ST. NICOLAAS-COURANT
BIJVOEGSEL VAN „DE LEIDSCHE COURANT"
't 3s weep alles van WAALS
Een bezoek is een genot, zoowel voor U, als voor uw kleinen.
HAARLEMMERSTRAAT
Sint Nicolaas en zijn
populariteit
Oud en toch altijd weer nieuw is de
j aarlij ksche terugkeer van Sint. Nicolaas.
Wij zijn er in den loop der tijden zoo aan
gewend geworden, dat wij niet beter we
ten, of Sint Nicolaas neemt nu eenmaal
een plaats in onder onze levensvreugden
en wij denken er in den regel niet aan, dat
alles, wat we nu als iets dat vanzelf
spreekt aanvaarden, toch ook zijn bij
zondere oorzaak en geschiedenis heeft.
Sint Nicolaas was Bisschop van Myra in
Klein Azië en stierf den 6en December 345,
volgens anderen 352.
Ondanks zijn groote populariteit weet
men van zijn leven niet zoo heel veel te
vertellen. Hij werd geboren te Patara in
Klein Azië.
Gedurende de vervolgingen van Keizer
Diocletianus werd hij gevangen genomen
en kreeg zijn vrijheid terug, toen Constan-
tijn de Groote den troon besteeg. Zijn
naam staat vermeld onder de rij bisschop
pen, die in 325 bij de Kerkvergadering in
Nicea tegenwoordig waren.
In 1087 werden zijn reliquiën door Ita-
liaansche kooplieden gestolen en naar de
stad Bari in Italië gebracht en al het
andere, wat er van hem wordt verhaald
behoort tot de legenden met haar „Wahr-
heit und Dichtung".
Om te komen tot de volksgebruiken van
Sint Nicolaas moeten wij eerst kennen de
legenden, welke over hem in omloop zijn
en tevens rekening houden met het feit,
dat de St. Nicolaas-volksviering gekomen
is in de plaats van de Wodan-vereering.
Vandaar ook dat vele attributen van
deze Germaansche Godheid onveranderd
of ongewijzigd zijn overgegaan op Sint
Nicolaas.
De goede Sint, die in de vierde eeuw
leefde, muntte uit door deugden, in 't bij
zonder door versterving en naastenliefde
en werd begraven in de kerk te Myra.
Hij werd opgenomen onder het getal
der Heilige Belijders. De talrijke wonde
ren bij zijn graf, door zijn voorbede ge
wrocht, droegen ten zeerste bij zijn nage
dachtenis levendig te houden en de ver
eering van Sint Nicolaas te verbreiden
zoowel in de Grieksche als wel in de La-
tij nsche kerk.
Zeer vele kerken zijn hem ter eere ge
bouwd.
Ook in Rusland, draagt men Sint Nico
laas een hooge vereering toe, zoo zelfs, dat
zijn feestdag, na dien der Apostelen, het
luisterrijkst wordt gevierd. Hij is vooral
bekend als patroon der kinderen en der
schepelingen.
Over Sint Nicolaas zijn zeer vele le
genden. Een zeer bekende legende is die
van de drie dochters van een armen sol
daat, die juist om die reden niet ten huwe
lijk werden gevraagd. Ten einde raad
besloot de vader zijn dochters naar een
bordeel te doen, opdat hij op deze wijze
van haar onderhoud werd ontslagen. Toen
Sint Nicolaas dit noodlottig besluit ver
nam, vatte hij het plan op den arme edel
man te helpen.. Tot driemaal toe wierp
hij 's nachts een beurs met goud door het
venster en zoo waren de dochters in staat
in het huwelijk te treden. De derde maal
werd hij door den vader herkend, die hem
zijn schuld beleed. Sint Nicolaas is op de
eerste plaats een kinderheilige, die 's nachts
voor het feest en ook wel eerder over de
daken rijdt om hun geschenken en speel
goed te brengen, terwijl de volksverbeel
ding hem soms doet vergezellen van een
zwarte knecht, met roede en zak.
Sint Nicolaas wordt voorgesteld, geze
ten te paard, waarmede hij gelijk Wodan,
door de lucht rijdt en verder treffen wij
onder den schoorsteen naast den klomp,
bestemd voor lekkernij, een zak met hooi
aan, voor het paard van St. Nicolaas, zoo
als eenmaal Wodanês paard de laatste
schoof op den akker bleef staan.
Van kindervriend tot patroon der school
jongens is maar een kleine stap en in alle
scholen is St. Nicolaasfeest een voorname
dag.
Het gebruik, dat zoowel in Nederland
als in Vlaanderen, om met St. Nicolaas
harten van marsepain te bakken, heeft
waarschijnlijk betrekking op de legende van
de drie arme meisjes, waarbij St. Nicolaas
de rol vervult van huwelijksmakelaar.
Hij was ook de patroon van de schip
pers en zeevaarders, want Myra was een
zeestad, evenals Bari, en om dezelfde re
den heeft de stad Amsterdam hem tot pa
troon gekozen en zijn patronage van de
zeevaarders leeft voort in de suikeren
scheepjes en suikeren bootjes.
In Griekenland zouden de schippers
nooit van wal steken zonder een 30-tal
broodjes, St. Nicolaasbroodjes, mede te
nemen. Kwam er storm op, dan wierpen
zij deze broodjes met drie tegelijk in zee,
en riepen St. Nicolaas aan als patroon der
schippers.
Het is opmerkelijk, dat er in de St. Ni
colaas legende altijd drie personen voor
komen, drie kinderen of drie studenten,
drie arme meisjes, drie soldaten die hij van
een schipbreuk redt en daarom is het vaak
ook heel moeilijk uit te maken, welk drie
tal precies door schilder of beeldhouwer
is weergegeven.
Doch het Sint-Nicolaasfeest is een feest
voor allen, het valt in den tijd welke voor
afgaat aan het joelfeest, het groote offer
feest, dat onze Germansche voorouders
vierden omstreeks den kortsten dag.
De offers bestonden oorspronkelijk uit
dieren, maar hoe meer de landbouw toe
nam, hoe meer óok het brood de plaats
van het dierlijke offer ging innemen ep
om toch de gedachte aan het oorspronke
lijke dier-offer te bewaren, gaf men het
brood een diervorm en besprenkelde het
met heilig water, alvorens het aan den
feestdisch te gebruiken.
Dit oude offerbrood kunnen wij ook nog
terugvinden in onzen duivenkater of deu-
vekater, die teruggaat tot den allereersten
tijd van den akkerbouw en den oudsten
vórm van het offer, het vruchtbaarheids-
offer.
Hij stelde voor een bok, een zwijn, een
wolf, een haas of een haan, doch ook wel
een kater. Nu schijnt in ons land de kater
het meest als vruchtbaarheids-demon be
kend te zijn geweest en dezen kater of
ferde men zijn evenbeeld in zijn naboot
sing uit brood, den duivekater.
De duivekaters worden tegenwoordig
gebakken van krentenbrood of ook wel
van zout wittebrood. Zeer waarschijnlijk
hebben we in het woord, „duivekater" dus
een vermenging te zien van christen- en
heidendom, in de samenstelling „duivel"
en „kater".
Het eten van gebak of brood in dier-
vorm is niet alleen in ons land bekend
maar ook in Zweden en Denemarken komt
het voor waar het gebak zoowel in bena
ming als vorm aan zijn vroegere offergave
herinnert; voornamelijk de joelbok is
nog duidelijk te kennen.
De uitroep „wel duivekater", want dui
vel werd door Bilderdijk zeer vernuftig
verklaard als te zijn ontleend aan: „deux
fois quatre" en was volgens hem afkom
stig ~uit den Franschen tijd en de naam
voor onze bollen, die den indruk gaven
van een brood, in vieren gesneden.
Waarom de oude bisschop vooral als
kindervriend vereerd Wordt, heeft mis
schien zijn grond in de legende, die ver
haalt, hoe hij eens een drietal kinderen,
die, om hun honger te stillen, mosselen
zochten en zich te ver in zee gewaagd had
den, redde van een wissen dood.
Was de heilige alzoo vriend van zee
vaarders en kinderen, niet minder werd
hij als beschermer der jonkvrouw geëerd,
een eer, die hem te beurt viel, zooals reeds
gezegd, naar aanleiding van de legende,
dat de bisschop eens drie dochters voor
het dreigend gevaar van onzedelijken le
venswandel gered heeft. Eenmaal be
schermer der jonkvrouwelijke eer, werd
hij weldra gepromoveerd tot huwelijks
bemiddelaar. De „vrijers" en „vrijsters"
van koekdeeg, oorspronkelijk offerkoeken
in den vorm van godenbeelden, bewaren
hieraan nog de herinnering.
Wat nu de traditioneelen schoen van
St. Nicolaas betreft, misschien dankt dezen
zijn oorsprong aan het verhaal, dat de
bisschop in zekeren nacht ook bij een arm
soldaat een geldbeurs door 't venster
wierp, welke juist terecht kwam in êsmans
schoen, die voor het bed stond.
Het z.g. schoen uitzetten is reeds in
zwang in de 16e eeuw.
Waar nu Myra's heilige eenmaal het
drievoudig patronaa^ had verkregen over
zeevaarders, kinderen en jonkvrouwen,
daar laat het zich gemakkelijk verklaren,
dat weldra de St. Nicolaasdag de alge-
meene sympathie moest verwerven en hij
telkenj are nieuwe vreugde wist te bren
gen in tal van huizen en harten.
De tegenwoordige St. Nicolaasviering
hier te lande is oorspronkelijk voortgeko
men uit de godsdienstige gebruiken en
volkssagen onzer heidensche voorouders,
welke'door de Christelijke geloofsverkon
digers in katholieke zin gewijzigd op den
H. Nicolaas werden toepasselijk gemaakt;
de St. Nicolaas-viering verliest daardoor
niet het minst van haar eerbiedwaardig
heid, van haar poëtische schoonheid en
aantrekkelijkheid.
Langzaam aan heeft zich het karakter
van het feest zich gewijzigd. De volksver
beelding gaf den bisschop eerst na zijn
dood het witte paard, volgens de legende
van een roofdier gekregen, en den zwar
ten knecht volgens de legende door St.
Nicolaas uit de macht van den sultan der
Agareniërs verlost. Maar die zijn dan ook
de attributen gebleven, die het feest voor
de kleinen zijn grootsten poëzie schenken.
Sinterklaas per auto, Sinterklaas per
vliegmachine, allemaal goed en wel, maar
het is niet echt.
Echt is het witte paard in maanlichten
nacht over besneeuwde daken. Dat is het
hart van de romantiek om het Sint-Nico
laasfeest, een romantiek, die wij gelukkig
in onze cynische, verwarde wereld nog
hebben behouden.
Een romantiek, die wij konden behou
den omdat de huiselijkheid van het feest
aansluit-bij de huiselijkheid van ons volk.
Uitheemsche import heeft ons verschil
lende feesten gebracht en velerlei wijze
van feestvieren. Maar voor het echte Ne-
derlandsche gemoed haalt er geen feest bij
het feest van b December. Het feest voor
onze kinderen in de eerste plaats, het ver
langen en de verwachting. De realiteit
van het gevulde schoentje onder den
schoorsteen, waartegen de fantasie van
het mooiste sprookje het moet afleggen.
Helaas ligt er over het Sint Nicolaas
feest een schaduw van de ongunst der tij
den. Maar wie zou den moed hebben, die
schaduw te brengen in de harten der kin
deren, den moed hebben teleurstelling en
droefheid te brengen in de heldere kinder -
oogen waaruit hoopvol verlangen ons te-
genstraalt?
Een gelukkige jeugd is het kostbaarste
bezit, dat men meedraagt in het leven tot
aan de schemering van den avond toe.
Wie kinderen een gelukkigen St. Nicolaas-
avond bezorgt, geeft hun een zonnige
vreugde voor het leven mede.
Laten wij daarom op dit heerlijke in
tieme Sint Nicolaasfeest ook aan onze kin
deren leeren, dat zij de arme kindertjes niet
mogen vergeten.
Laat dan uw kinderen iets van hun eigen
speedgoed of suikergoed afstaan aan die
stumperd, die in deze tijd van algemeenen
nood al zoo ontzettend veel moeten ontbe
ren. Dan zult u nog meer genieten van uw
kinderen, door het blijde schouwspel van
vreugdevolle armen, uw kinderen zullen
dan practisch deelnemen in uwe weldadig
heid en in de blijdschap der behoeftige
kinderen.
Welk een heerlijke herinnering voor uw
lievelingen als ze zich jaren daarna het
schouwspel weer te binnen brengen. En
hoe duidelijk treedt daarin weer te voor
schijn de geest der Kerk, die in elk van
haar feesten beoogt, haar kinderen vreugde
te verschaffen, hun heir te bevorderen,
den gemeenschappelijken band der onder
linge liefde nauwer toe te halen en alle
standen in heilige liefde te verbroederen.
Moge door het aloude Sint Nicolaas
feest, dit voortreffelijke doel in tal van
katholieke huisgezinnen nagestreefd en be
reikt worden.
M. E. STEYGER—ASPERSLAGH.
De schaatsen.
(Hoe Sint Nicolaas zich in het adres
vergiste en hoe Piet het goed maakte).
Op den schoorsteen bij Kees van Laar
thuis stond een kleine spaarpot. Het was
zoo'n gezellige spaarpot met een ondeugen-
den jongen er op, die door een verschrik
kelijk dikken agent werd achterna gezeten.
Kees was er nooit achter gekomen, waarom
de jongen zoo hard wegliep; hij begreep al
leen, dat hij niet veel goeds had uitgevoerd.
Belletje getrokken misschien?
Die spaarpot was iets, waar Kees heel
trotsch op was. En dat was geen wonder.
Alles wat hij kreeg op zijn verjaardag of
bij een onverwacht bezoek van een oom
of een tante van buiten de stad, stopte hij
in de smalle gleuf bovenin.
En niet alleen alles wat hij kreeg, maar
ook als hij wat verdiende. Wanneer hij bij
voorbeeld voor zijn vader een paar schoe
nen wegbracht de vader van Kees was
namelijk schoenmaker dan gebeurde het
wel, dat hij even moest wachten. Dan kreeg
hij nu eens een paar centen, dan weer eens
eens stuiver. Dat was eigen verdiend geld
en ook dat ging de spaarpot in. Kees luis
terde altijd aandachtig naar het geluid,
waarmee het geld in het busje viel. En of
het nu verbeelding was of niet, maar het
was net of dat zelf verdiende geld met een
veel mooier geluid naar binnen rinkelde
dan dat wat je zoo maar kreeg en waar
je niets voor hoefde te doen.
Het was midden November, toen Kees
meer dan anders naar zijn spaarpot toeliep,
hij nam het busje telkens op en woog het
op zijn hand. Af en toe wilde hij wel dat
hij er doorheen kon zien. Maar datL: ging
niet: blik is nu eenmaal geen glas. Het
eenige wat Kees kon doen was eens flink
schudden. Dan hoorde je tenminste den
inhoud rammelen, maar veel schoot je er
toch niet mee op. Aan" het geluid alleen
kon je niet hooren hoeveel er in zat.
Waarom stelde Kees vooral zooveel be
lang in zijn spaarpot toen het midden No
vember was?
Dat zal ik jullie vertellen.
Als het de laatste, dus den 30sten No
vember was, dan haalde de vader van Kees
een groot stuk bruin pakpapier te voor
schijn, zoo'n stuk waar anders altijd de
schoenen in werden gepakt. Ditmaal was
het echter niet voor schoenen bestemd.
Waar dan wèl voor?
Wel voor de spaarpot van Kees.
Daar werd een keurig pakje van ge
maakt en vader schreef er op in mooie
rondschriftletters:
Aan Sint Nicolaas, Madrid, Spanje.
Zoo ging de spaarpot van Kees de deur
uit en er was een briefje bij ingesloten, dat
Kees niet te lezen kreeg, hoewel hij wel
een beetje wist, dat zijn vader er in ge
schreven had.
Kees had ditmaal met nog meer span
ning dan anders den 30sten November af
gewacht. Toen het eindelijk zoover was,
mocht hij zelf zijn spaarpot inpakken, want
zijn vader had het te druk. En ook de moe
der van Kees had geen tijd om te helpen.
Dat kwam omdat de familie van Laar juist
tweedagen van te voren verhuisd was.
Kees had deze keer een heele groote
wensch. Hij wilde dolgraag een paar schaat
sen, een paar echte Friesche schaatsen. Die
waren niet goedkoop.
En nu zat er wel aardig was in het busje
en het woog vrij zwaar, maar het waren
toch meest centen, die er in zaten
Toch had Kees het er maar op gewaagd
en zijn vader zijn lievelingswensch ver
teld.
Haastig had vader van Laar het adres en
het begeleidend briefje geschreven en zoo
ging de spaarpot van Kees de deur uit.
Het was 3 December, toen moeder van
Laar 's morgens wat op bed bleef liggen.
Ze had hoofdpijn. Later op den dag moest
de dokter komen en toen bleek, dat ze een
flinke griep had. Het was de schuld ge
weest van de verhuizing, die middenin de
gure winterdagen had plaats gehad.
Dat werd een trieste dag in het huis van
den schoenmaker. Kees moest thuis blijven
van school en met zijn vader moest hij al
de dingen doen, die moeder anders deed.
Moeder zelf lag met een bleek gezicht op
bed. Als Kees kwam vragen hoe het ging,
dan lachte ze een beetje en zei dat ze den
volgenden dag weer beter was, maar Kees
geloofde het maar half.
Er was den volgenden dag dan ook nog
geen sprake van, dat ze op mpcht. Het ge
wone eten mocht ze ook niet hebben, al
leen maar pap en melk en een ei. En ver
der vruchten, veel vruchten.
„Vader", zei Kees dien middag, „ik wou
dat u een nieuw briefje schreef naar Sint
Nicolaas".
„Waarom?" vroeg deze verbaasd.
„Om mijn spaarpot terug te vragen", zei
Kees. „Voor het geld, dat er in zat, had
den we mooie druiven voor moeder kun
nen koopen. Daar houdt moeder zoo van
en dan zou ze vast weer gauw beter zijn".
„En je schaatsen dan, Kees".
„Die kan ik het volgend jaar wel krij
gen", antwoordde Kees, „en misschien is
er dit jaar niet eens ijs, dan zou ik er toch
niets aan hebben".
„Je bent een lieve jongen".
Vader van Laar streek zijn zoon over zyn
donkere krullen.
Dien zelfden middag nog zag Kees zijn
vader een briefje schrijven. Dat werd da
delijk weggebracht en des avonds al kwam
i er een mandje met prachtige druiven, en
er kwamen nog peren en perziken ook bij.
„Aan wie heb ik dat te danken?" vroeg
Kees' moeder blij en verrast.
„Aan Sint Nicolaas", zei Kees en hij knip
oogde eens tegen ^ijn vader. Hij had afge
sproken d?t ze niet tegen moeder zeggen
zouden, dat het van het geld uit Kees'
spaarpot was.
Moeder van Laar werd vlug beter.
„Ik, geloof werkelijk, dat het van die
heerlijke vruchten van Sint Nicolaas komt"
zei ze telkens weer en dan moest Kees zich
omdraaien, want dan kreeg hij een kleur
van blijdschap.
Toen het 5 December was, mocht moeder
het bed uit. Kees en zijn vader hadden er
voor gezorgd, dat de kachel flink brandde,
en daar zat moeder nu weer met een. geluk
kig gezicht.
's Avonds werd er als gewoonlijk dam
pende chocolademelk geschonken. Toen
het tegen half acht liep en er nog steeds
niet heftig aan de deur gebeld was, zei
moeder:
„Ik begrijp niet waar Sint Nicolaas blijft'.'
„Nee", zei vader, terwijl hij zijn zoon aan
keek, „ik begrijp het ook niet goed".
Toen schoot Kees plotseling iets te bin
nen, een prachtige oplossing.
„Ik weet het", riep hij uit. „Sint Nicolaas
weet natuurlijk niet, dat wij verhuisd zijn.
Toen is hij naar het oude huis gegaan en
daar wisten ze niet waar we woonden".
Hij had nog niet uitgesproken, toen er
geweldig hard aan de bel getrokken werd.
„Wat zou dat zijn", vroeg Kees' vader. Hij,
liep naar de voordeur.
Kees en zijn moeder hoorden even later
druk praten in de gang.
Toen kwam vader van Laar terug. Hij
droeg een pakje, dat hij dadelijk aan Kees
gaf.
„Wie was het", vroeg moeder.
Vader glimlachte.
„Onze jongen had gelijk", zei hij .„Sint
Nicolaas had zich in het adres vergist en er
niet aan gedacht, dat wij verhuisd waren.
Maar Piet den knecht schoot het op het
laatste oogenblik nog te binnen. Piet dacht
ineens aan het extra-briefje, dat hij gekre
gen had en toen wist hij meteen weer ons
nieuwe adres".
„Wat was dat voor een extra-briefje?"
vroeg moeder nieuwsgierig en ze keek Kees
aan.
Maar die hoorde niet dat hem wat ge
vraagd werd. Met een hoogroode kleur zat
hij te kijken naar wat hij zoo juist had uit
gepakt.
Het waren een paar fonkelnieuwe schaat
sen HAN G. HOEKSTRA.
Nergens zag ik dan ook zcilk een praMi'qe
sorieerinq en rijke verscbeidenhei'd
Zoo zijn wi'i'aan-een adres voor alles klaar.
Parfumerie, Luxe Zeepen, Toilel artikelen, Lederwal en.
Parapluies, Schórten, Lingerie,Moderne Tricotages, Heeren-
Overhemden, ibasseilj Bokkèn, iShawis, Handschoenen,
Dameshandweikdn, Zakdoekjes, Damesprodes, Eleg. Shawls,
Handschoenen, Cèuppns in speciale opmaak voor Geschenken,
Clubfauteuils, Rooktafels, "Wandkastjes, Spiegels, Kupriokken,
Naaitafeitjes, Bureaux, EpetfeiTkasten, Tafel- Divan-,
Kanstok-, en S&boorsteepiklèéclen, Thee-, Ontbijt- en
Eetserviezen, Glasweib, Koper-, Brons- en Tinarlikelen,
Wollen- en gestikte Dekens en nog veel meer.
ALS D KOMT ZütT TEVREDEN ZIJN, DAT IS ZEKER.
'is éenig in haar soort,
gewoonweg een paiadijs
B voor Uw KINDEREN.