SPEELGOEDEREN VROOM eh DREESMANN 59 89 79 89 3t: 79 HAROEMS DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 1 PEIGNOIRS RATINé DAMES PEIGNOIRS met doorgestikte zijden re vers, div. kleuren 90 WOLLEN EN ZIJDEN TRI COT DAMES PEIGNOIRS m. moderne bestikte o 90 reverskragen j UNI ZIJDEN DAMES PEIG NOIRS, gewatteerd in a 50 div. mooie kleuren ji ZIJDEN DAMES PEIGNOIR.- gewatteerd, pracht kwaliteit, met Japansch bor- 9Q KOUSEN DAMESMODE MAT ZIJDEN DAMESKOU SEN, moderne kleuren nut tig St. Nic. geschenk p. paar MAT ZIJDEN DAMESKOU SEN, fijne kwaliteit, rv div. modekleuren p.p. y WASCH ZIJDEN DAMES KOUSEN, div. modekleur/ri als spec. St. Nic. aan bieding per paar aan- BEMBEKG MAT ZIJDEN DAMES KOUSEN, Q7V2 zeer mooie tinten p. p. y DAMES SHAWLS, moderne wollen ruiten 135 x 30 cm nieuwe mode tinten, zeer voordeelig WOLLEN BOORD SHAWLS, diverse kleuren, zeer nuttig en aardig St. Nicolaas geschenk PELERINE KRAAG, groot model m. open gewerkten rand en strik gegar neerd SIMIL1 CLIPS, buitengewoon groote sorteering in A div. uitvoeringen 59 39 ZiyL ENORME VERSCHEIDENHEID tegen de bekenJe lage V D prijzen PANTOFFELS RUBBER KAPLAARZEN, prima kwaliteit maten 32/42 145, 31/33 125, 25/30 97 X, 23/24fJQ Beneden iedere jconcurrentie. VILTEN DAME- PANTOF FELS, in fliyerse kleuren en hiateti, zeer nuttig St. Nic. IgeschenV liAMEEL HAREN HEEREN PANTOPFELS m. contrefort. Lederen zool en hak, prima kwaliteit 43/47 1.25 36/4^ y/ KAMEELHAREN KRAAG PANTOFFELS, lederen zoo) en hak, contrefort, prima kwa liteit van 125 als St Nic. reclamey OMZE MAGAZIJNEN ZIJN IEDaREM AVOND TOT 10 UUR GEOPENO LEIDEN WEEK-RECLAME Deze week bijl aapkoop van 1.00 Kruidenlersiv^ren, uit gezonderd Suiker, Margarine en Roomboter 5 Kiloblikkcn -pROENTEN Doperwten, Sjyjiarfe, Snij- boonen. Andijvie en Spercie- boonen a 1 GULDEN. WAAR DE MOLENS DRAAIEN Nieuwe Rijn hoek Harfcèsteeg Geversstraat 81, Oegstgeest. 10528 IlIlllllIllllllllllilllUlllllltllllllll BODEGRAVEN Abonnementen en Ad- vertentiën worden aan genomen door JAC. WALRAVEN llllillllllllllMIHIIIIMIIIMIIIIIIIll De eerste stap naar de ontwapening Duitschland heeft den Volkerenbond een trap gegeven, een geweldigen, raken trap, en heeft daarmede den Volkerenbond ver laten, van zich afgestooten feitelijk, omdat de Volkerenbond niet wil ontwapenen. Immers daartoe was deze bond eigenlijk opgericht om het (Duitsche) militarisme te liquideeren, uit te roeien, en tot een algemeene ontwapening of vermindering van bewapening te komen. Duitschland en de overwonnen staten zyn ontwapend volgens het verdrag van Versailles, en reeds sedert 1314 jaren. Bij de vredes- sluiting hebben de overwinnaars plechtig beloofd eveneens tot ontwapening, d.w.z. tot een belangrijke vermindering van be wapening over te gaan. De Volkerenbond is feitelijk gesticht om tot dat doel te ge raken en de geheele wereld wacht sedert jaren op eenig resultaat. En het uittre den van Duitschland uit den Volkerenbond onder de gegeven omstandigheden betee- kent niets minder dan dat het hopeloos is van die instellink een reëele vermindering van bewapening (gelijk aan Duitschland opgelegd) te verwachten. Waarin bestaat eigenlijk de kern van Duitschland's ont wapening? In de afschaffing van den per soonlijke dienstplicht of dienstdwang. De overwinnaars hadden goed gezien, dat alleen afschaffing van dienstdwang een basis kon scheppen tot verdere ontwape ning, van oorlogsmiddelen en dergelijken. Trouwens, dat ziet wel iedereen in, eene vermindering van oorlogsmiddelen zon der vermindering van levende strijd krachten zou geen doel hebben en geen re sultaat opleveren. De soldaat immers is het die het oorlogstuig gebruikt. Ontwapening of vermindering van be wapening kan dus nooit iets anders be- teekenen, dan op de eerste plaats vermin dering van strijdkrachten. Is dat doel be reikt, dan kan eerst met succes gesproken worden over vermindering van strijdmid delen. Zijn er b.v. minder mannen om gas bommen te werpen, dan wordt het getal bommen vanzelf minder. In de vredesnota van Benedictus XV, waarin het heele plan voor ontwapening werd voorgesteld, werd ook alleen gesproken over verminde ring van manschappen (afschaffing van dienstdwang) en met geen woord gerept van oorlogsmiddelen of wapencontrole. Wat zal nu gebeuren na Duitschland's uittreden uit den Volkerenbond en de Ontwapeningsconferentie? Duitschland zal er nooit meer aan deelnemen zonder ge lijkgerechtigd te zijn. Herbewapening van Duitschland is ondenkbaar onder de te genwoordige omstandigheden. Dan blijft maar een weg open. Om het prestige en bestaan van den-Volkerenbond te reddtn, zullen nu de tegenstanders van Duitsch- !an moeten ontwapenen. Duitschland zet hun het mes op de keel. En daarom is Duitschland uittreden uit den Volkeren bond de eerste groote en practi- sche stap naar ontwape ning. Met recht zeide een Engelsch poli ticus: „De tegenwoordige toestand in Duitschland is aan de behandeling van Duitschland door de vroegere geallieer den te wijten, die zelf hun beloften tot ontwapening niet nakwamen. De vervul ling van deze beloften zal niet door nieu we bewapennig van Duitschland, doch door ontwapening der overi g e staten tot stand moeten k o m e n". (Spatieering. door ons). Welke bedoelingen Duitschland ook moge hebben, direct of indirect zien wij daarin een stap naar ontwapening. Wat zal immers het gevolg zijn van dezen stap van Duitschland; van zijn uit treden uit Volkerenbond en Ontwape ningsconferentie? Van een herbewapening Duitschlands zullen de vroegere overwin naars van Duitschland nooit iets willen weten en dan ziet men in dat „tot een heid brengen van het geheele Duitsche volk" volgens Hitler's plan, een voor de toekomst zeer gevaarlijk „pangermanis- me", dat de overwinnaars altijd nog in vrees houdt. De ontwapeningsconferen tie opdoeken of ook maar op langen ter mijn verdagen, zou het bestaan zelf van den Volkerenbond in gevaar brengen. Het voortgaan der afzonderlijke staten met het tegenwoordige militarisme met zijn ondra gelijke lasten, zal tot een economische in eenstorting moeten leiden, of tot een nieuwen oorlog. Het presidium der Ont wapeningsconferentie heeft echter reeds verklaard, als volgt: „Voor de ontwape ningsconferentie zal het vernietigend zijn, thans de politieke richting in te slaan, welke als bewijs van haar incompetentie of van gebrek aan goeden wil, om haar taak te vervullen, zou kunnen worden ge ïnterpreteerd. Een dergelijke politiek zou een vernietigenden slag voor den Volken bond, de zaak der ontwapening en zoo ook voor dfe eer der ontwapeningsconferentie zijn, en zou in de kaart spelen van hen, die sedert vele maanden bewezen, dat zekere mogendheden niet ontwapenen willen of haar ontwapeningen zouden willen beper ken". Men wil dus noch de Ontwapenings conferentie, noch den Volkenbond in ge vaar brengen. Maar dan zal iets moeten gebeuren. Duitschland verlangt gelijkge rechtigdheid, hetgeen Versailles niet heeft beloofd. Maar wel heeft Versailles aan Duitschland beloofd de ontwapening der overwinnaars. En dat is 't waarop Duitschland sedert jaren wacht, om daardoor tot meer gelijk- gerechtigheid en meer veiligheid te gera ken. En dat zal ook de weg zijn om Duitsch land weer tot den Volkenbond te brengen. Nu Duitschland wat ontwapening aan gaat, volkomen aan zijn verplichtingen heeft voldaan, mogen nu ook de andere staten hun taak vervullen; en dat kunnen zij doen, zelfs bij afwezigheid van Duitschland. Is dat gebeurd, dan zal Duitschland zich wel weer tot internatio nale samenwerking bereid toonen. Maar Duitschland heeft met zijn stap nog iets meer gedaan, dan zijn eigen wil naar ontwapening der overwinnaars te kennen te geven. Of Duitschland dat bedoelde of niet; het heeft ook den wil der overige overwonnenen naar ontwapening op het tapijt gebracht. Immers de belofte tot ver mindering van bewapening is aan allen gedaan. En nu zal iets moeten gedaan worden op het gebied van ontwapening, of de ontwapeningsconferentie en volkenbond hebben afgedaan. De groote vraag is nu: Wat kan en wat moet gedaan worden om tot een werkelijke, effectieve vermindering van bewapening te komen? Het eerste en alleen doeltreffend middel is zeker: „v e r- mindering van manschappen"; immers dat begrijpt ieder: brandbommen en zelfs gifgassen zijn betrekkelijk onschul dige dingen, als er geen menschen zijn, die er van gebruik maken. Trouwens de oor logsmiddelen: wapenen, schepen, kanon nen, bommen enz. zullen van zelf minder worden naarmate de manschappen vermin deren die de wapens hanteeren. Vermindering van manschappen, van krijgsvolk, is hetgeen de menschheid in haar geheel verwacht als een middel naar den vrede. Het meest doeltreffende, practische en bij goeden wil, ook het meest gemakkelijke middel om tot een werkelijke vermindering van bewapening te komen is, de totale afschaffing van den dienst dwang of dienstplicht. Dat heeft het eerst ingezien en voorgesteld de Apostolische Stoel reeds in 1917, nog mid den in den oorlog. Dat hebben erkend en ingezien en aan de overwonnenen opge legd (met de indirecte belofte het ook te doen) de overwinnaars van den groot en oorlog door den dienstplicht af te schaffen bij den overwonnen. Ja, indirect hebben daarmede de overwinnaars beloofd, den dienstdwang af te schaffen, omdat feitelijk zonder deze afschaffing geen vermindering denkbaar is. „Persoonlijke dienstplicht duldt geen beperking, maar is onverzadig baar", zegt dr. Stackl. Daarom: „We mogen niet aflaten: t dient te komen, overal, tot afschaffing van dienstplicht" Kard. Gaspari 28 Sept. 1917 a. d. Engelsche Regeering. En hiermede zijn wij weer eens gekomen tot het pause lijk ontwapeningsplan. Er zal nu iets moe ten gebeuren. Duitschland heert daartoe den stoot gegeven. Geheel Europa, uitge nomen natuurlijk de overwonnenen, staat in wapenen erger dan 1914; het militarisme is uitgegroeid tot een monster, dat de ge heele maatschappij dreigt te verzwelgen, of toch te ruïneeren. Alléén Europa geeft elke week 120 millioen gulden uit aan mi litarisme. Daarom dan ook het opschrift (verzuchting) van het orgaan van den R.-K. Vredesbqnd van October '33. „Van militarisme: verlos, Heer de wereld". En zoo lang er nog één gedwongen soldaat op de wereld is, heeft men nog geen stap naar ontwapening en vrede gedaan. „D e dienstplicht is sedert meer dan een eeuw de ware oor zaak van ellende, welke de ma a t- schappij heeft getroffe n." Card. Gaspari Oct. 1917. Laten wij ons in deze ernstige tijden toch niet in den war brengei^door de verhan delingen van Genève. Daar wordt gespro ken over wapenfabricage, wapencontrole, duikbooten, gifgassen, bacterieën, enz. Alle deze dingen kunnen ons op zichzelf geen oorlog en geen vrede brengen. Wij hebben toch in de uitingen van den Apostolischen Stoel reeds sedert 16 jaren in 23 zinnen een vredes- en ontwapeningsplan, dat ons verder van den oorlog en nader tot vrede en ontwapening brengt, dan een dozijn congressen en pacten, 150 vergaderingen van Genève en eenige duizenden redevoe ringen van diplomaten en volkenrechtskun digen. Laten wij deze 3 volzinnen ons nog eens voor oogen plaatsen. 1. Inplaats vande mate- rieele macht der wapenen, de moreele macht va n het recht, met het instituut van arbitrage of scheids gerecht. 2. Afschaffing van den dienstplicht door een over eenkomst tusschen de be schaafde naties. 3. Als sanctie (of dwangmaat- regel) instelling van een universeelen boycot tegen de natie, welke den dienst dwang weer zou willen in voeren. Met deze middelen, zoo voegt het schrij ven van den Staatssecretaris Card. Gas pari er bij, kan de vrede tus- schen de naties verzekerd zij n, tenminste zoover dit op deze wereld mogelijk is. Wij hebben dus een ontwapeningsplan, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat, en waarvan de doeltreffendheid niet in twijfel getrokken wordt. De H. Stoel noemt dit systeem trouwens het eenig werkelijk practische ontwa peningsplan. Maar, zoo zegt een artikel in „Pro Pace", het hoogmachtige leger geraakte tenslot te nog onder den duimvan de „Al machtige Economie". Dat heeft het pau selijk document trouwens reeds vooruit gezien. „Ontwapening wordt door allen zonder uitzondering verlangd, als zijnde het eenig middel, om het oorlogsgevaar weg te nemen, de financieele moeilijkhe den der staten te boven te komen, en de sociale staatsberoeringen te beletten, die anders ongetwijfeld zullen volgen." En toch blijft het ook weer waar, dat „gewe- tenlooze wereldeconomie de ruggégraat is van het hedendaagsche militarisme". De wapenfabricage verdient enorme sommen aan het leger, dat daarvoor dan ook zorgt voor „de bewapende vrede", die welhaast zooveel kost als een oorlog. En zoo staan wij nu met een prachtig en practisch ont wapeningsplan, reeds sedert 16 jaren aan alle volkeren voorgesteld door het hoog ste-en rechtvaardigste gezag der wereld, en er is nog geen stap gedaan naar ontwape ning en vrede, uitgenomen de stap gedaan door Duitschland, met zijn uittreden uit den Volkerenbond, juist omdat deze bond niets gedaan heeft voor de ontwapening en voor de vernietiging van het militarisme, waarvoor hij toch eigenlijk was ingesteld. Maar wie heeft hier de grootste schuld, dat na 16 jaren nog niets is gedaan voor de ontwapening „door allen zonder uitzon dering verlangd" (Card. Gaspari)? Zeker, alle volken, alle staten en parlementen hebben schuld. Maar toch het meest de Katholieken in alle landen: de katholieke partijen, afgevaardigden, politiker, en ook de katholieke pers. Deze alle hadden van den beginne af positief en krachtig moe ten medewerken, dat aan het ontwape ningsplan van den H. Stoel meer bekend heid werd gegeven, vooral wat aangaat het kardinale punt, de spil waarom alles draait, „het eenig practische sys- teem ter ontwapening: de afschaffing van den dienst- d w a n g." Algemeene termen als: „krach tige medewerking voor het vredesplan vol gens Benedictus XV" helpen niets, als men het kardinale punt, „het eenig practische systeem ter ontwapening niet op het pro gram durft te zetten, ja niet eens waagt te noemen. En zoo staan wij nu, om het maar eens plat te zeggen, voor niet an ders dan voor het bankroet van den Vol kenbond, omdat deze na al zijn vergade ringen nog geen stap heeft gedaan naar werkelijke ontwapening, een belofte te Versailles gedaan aan de overwonnenen. Duitschlands uittreden uit den Volken bond, dat met de overige overwonnenen lang genoëg heeft gewacht op ten minste eenige gelijkgerechtigdheid op het punt van veiligheid of ontwapening van de zijde der overwinnaars, zou nu ten minste een stap kunnen of moeten zijn naar de zoo zeer verlangde ontwapening. Gebeurt dat niet, en is het eerste punt van ontwapening niet afschaffing van dienstdwang voor alle landen, dan zal alles weer bij 't oude blijven; of erger worden dan ooit te voren. Over onderzeebooten, bommen uit de lucht, gifgassen, bacterieën, gebruik van vergiftigde ratten, pestratten enz., waar van in een toekomstoorlog kan of zal ge bruik gemaakt worden, is al lang genoeg geschreven. Doch dat is nog lang niet het ergste. In den modernen fascistisch-natio- naal-socialistischen staat, waar alles „gleichgeschaltet" wordt, waar de individuen staats eigendom, en menschen „m a- teriaal" geworden zijn: zul len ook kinderen in den oorlog gebruikt worden. Zij worden er reeds in die richting opge voed of gedresseerd in meer dan één land. Misschien dat wy dan echter ook het ein de beleven van den menschonteerenden dienstdwang, „de ware oorzaak van vele ellenden, welke de maatschappij hebben ge troffen". (Schrijven van Card. Gaspari). Niet voor niets heeft de H. Vader nog on langs zijne groote bezorgdheid uitgespro ken over het toekomstig lot der jeugd. Dr. Stöckl heeft reeds voor meer dan 60 ja ren geschreven: „Dienstplicht is onverza digbaar en duit geen beperking"; hy ont rooft den vader aan het huisgezin; hij zal ook de kinderen ontrooven aan hun ouders. Duitschland heeft nu den Volkenbond, om zoo te zeggen, gedwongen, kleur te be kennen, te toonen of het dat instituut ernst is tot vermindering van bewapening ten minste een stap te doen of een begin te maken. En dat begin kan in niets anders bestaan, dan in de afschaffing van den dienstdwang. Het zou het best kunnen zijn, dat, als de overwinnaars aan Duitschland en de overigen overwonnenen verlof ga ven den dienstplicht weer in te voeren, Duitschland met deze gelijkgerechtigdheid geheel zou instemmen; maai' tot zulk een gevaarlijk experiment zullen de volken bondsleden, na de opgedane ondervinding in den wereldoorlog wel nooit kunnen be sluiten. Dan blijft echter niets anders meer over, zoo zou men gerechtigd zijn te den ken, dan dat nu de overwonnenen een stap zullen moeten doen naar de ontwapening, willen zij anders het voortbestaan van den Volkenbond redden. En in de afschaffing van den dienstdwang, zien wij dan den eenigen uitweg. De tijd en de omstandigheden dwingen trouwens iets te doen op den weg der ont wapening. Want als het fascisme en natio- naal-socialisme de overhand krijgen, krij gen wy een nieuw maar veel erger afgiet sel van de idee van den „Staatsgod" vol gens Machiavelli, Hegel en den tijd der heidensche „fasces facisten" waarbij de Russische knoet onder bolsjewiek regiment volmaakt past. De staat is dan alles. Maar een moderne staat met een militarisme, dat alle levende (soldaten) en doode krachten (geld) des volks in beslag neemt voor zijn doeleinden, zal ook een tirannie en slavernij brengen; gelijk nooit te vo ren. De moderne fascistische staat zal meer dan eenig ander regeeringsstelsel de leven de en de doode krachten des volks in be slag nemen en daartoe gedwongen zijn om zich te handhaven. Door den dienst dwang worden de rechten van den mensch ondergeschikt aan den staat waartegen de Kerk zich altijd heeft verzet en verzetten zal. Dat eene staat nu vast: men zal zich alle moeite geven om het bestaan van den Volkenbond te redden. Dit nu zal onmo gelijk blijken, indien er niet iets positiefs gedaan wordt op het gebied der ontwape ning. En nu zal het eenige wat hier kan en moet gedaan worden, zijn: De af schaffing van den dienst plicht voor al le landen, gelijk het de Apostolische Stoel heeft voorgesteld en ge lijk het de overwinnaars uit den wereldoorlog aan de overwonnenen hebben op gelegd, en implicite zelf hebben beloofd. J. M. KEULERS, Pastoor ong. Karmeliet. Groenendijk, Nov. 1933. INGEZONDEN STUKKEN Leiden, 29 Nov. 1933. Onderscheidingen. Geachte Redactie. Gaarne hadden wij voor het volgende een plaatsje in uw veel gelezen blad. Bij voor baat onzen dank. Tot groote ingenomenheid stemde het ons uit uw blad te vernemen, dat agent Zwart voor zijn moedig optreden tijdens den brand aan de Nieuws. c, een onderscheiding ven deel is gevallen. Doch wat onprettig doet het ons aan, dat van diegenen, nJ. de hee- ren Hereur en Giezen, die een minstens even groot aandeel in de redding gehad hebben, in 't geheel geen nota wordt ge nomen. Hopende, dat deze fout als nog hersteld kan worden, teekenen wij Hoogachtend, Eenige ooggetuigen en Nieuwstraatbewoners. Woubrugge 28 Nov. 1933. Het groote gezin. Mijnheer de Redacteur. Beleefd verzoek ik een plaatsje in uw blad; by voorbaat mijn dank. 't Is wel opmerkelijk, dat men nog ai vaak in de bladen leest, dat er bij den Mi nister op aangedrongen wordt, vooral de groote gezinnen onder zijn aandacht te ne men, en er toch nog toestanden bestaan, waarin men bijna een soort van boycot kan constateeren. Zoo kwam ik onlangs tot de conclusie, toen mij voorgerekend werd op hoeveel steun ik recht zou hebben, dat de gezinnen tot en met 7 kinderen in aanmerxing ko men voor toeslag, maar.... meerdere niet! Zoo verneem ik, dat er met de aanstaan de vleeschdistributie, ook al geen reke ning gehouden werd met het groote gezin, Naar ik uit betrouwbare bron verneem zou aan een gezin van 2 personen 1 K.G. en van 4 personen 2 K.G. per week wor den verstrekt. Een gezin echter van 10. 11, 12, soms nog meer personen, moet het ook maar met die 2 K.G. doen. Dat noem ik geen verhouding, en ik kan het ook in geen geval billijken, want hieruit volgt, dat een klein gezin voor weinig eer. stuxje vleesch kan eten, en een groot er even van mag proeven. Mij dunkt, dat een groot gezin in dezen malaise-tijd toch al genoeg moet ontberen! In zou onze geachte Kamerleden gaar ne willen adviseeren, er bij den Minister op aan te dringen, verbetering in derge lijke toestanden te brengen. U, mijnheer de Redacteur, nogmaals dan kend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, W. VAN DER MEER. Dat loopt %oed a(! M. een anderon keer gaat het mis. De linkerdeur van een auto (aan de rjjwegzijde) moest eigenlijk nooii geopend worden. Maar als het soms niet anders kan, kijk dan eerst door een kier ol er geen verkeer nadert Pas daarna mag de deur geheel wor den geopend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7