25ste Jaargans DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN NIEUWJAARS- ADVERTENTIËN NIEUWJAARSWENSCH VRIJDAG 22 DECEMBER 1933 No. 7693 aÊcidaeheSoti/fco/ii DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij TooroitbeUliiig: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Lij onze Agenten 20 cent per week S 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 1 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten noogste 30 woorden, v/aarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. i saaa V Het „nieuwe" recht. „Het nieuwe recht is gebaseerd op de eenheid van het volk als drager van ge meenschappelijk bloed" aldus de Ber- lijnsche rechter bij het uitspreken van een echtscheiding op grond van rassen-ver schil; een niet-Arische vrouw was getrouwd met een Duitscher, een Ariër, die echter nadien dit feit betreurde, echtscheiding aanvroeg en op genoemden grond ook ver kreeg. „Het nieuwe recht is gebaseerd op de eenheid van het volk als drager van ge meenschappelijk bloed". Het oude recht is gebaseerd op de God delijke wetten, ons bekend gemaakt in de Openbaring en in de eischen der door God geschapen, natuur! Dat is het „oude" recht. Het „nieuwe" recht in Duitschland be hoeft niet per se met het „oude" in strijd te zijn, doch k a n er maar al te gemakke lijk mede in strijd komen en komt er f e i- t e 1 ij k reeds herhaaldelijk mede in strijd! Na de Sterilisatiewet, pas door de „Os- servatore Romano" veroordeeld, vervolgt thans het Duitsch nationaal-sdcialisme zijn vestiging van nieuwe zeden door het ras sen-huwelijk. Het Arische bloed moet ver lost worden niet door het Christendom maar.... door den Jodenhaat. Dat „nieuwe" recht beteekent we her halen het eenvoudig: macht macht, die de minderheid kan onderwerpen en on derdrukken, en zonder dat die minderheid wettelijke middelen bezit, om zich daarte gen te verzetten of te verdedigen.Ter loops zij hierbij opgemerkt, dat wanneer in een democratisch-parlementair bewind een meerderheid een minderheid onrecht vaardig bejegent, deze zich toch althans niet „zonder vorm van protest" behoeft te laten onderdrukken; op z'n minst kan deze minderheid tegen zulk een bejege ning publiek protesteeren, terwijl ook vaak langs wettigen w.eg voor haar recht kan worden verkregen. Tegen de zoo fel gesmaalde domme macht van de helft plus één is verzet mogelijk, en ook verzet met resultaat; niet tegen de willekeurige macht van een dictatuur! (Van onzen parlementairen medewerker). De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp tot voorziening in hét bestuur der gemeente Beerta met slechts de stemmen der ultra revolutionairen tegen aanvaard. Dat het hier eer. zeer uitzonderlijke figuur betreft, blijkt wel het duidelijkst, indien men be denkt, dat tot heden slechts tweemaal van de bevoegdheid, die de grondwet in het 4de lid van art. 144 geeft, gebruik is gemaakt en wel in 1895 t.a.v. de gemeenten Opster- land en Weststellingwerf. Genoemd lid spreekt van „grove verwaarloozing" van de regeling en het bestuur der huishouding eener gemeente; is deze aanwezig, dan kan een wet bepalen op welke wijze in het be stuur dier gemeente moet worden voorzien. Dat zich in Beerta dit geval voordoet, valt niet te ontkennen. De opsomming, die de minister in zijn memorie van toelichting hieromtrent gaf, is inderdaad zeer illus tratief. De roode raadsmeerderheid de communisten konden hun spel slechts spe len met de hulp der soci's, welker optreden door den heer Schaper (S.D.A.P.) open lijk werd veroordeeld ging zoodanig om met gemeentefinanciën, dat hieraan paal en perk moest worden gesteld. De heer Scha per zeide zeer terecht, dat een raadslid aan drieërlei eischen moet voldoen: kennis heb ben van zaken, voldoende ruggegraat tegen over op hem uitgeoefenden aandrang en zich houden aan de wettelijke voorschrif ten en regelingen. Gezien dit alles stelde de minister van binnenlandsche zaken voor. den gemeenteraad en het college van B. en W. uit te schakelen en de volledige be stuursbevoegdheid te leggen in handen van den burgemeester. De heer IJsselmuiden (R.K.) was voor dit laatste wat huiverig en vroeg of het niet mogelijk zou zijn beide organen te handhaven als adviseerende colleges. Mr. de Wilde noemde dit een psychologische fout. De gemeenteraad zou zich dan eerst recht gaan voelen en het inschakelen der wethouders zou van deze personen een dergelijke mate van onafhankelijkheid ver ondersteld. De heer IJsselmuiden meende I Rjke sfeer, dan met reden kan worden ver- j ondersteld. De heer IPsselmuiden meende Ide regeering ook te moeten waarschuwen, voor het zenden van brieven en aanschrij vingen aan de gemeentebesturen, optreden j als dat in Beerta uit te lokken. De minister j ontkende ten sterkste, dat dit het gevolg I van zijn optreden zou zijn, dat geen ander doel heeft dan de gemeenten van tevoren j te waarschuwen. De minister noemde deze wet een ultimum remedium: pas in de uiter- j ste noodzaak behoort een dergelijke rege- i ling tot stand te komen. Maar overigens moet niet worden vergeten, dat toestanden als te Beerta het parlementaire stelsel on dergraven en koren op de molen zijn der fascisten. Autonomie brengt nu eenmaal mee gevoel voor verantwoordelijkheid. De heer W ij n k o o p (C.P.H.) noemde wat hier gebeurde de scherpste klassenstrijd. Zijn uitlating, dat de communisten bereid zijn de volle verantwoordelijkheid te dragen in alle gemeenten, maar dan zullen besturen volgens het voorbeeld van Beerta, verwek te een homerisch gelach. Voor deze heer on is werkelijk niets te dol. Dat de heer Sneevliet (R.S.P.) een betoog hield van dezelfde strekking behoeft eigenlijk niet te worden gezegd, daar dit vanzelf spreekt. Het stemt tot verheugenis, dat de S.D.A. P. door voor dit ontwerp te stemmen zich uitdrukkelijk geschaard heeft aan de zijde van hen die met de regeering een dam willen opwerpen tegen alle revolutionaire uitwassen. De begrooting van Koloniën werd z. h. s. aanvaard met aanteekening, dat de com munisten en Sneevliet geacht willen wor den te hebben tegengestemd. Minister Verschuur kreeg een aantal con- tingenteeringsontwerpen er door. De crisis-accountantsdienst zal er ook komen. Alleen de heer IJsselmuiden (R.K.) heeft hierover het woord gevoerd. Hij voelde meer voor particuliere accoun tants-kantoren, en toonde zich beducht, dat wij van zoo'n uitgebreid ambtenarencorps niet snel weer af zouden komen. De minis ter bestreed dit, waarna z. h. s. het ont werp werd aanvaard. Het voorstel van den heer Aalberse c.s. tot wijziging van het Reglement van Orde werd van de Agenda afgevoerd en zal be handeld worden na het Kerstrecès. Vrij uitvoerig werd nog gesproken over het ont werp tot wijziging van het tarief van in voerrechten in Ned.-Indië en bestendiging voor 1934 van de tijdelijke opcenten op het gewijzigd tarief, hetwelk ten slotte werd aanvaard. Daarna ging de Kamer op Kerstrecès en wel tot 13 Februari. EERSTE KAMER. Breedvoerig heeft de Eerste Kamer gis teren vergaderd over de wetsontwerpen tot steun aan noodlijdende gemeenten en korting op de uitkeeringen aan gemeenten. Belangrijk was de categorische verkla ring van den Nederlandschen bewaarder der schatkist, dat de belastingen, directe zooals als indirecte, de grens reeds heb ben bereikt. Gestreefd moet worden naar een lager niveau. Beide ontwerpen werden tenslotte z.h.st. aangenomen. De sociaal-democraten vroe gen aanteekening, dat zij geacht wilden worden tegen het eerste te hebben ge stemd. Bij het wetsontwerp tot heffing van op centen op de gemextefondsbelasting, be toogde de heer de Gijselaar (CH.) dat de vermogensbelasting reeds zoo hoog is, dat heffing van opcenten daarop hem onbillijk voorkomt. Daarentegen noemde Z. Exca Oud de verhouding tusschen in komsten- en vermogensbelasting niet on redelijk. Genoemde afgevaardigde bleef echter halstarrig en voeg aanteekening te hebben tegen gestemd. Volgende week komen de Indische pen sioenen aan de orde. Verrassingen schij nen, gezien het voorloopig verslag, uitge sloten te zijn. STEUN AAN DE TUINDERIJ. Verdere hulp niet geheel uitgesloten. Een delegatie uit de Katholieke fractie der Tweede Kamer, n.l. de heeren Loerak ker, Kampschöer, Groen en dr. Droessen, heeft gisterenmiddag een onderhoud ge had met den Minister van Economische Zaken. De delegatie heeft den indruk gekregen, dat er nog een geringe kans bestaat, dat voor de meest getroffen deelen van den tuinbouw nog eenige extra hulp zal wor den verkregen. Er zou door den Minister nog een com muniqué worden uitgevaardigd over rege ling der teel'beperking. UIT DEN LEIDSCHEN RAAD. 't Is een vreemde geschiedenis. Het heele stadhuisvraagstuk en het raad huisdebat erbij. Wij kunnen „gelukkig" zeggen, dat er eindelijk een beslissing is gevallen, hoe dan ook, maar 't is er merkwaardig naar toe gegaan. De architect, die deed wat de raad niet wilde, kreeg de voorkeur boven hem, die zich hield aan de afspraak. Hij werd voorgestaan door het overwe gend rechtsche college van B. en W. (uit genomen de katholieke wethouder mr. Tepe) en de heele rechterzijde was aan vankelijk in de oppositie tegen haar eigen vertrouwensmannen. Zij, die gewoonlijk in de oppositie zijn, toonden zich bij dit debat zoo volgzaam als lammetjes en huldigden de stelling, dat als men advies vraagt, men zich daaraan ook onderwerpen moet. Een houding, die de heeren tegenover de prae- adviezen van B. en W. nog nimmer inge nomen hebben. Nu zal geen mensch het kwalijk nemen, wanneer iemand een advies volgt, van welks waarde hij overtuigd is. Maar het typische was juist, dat van die overtuiging zoo weinig bleek. Toch was het debat van Maandag en Woensdag allerminst een dood debat; het ging er vooral aan het einde soms le vendig toe. Wanneer we de argumenten van de voorstanders van het plan-Blaauw en van de voorstanders van het plan-Kropholler nog eens zoiiden willen gaan wegen, moe ten wij ze eerst grondig ziften in zakelijke en onzakelijke. De laatste overwegen al wegen ze niet het zwaarste. Als zakelijke argumenten kan men noemen: de juridi sche. omtrent de vraag of de unfaire han delwijze van architect Blaauw een reden moest zijn om zijn plan te verwerpen; de aesthetische omtrent de vraag, welk plan de voorkeur verdient om zqn uiteiiijke ar chitectonische vormgeving, en de practi- sche omtrent de vraag, welk plan het beste is krachtens zijn constructieve kwaliteiten. De juridische vraag is vooral behandeld door mr. Donders in een requisitoir, dat het proces-v. d. Lubbe eer zou hebben aange daan. Het was overigens o.i. vrijwel in con- fesso, dat architect Blaauw z'n overeen komst met de gemeente niet was nageko men en op z'n minst niet fair gehandeld had tegenover z'n mede-architecten. Het eerste zoo betoogde de heer Don ders was wanprestatie tegenover de ge meente, het tweede was een onrechtma tige daad tegenover z'n collega's. Of hier inderdaad sprake is van een „on rechtmatige daad" in de juridische betee- kenis van het woord, lijkt ons wel wat du bieus. Maar al zou dat zoo zijn, dan zou dit hoogstens voor de architecten zelf een aanleiding kunnen zijn om een actie tot schadevergoeding in te stellen. Of zij dat willen doen, moeten zij uit den aard der zaak zelf weten. De gemeente heeft als zoodanig slechts te maken met de wanpres tatie, door den heer Blaauw gepleegd te genover de gemeente. Nu „kan" de gemeente daar boos over zijn, zij „behoeft" het echter niet te zijn; en noch B. en W. noch de raad waren daar blijkbaar in meerderheid boos over. Juri disch achten wij in tegenstelling met den heer Donders de houding van B. en W. gerechtvaardigd, maar het is en blijft een feit, dat er iets onbevredigends in zit en dat onbevredigende zoeken wij hierin, dat de gemeente thans profiteert van een unfaire handeling, al wordt dit ook gesteld door iemand voor wiens optreden de gemeente niet direct verantwoording draagt. Dat noemt het primitieve rechtsgevoel „niet eerlijk". Men zal daar des te gemakkelijker over heen komen, naar mate men meer bewon dering heeft voor het plan-Blaauw. En zoo wordt de kwestie weer verschoven naar de aesthetische en practische kwaliteiten der plannen. Wethouder Tepe had meer oog voor het aesthetische en verkoos daarom Kropholler; wethouder Splinter bezag als bouwkundige meer de constructieve hoe danigheden en vond deze beter in het plan- Blaauw. Ook de R. A. C. schijnt blijkens het rapport meer op de constructie te hebben gelet. Wij zullen niet verder nakaarten over de vraag, of het aesthetische dan wel het constructieve moet overwegen, doch mee- nen wel te kunnen zeggen, dat de Leidsche burgerij het gebouw beoordeelen zal op de allereerste plaats naar z'n uiterlijk en naar z'n positie in de omgeving. En dat zullen allen doen, die belangstelling hebben voor stedenschoon, maar van plattegronden geen verstand hebben. Wij vreezen dan ook, dat 99 pet. van allen, die Blaauw's werk zul len beschouwen, nimmer eenig vermoeden zullen hebben van het bestaan van het zoo zeer geprezen assenstelsel. De beide kampioenen in dit tournooi, de wethouders Tepe en Splinter, die beiden een uitstekende redevoering hebben ge hóuden, hebben echter, doordat zij de kwes tie van verschillend standpunt bekeken, vrijwel langs elkaar heen gepraat. Het heeft thans geen zin meer, de vergelijk bare kwaliteiten van beide plannen nog eens naast elkaar te zetten; het pleit is be slecht. Het is nu eenmaal zóó, dat een ze ker element van subjectiviteit niet is te vermijden, zooals wethouder Tepe terecht toegaf. Die subjectiviteit, welke de heer Tepe bedoelde in den zin van „persoon lijke smaak", kan evenwel sterk worden beïnvloed door allerlei factoren, die met de zaak, niet te maken hebben. En hier ko men wij aan de onzakelijke argumenten. De eerste sprekers hebben aanvankelijk serieuze pogingen aangewend om de „po litiek" er buiten te houden, maar voor wien de Leidsche Raad geen onbekende is, was het al spoedig duidelijk, dat dit onbe gonnen werk was. Het lust ons niet daarop in te gaan; wij willen slechts onze ergernis uitspreken over het bedrijf dies raadsle den, wien het weer gelukt is, het debat te doordrenken van het zuur der verdacht making. Natuurlijk(J) waren de Katholieken vóór Kropholler omdat hij Katholiek is! Maar verklaart men daarmee de houding der geheele A.-R.-fractie (op den wethouder na) en der twee C. H.'s. Het voorstel-Beekenkamp was schanda lige politiek! De sluwe opzet om Blaauw te „vermoorden", werd gelukkig al spoedig ingezien. Maar waar bleef die schandalig heid, toen de heer Beekenkamp de ver meende valstrik doodleuk wegnam? Dat een zekere tactiek de drijfveer was om ook het plan- v. Nieukerken in het voorstel op te nemen, kan best zijn, maar de schandaligheid van die tactiek kun nen wij niet inzien. Maar nu genoeg over de Raadhuiskwes tie. Het begin is gemaakt, al was het geen geboorte om trotseh op te zijn. Zoodanig heeft het Raadhuisdebat ge- praedomineerd, dat de besluiten van Dins dagavond daarbij vrij nietig lijken. Het voornaamste was de onderbrenging van de geneeskundige armenzorg bij M. Hulpbe toon, waarbij de kwestie van het Tarief van Bijdragen eenig roet in het eten gooide. Van veel belang was de zaak niet, omdat het bestaande tarief toch practisch wordt overgenomen. Vervolgens werd een nieuwe winkelsluitingsverordening aangenomen, welke wat den Zondag betreft eenigszins verschilt met de vorige, zulks op verlan gen van den minister. De slijters en houders van consumptie zaken (koek- en banketbakkers enz. mo gen krachtens de wet open zijn) kregen ten slotte de gevraagde openstelling hun ner winkels op Oudepaarsdag niet, welke dit jaar op Zondag valt en de café- en res taurantbedrijven zagen zich een verlich ting van den druk der personeele belas ting voorloopig geweigerd. De billijkheid VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het vermoedelijke vonnis in het Rijksdag brandproces. (2de blad). In vrijheid stelling van den Ierschen fas cistenleider O'Duffy. (2de. blad). Onrust op Cuba laait weer op. (2de blad). BINNENLAND. Teeltbeperking in den tuinbouw. (1ste blad). Het wetsontwerp inzake de gemeente Beerta aangenomen. (1ste blad). De invoer van eieren. (1ste blad) Het auto-ongeluk te Overschie eischte toch twee slachtoffers. (Gem. Ber., 2de blad en Laatste Ber.). De brandstichting in de „IJzeren Man" te Vught. Het dienstmeisje de daderes. (Gem. Ber., 2de blad). Aanvaring op de Nieuwe Maas te Rot terdam. Eén doode. (Gem. Ber., 2de blad). Haagsch notaris wegens fraude gearres teerd. (Gem. Ber., 2de blad). van een vermindering werd wel ingezien, maar.och de arme schatkist. De Raad heeft echter de verzekering gekregen, dat bij de eerstvolgende verhooging van de personeele belasting de billijkheid ten deze zal worden betracht. Aldus hebben wij drie dagen achtereen vergaderd en alvast een voorproefje gehad van de begrooting. De volgende maand zal dat feest plaats vinden. Vermelden we nog een interpellatie-Wil brink inzake de aankoop (e.v. onteigening) van de voor den Raadhuisbouw benodigde perceelen. Ondanks de ontkenning van den voorzitter zijn wij niet aan den indruk kunnen ontkomen, dat tot nu toe onvol doende rekening is gehouden met de be langen, die de betrokkenen hebben bij een spoedige afhandeling dezer aangelegen heid; dat er méér spoed betracht had kun nen en dus móeten zijn! Mr. H. G. W Tot en met 28 December a.s. is de gelegenheid opengesteld, aan ons Bureau, Bezorgers in de stad, en bij onze Agenten, om in het nummer van 30 December den gebruikelijken Nieuwjaarsgroet te plaatsen. De prijzen dezer Adver tentiën zijn a contant 14 regelsf 0.50 5-8 1— 9-12 1.50 13-16 2.- DE ADMINISTRATIE Ondergeteekende verzoekt plaatsing van den onderstaanden NIEUWJAARSGROET in het nummer van 30 December van „De Leidsche CourantPapengracht 32, Leiden S.v.p. duidelijk met potlood invullen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1