking en Correspondentie
sluit de Januari-aflevering af.
„VredeVreugde". Maandelijksche
recollectie voor religieusen, door
L. Backhuys pr. Uitgave J. J.
Romen Zn., Roermond.
„Vrede-Vreugd" bevat een reeks confe
renties, gehouden op de maandelijksche re-
collectiedagen in een klooster van Ursulinen
Het zijn losse conferenties, meestal geko
zen naar aanleiding van een tekst uit de
Mis van den Zondag. Daarom zijn ze ge
rangschikt volgens het Kerkelijk Jaar. Be
halve voor de recollectiedagen kan het
boek zeer goed voor „geestelijke lezing" ge
bruikt worden.
„Onze Moeder", door P. Cajetanus
Maria van Bergamo O.M. Cap.
Uitgave J. J. Romen Zn., Roer
mond.
De in het Nederlandsch vertaalde wer
ken van Pater Cajetanus Maria van Ber
gamo beleefden in ons land een groote suc
ces. Aangemoedigd dcor dit succes deed
Pater dr. Silverius van Vechel O.M. Cap.
deze overwegingen over Maria's feestdagen
en over Maria's deugden, smarten en
vreugden in 't licht zien. Waar er nog niet
zooveel meditaties over O. L. Vrouw in 't
Nederlandsch bestaan, deed de vertaler
hiermede een goed werk.
Novene ter eere van 't Goddelijk
Kind. Uitg. J. J. Romen Zn.,
Roermond.
De schrijver van deze novene is de H.
Alphonsus Maria de Liguori. Een verdere
aanbeveling van deze mooie novene, die
vooral in dezen Kersttijd past, lijkt ons
overbodig.
Almanak voor den Jongen Boer en
Tiunder. Uitg. „De R. K. Boe
ren- en Tuindersstand", Den Haag.
Een handige almanak, met vele waar
devolle gegevens, waaruit onze jonge boe
ren en tuinders groot profijt kunnen trek
ken.
DIOC. HAARL. VOETBALBOND.
UIT HET LEIDSCHE DISTRICT.
Junioren-Competitie.
Voor a.s. Zondag zijn er voor onze Junio
ren nog geen wedstrijden vastgesteld.
Het is immers te verwachten dat de ter
reinen voor de Junioren nog niet bespeel
baar zullen zijn.
De competitieleider.
SCHAKEN
Competitie Leidsche Schaakbond.
Dinsdag speelde in het Beursgebouw te
Bodegraven .de competitiewedstrijd voor
den Leidschen Schaakbond Bodegraven I
Bodegraven II.
De uitslag is als volgt:
Bodegraven IBodegraven II
T. ScheerH. v. d. Panne 10
P. J. v. Dobben de BruijnP. Ydo 01
M. idemJ. A. Hoogendijk 01
K. KeermanB. Batelaan 10
A. C. de MeijereJ. H. Menning 10
J. H. Vervet—G. G. v. Dobben de Bruqnl—0
G. J. v. d. WaalN. idem 10
A. ScheerW. B. IJdo 10
W. VerduijnN. N. 10
S. VerburgA. v. Dam 01
Bodegraven I won dus met 73.
HET TOURNOOI TE HASTINGS.
De uitslagen van de achtste ronde luiden:
Mitchell wint van Tylor, Flohr remise
met Aljechin, Eliskases remise met Lilieii-
thal, Miner Barry verliest van Thomas en
Alexander verliest van miss Menchik.
In de allerbelangrijkste partij, Flohr
Aljechin, kwamen beiden in hoogen tijd-
j nood. Flohr, die eigenlijk verloren stond.
i wist door zijn enorm sterk eindspel nog
juist aan een nederlaag te ontsnappen en
dwong'toen remise af.
De resultaten van de partijen in de lagere
I afdeelingen, door Hollanders gespeeld, lui-
den als volgt: Rupert Cross wint van Prins,
j De Jong remise met Jameson en Ullrich
I wint van Morrison.
WIELRENNEN
DE ZESDAAGSCHE TE BRUSSEL.
PIJNENBURG—WALS WINNAARS.
In de Donderdagochtenduren is heel
kalm gereden, ongeveer met 6 km. gemid
deld per uur.
Om 12 uur gistermiddag gaf H. Aerts den
strijd op. Hij ondervond veel last van de
verwondingen, welke hij tijdens de alge-
meene valpartij in den vorigen nacht had
opgeloopen.
Om 1 uur, na 136 uur rijden waren afge
legd 2983.325 km.
Om 2 uur kwamen daar nog bij ruim 10
km. Om 3 uur 's middags gaf ook Jules
van Hevel op, zoodat een nieuw koppel ge
vormd kon worden voor de laatste uren
tusschen van Vlockhoven en Haezehdonckx.
De sprints van 3 uur hadden het volgende
resultaat:
Eerste sprint: 1. Richli, 2. Slaats, 3. Wals,
4. Charlier.
Tweede sprint: 1. Gheyssels, 2. Pijnen
burg, 3. Martin, 4. Schön.
Derde sprint: 1. Slaats, 2. Richli, 3. De-
neef, 4. Wals.
Vierde sprint: 1. Pijnenburg, 2. Schön, 3.
Vluggen, 4. Charlier.
Vijfde sprint: 1. Deneef, 2. Smets, 3. Slaats
4. Wals.
Zesde sprint: 1. Vluggen, 2. Öheyssels, 3.
Charlier, 4. Pijnenburg.
Na 138 uur waren afgelegd 3015.050 km.
en na 139 uur 3043.250 km.
Omstreeks 4 uur in den middag was er
weer heel wat publiek toegestroomd. Uit
looppogingen van Pijnenburg en Haezen-
donck hadden geen resultaat, daar Schön
nauwkeurig waakt en het veld weer bijeen
brengt. Een volgende poging van Furay ge
lukt ook al niet omdat Deneef den vluch
teling achternagaat. Na 140 uur was afge
legd 3078.500 km. en na 141 uur 3113.335
km.
De klassementsprints van 5 uur hadden
het volgende resultaat:
Eerste sprint: 1. Ha&^ndonckx, 2. Slaats,
3. Duray, 4. Wals.
Tweede sprint: 1. Pijnenburg, 2. Richli,
3. Charlier, 4. Vluggen.
Derde sprint: 1. Buysse, 2. Slaats, 3.
Loncke, 4. Duray.
Vierde sprint: 1. Pijnenburg, 2. Vluggen,
3. Charlier, 4. Smets.
Vijfde sprint: 1. Richli, 2. Slaats, 3. Hae-
zendonckx, 4. Wals.
Zesde sprint: 1. Charlier, 2. Vluggen, 3. De
neef, 4. Pijnenburg.
Pogingen van Martin en Jean om weg te
loopen mislukten, alleen het koppel Van
VleckhovenHazendonckx gelukte het een
ronde te nemen. Na 142 uur rijden, dus om
7 uur 's avonds waren 3142.750 km. afge
legd.
Een premie van 500 francs voor het kop
pel, dat het eerst 1 ronde won werd gewon
nen door DurayAnhes.
MartinSmets de jonge Belgische ren
ners, slaagden er bijna in een ronde in te
loopen en zich weer bij de leiders te voe
gen. Zij hadden bepaald pech, toen juist op
het moment dat Smets het veld zou inhalen
een bandje van zijn kar knapte en de ron
de niet kon worden toegekend.
Van Kempen en Guimbretière eenerzijds
en CharlierLoncke anderzijds demarreer
den, doch alweer zonder succes. Tenslotte
slaagden Buyssse en Deneef er in 1 ronde
te winnen, zoodat zij zich eveneens bij de
leiders voegden.
De stand des avonds kwart voor 8, dus
21/4 voor het einde, was als volgt:
1. Richli—Schön 321 punten, 2. Charlier
Loncke 259 punten, 3. PijnenburgWals,
256 punten
Van de een-en-twintig koppels, welke
voor de Brusselsche Zesdaagsche zijn ge
start, zijn er in den loop van den strijd niet
minder dan twaalf uitgevallen, waarbij dan,
wat Broccardo betreft, rekening moet wor
den gehouden met het feit, dat hij door
treurige familieomstandigheden genood
zaakt is geweest uit te scheiden.
Het is een groote voldoening, dat het Ne
derlandsche koppel Pijnenburg—Wals den
strijd heeft weten te winnen, door op hst
laatste moment zich los te maken en toe te
springen. Den geheelen Donderdagavond is
er hard om den zege gevochten, waarbij
tallooze uitlooppogingen vielen te noteeren.
Het sportpaleis was geheel uitverkocht en
de toeschouwers hebben de laatste uren
hartstochtelijk meegeleefd met de verrich
tingen van de renners.
De prints van acht uur hadden het vol
gende verloop.
le sprint: Anhes, Pijnenburg, Guimbre
tière, Martin.
2e sprint: Duray, Van Kempen, Smets,
Haezendonckx.
Na dezen sprint gaven zoowel- Hazen
donckx als zijn koppelgenoot van Vlock
hoven wegens vermoeidheid op.
3e sprint: Haemerlinck, Martin, Buysse,
Richli.
Buysse deed daarop een poging om weg
te loopen, doch Pijnenburg beantwoordde
dezen aanval, het geheele veld met zich
meetrekkende.
4e sprint: Haemerlinck, Martin, Buysse,
Richli.
Na 143 uur waren afgelegd 3177.500 km.,
na 144 uur 3216.025 km.
Dan breekt het laatste uur aan. De strijd
is vol spanning. Steeds en steeds weer
trachten de renners weg te loopen, doch zij
bewaken elkaar angstvallig. Het gaat voor
al tusschen Pijnenburg—Wals en Van
KempenGuimbretière. Eerstgenoemden
zijn geweldig op dreef en slaan alle aan
vallen met succes af. Enkele tientallen mi
nuten voor het einde zien zij hun kans
schoon er tusschenuit te trekken en nemen
zij met een ronde voorsprong de leiding!
Hoe de andere koppels zich ook inspannen,
zij blijven hun achterstand behouden.
De laatste serie sprints had het volgende
verloop:
le sprint: Slaats, Wals, Haemerlinck, en
Martin.
Haemerlinck neemt een ronde.
2e sprint: Schön, Slaats, Pijnenburg, en
Martin.
3e sprint: Wals, Vluggen, Smets, Buysse.
4e sprint: Buysse, Pijnenburg, Schön, Van
Kempen.
Deneef loopt uit, maar Pijnenburg is er
als de kippen bij en voorkomt alle gevaar.
5e sprint: Charlier, Wals, Schön, Van
Kempen.
6. Vluggen, Pijnenburg, Richli, Guim
bretière.
Charlier doet een uitlooppoging, zonder
resultaat echter.
7e sprint: Charlier, Guimbretière, Martin,
Schön.
8e sprint: Deneef, Slaats, Schön, Wals.
9e sprint: Wals, Martin, Haemerlinck.
Deneef.
10e sprint: Slaats, Pijnenburg, Van Kem
pen, Buysse.
11e sprint: Guimbretière, Richli, Pijnen
burg, Smets.
12e sprint: Pijnenburg, Richli, Martin en
Buysse.
Dan is het oogenblik gekomen, waarop
Pijnenburg er vandoor gaat. Hq en Wals
hebben dan alleen de leiding, welke zij tot
het einde behouden.
13e sprint: Martin, Wals, Van Buggenhout
Vluggen.
14e sprint: Guimbretière, Wals, Smets,
Schön.
15e sprint: Guimbretière, Loncke, Pijnen
burg, Richli.
16e sprint: Vluggen, Guimbretière, Lonc
ke, Wals.
17e sprint: Wals, Guimbretière, Smets.
Richli.
18e sprint: Martin, Vluggen, Guimbre
tière, Loncke.
19e sprint: Wals, Smets, Loncke, Deneef.
In 145 uur waren afgelegd 3259.500 km.
De eindstand luidt als volgt:
Aan den kop: 1. PijnenburgWals, 318
punten.
Met een ronde achterstand: 2. Richli
Schön 345 punten, 3. CharlierLoncke 282
punten; 4. MartinSmets 219 punten; 5.
BuysseDeneef 194 punten; 6. Guimbretiè
reVan Kempen 192 punten.
Met twee ronden achterstand: 7. Haemer-
lynckVan Buggenhout 117 punten.
Met vier ronden achterstand: 8. Slaats—
Vluggen 223 punten; 9. DurayAnhes 72
punten.
Het winnende koppel werd onstuimig toe
gejuicht. het reed het traditioneele eere-
rondje en had de gebruikelijke bloemen en
kransen in ontvangst te nemen.
BILJARTEN
DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN
45/1 GENEVE.
Dommering neemt deel.
Naar wij vernemen zal Nederland op het
a.s. biljarttournooi te Genève om het we
reldkampioenschap 45/1, welke kampioen
schappen worden gehouden van 25 tot 28
Januari a.s., vertegenwoordigd worden door
Dommering.
Dommering zal Nederland eveneens ver
tegenwoordigen in de a.s. wereldkampioen
schappen 45/2, die 15 Februari a. s. te Gro
ningen beginnen.
OM DE COUPE GLORIEUX.
De wedstrijden om de Coupe Glorieux,
welke heden te Brussel zouden aanvangen,
zijn uitgesteld. De reden van dit uitstel moet
gezocht worden in het feit, dat er geen be
hoorlijk lokaal verkrijgbaar was voor deze
wedstrijden. Het tournooi om de Coupe Glo
rieux, waaraan telken jare eenige sterke
Nederlandsche biljarters deelnemen, zal nu
in Mei a.s. plaats vinden.
TWEEDE KLASSE KAMPIOENSCHAP.
Heden, morgen en Zondag worden de
kampioenschappen van Nederland tweede
klas groot biljart te Amsterdam gehouden.
De organiseerende vereeniging is „H. E.
T. E. Y." Amsterdam, welke in haar club
lokaal in café Dubois de wedstrijden laat
verspelen. Er hebben zes deelnemers inge
schreven nl. L. Gehrels (titelhouder) en J.
G. Beuming (beiden van H. E. T. E. Y.), V.
Kappel en C. Keyzer (beiden van Benoor
den het Y), R. Wolthekker en S. B. Cremer
(beiden Bond van Noordelijke Biljartvèr-
eenigingen).
Het programma-wedstrijdschema is als
volgt vastgesteld:
Vrijdag 5 Januari opening 19.30 uur.
Kappel—Keyzeren GehrelsBeuming,
21.30 uur KappelWolthekker.
Zaterdag, 6 Januari: 2 uur GehrelsCre
mer, 4 uur: BeumingKeyzer en Cremer
Wolthekker.
19.30 uur: GehrelsWolthekker, 21.30
uur: BeumingKappel en CremerKeyzer.
Zondag 7 Januari: 1 uur Béuming—Cre
mer, 3 uur: Keyzer—Wolthekker en Gehrels
Kappel.
19 uur: BeumingWolthekker, 21 uur:
KappelCreme;r en GehrelsKeyzer.
Ben ik hier in d<
zaal. waar een lezin;
wordt gehouden ovci
nienwe methoden
voor de kankerdiag
nostiek? Is hier
soms een dokter aan
wezigz'n naam
is me ontschoten.
(Life)