DINSDAG 12 DECEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. S
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
De gemeenteraad van Leiden vergadert
op Maandag 18 December 1933, des namid
dags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut
van 't Algemeen (Steenschuur 21).
De vergadering zal, zoo noodig, worden
voortgezet: op Maandag 18 December, des
avonds te 8 uur, op Dinsdag 19 December,
des avonds te 8 uur, op Woensdag 20 De
cember, des namiddags te 2 uur, op
Woensdag 20 December, des avonds te 8
uur.
Te behandelen onderwerpen:
lo. Benoeming van 5 leden der Com
missie, bedoeld in art. 2e, le lid, sub 3o.
der verordening, houdende Reglement
voor de Commissiën van Advies betref
fende de arbeids- en dienstvoorwaarden
van het personeel in dienst van de ge
meente Leiden, (vacatures: de heeren F.
Eikerbout, J. Wilbrink, Y. Kuipers, Th. M.
W. Bergers en R. van Eecke).
2o. Benoemnig van 5 plaatsvervangende
leden dier Commissie (vacatures de hee
ren mr. C. Beekenkamp, J. A. van der
Reijden, J. J. Vallentgoed, C. J. van Tol
en J. M. Vos).
3o. Suppletoire begrootingen, dienst
1932, van de Stedelijke Fabrieken van Gas-
en Electriciteit.
4o. Balansen en verlies- en winstreke
ningen, dienst 1932, van de Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit.
5o. Balans en verlies- en winstrekening
dienst 1932, van het Gemeentelijk Radio-
Distributie-Bedrijf.
6o. Balans en verlies- en winstreke
ning, dienst 1932, van de gestichten „En
degeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest".
7o. Suppletoire begrooting, dienst 1932,
van het Openbaar Slachthuis.
8o. Balans en verlies- en winstrekening
dienst 1932, van het Openbaar Slachthuis.
9o. Suppletoire begrooting, dienst 1932,
van het Grondbedrijf.
lOo. Balans en verlies- en winstreke
ning, dienst 1932, van het Grondbedrijf.
llo. Suppletoire begrooting, dienst 1932
van den Reinigings- en Ontsmettings-
dienst.
13o. Suppletoire begrooting, dienst 1932
van de Gemeentelijke Bank van Lee
ning.
14o. Balans en verlies- en winstreke
ning, dienst 1932 van de Gemeentelijke
Bank van Leening.
15o. Balans en verlies- en winstrekening
dienst 1932, van den Keuringsdienst van
Waren voor het district Leiden.
16o. Rekening, dienst 1932, van het Ge
meentelijk Wasch bureau.
17o. Rekening, dienst 1932, van het
Leidsch Muziekkorps.
18o. Begrooting, dienst 1934, van het
Gereformeerd Minne- of Arme Oude Man
nen- en Vrouwenhuis.
19o. Rekening van de ontvangsten en
uitgaven der gemeente over het jaar 1932.
20o: Voorstel tot overname in eigendom
en onderhoud bij de gemeente van strook
jes grond aan de Langebrug, de Haarlem
merstraat hoek Sionsteeg, den Maresin-
gel hoek Marnixstraat en aan den Morsch-
weg.
21o. Voorstel tot verkoop van een ge
deelte bouwterrein aan den van Slinge-
landtweg, kadastraal bekend gemeente Lei
den, Sectie P No. 101 (ged.) aan Prof. Mr.
H. A. Idema.
22o. Voorstel in zake het bepalen van:
a. de door de Gemeentelijke Commis
sie voor Maatschappelijk Hulpbetoon en
de Gemeentelijke Hulpbank (Gemeentelij
ke Bank van Leening en Geldschietbank)
te betalen vergoeding voor de bij haar in
gebruik zijnde gemeentelijke gebouwen;
b. de door den Armenraad te betalen
huur voor de bovenverdeiping van het
perceel Nieuwsteeg 6.
23o. Voorstel tot wijziging van het
Raadsbes'uit van 25 Juli 1933 in zake de
reorganisatie van den dienst van Maat
schappelijk Hulpbetoon.
24o. Praeadvies op de missive van Ged.
Staten in zake voorloopige bestendiging
van de korting, welke wordt toegepast op
de jaarwedden van den burgemeester, de
wethouders, den secretaris en den ontvan
ger, alsmede op de vaste jaarwedde van
den ambtenaar van den Burgerlijken
Stand.
25o. Voorstel naar aanleiding van de
door de 5 uitgenoodigde architecten inge
zonden plannen voor den bouw van een
nieuw Raadhuis.
26o. Praeadvies op het voorstel van den
heer E. J. Coster en een tweetal adressen
inzake de sluiting van consumptiezaken,
5resp. den slijtverkoop op Zondag, 31 De
cember a.s.
27o. Praeadvies op verschillende ver
zoeken om de personeele belasting voor
café- en restaurantbedrijven te verlagen.
28o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor de aanschaffing van een bas
cule met toebehooren voor het wegen van
vee op de Veemarkt.
29o. Voorstel tot:
a. wijziging van de verordening van 2
December 1929 (Gem. blad No. 27), hou
dende Reglement voor de Gemeentelijke
Commissie voor Maatschappelijk Hulpbe
toon, te Leiden;
b. intrekking van de verordening van
25 October 1926 (Gem.blad No. 16), rege
lende het Tarief van Bijdragen, te voldoen
wegens Ziekenhuis verpleging vanwege de
gemeente l eiden;
c. wijziging van de verordening van 26
September 1927 (Gem.blad No. 14), be
treffende het verleenen van kostelooze ge
nees- en heelkundige hulp aan onvermo-
genden en den werkking en de bezoldiging
van de Stadsgeneesheeren, te Leiden.
30o. Voorstel tot:
a. intrekking van de bij raadsbesluit
van 28 November 1932 vastgesteld verorde
ning op de winkelsluiting;
b. vaststelling van een nieuwe verorde
ning op de winkelsluiting.
DE GENEESKUNDIGE ARMENZORG.
Overeenkomstig het voorstel van B. en
W. besloot de Raad in zijn zitting van 25
Juli 1933 o.m. om B. en W. op te dragen
voorstellen bij den Raad in te dienen, strek
kende tot verwezenlijking van de conclu
sies van het rapport van de Reorganisatie
commissie Maai schappelijk Hulpbetoon be
treffende het weder onderbrengen van de
geneeskundige armenverzorging bij de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpl .toon.
Het lag niet in ons voornemen, aldus B.
en W. om deze voorstellen reeds zoo spoe-
die bij den Raad aanhangig te maken.
Er doet zich evenwel een omstandigheid
voor, welke noodzaakt om het onderbren
gen van een gedeelte van de geneeskundige
armenverzorging, n.l. de ziekenverpleging,
niet langer uit te stellen.
De huidige gang van zaken met betrek
king tot de opneming van patiënten in een
der in deze gemeente gevestigde zieken-
inrichtingen op verzoek van den Directeur
van den Gemeentelijken Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst toch geeft reeds se
dert geruimen tijd tot ernstige klachten van
d-; zijde van de besturen dier inrichtingen
aanleiding.
Die gang van zaken is, in het kort weer
gegeven, als volgt:
Patiënten, wier opneming in een zieken-
inrichting noodig is en die zich daartoe, in
verband met de financieele omstandigheden
van hen zelve of degenen, die voor hun on
derhoud hebben zorg te dragen, tot den Di
recteur van genoemden Dienst wenden,
worden op verzoek van dien Directeur ter
verpleging in het Academisch Ziekenhuis,
of, zoo daar geen plaats is dan wel de pa
tiënt met bijbetaling zijnerzijds verpleging
in een nadere Ziekeninrichting verzoekt,
in een der alhier gevestigde particuliere
ziekeninrichtingen opgenomen.
Daarna doet de Directeur van den Ge
meentelijken Geneeskundigen- en Gezond
heidsdienst door de Gemeentelijke Com
missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon
een onderzoek instellen naar de draagkracht
van den patiënt en/of van degenen, die
voor zijn onderhoud hebben te zorgen.
Blijkt uit dat onderzoek, dat het inkomen
van dien aard is, dat de patiënten niet voor
verpleging, hetzij geheel, hetzij gedeelte
lijk ten laste van de gemeente in aanmer
king komen, dan bericht de Directeur van
den Gemeentelijken Geneeskundigen- en
Gezondheidsdienst dit aan het bestuur van
de betrokken inrichting met de mededee-
ling, dat de kosten van verpleging niet of
slechts voor een deel voor rekening van de
gemeente worden genomen.
De besturen van de ziekeninrichtingen nu
zijn van oordeel, dat, indien zij op verzoek
van den Directeur van den Gemeentelijken
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst tot
opname van patiënten overgaan, de ge
meente tegenover die besturen aansprake
lijk behoort te zijn voor de voldoening van
de voor de verpleging van z.g. stadspatiën-
ten overeengekomen bedragen en dat de
gemeente in de daarvoor in aanmerking ko
mende gevallen zelf moet trachten op hen,
die daartoe aangewezen zijn, de verpleeg-
gelden geheel of gedeeltelijk te verhalen.
Zooals gezegd, B. en W. achten de door
de besturen der ziekeninrichtingen geop-
pere bezwaren tegen den bestaanden toe
stand alleszins gegrond.
Doch ook de gemeente moet er op be
dacht zijn, zich zooveel mogelijk voor bena
deeling, door niet betaling van de verschul
digde verpleeggelden of bijdragen daarin,
te hoeden, hetgeen alleen dan mogelijk is
als een doeltreffend verhaal op de(n) nala
tige (n) mogelijk is.
Vermits zoodanig doeltreffend verhaal
alleen dan mogelijk is, indien de genees
kundige armenverzorging, overeenkomstig
de te dien aanzien door den Raad aanvaar
de conclusie van de Reorganisatiecommis
sie, aan de Gemeentelijke Commissie voor
Maatschappelijk Hulpbetoon wordt opge
dragen, dient dit gedeelte van de reorga
nisatie, aldus B. en W., thans onverwijld
ter hand te worden genomen.
Indien de Gemeenteraad met ons, aldus
B. en W., van oordeel is, dat de aangege
ven verandering noodig is, spreekt het van
zelf, dat tevens moet worden overgegaan
tot het onderbrengen, bij de Gemeentelijke
Commissie voor Maatschappelijk Hulpbe
toon, van de kostelooze genees- en heel
kundige hulp aan onvermogenden.
Naar de meening van B. en W. behoort
bij het tot stand komen van deze ingrijpen
de wijziging tevens te worden overgegaan
tot de voorgenomen uitbreiding van de Ge
meentelijke Comissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon. (Tien leden, van wie hoogstens
drie leden uit den Raad).
In de vergadering van de Commissie voor
den Geneeskundigen- en Gezondheids
dienst werd de wenschelijkheid betoogd, om
de verordening van 25 October 1926 rege
lende het Tarief van bijdragen te voldoen
wegens Ziekenhuisverpleging vanwege de
gemeente Leiden, welsiwaar in haar huidi-
gen vorm te doen vervallen, doch weer te
doen herleven als een norm ten behoeve
van de Gemeentelijke Commissie voor
Maatschappelijk Hulpbetoon bij het vast
stellen van de bijdragen voor verplegings-
kosten.
Het lijkt ons College, aldus B. en W., niet
gewenscht hierop in te gaan. De zaak toch
is, dat een dergelijke normbepaling weinig
effect heeft, omdat die alleen wettelijk toe
laatbaar is in zoodanige gedaante, dat aan
de Gemeentelijke Commissie voor Maat
schappelijk Hulpbetoon de volle vrijheid
wordt gelaten om daarvan zoowel naar bo
ven als naar beneden af te wijken, tenge
volge waarvan de beteekenis van een der
gelijk tarief uiteraard zeer problematisch is.
Waar voorts in de Commissie voor den
Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst
ook vragen zijn gesteld omtrent de prac-
tische uitvoering betreffende aanvragen om
geneeskundige armenverzorging en ook de
Raad daarvoor wellicht belangstelling zal
kosteren, meenen B. en W. niet onvermeld
te mogen laten, dat het de bedoeling is, om
voorloopig te doen handhaven de thans ge
volgde methode van aanvragen en deze
dus te blijven doen plaats vinden bij den
Geneeskundigen Dienst. De opzet is dus,
dat slechts die administratieve en interne
wijzigingsmaatregelen zullen worden uit
gevoerd, welke voor een goede en juiste
geneeskundige armenverzorging door de
Gemeentelijke Commissie voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon noodig zullen blijken te
zijn.
WINKELSLUITING.
In de Raadsvergadering van 28 Novem
ber 1932 werd vastgesteld een verordening
op de winkelsluiting.
Zooals uit de overgelegde stukken blijkt,
heeft de Minister van Economische Zaken
en Arbeid, wien de verordening ter goed
keuring door de Kroon is toegezonden, verr
schillende bezwaren daartegen geuit.
In de eerste plaats acht de Minister niet
juist de strekking van het desbetreffend
voorstel, om zooveel mogelijk de bepalin
gen van de vroegere verordening op de
winkelsluiting enz. te handhaven, daar z.i.
een bestaande toestand op zich zelf nog
geen voldoende aanleiding is, om van de
normen der Winkelsluitingswet af te wij
ken. Wij mogen er, aldus B. en W., wat dit
betreft op wijzen, dat onze bedoeling aldus
niet juist wordt weergegeven. Niet het
feit, dat een bepaalde regeling op 1 Mei
1932 bestond, was onze beweegreden, doch
dat deze regeling, in overeenstemming met
de wenschen van de belanghebbenden in
het leven geroepen, door geruimen tijd te
hebben gegolden, in het stadsleven heeft
wortel geschoten en geacht kon worden
met de bijzondere behoeften van de be
volking overeen te komen. Intusschen mee
nen wij, dat het weinig zin zou hebben met
den Minister te dezer zake in discussie te
treden, en dat de gemeente zich bij zijn
zienswijze moet neerleggen. In verband
daarmede zullen de artt. 1 (geopend zijn
van melkwinkels op Zondag enz.), 2 (idem
van bier-, limonade- en mineraalwaterza
ken), en 8 (bezorging van bier, limonade-
en mineraalwater op Zondag enz.) moeten
komen te vervallen.
Ten aanzien van art. 3 (fixeering van de
uren, waarop banketbakkerswinkels e.d.
op Zondag geopend mogen zijn) ziet de Mi
nister in het feit, dat er hier ter stede ver
schillende zaken met filialen zijn, geen
bijzondere omstandigheid in den zin der
Winkelsluitingswet. In 'verband hiermede
zouden B. en W., waar bovendien alge-
meene instemming onder de betrokken
winkeliers in dezen blijkbaar niet bestaat,
het artikel willen zien geschrapt.
Bijzondere.omstandigheden acht de Mi
nister voorts niet aanwezig met betrekking
tot art. 6 onder b (verkoop op geneeskun
dig voorschrift) en art. 13 (betreffende op
sporing van overtredingen). Waar het hier
bepalingen van weinig belang betreft, be
staat er o.i., aldus B. en W., tegen het doen
vervallen daarvan geen bedenking.
Art. 4 (geopend zijn van fruitwinkels
op Zondag) en art. 9 (venten met bloemen
op Zondag) zijn naar 's Ministers opvatting
te algemeen, ofschoon een nadere uiteen
zetting van de bezwaren tegen de onzer
zijds aangevoerde bijzondere omstandig
heden ontbreekt. Echter is Z.Exc. bereid
met een wat beperktere regeling genoegen
te nemen, waarbij in het bijzonder verband
gelegd wordt met het bezoek aan de zie
kenhuizen des Zondags. B. en W. zijn van
oordeel, dat deze beperktere bepalingen
moeten worden aanvaard.
Aan art. 7 (nylkbezorging op Zondag
enz.) verklaart de Minister zijn goedkeu
ring te zullen hechten, indien alsnog nader
wordt aangetoond, dat het in overeenstem
ming is met den wensch der betrokken-
winkeliers.
B. en W. hebben zich op dit punt in ver
binding gesteld met de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland, welke
zich bereid heeft verklaard, een onder
zoek naar de zienswijze der winkeliers in
te stellen. Uit dit onderzoek, waarvan het
resultaat bij dit voorstel wordt overge
legd, blijkt, dat de groote meerderheid der
betrokkenen een verbod van melkbezor-
ging op Zondag, Hemelvaartsdag, 1 Jan.
en 25 December wenscht. B. en W. zouden
dan ook de onderhavige bepaling willen
handhaven. De bezwaren, welke enkelen
te berde brachten, voor het geval, dat de
laatstgenoemde twee feestdagen op Zater
dag of Maandag zouden vallen, kunnen
ondervangen worden door de bepaling van
lid3, dat Burgemeester en Wethouders ont
heffing van het bezorgverbod bunnen ver
leenen op grond van bijzondere omstandig
heden.
Geen bezwaar heeft de Minister voorts
tegen de artt. 5 (winkelsluiting op 3 Octo
ber), 6 onder a (water- en vuurneringen),
10 (venten op 3 October) en de algemeene
bepalingen van de artt. 11, 12 en 14. Deze
voorsthriften zijn derhalve in de nieuwe
ontwerp-verordening overgenomen.
B. en W. stellen nu voor de volgende
Verordening op de winkelsluiting.
Artikel 1.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd aan den houder van een fruitwinkel
gelegen in de onmiddellijke nabijheid van
een ziekeninrichting, vergunning te verlee
nen om zijn winkel des Zondags, uitslui
tend voor den verkoop van fruit, voor het
publiek geopend te hebben van een half
uur vóór den aanvang van den bezoektijd
van de ziekeninrichting tot aan het einde
daarvan.
Ten aanzien van de winkels, waarvoor
een vergunning, als bedoeld in het eerste
lid, van kracht is, is het bepaalde in arti
kel 4 lid 1 onder c in verband met artikel
2 onder a van de Winkelsluitingswet niet
van toepassing.
Art. 2.
Met afwijking van het bepaalde in arti
2 onder 2 en in artikel 3 lid 3 en 4 in ver
band met lid 3 onder a van de Winkelslui
tingswet is het geoorloofd een winkel op
den door burgemeester en wethouders aan
te wijzen dag, waarop het 3-Octoberfeest
wordt gevierd, voor het publiek geopend te
hebben tot een door genoemd college te
bepalen sluitingsuur, mits de daarbij door
het college gestelde voorwaarden worden in
acht genomen.
Art. 3.
Het bepaalde in artikel 2 onder a en b
van de winkelsluitingswet is niet van toe
passing ten aanzien van water- en vuurne
ringen van 3 tot 5 uur des voormiddags,
doch uitsluitend voorzoover betreft den
verkoop en de aflevering van water en
vuur.
Art. 4.
Met afwijking van het bepaalde in arti
kel 7 lid 3 van de Winkelsluitingswet is
het verboden des Zondags, op Hemel
vaartsdag, alsmede, voorzoover deze dagen
niet op een Zondag vallen, op 1 Januari
en 25 December melk of room aan de wo
ningen of inrichtingen der verbruikers te
bezorgen of uit een melkwinkel of het
daarbij behoorende winkelhuis ter afle
vering aan het publiek uit te zenden.
De bepaling van het vorige lid is niet
van toepassing, voorzoover betreft bezor
ging of aflevering van melk of room aan
ziekeninrichtingen, gestichten en bakke
rijen.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd op grond van bijzondere omstandig
heden van het verbod in het eerste lid al
gemeene of bijzondere ontheffing te verlee
nen.
Art. 5.
Met afwijking van het bepaalde in arti
kel 8 lid 1 onder a van de Winkelsluitings
wet zijn Burgemeester en Wethouders be
voegd vergunning te verleenen voor het
venten met en het verkoopen en te koop
aanbieden van bloemen op Zondag op of
aan v..or het openbare verkeer openstaan
de land- en waterwegen:
a. in de onmiddellijke nabijheid van
ziekeninrichtingen en .begraafplaatsen van
een half uur vóór de openstelling daarvan
voor bczoeK tot aan de sluiting daarvoor;
b. in de onmiddellijke nabijheid van
voor hot publiek bestemde toegangen tot
en uitgangen van stations van 9 uur des
voormiddags tot 6 uur des namiddags.
Art. 6.
Op den in artikel 2 bedoelden dag is,
met afwijking van het bepaalde in artikel
8 lid 1 onder b en c van de Winkelsluitings
wet, het venten, verkoopen en te koop
aanbieden op of aan voor het openbare ver
keer openstaande land- en waterwegen
verboden vóór 5 uur des voormiddags en
na het overeenkomstig artikel 2 vastge
stelde sluitingsuur voor de winkels.
Art. 7.
Burgemeester en Wethouders zijn be
voegd aan door hen krachtens deze veror
dening verleende vergunningenof onthef
fingen voorwaarden te verbinden.
Handelen zonder in-acht-neming van of
in strijd met zoodanige voorwaarden wordt
gelijk gesteld met handelen zonder ver
gunning of ontheffing.
Een door B. en W. verleende vergun
ning kan te allen tijde door hun college
worden ingetrokken.
Van de door B. en W. verleende onthef
fingen wordt door dit college openbare
kennisgeving gedaan.
Winkelsluiting op 31 December.
In de Raadsvergadering van 4 December
1933 werden om praeadvies in handen van
B. en W. gesteld een voorstel van den heer
E. J. Coster, strekkende tot toepassing van
art. 9 lid 3 der Winkelsluitingswet voor
Zondag, 31 December 1933, ten aanzien van
alle consumptiezaken, alsmede een tweetal
adressen, onderscheidenlijk van de Af dee
ling Leiden en Omstreken van den Neder-
landschen Bond van Koffiehuis-, Restau
rantshouders en Slijters en van de R. K.
Vereeniging -„St. Jan", afdeeling van den
R. K. Bond van Hotel-, Café-, Restaurant
houders en Slijters, waarin verzocht wordt
op genoemden dag den slijtverkoop moge
lijk te maken.
Naar aanleiding van een en ander mogen
wij, aldus B. en W., er allereerst de aan
dacht op vestigen, dat de Winkelsluitings
wet voor 31 December met betrekking tot
twee categorieën winkels een bijzondere re-
•geling inhoudt. Ingevolge art. 4 lid 1 onder
a en b toch is o.m. op 31 December het ver
bod om op Zondag een winkel voor het pu
bliek geopend te hebben niet van toepas
sing ten aanzien van winkels, waar uitslui
tend of in hoofdzaak brood, banket, suiker
werk en chocolade wordt verkocht, alsmede
ten aanzien van bloemwinkels. Voor an
dere zaken heeft de wetgever geen voldoen
de aanleiding gevonden om voor het ge
opend zijn op 31 December, indien deze dag
op Zondag valt, speciale bepalingen te ma
ken.
Naar ons gevoelen, aldus B. en W., maakt
de wet het den Gemeenteraad niet moge
lijk dergelijke bepalingen zijnerzijds vast
te stellen.
Art. 9 lid 3 der wet toch, waarnaar de
heer Coster in zijn voorstel verwijst, houdt
in, dat de Raad bevoegd is ten hoogste 21
<fagen in het jaar aan te wijzen, waarop de
bij de wet voorgeschreven bepalingen om
trent het sluitingsuur niet zullen gelden, of
desgewenscht voor die dagen een later slui
tingsuur dan bij de wet aangegeven te be
palen. Eenigen tijd geleden heeft de Mi
nister van Economische Zaken en Arbeid,
in antwoord op door een lid der Tweede
Kamer gestlede vragen, als zijn meening te
kennen gegeven, dat onder de 21 dagen in
art. 9 lid 3 der Winkelsluitingswet geen
Zondagen zijn begrepen, omdat de wet voor
den Zondag geen algemeen sluitingsuur
kent. Doch ook indien men zich op een an
der standpunt zou willen plaatsen, dan zou
art. 9 lid 3 voor den Zondag toch alleen
toepassing kunnen vinden voor die winkels,
waarvoor ingevolge de wet des Zondags een
sluitingsuur geldt. Daaionder zijn slechts
enkele groepen winkels te rangschikken en
in geen geval de slijterijen.
Reeds op deze gronden zal het dus niet
mogelijk zijn aan den in het voorstel en
de adressen geuiten wensch door toepas
sing van rat. 9 lid 3 gevolg te geven.
Evenmin zal zulks geschieden in een ver
ordening ingevolge art. 9 lid 1 van de Win
kelsluitingswet, bepalende, dat de Raad,
onder goedkeuring van de Kroon, afwijkin
gen van de wet kan vaststellen, indien bij
zondere omstandigheden deze in de ge
meente gewenscht maken. Immers, dat de
Oudejaarsavond op bijzondere wijze wordt
gevierd en dat dit jaar de Oudejaarsdag
op een Zondag valt, kan bezwaarlijk als
een bijzondere omstandigheid voor onze
gemeente worden aangemerkt, zoodat voor
een verordening tot afwijking van de wet
voor 31 December, wanneer die dag op een
Zondag valt, de wettelijke grondslag zou
ontbreken.
Doch ook afgezien van de wettelijke be
zwaren acht het College van B. en W. geen
voldoende aanleiding aanwezig om den
slijtverkoop op Zondag 31 December a.s.
mogelijk te maken.
Verkoop grond.
Van Prof. Mr. H. A. Idema is een verzoek
ingekomen om van de gemeente te mogen
koopen en terrein aan den van Slingelandt-
weg, groot ongeveer 368 M2. De heer Idema
is bereid den door B. en W. gevraagden
prijs van 15.per M2. te betalen.
Verhuring gebouwen.
B. en W. stellen den Raad voor:
a. de door de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon te beta
len vergoeding voor het gebruik van het
perceel Nieuwe Mare 15 te bepalen op
1200.per jaar, en voor het gebruik van
het voormalige IJkkantoor aan de Lammer
markt op 200.per jaar;
b. de vergoeding voor het gebruik van
de perceelen Nieuwsteeg 4, 6 en 8 (met uit
zondering van de bovenverdieping van per
ceel Nieuwsteeg 6) door de Gemeentelijken
Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Lee
ning en Geldschietbank) te bepalen op
1300.per jaar;
c. de huur voor het gebruik van de bo
venverdieping van perceel Nieuwsteeg 6
door den Armenraad op 500.per jaar,
zulks met 'handhaving overigens van de
loopende huurovereenkomst.
Jaarwedden B. en W„ Secretaris en
Ontvanger.
Onder verwijzing naar een bekende mis
sive van Gedeputeerde Staten, geven B. en
W. den Raad in overweging te machtigen
aangenoemd College te berichten, dat de
Raad zich, in afwachting van de algemeene
herziening van de geldende salarisregeling
van de hieronder genoemde functionaris
sen kan vereenigen met het voornemen van
Gedeputeerde Stattn, om te besluiten tot
voorloopige bestendiging van de korting,
die over het kalenderjaar 1933 op de jaar
wedden van den Burgemeester, de Wethou
ders, den Secretaris en den Ontvanger, als
mede op de vaste jaarwedde van den
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand de
zer gemeente wordt toegepast.
Een automatische weeggelegenheid op de
veemarkt.
In verband met de maatregelen van de
Regeering ter beperking van den rundvee
stapel worden, zooal- bekend zal zijn, op
verschillende veemarkten in ons land, ook
op de markt alhier, de veehouders in de
gelegenheid gesteld, hun runderen aan de
Crisis-Rundvee-Centrale ter overneming
aan te bieden; de overneming^ geschiedt op
basis van het levend gewicht. Bij gebreke
nu van een weeggelegenheid voor groot
vee op de veemarkt zelve geschiedt de we
ging van bovenbedoelde runderen hier aan
het Openbaar Slachthuis, waartegen echter
bij de Centrale bezwaar bestaat, omdat het
haren arbeid bemoeilijkt. Met het oog daar
op achten B. en W. het met de Commissie
voor den Markt- en Havendienst noodig
over te gaan tot aanschaffing van een auto
matische weeggelegenheid voor vee, welke
dan kan worden opgesteld in de op de vee
markt reeds aanwezige weegloods.
B. en W. stellen den Raad voor, een be
drag van 1.223.te hunner beschikking
te stellen.
Overname strookjes grond.
In verband met ver- en bebouwing ter
plaatse dienen eenige strookjes grond aan
de gemeente te worden overgedragen.
B. en W. stellen den Raad mitsdien voor,
te besluiten de volgende strookjes grond
kosteloos in eigendom en onderhoud bij de
gemeente over te nemen:
a. van het Hoogheemraadschap van
Rijnland, het strookje grond, ter grootte
van pl.m. 8 M.2, deel uitmakende van en
gelegen aan de Langebrug;
b. van de Wed. S. van Amerongen, geb.
Nopol het driehoekige strookje grond, ter
grootte van pl.m. 1.5 M.2, deel uitmakende
van een perceel gelegen op den hoek
HaarlemmerstraatSionsteeg;
c. van J. W. en J. Th. Wurzer, te Lei
den, het strookje grond, ter grootte van
pl.m. 14.5 M.2, deel uitmakende van een
perceel gelegen aan den Maresingel, hoek
Marnixstraat;
d. van de Gereforbeerde Kerk te Lei
den, een strook grond groot 41 M.2, gele
gen aan den Morschweg.
In verband met het gesprokene in de
Raadsvergadering van 4 December j.l., stel
len B. en W. voor, sub h van het in de
Raadsvergadering van 25 Juli j.l. genomen
besluit inzake de reorganisatie van den
dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon, in
dien zin te wijzigen, dat in plaats van:
„uiterlijk binnen 6 maanden" wordt gele
zen: „uiterlijk binnen 12 maanden".