ff id LITURGISCHE KALENDER IN DE KERSTWEEK. Vanaf Maandag dagelijks Gloria (behalve Donderdag) en Credo. De Prefatie van Kerstmis. ZONDAG 24 Dec. Vigiliedag voor het Hoogfeest van Kerstmis. Mis: Hodie. Geen Glorie. 2e gebed v. d. 4en Zondag v. d. Ad vent. Het Alleluja met vers wordt vanwege den Zondag wel gebeden. Credo. Prefatie V. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Paars. Vaandag zult gij weten, dat de Heer komt en morgen zult gij zijne glorie aanschou wen. Morgen zal de ongerechtigheid der aarde worden uitgedelgd en zal de Zalig maker der wereld over ons heerschen". (Introitus en Alleluja-vers). MAANDAG 25 Dec. Kerstmis. Hoogfeest van Christus' Geboorte. Geboden te vieren als Zondag. De Nachtmis: Dominus. De Dageraadsmis: Lux fulgebit. 2e gebed v. d. H. Anastasia. De Dagmis: Puer. Laatste Evangelie als op Driekoningen. N.B. Men lette gedurende het geheele Kerstoctaaf op de veranderingen in het ge bed „Communicantes". Op dit Hoogfeest laat de H. Kerk hare priesters drie H.H. Missen opdragen ter viering van Christus' geboorte in de stal van Bethlehem (Nachtmis), in de harten der menschen (Dageraadsmis) en van Zijn geboorte van alle eeuwigheid uit den Va der (Dagmis). Heden is de Zaligmaker geboren, die Christus de Heer is, in de stad van David (Evangelie v. d. Nachtmis). Laten wij op deze aarde ons verheugen met de hemelin gen (Offertorium v. d. Nachtmis). Maar ook zien wij met de oogen des geloofs in dat machtelooze Kind den Almachtigen en Allerheiligsten God. Aanbidden wij dat Kind met de Engelen des hemels: „Eere zij aan Gód in den hooge". Aanbidden wij dat Kind in ons hart en vragen wij met het nieuwe Licht van het menschgeworden Woord (de genade) te mogen worden ver licht en dat het nieuwe Licht moge uit stralen in onze werken (Gebed v. d. Dage raadsmis). Want dan alleen is ons Kerst feest vruchtbaar als het eene verandering en bekeering van leven teweeg brengt. Im mers: „De genade van God, onzen Zalig maker is ons verschenen, om te leeren, dat wij aan de goddeloosheid en de begeerlijk heid der wereld moeten verzaken en zedig, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld moeten leven". (Epistel v. d. Nachtmis). DINSDAG 26 Dec. Tweede Kerstdag. Feest van den H. Stephanus, Diaken, eerste Martelaar. Mis: Sederunt, gebed v. h. Kerst octaaf (uit de Dagmis). Gisteren beleed de H. Kerk voortdurend de Godheid van het Kind in de kribbe. Van daag viert zij het feest van den eersten martelaar, die de Godheid van Christus het zijn bloed en leven zoo schitterend heeft betuigd. Om zijne prediking van den Christus is de H. Stephanus gesteenigd. WOENSDAG 27 Dec. Feestdag van den H. Joannes, Apostel en Evangelist. Mis: In medio. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Wit. In de vreugde van het Kerstfeest viert de H. Kerk ook het feest van den H. Jo annes, den meest beminden leerling des Heeren. Na zijne uitverkiezing zien wij den H. Joannes steeds in de innigste gemeen schap met Christus. Hij stond ook onder het kruis, hij, die gerust had aan 's Heeren borst bij het laatste Avondmaal. Joannes stond aan het hoofd der Kerk in Klein- Azië, werd onder keizer Diocletiaan gevan gen genomen en geworpen in een ketel met ziedende olie, waar hij echter ongedeerd uittrad. Als balling op het eiland Patmos schreef hij zijn „Boek der Openbaring", het laatste der boeken v. d. H. Schrift. Van zyn hand hebben wij ook het H. Evangelie vol gens den H. Joannes en drie brieven. In zeer hoogen ouderdom is de H. Joannes overleden te Ephese (Klein-Azië). DONDERDAG 28 Dec. Feestdag v. d. H.H. Onnoozele Kinderen. Mis: Ex ore. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. Na het Graduale valt het Alleluja met vers weg en wordt gebeden de Tractus. Kleur: Paars. Heden vieren wij den feestdag der kin deren, die volgens het Evangelieverhaal door den allerwreedsten koning Herodes vermoord zijn. „Ziet, de aardsche vijand zou door eerbetuigingen die gelukkige kleinen nooit zóóveel voordeel hebben kun nen brengen, als hij nu gedaan heeft door zijn haat". (St. Augustinus). VRIJDAG 29 Dec. Mis v. d. H. Thomas van Kantelberg, Bisschop en Martelaar: Gaudeamus. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Rood. Thomas Becket, kanselier van koning Hendrik H van Engeland, tot Aartsbisschop van Kantelberg verheven, was tot groote telijke heerschzucht de rechten der Kerk telijke heerschzucht de trechten der Kerk aanrandde, een onverschrokken verdediger van de rechten der Kerk. Bedreigingen noch vleierij konden hem doen wankelen. Ten slotte was Thomas gedwongen te vluchten. Jarenlang verbleef hij onder de bescher ming van Paus Alexander en den Fran- schen koning Lodewijk in Italië en Frank rijk als balling. Door de bemoeingen des Pausen en van den Franschen koning kwam een einde aan Thomas' ballingschap. Maar spoedig na zijn terugkeer werd hij wederom het slachtoffer van allerlei las terlijke beschuldigingen, zoodat de koning in Thomas een vijand bleef zien van het rijk en zich zijn hovelingen beklaagde, dat er één priester was in het rijk, waarmee hij maar geen vrede kon houden. Deze woorden brachten de hovelingen op de ge dachte den koning van dien éénen priester te verlossen. Zeer goed begrijpend, dat Tho mas die eene priester was, hebben zij hem lafhartig vermoord tijdens de Vespers in de kathedraal van Kantelberg den 29en Dec. 1170. ZATERDAG 30 Dec. Mis: Puer (als de dagmis op het Kerstfeest). Epistel en Evan gelie als in de Dageraadsmis op het Kerst feest. 2e gebed ter eere van Marie; (Deus, qui salutis) 3e voor Kerk of Paus. Kleur: Wit. IN DE KERKEN DER E.E.P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: ZATERDAG: Mis v. d. Z.Z. Margarito Colonna en Matthia van Nazzarei, Maag- den:Virgines. 2e gebed v. d. Kerstoctaaf. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. KERSTMIS IN DE GEVANGENIS Op de voorbergen van den Eiffel ligt een dikke laag sneeuw. Als een donkerroode vuurbal is de zon ondergegaan en enkele moedwillige sterretjes hebben zich ondanks de nog heerschende schemering, aan den donkeren mistenhemel gewaagd. Het is 24 December namiddag. De kapel der gevangenis baadt zich in een zee van licht. De witte zuilenrijen aan de beide lengtezijden van het heiligdom, die eenvoudige rondbogen dragen, zijn met groene dennenguirlandes versierd, die een prachtig effect maken op den witten onder grond en met hun prikkelende boschlucht een heerlijk Kerst-aroma verspreiden. Links en rechts van het eenvoudig donker eiken bankaltaar prijken twee machtige Kerst- boomen, versierd met alle gekleurde ver siersels, die geloovige liefde op Kerstavond gereed houdt en met tallooze brandende waskaarsen beladen. Voor een donkerpaarse gordijn tegen den achterwand van het altaar bevindt zich een uit hout gesneden crucifix, de eenige beeldversiering van altaar en kerk. Het is het prachtig geslaagde meesterwerk van een kunstenaar, die in de gevangenis de doodslag op zijn vrouw uit jaloesie, met lange jaren boette. Zijn geheele treurig lot, zijn leed, zijn berouw en zijn liefde had de kunstenaar in het houten beeld gelegd en zijn ziel daardoor bevrijd van den zwaren last, die haar dreigde te vermorzelen. Ook de pilaren van het eenvoudige bankaltaar zijn met dennengroen omwon den, de muren, die anders een eenigszins nuchteren indruk maken en om waardige beschildering smeeken, dragen dennenkran- sen en boven het altaar is de Kribbe zicht baar, bestraald door de schitterende ster der belofte. In plaats van de ritueel voorgeschreven twee kaarsen voor de godsdienstoefening, schittert een zee van kaarslicht rond het altaar. Ook de biechtstoelen eveneens in barokstijl gehouden die 's morgens wel door alle Katholieke bewoners van het huis benut waren, zijn in hun architectuurlijnen door dennengroen nageteekend. De kerk is meer dan gevuld, want op Kerstavond wilde geen der gevangenen achterblijven, zelfs zij niet, die anders on der hoon en spot de vertroostingen van den godsdienst weigeren. Het is iets eigenaardigs zoo'n Kerstfeest in de gevangenis. Dit meest intieme van alle familiefeesten, door de Kerk met alle liefde omringd, is wegens de herinnering aan den onschuldigen kindertijd en aan de moeder zóo diep in de harten der gevan genen geworteld, dat ook voor den hard- nekkigsten zondaar en misdadiger op 24 December de behoefte naar liefde met de overweldigende kracht van een oorspron kelijk natuurgeweld losbreekt. Zoo zitten dan de straf ge vangenen, ieder in zijn afgesloten „kerkstoel" d.w.z. in een aparte ruimte van waar uit hij wel het al taar kan zien, maar niet met zijn buren in contact kan komen. Op dezen dag liep de Kerstmissie juist ten einde. De Franciscaner pater Elphidius had ze geleid. Een schitterend predikant! Een wonderlijke man, deze missionaris en geheel-onthouder! Een redenaar, die de menschen van harte tot hart toespreekt, die in zijn preek alle registers van gevoe lens en stemmingen niet het minst dat van den humor opentrekt en zoo bewijst, dat de Katholieke godsdienst niet vijandig staat tegenover het leven, integendeel! Hoe vaak had bij zijn preeken de kerk gedreund van een schaterend lachen, een zeldzaam verschijnsel in een strafgevangenis! Het was voor den ontwikkelden toeschou wer een genot na te gaan, hoe Pater Elphi dius met de eenvoudigste middelen den weg naar het verstand van den doorsnee-mensch en den ongeletterde zocht en vonden met welk een warme liefde hij de harde zondenkorsten, die misdaad en gewoonte om de ziel van den ouden misdadiger ge vormd had, wist te smelten. Wanneer hij op den preekstoel stond, het edele fijn besneden gelaat omstraald door het heilig vuur zijner roeping en de licht- reflexen van de Kerstboomkaarsen om zijn Serafijnsch hoofd gleden, dan werd men onwillekeurig herinnerd aan het beeld van ren H. Franciscus in het Museum van Keu len, die in hoogste extase de stigmata ont vangt Pater Elphidius had zijn laatste preek geëindigd en verliet den preekstoel om door de Sacristie, die het schip der kerk en preekstoel verbindt, in de kerk terug te keeren. - Toen zich de deur der sacristie opende, ontving ik een der diepste indrukken van mijn leven. Voor Pater Elphidius liepen drie in het wit gekleede meisjes van onge veer 5-7 en 9 jaar met kransjes van witte rozen in het eenvoudig gekapte haar. In de hand droeg ieder een brandende kaars. En toen legde Pater Elphidius in eenvou dige woorden uit, dat deze drie ambtena- rendochtertjes onze kinderen zouden ver tegenwoordigen en zoo zouden wij in ze keren zin voor onze kinderen als getui gen de Katholieke doopgeloften van onze onschuldige jeugd vernieuwen. Dat sloeg in als een bliksemstraal op onze zielen. De indruk op de gevangenen was onbeschrijfelijk en ik geloof dat er in dit uur, ver van de wereld, menig goed voornemen gemaakt is, dat ook na de vrij lating in de moeilijke situatie van „weer in de wereld terug moeten", gehouden is. Ik heb het trommelvuur yan den win ter- en herfstslag in Champagne, den „na kenden dood" in Vlaanderen en den ze- nuwsloopenden slag bij Cambrai meege maakt. Ik heb in de hel van Verdun ge vochten en mijn zenuwen hebben mij nooit in den steek gelaten, maar toen wij voor de onschuldige kinderen met bevende stemmen onder heete tranen de doopbelof ten uit onze jeugd hernieuwd hadden, toen konden mijn zenuwen dat niet meer ver dragen. Het Kerstfeest was ten einde. Wy keer den in onze cellen terug. Toen Pater Elphi dius dien avond nog het lazaret bezocht ,toen heb ik hem in boven geschreven woorden den indruk geschilderd, die de vernieuwing der doopbeloften op mij ge maakt had. Toen kwam het avondeten, de lichten werden gedoofd en de cellen lagen in het donker. Alleen de zachte schreden der wacht klonken op de gangen en knarsten op de pleinen. Van buiten scheen de volle maan door de ruiten en wierp als schaduw van het traliewerk kruisen op den vloer. kruisen. Stil lag de gevangenis, maar ik geloof niet dat er veel inwoners dien nacht ge slapen hebben. Een wereld van leed werd voor Gods troon omhoog gedragen.... Gij, daarbuiten, in het schoone Kerst feest met uw dierbaren onder den stralen- den boom in uw vreedzaam tehuis viert, gedenkt op dien heiligen avond met een kort gebed de gevangenen, die eenzaam, zonder hun dierbaren, met hun zelfver wijt, hun harde rechters, hun eigen gewe ten, alleen zijn. Op ieder van hen heeft de straf een an dere uitwerking. Wat den eenen licht schijnt te dragen, lijkt den anderen lood zwaar. Er zijn menschen die de Kerstnacht in de gevangenis langer dan een jaar toe schijnt. Velen onder u, die met uw dierbaren het heerlijke Kerstfeest vieren, heeft wellicht slechts een gunstig lot voor een Kerstfeest in de gevangenis bewaard. Denkt op dien heiligen avond een kort oogenblik aan die eenzamen in de cel en wanneer zij, na uitgeboete straf weer in het leven komen, met goede voornemens, m het bewustzijn van voldane boete, over denkt dan dat zij naar Christus' leer uw broeders zijn. Laat hen geen hardheid en hoon en spot gevoelen, maar helpt hen, op dat zij weer hun plaats kunnen innemen in de maatschappij. Ook voor de familie een kort woord. Houdt uw bestraften bloedverwant niet uw eigen onfeilbaarheid en onberispelijk heid voor oogen en bewijst hem geen koele correctheid. De vrijgelatene heeft juist liefde noodig. Dan zal het Kerstwoord in vervulling gaan: Vrede aan de menschen, die van goe den wil zijn!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 21