DONDERDAG 7 DECEMBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN VRACHTAUTO DOOR EEN TRAM IN DE SLOOT GEWORPEN. Geen persoonlijke ongelukken. Te Erm (gem. Sleen) is Maandagavond een ongeval geschied, dat zijn oorzaak vond in de omstandigheid, dat de motor van een zeswielige vrachtauto plotseling weigerde, vertelt het „Nieuwsblad van het Noorden". Een vrachtauto stond defect aan den kant van den weg. De bovengenoemde wagen kreeg juist naast den defecten wagen met een motordefect te kampen, doordat de mo tor afsloeg. De chauffeur kon den wagen, ondanks alle moeite, niet meer aan den gang krijgen. Op dit moment naderde uit de richting Erm een tram der E.D.S., welke te plm. 8 uur te Emmen komt. De auto stond vlak aan de rails en de chauffeur zag het gevaar waarin zijn wa gen verkeerde. Hij holde volgens zijn zeg gen, de tram nog tegemoet, doch de machi nist zag blijkbaar nog hem noch den wagen en reed met een flinken gang tegen de auto aan. De schok was hevig. De zware met port- landcement beladen wagen werd 13 a 14 M. weggedrukt en toen over den weg heen in de langs den weg loopende sloot gewor pen. De locomotief, die evenals de wagen beschadigd was, derailleerde. De weg was een waar toonbeeld van ver woesting en bezaaid met het cement. Met een groote vertraging kwam de tram te Emmen aan. HET SCHICHTIGE PAARD. Geleider de schedel verbrijzeld. Gistermiddag heeft te De Wijk een ern stig ongeval plaats gehad. De 60-jarige landbouwer J. B. Rappinge, wonende te Zuidwolde, geleidde een jong paard aan de hand. Bij het passeeren van een vrachtauto werd het paard schichtig en steigerde, waardoor de landbouwer onder het dier ge raakte. Bewusteloos werd hij bij den land bouwer Huizen binnengedragen. Bij me disch onderzoek bleek, dat de schedel van den man geheel verbrijzeld was. Korten tijd later is de ongelukkige overleden. DE VORSTPERIODE TEN EINDE? Strenge heeren regeeren niet lang, zegt het spreekwoord en zoo is het deze keer ook met den winter gegaan. Gisteren op den dag werd de temperatuur al minder en toen er in den middag 'n damp kwam op zetten, liep het kwik tot boven het nulpunt op en de dooi zette vannacht door. Uit de vele ijsberichten, die thans wei nig zin meer hebben, plaatsen we het vol gend. MarkenMonnikendam. Was Dinsdag de combinatie tusschen Monnikendam en Marken per ijsvlet en te voet over het ijs mogelijk doch slechts door combinatie van beide middelen van ver voer, gisteren kon men geheel te voet den afstand afleggen. Des morgens kwamen reeds verschillende Markers te Monniken dam aan. De tocht was niet gemakkelijk ge weest en men had er twee uur over gedaan, dit in verband met het feit, dat aan den Zuidkant van Marken het water nog open ligt en men dus aan de Noordzijde het eiland had moeten verlaten, hetgeen een omweg beteekende. Bovendien was een vaargeul nog niet geheel betrouwbaar. Gis termiddag om half 5 vertrokken nog 7 Mar kers ondanks de ernstige waarschuwingen van de politie naar Marken. Daar zij in het donker slechts langzaam vooruitkwamen^ A werden de Markers tegen 8 uur gisteravond te Marken verwacht. Voor wie niet be kend is op de Gouwzee was de overtocht te voet zeer gevaarlijk. BRANDEN TE ROTTERDAM. Gisteravond omstreeks 11 uur is een felle brand te Rotterdam uitgebroken in het hartje van de stad. Op genoem 1 tijdstip werd de politie van het bureau Lange To renstraat gewaarschuwd dat vlammen te zien waren in den kunsthandel van de fir ma J. H. J. Dickhoff aan den Oppert 186. Onmiddellijk werd de brandweer gealar meerd, die met een aantal slangenwagens en een motorspuit uitrukte. Het vuur had zich intusschen reeds zoodanig uitgebreid, dat de brandweerlieden door den rook het perceel niet konden binnendringen. Door de winkeldeur waarvan men de ruiten had verbrijzeld drongen dikke rookwolken naar buiten. Voorzien van rookmaskers richtten de pijpleiders, staa.nde in den ingang van den winkel, hun stralen naar binnen. Het vuur woedde vooral in een sous-terrain achter den winkel waar een werkplaats gevestigd was. Hier stond een brandende kachel, die waarschijnlijk de oorzaak van den brand is geweest. De werkplaats en de daarboven gelegen opkamer brandden vol komen uit, terwijl in den kunsthandel alles door den zwaren rook en het bluschwater verwoest werd. Daar de eigenaar, die niet bij de zaak woonde, niet gevonden kon worden, kon nog niet vastgesteld worden of deze tegen brandschade is verzekerd. Ongeveer tegelijkertijd met het uitbreken van dezen brand werd de brandweer ge alarmeerd voor een brand die ontstaan was door kortsluiting in een motorwagen van lijn 15 op den Goudsche Singel. Deze brand werd met een straal op de waterleiding ge- bluscht. De zwaar beschadigde wagen moest worden weggesleept. Het tramver keer op dit drukke punt ondervond onge veer eten half uur vertraging. HOOIBERG IN BRAND. Gisteravond is door tot nu toe onbeken de oorzaak brand uitgebroken in de hooi berg by de woning van W. van Groen aan den Radeweg te Loosdrecht. Binnen zeer korten tijd sloegen de vlammen hoog boven de 8 Meter hooge hooiberg uit. De woning werd eveneens door het vuur aangetast. De motorbrandspuit van Loosdrecht was spoedig aanwezig en tastte met kracht het vuur aan. Men hoopte de woning en de schuur te behouden. Het vee werd naar de in de nabijheid gelegen weide gedreven. POGING TOT KINDERMOORD? Een ontaarde moeder. Te Bergen (N.-H.) is de 23-jarige onge huwde Duitsche dienstbode gearresteerd, verdacht van poging tot moord op haar kind van tien maanden. Dit kind, dat was uitbesteed bij een familie te Alkmaar, werd onlangs op een Zondag door de moeder be zocht, die toen een eindje met het kind ging wandelen. Qnderweg zou zij de kleine koperschilfers hebben ingegeven. Het kindje was sedert dien erg lastig en schreide veel. Korten tijd geleden was de moeder wederom haar kindje komen opzoeken. Toen zij een oogen- blik met de kleine alleen was, heeft zij haar een banaan gegeven. Eenige dagen later werden in de ontlasting stukken van naal den aangetroffen. Hierdoor werd het vermoeden, dat er iets gebeurde, dat niet in orde was, bevestigd, zoodat de verzorgers van het kind de politie op de hoogte stelden van hun bevindingen. Na een uitgebreid onderzoek is daarna tot arrestatie van de jeugdige moeder over gegaan. GESLAAGDE OPLICHTERSTRUC. Bij een goudsmid in de Leidschestraat te Amsterdam vervoegde zich Dinsdagavond iemand, die verzocht eenige gouden horlo ges op zicht te zenden naar een adres in Zuid in de omgeving van de Jan Luyken- straat. Daar de opgegeven naam en adres WAT ANDERE BLADEN SCHBIJ VEN. VERHOOGING RIJWIELBELASTING. Zooals wij gisteren hebben medegedeeld, is de regeering voornemens, de rijwielbe lasting te verhoogen van 2.50 gld. tot 3. gld., welk bedrag dan moet dienen tot versterking van het Verkeersfonds (dat o.m. ook zal moeten dienen, om de stijgen de tekorten op spoor- en tramwegen te dekken). Naar aanleiding van deze voorgenomen belasting-verhooging schrijft de Gelder lander: „Als de Regeering het probleem werke lijk geheel zuiver zag, zou zij er niet toe zijn overgegaan met een voorstel te ko men tot verhooging van de rijwielbelas ting. Hier wordt aan een groot algemeen be lang geraakt, dat met gebruik van den weg in den zin van het veroorzaken van veel onderhoudskosten aan dien weg, niets te maken heeft. Vervoer per fiets vereischt ook geen bijzondere, kostbare wegen, maar bovenal, het doet geen en zeker niet noe menswaard concurrentie aan de spoorwe gen aan. De fiets is het vervoermiddel bij uitne mendheid voor den kleinen man, voor wien dit middel in tal van gevallen onont beerlijk is, om zich naar zijn werk te kun nen begeven, voor het verrichten van bood schappen, voor dienstboden, welke op vrij grooten afstand wonen van de gezinnen, waarin zij diensten verrichten, enz. Nu argumenteert de Regeering: „Ook de rijwielen veroorzaken schade aan de be- drijfsuitkomsten der bestaande vervoermid delen. Het is dus billijk, dat zij door een kleine verhooging der rijwielbelasting van ƒ2.50 tot ƒ3.zullen bijdragen in het te kort op het Verkeersfonds." Wij kunnen ons met die „argumentatie" op geen stukken na vereenigen. Dat rijwielen schade veroorzaken aan bestaande vervoermiddelen, lijkt ons toch wel wat heel erg gezocht. Zoo beschouwd, doen voetgangers dat ook! Moeten nu ook die worden belast?! De Regeering kan de opbrengst niet mis sen van de rijwielbelasting, zal men ech ter in Den Haag redeneeren. Goed, we ne men dat graag aan. Doch laat men ook niet vergeten, dat de belasting van ƒ2.50 al een zeer hooge be lasting voor maar al te velen is; deze nu nog gaan verzwaren, lijkt ons sociaal niet te verantwoorden. Waarom wordt b.v. geen belasting gehe ven door het Rijk van vermakelijkheden als groote voetbalwedstrijden, ondernemin gen als zesdaagsche e.d.? Deze marchee- ren nog opperbest, ondanks de crisis. En men kan toch kwalijk zeggen, dat daarmee het algemeen belang wordt gediend. Wat met het rijwiel wel het geval is." vertrouwd was, besloot de goudsmid hier aan gevolg te geven. In den loop van den avond zou antwoord kunnen worden gehaald. Nauwelijks was een en ander aan het op gegeven adres bezorgd, of er werd door een ander persoon aangebeld, die verzocht de horloges terug te mogen ontvangen, daar men zich in het adres vergist had. Deze persoon is met de horloges verdwenen. Met dezen truc is de goudsmid voor zeven horloges opgelicht. Een onderzoek wordt ingesteld. POGING TOT DOODSLAG. Verdacht van poging tot doodslag heeft de gemeentepolitie te Venlo gisteravond aangehouden den 23-jarigen chauffeur G. Fransen. De aangehoudene zou namelijk op 4 December j.L te Swalmen op een com mies-dienstgeleider die hem sommeerde met zijn smokkelauto te stoppen, zijn inge reden. Hij wist evenwel te ontkomen. De aangehoudene zal vandaag naar de straf gevangenis te Roermond worden gebracht. UIT DE RADIOWERELD Programma's voor Vrijdag 8 Dec. Huizen, 1875 M. Algemeen programme verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriflezing en meditatie. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst o. L v. Ds. E. T. v. d. Born. 11.00 Ensemble van der Horst. 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Vervolg concert I.15 Zang door Mevr. S. BothHaas (so praan). 2.00 Gramofoonplaten. 2.30 Chr. Lectuur. 3.00 Pianokwartet „Die Haghe1 4.30 M. S. E. Visser: It Fryske Nije Tes- tamint. 5.00 Orgelspel F. Kloek. 6.30 Causerie A. J. Herwig. 7.15 Ned. Chr. Persbureau. 7.30 Literaire causerie door Prof. Dr. J. Waterink. 8.00 „De Geniemuzfek" o. 1. v. W. v. Erp ei saxofoonkwartet o. 1. v. A. J. M. Stilting. 9.00 Vervolg lezing van 7.30. 9.3010.30 Vervolg concert, ca. 9.50 Vaz Dias. 10.3011.30 Gramofoonplaten. Hilversum 296 m. 8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.00 VARA, 8.00 VPRO, 11.00 VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Declamatie J. Lemaire. 10.30 Pianorecital W. Paap. II.00 Vervolg Declamatie. 11.15 Orgelspel J. Jong. 12.00 Ensemble Otto Hendriks en gramo foonplaten. 2.15 Gramofoonplaten. 2.30 Bart Pijzei: Een schilder over Alge- rie. 3.00 Gramofoonmuziek. 4.00 Dito. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 VARA-orkest. 6.20 Gramofoonplaten. 6.30 Vervolg orkestconcert. 7.00 Causerie. 7.20 Vervolg orkestconcert 8.00 Causerie. 8.30 Het Waleson kwartet. 9.00 Persbureau. sp4yD 9.00 Persbureau en Vaz Dias. 10.15 Causerie. 10.45 Gramofoonplaten. 11.00 Orgelspel C. Steyn. 11.30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein en berichten. 11.0511.20 Lezing. 12.20 Orgelconcert door P. Yhitlock. 12.50 BBC-dansorkest. I.35 Northern Studio-orkest 2.20 Voor de scholen. 3.20 Concert voor da scholen. 4.10 Gramofoonplaten. 4.50 E. Colombo en zijn orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Bach's cello-suites. 7.10, 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 Herbert Reynolds programma door orkest en solisten. 9.20 Ber. gramofoonplaten. 9.50 Uit Amerika: S. P. B. Mais: The Mo dern Columbus. 10.10 Fred Hartley's Novelty kwintet m. m. v. zangsolisten. II.10 Voordracht. 11.1512.20 Harry Roy en zijn band. „R a d i o-P a r i s", 1724 M. 8.05, 12.50 en 7.40 Gramofoonplaten. 9.05 „Le petit Due", Operette van Lecocq m. b. v. orkest o. 1. v. Labis. Kalundborg, 1153 m. 12.051.20 Concert uit het Bellevue Str andhotel. I.50 Pianorecital door E. Gaspari. 2.20 Radio-harmonie-orkest o. 1. van Gröndahl. 7.20 Zangvoordracht. 7.35 Radiotooneel. 9.50 Moderne Engelsche muziek door in strumentaal kwintet (fluit, hobo, viool, viola en cello). 10.2511.50 Dansmuziek. Langenberg. 473 M. 5.25, 6.35 en 10.45 Gramofoonplaten. II.20 Omroeporkest o. L v. Görlich. 12.55 Gramofoonplaten. 3.20 Weragkoor, -orkest, en „strijkkwar tet. Hierna: Gramofoonplaten. 6.20 Berl. Omroeporkest o. 1. v. Frick- hoeffer. 7.30 Zang, piano en bandoneon. 8.00 Omroeporkest o. 1. v. Rosbaud. 9.05 Pianorecital H. Rosbaud. 10.05 Gramofoonplaten. 10.20 Weragorkest o. 1. v. Kühn. Rome, 441 m. 7.35 Gramofoonplaten. 8.35 Pianorecital L. FainL 9.05 Radiotooneel. 9.35 Zang door B. Siberi (mezzo-sopraan) Hierna: Gramofoonplaten. B r u s s e 1, 338 en 508 m. 338 meter: 12.20 Symphonieconcert o. 1. v. Kumps. 1.30 Dito. 5.21 Dansmuziek. 6.50 Kamermuziek. 7.50 Europeesch concert uit Weenen. 9.5010.20 Radiotooneel. 508 meter: 12.20 Omroepkleinorkest o. I. v. Leemans 1.30 Gramofoonplaten. 5.20 Symphonieconcert o. 1. v. Kumps. 6.35 Gramofoonplaten. 6.50 Omroepkleinorkest o. 1. v. Leemans. 7.05 Pianorecital. 8.2010.20 Uitzending voor Oud-Strij ders. Deutschlandsender, 1365 M. 7.25 Sportpraatje. 7.45 „Anstandsunterricht", uit het caba ret „Die Katakombe". 8.20 Uit de Feestzalen v. d. Dierentuin: „Ball der Nationen". 9.20 en 10.05 Berichten. 10.2010.50 Vervolg van 8.20. Gemeentelijk Radio-Distributiebedrijf te Leiden. (3e Programma). 8.0012.20 Langenberg, 12.2013.50 Luxemburg. 13.5016.20 Kalundborg. 16.30—17.20 Milaan. 17.20—19.20 Brussel (VI.) 19.20afloop Weenen. (4e Programma). 12.20—14.20 Brussel (VI.) 14.20—16.10 Midland Reg. 16.1017.35 Daventry. 17.3518.20 Londen National. 18.2019.20 Deutschl. Sender. 19.2020.20 Stockholm. 20.20afloop. Daventry. Professor, warer. dat tectonische aardbevin gen, of was het de anto- bns, die passeerde. Hebt D even de dienstrege ling van de bassen hij de hand? (Merle Blanc.) FEUILLETON. DE MAN DIE DE TROEVEN HAD. Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 10) Morley ook deze had de verdenking op zich doen vestigen, doordat men niet wist, wat hij had uitgevoerd in de twee uur, nadat hij den trein had gemist, ver der door de ontdekking van den ring in zijn kamer van het Brevord Hotel, een ring, die vermoedelijk het eigendom van mevrouw Withers was geweest. Withers die zich verdacht gemaakt had door zijn heimelijke reis naar Turm- ville, terwijl men ook rekening diende te houden met het mogelijke motief van af gunst of woede. Maria Fulton ook dat zou nog wel blijken. „Op het oogenblik", overwoog hij. „ziet het er voor den néger wel het ongunstigst uit. Eén ding staat in elk geval vast: de gene tegen wien bij- het vooronderzoek de sterkste verdenking zal blijken te bestaan, zal naar de jury worden verwezen. Daar om is het immers te doen den man te pakken te krijgen, die het meest schuldig lijkt." Daarna dwaalden zijn gedachten af naar Douglas Campbell, doch deze, dat begreep hij \yel, kon onmogelijk bij de mogelijke moordenaars van mevrouw Withers woi- den gerangschikt. De jeugdige landgoedbe- zitter ging volkomen vrij uit door de ver klaringen van den echtgenoot der vermoor de, dat hij, toen hij haar naar huis had ge bracht, onmiddellijk was weggereden. Evenmin brak hij zich het hoofd ten aanzien van den onbekende met den gou den tand, die in het pandjeshuis van Abra- hamson was komen opdagen, doch een paar minuten later op geheimzinnige wijze was verdwenen. Als de ring, dien hij had beleend, inderdaad het eigendom van me vrouw Withers was geweest, waarom zou hij dan naar haar huis zijn teruggekeerd en haar hebben vermoord? Als hij voordien nooit iets van haar had los gekregen, zou hij tenminste een deugdelijk motief voor zulk een misdrijf hebben gehad. Maar aan gezien hij den ring reeds in zijn bezit had, was het onzin te veronderstellen, dat hij haar naderhand nog van het leven had beroofd. Ondanks zijn stijgende overtuiging, dat de rechter den neger in staat van beschul diging zou stellen, was het Bristew toch niet wel mogelijk, den jongen Morley ge heel uit te schakelen. Morley's verhaal was al heel weinig bevredigend geweest. Bo vendien had hij een ongunstig uiterlijk. H(j overwoog, hoe zorgvuldig Morley zijn handen had gemanicuurd en plotseling be gaf hij zich naar de telefoon om Greenleaf op te bellen. „Zeg, Greenleaf', voegde hij den hoofd commissaris toe, „zit Perry nog altijd op het bureau?" „Natuurlijk en ik denk, dat we hem nog wat hier houden ook. Zijn verklaringen be vredigen me niet. Hij zegt namelijk „Dat komt in orde. Vertel me dat maar, als je straks weer hier komt. Ik zou graag willen, dat je ersoonlijk zijn nagels zoudt schoonmaken. Ik wil „Wat zeg je?" onderbrak de hoofdcom missaris hem stom van verbazing. „Ik zijn nagels schoonmaken?" „Juist", gaf Bristew hem op vriendelij ken toon ten antwoord. „Als ik op het hoofdbureau was, zou ik het zelf wel doen. Het is heusch beter, dat jij het doet en het niet aan den een of anderen noncha- lanten ondergeschikte overlaat. En be waar het vuil, dat je uit zijn nagels haalt. Doe je het?" „Nu goed", stemde Greenleaf met tegen zin toe. „Als je denkt, dat het noodig is." „Zeker, ik reken er dus op. Nog iets. Zou jc niet een van je mannen, Jenkins b.v. er op uit kunnen sturen om dien ke rel met den gouden tand op te sporen? Je herinnert je het signalement, dat Withers van hem gaf." „Ja, daaraan heb ik al gedacht" „Goed. Als hij zich niet in een van de hotels heeft laten inschrijven, laat dan de lijsten van de pensions eens nagaan." „Ik zal Jenkins er direct op uit sturen", antwoordde Greenleaf. „Goed hoo- Om vier uur ben je toch weer bij me?" „Neen, het zal wel een uur of vyf wor den. Dr. Baley vroeg me tot zoo lang te willen wachte. Hij achtte het noodzakelijk, dat miss Fulton een uurtje extra slaap zou krijgen." Bristew scheen nog iets in het midden te willen brengen, hij hield zijn woorden echter in en hing den haak weer op het toestel. Intusschen was Mattie de kamer binnen gekomen om de tafel af te nemen. „Loop eens even naar No. 6", gelastte Bristew haar, „en vraag mevrouw Allen of zij zoo spoedig mogelijk hierheen wil komen. Maar zeg er bij, dat de dokter me heeft verboden uit huis te gaan, en dat de opwinding van vanochtend me toch al erg heeft aangegrepen." Een kwartier later was mevrouw Allen er al. Bristew ontving haar in de voorka mer en na zich te hebben voorgesteld, ver ontschuldigde hij zich, dat hij niet naar haar toe had kunnen komen. Zij begreep zijn beweegredenen volkomen. Mevrouw Allen was een dame van om streeks veertig jaar, met een wat mager en afgetobd gezicht en al veel grijs in haar overigens bruin haar. Toch zag men duide lijk, dat zij een vrouw van beschaving en intelligentie was. „Ik zou graag willen", begon Bristew, nadat hij haar had uitgelegd, in welk op zicht hij met de moordaffaire had te ma ken, „dat u mij eens het een en ander met betrekking tot de twee zusters vertelt. Ik hoorde vanochtend, dat ze goede kennissen van u waren." „Intiem zijn we nu juist niet geweest", antwoordde mevrouw Allen met haar zach te, aangename stem, „maar wel kenden mevrouw Withers en ik elkaar vrij goed. Ze kwam nog al eens bij me aanloopen en ik ging ook dikwijls naar haar toe." „Kent u miss Fulton goed?" „O neen. Zooals u weet, ligt ze meestal te bed; ze is trouwens ook niet erg spraakzaam. Ze is heel anders dan me vrouw Withers lang niet zoo lief en aantrekkelijk, meer in zichzelf gekeerd?" „Mevrouw Withers had een vroolijken aard, nietwaar?" „Zij maakte wel ten minste dien indruk, maar soms zag ik duidelijk, dat er iets was, dat haar drukte." „Zoo", merkte Bristew op, wiens belang stelling nu wakker werd. „Dat wilde ik juist weten." Mevrouw Allen zweeg eenige oogenblik- ken. Toen hernam zij: „Ik geloof niet, dat zij ooit voor iemand of iets bang was. Dat was ze niet" „Vertelde ze wel eens iets, waaruit u kon opmaken, dat zij zich ongelukkig voelde?" „Op een keer, toen ik by haar binnen liep, zat ze in de voorkamer in een fau teuil hartstochtelijk te snikken. Terwijl ik probeerde haar te troosten, zei zij: „het leven is zoo moeilijk /het is zoo moei lijk je een doorn uit het lichaam te ruk ken, als hij er eenmaal in zit. O, als men toch nog eens alles kon overdoen!" Ik vroeg haar, of ik haar kon helpen, maar ze zei, dat dat onmogelijk was. „Dat kan nie mand", snikte zij met haar hoofd op mijn schouder. Ik zal den strijd alleen moeten strijden!" „En tot welke gevolgtrekking bent u ge komen, mevrouw" vroeg Bristew vol be langstelling. „Ik had het gevoel, alsof er iets in haar leven was, dat ze moést verbergen, en zjj zich bezorgd maakte, dat haar man het eens te wefen zou komen." „Juist. En nu iets anders: hoe is uw opi nie over miss Fulton. „O, zy heeft een slecht humeur en is on geduldig. Ze klaagt onophoudelijk en ap precieerde het heelemaal niet, wat me vrouw Withers voor haar deed. Trouwens niemand houdt eigenlijk van haai4. Ik ge loof stellig, dat ieder, die met de twee zusters in aanraking kwam, zich er over verwonderde, dat een lief iemand als me vrouw Withers er zoo'n onaangename zus ter op na hield." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5