VRIJDAG 17 NOVEMBER 1933 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN „Das Mei r 25ste Jaargang No. 7663 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Lij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 regel DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten noogste 3U woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. V Armenzorg en weldadigheid. Zcoals gemeld, heeft gisteren de Ned. Ver. voor Armenzorg en Weldadigheid te 's-Gravenhage haar 25-jarig bestaan her dacht. De ochtendvergadering hebben wij reeds medegedeeld, In de middagvergadering hebben ge sproken mgr. dr. G. van Noort, deken te Amsterdam, en minister Slotemaker de Bruine. Dr. v. Noort heeft eenige katholieke be ginselen inzake voorkoming van armoede en leniging van bestaande armoede in het licht gesteld. Wij geven hier een verslag van deze voordracht, dat wij aantroffen in het „Han delsblad". Armenzorg in ruimen zin, zeide spr., om vat het voorkomen van armoede. De ar moede geheel voorkomen zal nimmer mo gelijk zijn, allerminst in abnormale om standigheden. Spr. meent, dat zelfs de te genwoordige crisis in hoofdzaak veroor zaakt is 'door onverstand en baatzucht (hebzucht en heerschzucht) der-menschen en dus, theoretisch gesproken, goeddeels voorkomen had kunnen worden, wanneer individuen en regeeringen intijds door zicht en onbaatzuchtigheid genoeg hadden gehad om de wetten der sociale rechtvaar digheid beter na te leven. In normale om standigheden kan armoede voor een aan zienlijk deel worden voorkomen door al lerlei sociale voorzieningen. In dit verband vestigde spr. de aandacht op een bladzijde in de encycliek Quadragesima Anno, waar als algemeen beginsel geleerd wordt, dat, wijl de voortgebrachte goederen het resul taat zijn der samenwerking van kapitaal en arbeid, de winst, op die goederen ge maakt, rechtens voor een evenredig deel ook aan den arbeid ten goede komt in den vorm van hooger loon en in sociale verze keringen. Dit laatste vooral wilde spr. aan bevoegden ter overweging geven. Spr. erkende gaarne de groote moeilijk heden, die de uitvoering van bovenge noemd beginsel in den weg staan, maar meende toch dat, waar beginselen de we reld regeeren, er veel gewonnen zou ziin ter voorkoming van armoede, indien de leidende klassen der samenleving dit al gemeen beginsel als juist zouden aanvaar den en er naar streven wilden, het in practijk te brengen. Lenigen van bestaande armoede is de taak der naastenliefde, een strenge plicht voor allen, die meer inkomsten hebben dan voor een leven overeenkomstig hun stand geëischt wordt. Deze gewetensplicht rust rechtstreeks op de individuen, maar, wijl in onze gecompli ceerde samenleving individueele liefdadig heid nooit voldoende zal zijn, zijn verder aangewezen vereenigingen, kerkgenoot schappen, gemeenten en Staat. Waarom, in laatste instantie, ook de bur gerlijke gemeenschap: gemeente of staat? Omdat op de gemeenschap de zedelijke plicht rust, binnen de grenzen van het mo gelijke, te zorgen, dat alle behoeftigen nog een menschwaardig bestaan kunnen heb ben, zij het dan in den laagsten graad. Dit doel: voorkomen dat menschen in nood ondergaan, moét bereikt worden. Wanneer derhalve particuliere en kerkelijke liefda digheid te kort schieten, moet de burgerlij ke overheid aanvullend ingrijpen. Zij al leen is in staat, door belastingheffing, de gemeenschap te dwingen, de middelen, die daartoe noodig zijn, bijeen te brengen. Spr. hoopt dat zij, die de overheids-ar menzorg uitoefenen, nooit vergeten zullen, dat ook zij een dienst van liefdadigheid uitoefenen en zich daarom diep zullen doordringen van een geest van warme menschenliefde of charitas. 't Wil ons voorkomen, dat deze laatste alinea stof tot ernstige overweging kan geven aan overheidspersonen, ook aan ka tholieke overheidspersonen, die nog maar niet schijnen te begrijpen, dat „in onze ge- TWEEDE KAMER DE WIJZIGING IN DE GEZONDHEIDSWET Begrooting van Buitenlandsche Zaken DEN HAAG, 16 November. Voordat de Kamer de behandeling van de gisteren reeds begonnen behandeling der Begrooting van Buitenlandsche Zaken voortzette, heeft zij eerst de Regeering ge holpen' aan een bezuiniging van ongeveer een halve ton. Zonder moeite is dat echter niet gegaan. Het betrof het wetsontwerp tot wijziging van de Gezondheidswet-1919. Een wijziging, die voornamelijk betrekking had op de opheffing der Gezondheidscom missies. Voor het behoud dezer commissies werd van verschillende zijden in de bres gespron gen. Van katholieke zijde deed dit de heer Steinmetz, die, vergissen wij ons niet, bij deze gelegenheid zijn op ons een uitste kenden indruk makenden maiden-speech hield. Deze afgevaardigde zag in de op heffing dezer uitstekend werk verrichten de commissies een groot gevaar voor de volksgezondheid en speciaal voor de volks huisvesting. Bovendien zag hij in het ont werp een streven van de Regeering naar een doodende centralisatie. Zijn critiek werd ondersteund door den heer van der Waerden (S.D.A.P.) die als oud-lid der Gezondheidscommissie van Amsterdam als deskundige op dit terrein moet worden aan gemerkt. Zooals dat in den sociaal-democra- tischen hoek gebruikelijk is, kwam de heer Van der Waerden reeds direct aandragen met een motie, waarin de Regeering werd uitgenoodigd nader te overwegen of wel tot de opheffing der gezondheidscommis sies behoorde te worden overgegaan. In afwachting dezer nadere overweging moest dan de behandeling van dit wetsvoorstel worden uitgesteld. Van medische zijde werd het verzet tegen de opheffing der gezond heidscommissies gesteund door den heer Dr. Vos (V.B.) Hij vroeg den minister of het niet mogelij1 zou zijn zonder kosten van het Rijk deze commissies in stand ie houden. De minis' ^r van sociale zaken, Dr. Slo temaker, wees er op, dat hij bij de noodzakelijke bezuinigingen op tweeërlei wijze te werk kon gaan: of het schrappen Van subsidies of het inkrimpen van dien sten. De Kamer moest het waardeeren, dat hij hst eerste niet heeft gedaan. Dat de Ge zondheidscommissies uitstekend werk heb ben gedaan, gaf de mini er gaarne toe, maar in dezen benauwden tijd zal het nu eenmaal noodzakelijk ook nuttige zaken en instellingen aan te tasten. Indien de bezui niging zich moet bepe :en tot onnuttige zaken, dan tartte de minister ieder op de begrooting van zijn departement dergelijke posten aan te wijzen. De socialistische motie, die ook de stem men van enkele katholieken verwierf, werd verworpen met 34 tegen 51 stemmen. Het ontwerp zelf passeerde met 62 stemmen voor de Charybdus van de Tweede Kamer. Daarna werd voortgegaan met de behan deling van Hoofdstuk III der Rijksbegroo- ting (Buitenlandsche Zaken). De heer van Dijk (A.R.) betuigde instemming met het standpunt van den minister t. a. v. de Bel gische kwestie. Uitvoerig bracht deze anti-revolutio-» naire afgevaardigde ook ter sprake de kwestie-Vliegen. De zaak is als volgt: de sociaal-democratische afgevaardigde -Je heer Vliegen maakte deel uit van de Ne- derlandsche delegatie naar de ontwapenings conferentie te Genève. Naar aanleiding van de houding door de Nederlandsche regee ring aangenomen wat betreft de onder drukking van de muiterij op de „De Zeven Provinciër" heeft de heer Vliegen als daad werkelijk protest zijn mandaat ter beschik king gesteeld. Nu schijnt onlangs door de Nederlandsche regeering tot den heer Vlie gen het verzoek te zijn gedaan op zijn ont slagaanvrage te willen terugkomen, het geen deze inderdaad gedaan heeft. Tot zoover is alles in orde, al vraagt men zich toch af of het wel op den weg lag der Ne derlandsche regeering een dergelijk ver zoek tot den heer Vliegen te richten. Wij voor ons meenen, dat de waardigheid der Nederlandsche regeering dit eigenlijk niet gedoogde. Het mooiste van alles is echter. compliceerde samenleving" ook de over heid een taak heeft te vervullen in dienst van de liefdadigheid en dat zij deze moet vervullen in den „geest van warme naastenliefd e". Deze en andere katholieke gedachten zijn volstrekt niet nieuw, doch ze zijn door dr. v. Noort weer 'ns klaar uitgestippeld j en scherp aangeduid, en kunnen voor ve len leerrijk zijn.... z j dat in „Het Volk" het wordt voorgesteld, dat de heer V,:3gen de houding van de Re geering ziet als een trap, als een kaakslag voor minister Deckers. De heer van Dijk merkte terechf op, dat, daar het heele ka binet zich solidair heeft verklaard met den minister van Defensie, deze kaakslag dus terugsloeg op het heele kabinet. Genoem de afgevaardigde laakte zoowel de Regee ring als de heer Vliegen, die na de rede van den anti-revolutionair het woord vroeg voor een persoonlijk feit. Zijn verdediging kwam hierop neer, dat het desbetreffende artikel in „Het Volk" niet op zijn instigatie werd geschreven. Wij nemen hiervan acte, maar in „Het Volk" zelf werd uitdrukkelijk vermeld, dat het geincrimineeerde artikel geschreven is na samenspreking met den heer Vliegen. En in ieder geval had de heer Vliegen kunnen zorgen voor een rectifica tie. De minister is nog even aan het woord ge komen. In de avondzitting zette de Kamer de be handeling van de defensie-begrooing voort. Een overzicht van deze zitting moeten wij wegens plaatsgebrek tot morgen laten lig gen. KOOP RAAK! Koop maar raak? Neen lezeres, dien raad zouden wij niet graag willen geven! Zeker niet in dezen tijd.... Nu de inkomsten steeds meer dalen; nu allerlei artikelen met crisisheffingen worden belast om daaruit een crisissteun te kunnen betalen; nu de lasten op de gezinnen tot een bij na ondraaglijke hoogte zijn gestegen, nu gaat het zeker niet aan om maar raak te koopen. Maar nu komt het er des te meer op aan om raak te koopen! Nu gaat het er om, de tering zoo goéd mogelijk bij de nering aan te passen, zijn inkomsten zoo juist- tnogelijk te besteden, de koopkracht, waarover men beschikt, zóó te gebruiken, dat men daardoor het welvaren van zich en zijn gezin en van ons Nederlandsche volk zoo goed mogelijk bevordert. De tijd komt weer aan, waarin u, mijn heer de lezer en vooral u, mevrouw de le zeres, in het bijzonder koopen gaat. No vember-December konden in de kalender gerust als „koopmaand" te boek staan! Dit zijn de weken, waarnaar de winkel stand het geheele jaar met spanning uit ziet; de weken, die het jaar goed moeten maken; die beslissen over winst of ver lies. Onnoodig er op te wijzen, hoezeer de winkelstand dit jaar de komende weken met spanning verbeidt! In dezen crisistijd zal de Decembermaand voor den handeldrijvenden middenstand stand, die in het algemeen, gelukkig!, nog niet voor crisisteun in aanmerking kon komenvan bijzondere beteekenis zijn. Nu heeft de koopster veler lot in han den! Zal het Nederlandsch publiek zijn koop kracht zoo besteden, dat het den handel drij v'enden middenstand uit de klauwen van het crisismonster houdt? Zal ons volk zijn roeping verstaan, om wat wij van de nationale welvaart over konden houden, zoo breed mogelijk te ver spreiden? Zullen wij het nationaal belang weten te dienen, dat een bescheiden welvaart voor velen, vooral in dezen tijd, zoo goed mogelijk wordt bevorderd? De klant is koning!, zegt terecht de mo derne verkoopsr. Of beter: de klante is koningin! Mogen vorst en vorstin zich hun souve- reine waardigheid en macht bewust zijn! Koopt; en koopt raak! En raadpleeg daarbij, in vele gevallen ook de advertenties in ons en uw dagblad! U zult vaak ook uzelf daardoor bevoor- deelen. BINNENLAND DE RIJKSMIDDELEN. 4.29 millioen minder dan verleden jaar. De Rijksmiddelen hebben in October 33.801.695 opgebracht of 4.292.278 min der dan verleden jaar. Over de eerste tien maanden van het loopende jaar bedraagt de achterstand tegenover het vorig jaar 19.209.080. Vergeleken bij 1/12 van de raming, groot 31.849.200, valt er over October een vermeerdering van 1.9 mil lioen te constateeren. De inkomsten ten bate van het „Lee- ningsfonds" beliepen in October 3.734.962 De inkomsten ten bate van het „Gemeen tefonds" bedroegen in Oct. 66.629.718. De inkomsten van het „Wegenfonds" waren in Oct. 951.143. DE ONTGROENINGEN TE UTRECHT. Aan een student 1 jaar en 3 maanden toegang tot universiteit ontzegd. De anderen komen er vrij gemakkelijk af. In het universiteitsgebouw zijn gisteren de straffen aangeplakt, welke de rector- magnificus, prof. dr. C. W. Star Busmann, heeft uitgesproken tegen de studenten, die bij het ontgroeningsincident in een per ceel aan de Kromme Nieuwegracht op 25 September j.L betrokken zijn geweest. De rector magnificus had zeven tucht- zaken aanhangig gemaakt tegen hen, die als schuldigen bij dit incident waren op geroepen. Tegen den 19-jarigen student F. J. J. van H. heeft de rector bepaald, rechtdoende krachtens art. 117 lid 2 der Hooger Onderwijswet, dat hem de toegang tot de universiteit zal worden ontzegd voor den tijd van een jaar en drie maanden, ingaande 16 November 1933. Voorts is aan den 24-jarigen student F. J. J. van L. krach tens art. 116 en art. 117 lid 1 der H. O.-wet de straf van berisping opgelegd, aan den 23-jarigen student H. Th. A. M. v. R. de straf van waarschuwing en aan de studen ten Th. W. v. d. B., 19 jaar, R. A. P. S., 21 jaar, A. F. C., 20 jaar en P. F. v. H., 22 jaar, de straf van berisping. De student, wien de toegang tot de uni versiteit is ontzegd, is, zooals het vonnis vermeldt, niet verschenen, toen hij van den rector een uitnoodiging had ontvangen om ter zake van het ontgroeningsincident door dezen te worden gehoord. Men verzekert ons, dat ook in Univer siteitskringen te Leiden wordt overwogen, om in te grijpen in de ontgroenings-prac- tijken, maar.... men acht het beter te wachten, totdat er meer, dan tot op heden, excessen in het openbaar zullen hebben plaats gehad! PROEVEN IN LABORATORIA DOOR STUDENTEN. De breek- of waarborgfondsen bij inrichtingen voor hooger onderwijs. Nadat de commissie voor de rijksuitga ven ter zake advies had uitgebracht, kwam de minister na overleg met de colleges van curatoren tot de volgende conclusies: 1. Van de studenten, die een of meer practica volgen, of aan wie uit anderen hoofde onder wij sbenoodigdheden worden verstrekt, kan de beheerder het storten van een waarborgsom vorderen, waarvan het bedrag, dat in geen geval 60 te boven mag gaan, voor ieder laboratorium door den beheerder wordt vastgesteld onder goedkeuring van curatoren. 2e. Op de gestorte waarborgsom wordt in mindering gebracht: a. de waarde van de door schuld of nalatigheid van de studenten onbruikbaar geworden of gebroken voorwer pen; b. de waardevermindering, die de in strumenten ten gevolge van het gebruik door de studenten ondergaan, ter beoor deeling van den beheerder; c. de waarde van de aan de studenten versterkte onder- wijsbenoodigdheden, die niet door het la boratorium worden teruggenomen; d. de kosten van de door de studenten verbruik te chemicaliën, hetzij tot het voor iederen student zooveel mogelijk juist bedrag, het zij tot een voor ieder laboratorium vast te stellen maximum of percentage in de totale kosten van het verbruik; e. de kosten van gas, electriciteit en water, door de stu denten verbruikt, tot een voor ieder labo ratorium vast te stellen maximum of per centage, waarbij verspilling door bepaalde studenten eveneens in aanmerking kan worden genomen. De beheerder stelt de in mindering te brengen bedragen vast. 3. De ingevolge de vorige bepaling van de waarborgsom in mindering gebrachte bedragen worden onder controle van cura- toren ten bate van het laboratorium aan gewend. 4. de student, die in gebreke is de inge volge de eerste bepaling gevorderde waar borgsom te storten of die desgevorderd niet een nieuwe waarborgsom stort, indien zijn waarborgsom is uitgeput, wordt niet tot de practische oefeningen toegelaten of ont vangt geen onderwijsbenoodigdheden. Te rugbetaling van een eventueel overschot heeft plaats aan het einde van het studie jaar of aan het einde van de studie aan het laboratorium. 5. Het storten van waarborgsommen kan niet gevorderd worden van studenten, die wetenschappelijke onderzoekingen verrich ten, bijvoorbeeld bij het bewerken van proefschriften. De rekenkamer gaf, desgevraagd, te ken nen, dat zij zich in het algemeen met deze conclusie kon vereenigen. Echter meende j z(j er op te moeten wijzen, dat het gedeel- j te van de waarborgsommen, welke volgens een zoodanige regeling aan het rijk zou den blijven, krachtens het bepaalde in art. 27 lid 1 der comptabiliteitswet onder de middelen behoort te worden verantwoord, VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Reorganisatie van den Stahlhelm in Duitschland. (3de blad). Vrees voor inflatie van den dollar. (3de blad). De besprekingen tusschen Roosevelt en Litwinof vlotten weer .(3de blad). Groot auto-ongeluk in Spanje. (Buit. Ber. (3de blad). BINNENLAND. De opbrengst van de Rijksmiddelen In October. (1ste blad). Nabij Leeuwarden sloeg een auto tegen een boom te pletter. Twee dooien, twee zwaar gewonden (Gem. Ber., 4d>. blad). Vreeselijk drama te Haarlem, 'n Moedor vermoord: haar kind. (Gem. Berichten, 4de blad). Nieuwe geruchten over een oude Wor- merveersche brandstichtingszaak. (Gem. Ber., 4de blad). Oplichtersbende te Tilburg ontmaskerd. (Gem. Ber., 4de blad). Stadsgehoorzaal - Leiden ZONDAG 26 (4 en MAANDAG 27 NO EM GRAAL rrL St. LI0WINA* oOOO medespel enden WAAR! Doezaitr. 43 Tel. 2578 Uw Recai Uw BrvfU Uw Fees IN „IV tie? itdjner n/a altijd? Y A L" Meden BOCKBIER van P u.aner Br. tenzij dat daarvoor bij de wet een afwijken de bepaling is vastgesteld. Na gedachtenwisseling over dit punt ver klaarde de minister zich bereid de conclu sie 3 aldus te lezen: „met het totaal van de ingevolge de vorige bepaling van de waar borgsommen in mindering gebrachte be dragen wordt het materiaalcrediet van het laboratorium verhoofd". Met deze wijziging verklaarde de reken- kamer zich te kunnen vereenigen. STRENGE BEPALINGEN VOOR PROVIN CIALE AMBTENAREN IN UTRECHT. Consequenties 1 Ir. Mussert? Ged. Staten van Utrecht stellen Prov. Staten voor het ambtenarenreglement voor de provincie Utrecht met eenige bepalin gen aan te vullen, die o.m. betrekking heb ben op de politieke gezindheid van de amb tenaren en de wijze waarop van die gezind heid wordt blijk gegeven. Zoo wordt het den provincialen ambtenaren verboden blijk te geven van hun politieke opvattin gen door het uiterlijk der ambtswoning. De mogelijkheid wordt geschapen aan ambte naren eervol ontslag te verleenen op grond van revolutionnaire gezindheid en voorts op grond van het lidmaatschap van of het steun verleenen aan een vereeniging, waar door naar het oordeel der overheid een be hoorlijke plichtsvervulling in gevaar kan worden gebracht of schaad. Ged. Staten deelen Prov. Staten nog mede, dat zij den minister van Binnenland- sche Zaken in overweging gegeven hebben een algemeene regeling omtrent deze aan gelegenheid van het Rijk en van lagere pu bliekrechtelijke lichamen te ontwerpen. De door Ged. Staten van Utrecht voorge stelde bepalingen kunnen, wanneer zij van kracht worden, ernstige consequenties heb ben voor den leider der N. S. B., ir. Mus sert, die zooals men weet hoofdingenieur van den provincialen waterstaat in Utrecht is. Het is bekend, dat Gedeputeerden het optreden van ir. Mussert niet goedkeuren. „Tel."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1