BRIEVEN OVER ONS GELOOF VRIJDAG 5 JANUARI 1934 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 11 HET WONDER. 4 De bewijskracht van het wonder. Een fatale cirkel? „Moreele wonderen". Om te beginnen, Paul, wensch ik je een zalig 1934! Afgezaagd klinkt nu, na vier dagen van herhaling, die wensch. maar dacht je al eens goed na over zijn eigenlijke betee- kenis? „Gelukkig nieuwjaar!" zegt de wereld en zij denkt eigenlijk alléén aan het lichaam en aan allerlei anders, dat óók vergaan zal. „Moge dit jaar gelukkig zijn voor je eeuwigheid! Moge je op 't eind van 1934 kunnen zeggen: mijn ziel is in dit jaar weer wat dichter tot mijn einddoel, tot God gekomen!" dat bedoelen wij met ons „z a- lig Nieuwjaar!" Maar, wij moeten nu „tot onze schapen terugkeeren". Wij zijn nu aan onzen vierden brief over het Wonder. Je zult je misschien er over verbaasd hebben, Paul, dat ik juist aan dit onderwerp zooveel plaats geef. Of neen, je zult je er niet over verbaasd hebben: je hebt zelf ondervonden, hoe groot de „wondervrees" is bij je niet-katholieke kan toorcollega's en je hebt dit bleek mij tus- schen de regels van je brieven door, be grepen waaróm zij toch zoo tegen de mo- gelijKheid en de kenbaarheid van bet won der stribbelen: zij voelen héél goed, dat, wanneer zij de echtheid van ook maar één werkelijk wonder, dat geschiedde ter be vestiging van een leer, zouden moeten er kennen, zij verplicht zouden zijn, die leer te gaan belijden In mijn eersten brief over dit onderwerp heb ik je o.a. uiteengezet, dat slechts één teeken als waarlijk afdoende kan worden beschouwd ter onderscheiding van waar heid of valschheid eener als „goddelijke openbaring" gepredikte leer: het won der dat ter bevestiging van die leer wordt gewrocht. Andere kenteekenen, zooals de inhoud van die leer, het levensgedrag van den verkondiger, kunnen, ik heb je dat toen aangetoond, wel vermoedens geven ten gunste of ten ongunste, maar geen -absolute zekerheid. De afdoende bewijstkracht van „het wonder" zal je, na al wat ik je over dit on derwerp schreef, aanstonds blijken uit deze allereenvoudigste redeneering: een w e r- kelijk wonder gaat de krachten van alle schepselen te boven en kan dus alléén door God worden gewrocht. De heilige en alwe tende God zal nimmer een won der doen ten dienste van be drog of dwaling. Wanneer iemand nu een leer verkondigt, en beweert, dat die leer van God afkomstig is en ter bevestiging van die leer een werkelijk won der doet, dan is die leer inderdaad een goddelijke openbaring en dan zijn dus de menschen verplicht, die leer als waarheid te aanvaarden. Zooals de gezant van een aardschen ko ning zich afdoende „legitimeeren" kan door hei toonen van zijn papieren met on ver valscht koninklijk zegei, zoo legitimeert zich de ware Godsgezant door het wonder. Hij beduidt daarmede: ziet, de leer die ik predik, verkondig ik niet slechts op eigen gezag, maar opgezag vanGod, dié Zijn zegel: dit wonder, aan mijn woorden hecht. Nu lanceeren onze tegenstanders wel deze opwerping tik weet niet, Paul, of ze op jouw kantoor zóó diep over de zaan nadenken, maar je hèbt kans haar te hoo- ren!): „jullie- draaien rond in een fatalen cirkel; jullie moeten éérst aan Christus' wonderen gelooven en dan moeten die zelfde wonderen die dus al voorwerp van jullie Geloof zijn, weer als bewijzen dienen voor de goddelijke afkomst van datzelfde Geloof! Maar die opwerping, hoe vernuftig lij kend ook, houdt geen steek. Want onze redeneering is zóó: de wonderen, die den goddelijken oorsprong van onzen gods dienst bewijzen, staan zuiver-ga- schiedkundig vast, d.w.z. om het wer- kelijk-gebeurd-zijn van een echt worider te bewijzen, gebruiken wij dezelfde metho de die in de geschiedeniswetenschap altijd gebruikt wordt om het werkelijk-gebeurd- zijn van een feit te bewijzen. Dat het won derlijk feit werkelijk gebeurd is, stellen wij vast, zooals de geschiedeniswetenschap vaststelt bijv. dat Julius Caesar werkelijk geleefd heeft: uit de verhalen van betrouw bare getuigen, die onvervalscht in boeken en geschriften tot ons zijn overgekomen. En als wij dan het wonderbare, aldus ge schiedkundig vastgestelde feit nader be schouwen, dan komen wij, met ons ge woon natuurlijk verstand tot de con clusie: dat feit kan door geen enkel schep sel en moet dus door God zijn verricht, dat feit is dus een wonder. En als zulk een wonder dan geschiedde tot bevestiging van een leer of tot bewijs van het goddelijk- gezant-zijn van een persoon, dan zeggen wij: dus is die leer waar, óf: dus is die persoon werkelijk een Godsgezant. Oef, hoor ik je al zuchten, dat is een heel verhaal! Toch is het feitelijk niet an ders, Paul, dan een herhaling in anderen vorm van de uiteenzetting, welke ik je in mijn tweeden brief gaf, toen ik je over de „kenbaarheid" van het wonder schreef. Tot zoover over die „fatale cirkel", een veelgebruikte bestrijding. De wonderen, waarover ik tot nu toe met je sprak, Paul, waren tweesoortig: zij die behooren tot de stoffel ij ke orde (Gods ingrijpen op het gebied der natuurkrach ten) en de z.g. profetieën, dat zijn zekere voorzeggingen van een toekom stige gebeurtenis, welke geen enkel schep sel, geen enkel geschapen verstand, te voren kan weten en dus alleen door God kunnen geschieden. Tenslotte wil ik je nog schrijven over het z.g. moreele wonder, dat is een won der, dat behoort tot het gebied van den menschelijken wil. Hieronder verstaat men een bepaalde handelwijze van één of meer menschen, die niet verklaard kan worden uit de gewone, natuurlijke kracht van den menschelijken wil, en die dus een b q- zonder ingrijpen van God op den menschelijken wil veronderstelt. Wanneer de gedragingen van zeer vele menschen of van één mensch, maar dan herhaaldelijk, afwijken, van wat de menschen gewoon zijn te doen in soortgelijke omstandigheden en die afwij king is zóó dat de gewone natuurlijke wils kracht van de menschen daartoe nooit in staat zouden zijn, dan moet men tot een bijzondere tusschenkomst van God be sluiten. Een moreel wonder is, om maar eens één voorbeeld te noemen, de snelle groei van den Christelijken godsdienst: een godsdienst die juist inging tegen de uitle- ving van alle menschelijke harstochten, welke in de eerste eeuwen de wereld over- heerschten. Hoe is het te verklaren, dat honderddui zenden van alle rangen, standen en leeftij den, ondanks de bloedigste vervolgingen op het woord van geloofsverkondigers, die vrijwel geheel verstoken waren van de ge wone menschelijke machtsmiddelen (geld, aanzien, menschelijke wetenschap) w i 1- d e n overgaan tot een Godsdienst, die te gen alle heerschende begrippen van men- scheljjk geluk in-ging? Hoe is het te verklaren, dat zulk een Godsdienst, ondanks smaad en vervolging, die bleven, ondanks de harstochtuitlevirg, die bleef, de eeuwen door, honderden mil- lioenen belijders werven blijft onder alle volken? Geen m e n s c h e n-werk is dit, geen ge schapen machten konden en kunnen uit eigen kracht der menschen wil hiertoe brengen. God alleen kan dat niet te looche nen feit hebben gewrocht, Hq alleen werk te dit w o n d e r! En God kan deze won dervolle tusschenkomst niet hebben ver richt ten dienste van bedrog of dwaling: de ware Godsdienst alléén kan zóó door God zijn geholpen! Wijs ook hierop je col lega's eens: dit is een argument voor ie waarheid van onzen Godsdienst, dat al on- telbaren tot dien Godsdienst heeft gevoerd! Hoe zullen wij nu verder voortgaan, Paul, om de waarheid van ons Geloof over tuigend in haar grondslagen te bewijzen? Wij hebben nu gezien: dat wonderen mogelijk zijn, dat zij als wonderen kenbaar zijn, hierboven schreef ik je over hun bewijskracht en wat ik je in de eerstvolgende brieven zal uiteenzet ten is dit: le. De Evangelieën zijn betrouwbare ge schiedverhalen. 2e. In die Evangelieën staat dat Jezus Christus heeft beweerd, dat Hij een door God geopenbaarden godsdienst ver kondigde en Hij heeft ter bevestiging van die bewering zich herhaaldelijk be roepen juist op de wonderen, die Hij deed (de echtheid van die wonderen, dus dat zij niet aan toepassing van natuurlijke krachten kunnen worden toegeschreven heb ik in mijn vorigen brief bewezen). 3e. Dus is de Godsdienst, die Jezus Chris tus predikte ook werkelijk een door God geopenbaarde Godsdienst. Tot over twee weken. Dan zal ik je dus over de geschiedkundige betrouwbaarheid der Evangelieën schrijven. Begin het jaar goed! P.S. Je herinnerde mij er aan, Paul, dat ik je beloofde over „Lourdes" en ook over het „Spiritisme" een afzonderlijken brief te schrijven. Om de lijn niet te onderbreken zal ik dat doen na de brieven, die ik je hier boven beloofde. Naar aanleiding van deze brieven kan men ook vragen inzenden over het ver handelde aan het adres: mr. A. A. W. Die- penbrock, Hageveld, Heemstede. LETTEREN EN KUNST Het SchildApologetisch Maand schrift. Uitg. der A. V. Petrus Ca- nisius. Bekeeringsgeschiedenissen spelen een groote rol in de jaargangen van het Schild. En terecht, want zij zijn dikwijls krachti ger apologie dam scherpzinnige vertoogen. In de jongste aflevering begint het re- dactioneele gedeelte al dadelijk met de be- keeringsgeschiedenis van een Engelsch- man, Arnold Lunn, een bekend alpinist en sportman, die in den zomer van 1933 tot de Katholieke Kerk overging. Aansluitend hieraan releveeren wq het bericht, opgenomen in de rubriek „Op den Uitkqk", dat de weduwe van wijlen Henri Borel, op 8 December j.l. het voorbeeld van haar mam heeft gevolgd en opgeno men is in den schoot der Moederkerk. Als een nieuwen vorm van hagiographie (heiligen levensbeschrijving) laat prof. N. Greitemann van Warmond ons kennis ma ken met een Engelsch boekwerk, dat den titel draagt van „The English Way". Dit boek bevat 16 schetsen van Engelsche hei ligen vanaf Beda tot en met kardinaal Newman, welke schetsen zijn geschreven door 14 verschillende auteurs, die allen hun eigen heiligen hebben getypeerd en beschreven in het licht van den tijd, waar in zij leefden. Een goed voorbeeld voor onze Nederlandsche Katholieke auteurs; die in onze vaderlandsche geschiedenis ook menige heiligenfiguur kunnen aantreffen, waard nog eens nader bestudeerd en be schreven te worden. Het volgende artikeltje over „Geestelij ke Gezondheid" is een filosophische bespie geling van dr. Bender O.P., waarin hij tot de slotsom komt, dat de ziel als zooda nig niet ziek kan zijn en als haar functio neering gestoord wordt, dit te wijten moet zqn aan defecten in het lichaam. J. Lammertse Lz. heeft het over de Schriftuurlijke symboliek in den eere- dienst der Kerk, terwijl ir. Molengraaff zijn serie korte episteltjes voortzet over ie Vreugde. H. W. F. Frintrop brengt tenslot te Crisis en Apologie met elkaar in ver band en wijst er nog eens op, dat een op lossing zonder Christus slechts een schijn oplossing kan zijn. Den rubriek „Op den Uitkijk" vermeld den wij reeds. Een interessante Vragen- bus, Boekbespreking en Correspondentie sluit de Januari-aflevering af. „VredeVreugde". Maandelijksche recollectie voor religieusen, door L. Backhuys pr. Uitgave J. J. Romen Zn., Roermond. „Vrede-Vreugd" bevat een reeks confe renties, gehouden op de maandelijksche re- collectiedagen in een klooster van Ursulinen Het zijn losse conferenties, meestal geko zen naar aanleiding van een tekst uit de Mis van den Zondag. Daarom zijn ze ge rangschikt volgens het Kerkelijk Jaar. Be halve voor de recollectiedagen kan het boek zeer goed voor „geestelijke lezing" ge bruikt worden. „Onze Moeder", door P. Cajetanus Maria van Bergamo O.M. Cap. Uitgave J. J. Romen Zn., Roer mond. De in het Nederlandsch vertaalde wer ken van Pater Cajetanus Maria van Ber gamo beleefden in ons land een groote suc ces. Aangemoedigd dcor dit succes deed Pater dr. Silverius van Vechel O.M. Cap. deze overwegingen over Maria's feestdagen en over Maria's deugden, smarten en vreugden in 't licht zien. Waar er nog niet zooveel meditaties over O. L. Vrouw in 't Nederlandsch bestaan, deed de vertaler hiermede een goed werk. Novene ter eere van 't Goddelijk Kind. Uitg. J. J. Romen Zn., Roermond. De schrijver van deze novene is de H. Alphonsus Maria de Liguori. Een verdere aanbeveling van deze mooie novene, die vooral in dezen Kersttijd past, lijkt ons overbodig. Almanak voor den Jongen Boer en Tiunder. Uitg. „De R. K. Boe ren- en Tuindersstand", Den Haag. Een handige almanak, met vele waar devolle gegevens, waaruit onze jonge boe ren en tuinders groot profijt kunnen trek ken. DIOC. HAARL. VOETBALBOND. UIT HET LEIDSCHE DISTRICT. Junioren-Competitie. Voor a.s. Zondag zijn er voor onze Junio ren nog geen wedstrijden vastgesteld. Het is immers te verwachten dat de ter reinen voor de Junioren nog niet bespeel baar zullen zijn. De competitieleider. SCHAKEN Competitie Leidsche Schaakbond. Dinsdag speelde in het Beursgebouw te Bodegraven .de competitiewedstrijd voor den Leidschen Schaakbond Bodegraven I Bodegraven II. De uitslag is als volgt: Bodegraven IBodegraven II T. ScheerH. v. d. Panne 10 P. J. v. Dobben de BruijnP. Ydo 01 M. idemJ. A. Hoogendijk 01 K. KeermanB. Batelaan 10 A. C. de MeijereJ. H. Menning 10 J. H. Vervet—G. G. v. Dobben de Bruqnl—0 G. J. v. d. WaalN. idem 10 A. ScheerW. B. IJdo 10 W. VerduijnN. N. 10 S. VerburgA. v. Dam 01 Bodegraven I won dus met 73. HET TOURNOOI TE HASTINGS. De uitslagen van de achtste ronde luiden: Mitchell wint van Tylor, Flohr remise met Aljechin, Eliskases remise met Lilieii- thal, Miner Barry verliest van Thomas en Alexander verliest van miss Menchik. In de allerbelangrijkste partij, Flohr Aljechin, kwamen beiden in hoogen tijd- j nood. Flohr, die eigenlijk verloren stond. i wist door zijn enorm sterk eindspel nog juist aan een nederlaag te ontsnappen en dwong'toen remise af. De resultaten van de partijen in de lagere I afdeelingen, door Hollanders gespeeld, lui- den als volgt: Rupert Cross wint van Prins, j De Jong remise met Jameson en Ullrich I wint van Morrison. WIELRENNEN DE ZESDAAGSCHE TE BRUSSEL. PIJNENBURG—WALS WINNAARS. In de Donderdagochtenduren is heel kalm gereden, ongeveer met 6 km. gemid deld per uur. Om 12 uur gistermiddag gaf H. Aerts den strijd op. Hij ondervond veel last van de verwondingen, welke hij tijdens de alge- meene valpartij in den vorigen nacht had opgeloopen. Om 1 uur, na 136 uur rijden waren afge legd 2983.325 km. Om 2 uur kwamen daar nog bij ruim 10 km. Om 3 uur 's middags gaf ook Jules van Hevel op, zoodat een nieuw koppel ge vormd kon worden voor de laatste uren tusschen van Vlockhoven en Haezehdonckx. De sprints van 3 uur hadden het volgende resultaat: Eerste sprint: 1. Richli, 2. Slaats, 3. Wals, 4. Charlier. Tweede sprint: 1. Gheyssels, 2. Pijnen burg, 3. Martin, 4. Schön. Derde sprint: 1. Slaats, 2. Richli, 3. De- neef, 4. Wals. Vierde sprint: 1. Pijnenburg, 2. Schön, 3. Vluggen, 4. Charlier. Vijfde sprint: 1. Deneef, 2. Smets, 3. Slaats 4. Wals. Zesde sprint: 1. Vluggen, 2. Öheyssels, 3. Charlier, 4. Pijnenburg. Na 138 uur waren afgelegd 3015.050 km. en na 139 uur 3043.250 km. Omstreeks 4 uur in den middag was er weer heel wat publiek toegestroomd. Uit looppogingen van Pijnenburg en Haezen- donck hadden geen resultaat, daar Schön nauwkeurig waakt en het veld weer bijeen brengt. Een volgende poging van Furay ge lukt ook al niet omdat Deneef den vluch teling achternagaat. Na 140 uur was afge legd 3078.500 km. en na 141 uur 3113.335 km. De klassementsprints van 5 uur hadden het volgende resultaat: Eerste sprint: 1. Ha&^ndonckx, 2. Slaats, 3. Duray, 4. Wals. Tweede sprint: 1. Pijnenburg, 2. Richli, 3. Charlier, 4. Vluggen. Derde sprint: 1. Buysse, 2. Slaats, 3. Loncke, 4. Duray. Vierde sprint: 1. Pijnenburg, 2. Vluggen, 3. Charlier, 4. Smets. Vijfde sprint: 1. Richli, 2. Slaats, 3. Hae- zendonckx, 4. Wals. Zesde sprint: 1. Charlier, 2. Vluggen, 3. De neef, 4. Pijnenburg. Pogingen van Martin en Jean om weg te loopen mislukten, alleen het koppel Van VleckhovenHazendonckx gelukte het een ronde te nemen. Na 142 uur rijden, dus om 7 uur 's avonds waren 3142.750 km. afge legd. Een premie van 500 francs voor het kop pel, dat het eerst 1 ronde won werd gewon nen door DurayAnhes. MartinSmets de jonge Belgische ren ners, slaagden er bijna in een ronde in te loopen en zich weer bij de leiders te voe gen. Zij hadden bepaald pech, toen juist op het moment dat Smets het veld zou inhalen een bandje van zijn kar knapte en de ron de niet kon worden toegekend. Van Kempen en Guimbretière eenerzijds en CharlierLoncke anderzijds demarreer den, doch alweer zonder succes. Tenslotte slaagden Buyssse en Deneef er in 1 ronde te winnen, zoodat zij zich eveneens bij de leiders voegden. De stand des avonds kwart voor 8, dus 21/4 voor het einde, was als volgt: 1. Richli—Schön 321 punten, 2. Charlier Loncke 259 punten, 3. PijnenburgWals, 256 punten Van de een-en-twintig koppels, welke voor de Brusselsche Zesdaagsche zijn ge start, zijn er in den loop van den strijd niet minder dan twaalf uitgevallen, waarbij dan, wat Broccardo betreft, rekening moet wor den gehouden met het feit, dat hij door treurige familieomstandigheden genood zaakt is geweest uit te scheiden. Het is een groote voldoening, dat het Ne derlandsche koppel Pijnenburg—Wals den strijd heeft weten te winnen, door op hst laatste moment zich los te maken en toe te springen. Den geheelen Donderdagavond is er hard om den zege gevochten, waarbij tallooze uitlooppogingen vielen te noteeren. Het sportpaleis was geheel uitverkocht en de toeschouwers hebben de laatste uren hartstochtelijk meegeleefd met de verrich tingen van de renners. De prints van acht uur hadden het vol gende verloop. le sprint: Anhes, Pijnenburg, Guimbre tière, Martin. 2e sprint: Duray, Van Kempen, Smets, Haezendonckx. Na dezen sprint gaven zoowel- Hazen donckx als zijn koppelgenoot van Vlock hoven wegens vermoeidheid op. 3e sprint: Haemerlinck, Martin, Buysse, Richli. Buysse deed daarop een poging om weg te loopen, doch Pijnenburg beantwoordde dezen aanval, het geheele veld met zich meetrekkende. 4e sprint: Haemerlinck, Martin, Buysse, Richli. Na 143 uur waren afgelegd 3177.500 km., na 144 uur 3216.025 km. Dan breekt het laatste uur aan. De strijd is vol spanning. Steeds en steeds weer trachten de renners weg te loopen, doch zij bewaken elkaar angstvallig. Het gaat voor al tusschen Pijnenburg—Wals en Van KempenGuimbretière. Eerstgenoemden zijn geweldig op dreef en slaan alle aan vallen met succes af. Enkele tientallen mi nuten voor het einde zien zij hun kans schoon er tusschenuit te trekken en nemen zij met een ronde voorsprong de leiding! Hoe de andere koppels zich ook inspannen, zij blijven hun achterstand behouden. De laatste serie sprints had het volgende verloop: le sprint: Slaats, Wals, Haemerlinck, en Martin. Haemerlinck neemt een ronde. 2e sprint: Schön, Slaats, Pijnenburg, en Martin. 3e sprint: Wals, Vluggen, Smets, Buysse. 4e sprint: Buysse, Pijnenburg, Schön, Van Kempen. Deneef loopt uit, maar Pijnenburg is er als de kippen bij en voorkomt alle gevaar. 5e sprint: Charlier, Wals, Schön, Van Kempen. 6. Vluggen, Pijnenburg, Richli, Guim bretière. Charlier doet een uitlooppoging, zonder resultaat echter. 7e sprint: Charlier, Guimbretière, Martin, Schön. 8e sprint: Deneef, Slaats, Schön, Wals. 9e sprint: Wals, Martin, Haemerlinck. Deneef. 10e sprint: Slaats, Pijnenburg, Van Kem pen, Buysse. 11e sprint: Guimbretière, Richli, Pijnen burg, Smets. 12e sprint: Pijnenburg, Richli, Martin en Buysse. Dan is het oogenblik gekomen, waarop Pijnenburg er vandoor gaat. Hq en Wals hebben dan alleen de leiding, welke zij tot het einde behouden. 13e sprint: Martin, Wals, Van Buggenhout Vluggen. 14e sprint: Guimbretière, Wals, Smets, Schön. 15e sprint: Guimbretière, Loncke, Pijnen burg, Richli. 16e sprint: Vluggen, Guimbretière, Lonc ke, Wals. 17e sprint: Wals, Guimbretière, Smets. Richli. 18e sprint: Martin, Vluggen, Guimbre tière, Loncke. 19e sprint: Wals, Smets, Loncke, Deneef. In 145 uur waren afgelegd 3259.500 km. De eindstand luidt als volgt: Aan den kop: 1. PijnenburgWals, 318 punten. Met een ronde achterstand: 2. Richli Schön 345 punten, 3. CharlierLoncke 282 punten; 4. MartinSmets 219 punten; 5. BuysseDeneef 194 punten; 6. Guimbretiè reVan Kempen 192 punten. Met twee ronden achterstand: 7. Haemer- lynckVan Buggenhout 117 punten. Met vier ronden achterstand: 8. Slaats— Vluggen 223 punten; 9. DurayAnhes 72 punten. Het winnende koppel werd onstuimig toe gejuicht. het reed het traditioneele eere- rondje en had de gebruikelijke bloemen en kransen in ontvangst te nemen. BILJARTEN DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN 45/1 GENEVE. Dommering neemt deel. Naar wij vernemen zal Nederland op het a.s. biljarttournooi te Genève om het we reldkampioenschap 45/1, welke kampioen schappen worden gehouden van 25 tot 28 Januari a.s., vertegenwoordigd worden door Dommering. Dommering zal Nederland eveneens ver tegenwoordigen in de a.s. wereldkampioen schappen 45/2, die 15 Februari a. s. te Gro ningen beginnen. OM DE COUPE GLORIEUX. De wedstrijden om de Coupe Glorieux, welke heden te Brussel zouden aanvangen, zijn uitgesteld. De reden van dit uitstel moet gezocht worden in het feit, dat er geen be hoorlijk lokaal verkrijgbaar was voor deze wedstrijden. Het tournooi om de Coupe Glo rieux, waaraan telken jare eenige sterke Nederlandsche biljarters deelnemen, zal nu in Mei a.s. plaats vinden. TWEEDE KLASSE KAMPIOENSCHAP. Heden, morgen en Zondag worden de kampioenschappen van Nederland tweede klas groot biljart te Amsterdam gehouden. De organiseerende vereeniging is „H. E. T. E. Y." Amsterdam, welke in haar club lokaal in café Dubois de wedstrijden laat verspelen. Er hebben zes deelnemers inge schreven nl. L. Gehrels (titelhouder) en J. G. Beuming (beiden van H. E. T. E. Y.), V. Kappel en C. Keyzer (beiden van Benoor den het Y), R. Wolthekker en S. B. Cremer (beiden Bond van Noordelijke Biljartvèr- eenigingen). Het programma-wedstrijdschema is als volgt vastgesteld: Vrijdag 5 Januari opening 19.30 uur. Kappel—Keyzeren GehrelsBeuming, 21.30 uur KappelWolthekker. Zaterdag, 6 Januari: 2 uur GehrelsCre mer, 4 uur: BeumingKeyzer en Cremer Wolthekker. 19.30 uur: GehrelsWolthekker, 21.30 uur: BeumingKappel en CremerKeyzer. Zondag 7 Januari: 1 uur Béuming—Cre mer, 3 uur: Keyzer—Wolthekker en Gehrels Kappel. 19 uur: BeumingWolthekker, 21 uur: KappelCreme;r en GehrelsKeyzer. Ben ik hier in d< zaal. waar een lezin; wordt gehouden ovci nienwe methoden voor de kankerdiag nostiek? Is hier soms een dokter aan wezigz'n naam is me ontschoten. (Life)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 11