25ste Jaargang No. 7660 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DINSDAG 14 NOVEMBER 1933 S)e £cid4e!i£ (Bowïrnit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver- krij ebaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten noogste 3U woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur «q verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. VNaar aanleiding van geruchten De „Nieuwe Koerier" schrijft: In zijne radio-rede brengt Minister Verschuur grooten lof aan den heer Van Zwanenberg omtrent zijn talen ten en toewijding bij de taak, welke deze bij de regeeringsbemoeiingen op zich heeft genomen. Minister Verschuur stelt zich met zijn volle autoriteit achter hem. En het vertrouwen van dezen Minister wekt zeer zeker het vertrouwen van tal- looze anderen. Nog altijd blijven we echter van meening, dat de regeering hier een stap verder moet gaan. En wel om psychologische redenen. Er loopen al lerlei geruchten we nemen graag aan dat het looze geruchten zijn over groote inkomsten, welke de be drijven der N.V. van Zwanenberg's Fa brieken te Oss als een gevolg van de regeeringsmaatregelen genieten. Laten de Vee-centrales hare cijfers publiceeren, op gelijke wijze als de re keningen van de Staatsbedrijven open baar worden gemaakt. Dan zijn er geen geruchten meer, maar is er vol komen opheldering. Het is psycholo gisch onjuist, dat zulke geruchten blijven voortbestaan. Terwijl de landbouwer, voor wiens belang de maatregelen genomen wor den, natuurlijk niet meer dan een ge ringen toeslag krijgt, die hem aan een zeer matig winstje helpt, werken zulke geruchten allerslechts op zijn mentali teit. Wjj zijn het met de opmerkingen van het Roermondsche blad geheel en al eens: Wanneer geruchten met feiten kunnen worden tegengesproken, dan moet men het niet laten bij beweringen! Maar: de regeering schijnt ook zelf deze meening toegedaan! Verleden week Vrijdag heeft de minister president de volgende ruiterlijke belofte in de Tweede Kamer gedaan: „De regeering is bereid al ontkent zij daarvan voor zichzelf de noodzakelijkheid, omdat alle wantrouwen hier ongegrond is een commissie in te stellen, die zal heb ben na te gaan, of er reden tot klagen is over de deelneming van belanghebbenden aan de uitvoer >ng van sommige crisismaat regelen .Om psychologische redenen doet zij dit." Op deze regeeringsbelofte is in de pers nog weinig de aandacht gevestigd. En toch is het een verklaring, die zeer velen be vrediging zal schenken. „Met liefde en overtuiging" Een „magistrale rede" is in het „Maas- bode"-verslag genoemd de feestrede, ge houden door den Leidschen hoogleeraar prof. dr. Barge bij de huldiging van den afgetreden moderator van de R.-K. Stu denten-Unie, mgr. prof. Groenen. Wij zouden die rede ook kunnen noemen een wijze levensles waarbij de spreker zich eigenlijk richtte tot een gehoor, veel uitgebreider -dan de kring, waarin hij sprak. „De jongeren mogen met geestdrift zoe ken naar nieuwe vormen voor ons aller ideaal, zij mogen niet verwerpen de liefde en de overtuiging hunner voorgangers." Meermalen kan men constateeren bij jongeren een tweeledige fout. Ten eerste, dat zij vergeten, dat ook an deren al aanvaarden deze niet die „nieuwe vormen", welke zij wenschen ten slotte met hen deelen eenzelfde ideaal, met het één zijn in het einddoel van hun streven. Vervolgens, dat zij er te weinig van door drongen zijn, dat ook anderen bezitten „de liefde en de overtuiging in hun werken en strijden voor wat men noemen kan de goede zaak. Als men zich daarvan dieper doordrong, dan zou de waardeering van „andersden kenden" in eigen katholieken kring vaak grooter zijn, dan zij is. En die waardee ring zou er toe brengen, meer goeds te zien niet alleen in de bedoeling, maar óók objectief bij de „voorgangers". Heel juist wees ook prof. Barge op den grooten invloed, die een moderator heeft, welke „in groote zelfbeheersching en met vermijding zelfs van den schijn iets te be- bevelen of te doen" zijn taak „met liefde en overtuiging" vervult. Dat is niet alléén waar van een modera tor in de Studenten-Unie! In héél ons katholieke organisatie-leven kan een groo te, zegenrijke invloed uitgaan van den mo derator of den geest, adviseur. Nieuwe wetsontwerpen aangekondigd Volgens de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van justitie kunnen inzake de nationaliteit der gehuwde vrouw bin nen afzienbaren tijd de noodige wetsont werpen worden tegemoet gezien. Daarin zullen maatregelen zijn vervat ter voorko ming dat vrouwen, Nederlandsche onder danen, door of ten gevolge van het huwe lijk met een vreemdeling, staatloos worden. ,Een toezegging omtrent het tijdstip van indiening van de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp, houdende rege ling der rechtspositie van agenten en rei zigers kan nog niet worden gegeven. Het geen niet wil zeggen, dat zij buiten bewer king zou blijven. De aangekondigde maatregelen betref fende het excecutierecht worden voorbe reid. Het ligt in de bedoeling der regeering eer lang een wettelijke regeling van het ca deaustelsel aanhangig te maken. De minister heeft een herziening van bur gerlijk- kinderrecht ter hand genomen. Een wetsontwerp tot afschaffing van na genoeg de geheele werkzaamheid der deur waarders in strafzaken is in voorbereiding. Mocht deze regeling worden aanvaard en in de practijk voldoen, zoo zal te zijner tijd ook afschaffing van de deurwaardersex ploten in civiele zaken behooren te wor den overwogen. De invoering van het nieuwe regime voor de strafgevangenissen, huizen van bewa ring en rijkswerkinrichtingen, neergelegd in den nieuwen gevangenismaatregel, kan thans op zeer korten termijn worden tege- moetgezien, Dit regime omvat mede de z.g. beperkte gemeenschap. Toepassing van de doodstraf oordeelt de minister in beginsel geoorloofd. Wederin voering komt hem echter noch noodzake lijk, noch doelmatig voor. De indiening van het reeds aangekon digde wetsontwerp, houdende nadere voor zieningen ter bescherming van de open bare orde, welk ontwerp zich o.m. richt tegen excessieve uitingen in woord en ge schrift in de openbare sfeer is spoedig te verwachten. De minister blijft ook overi gens bedacht op strenge handhaving van orde en gezag. Hieronder valt mede de strafrechtelijke bestrijding en de onderdrukking van pro paganda, die ongehoorzaamheid aan de wetten des Rijks ten doel heeft. Hij is voor nemens, het openbaar ministerie nog eens zeer uitdrukkelijk in dezen zin te instru- eeren. Aan de O. S. P. is Koninklijke goedkeu ring geweigerd. Mocht de rechter beslissen, dat de z.g. kansspelen niet vallen onder de strafbepa lingen inzake hazardspel, dan zal de mi nister een nadere wettelijke voorziening bevorderen. Voor zoover de spelen, ook afgezien van mogelijken strijd met de strafwet, onge- wenscht waren te achten, stond het aan de burgemeesters om ze door weigering van de vereischte vergunning te weren. Het wil den minister voorkomen, dat deze soort spelen ook beter uit de badplaatsen wordt geweerd. Met betrekking tot de gemaakte opmer king omtrent een beschikking van den kantonrechter te Harlingen betreffende het ophangen van een kennisgeving nopens het gebruik van het Friesch, wijst de mi nister er op, dat het hier een zaak van soe pelheid betreft jegens hen, die het offi- cieele Nederlandsch niet volkomen mach- tie zijn. De mogelijkheid van uitbreiding van 't huis van bewaring te 's-Gravenhage, is bij den rijksgebouwendienst aanhangig. Protestantsche waardeering In het jongste bijvoegsel van het protes- tantsch periodiek „Pniël" schrijft de re dacteur ds. Gunning over het in Holland- sche vertaling verschenen „Evangelie van Jezus-Christus" door Pater dr. J. Lagrange I O.P.: j „In langen tijd heb ik geen Leven van Jezus gelezen, dat mij zóó leerzaam was als dit. Pater Lagrange is een van de ge leerdste kenners van het Heilige Land, door jarenlang verblijf aldaar met alle kwesties van land en volk, van opgravin gen en geleerde theorieën op de hoogte. Bovendien een man met een wijden blik en een ruim hart. Merkwaardig hoe vrij zoo'n Roomsche geleerde tegenover den grondtekst staat. Voor de vrijheden, die hij zich hier ver oorlooft, was hij reeds lang geschorst, voorloopig en definitief afgezet als hij leeraar bij de Geref. Kerken was ge weest. Maar.... zoodra het een vastgesteld dogma geldt, is hij onverbiddelijk. De on verstoorde maagdelijkheid van Maria, ook na de geboorte van haar eerstgeborene, staat hem als goddelijk wonder vast, zoo dat hij er ook verder geen woord aan ver spilt. En zoo is het overal waar het ker kelijk leergezag gesproken heeft. Dan wordt er niet geredeneerd of vergoelijkt Roma locuta causa finita. In amper twee bladzijden wordt „De instelling van het H. Sacrament" beschreven. Het woord „transsubstantiatiee" wordt niet genoemd, de zaak zelve is voor den schrijver boven al len twijfel verheven. „Tegelijk met de in stelling van het H. Sacrament had Chris tus ook priesters aangesteld, wien Hij het recht en de macht gaf om dat H. Sacrament te doen voortduren." Ook wij behooren tot die „enkele Protestantsche exegeten", die de opvatting der R. Kerk verwerpen, maar.... heeft geen hunner er ooit moeite mee en last van dat de overgroote meer derheid der Christenheid eenstemmig is in de belijdenis van hetgeen volgens één der talrijke leerboeken der onderling zoo jam merlijk-verscheurde minderheid niets an ders is dan eene „vervloekte afgoderij"? Ik vraag maar en bid: „o Heer, die beloofd hebt dat Uw Geest ons in de volle, de ge heele waarheid leiden zal, bouw Uwe ééne heilige katholieke apostolische kerk steeds onmiskenbaarder op! Laat haar openbaar worden naar Uw gebed en naar Uw be lofte." Ik acht dit Roomsche boek voor ons, Protestanten, zeer bruikbaar, al is er overal de eerlijke Roomsche in aan het woord. Men kan er veel uit leeren. Archaeo- logisch, historisch, ethnographisch, reli gieus in alle opzichten is het leerzaam en belangrijk. Ik ben blij het gelezen te hebben en raad vooral collega's aan het te bestudeeren. Op menige schriftuur plaats zal een welkom licht vallen. Het geheele leven va- Jezus, alle trek ken door de Evangelisten ons opgeteekend van het beeld des Verlossers, worden hier met eerbied door den Roomschen bril be keken. Die heeft maar één nummer. Maar welk nummer moeten wij aan onzen Pro- testantschen opticien opgeven, om het juis te te hebben?" Deze beschouwing is zeer typeerend voor een verandering in de waardeering van katholieke wetenschap en, in verband hier mede, katholieke vrijheid! HET RIJKSDAGBRAND PROCES De spraakzame v. d. Lubbe DE MAN, DIE „VLUCHTTE". Dimitroff stelt weer vragenreeksen. Het groote feit van den dag van giste ren in het Rijksdagbrandproces was de spraakzaamheid van v. d. Lubbe. Hij heeft zelfs een oogenblik van aan zienlijke consternatie veroorzaakt, seint de „Msbd."-correspondent, want, toen hem gevraagd werd, met wie hij de laatste uren voor de brandstichting doorbracht, antwoordde hij: „Met de nazis". Wij dachten toen een wijle allemaal, dat er nu onthullingen van de meest sensatio- neele soort zouden komen en daarbij kon met bevrediging worden vastgesteld, dat de president alles eerlijk in het werk stel de, om dit punt zooveel mogelijk op te klaren. Dat lukte na een wijle dan ook en toen bleek, dat van der Lubbe met zijn korte zinnetjes niets anders bedoeld had, dan dat hij naar een optocht van de nazis gekeken had, ergens in Spandau, in Char- lottenburg, of elders. Dimitroff maakte van Van der Lubbe's frischheid vlijtig gebruik, om hem vragen te stellen. De stakkerd dreigde onder de lawine van Dimitroff's dringende vragen half van zijn sokken te raken, althans in de oogen der rechtsgeleerden, maar in al len geval had de president toch één vraag niet behoeven te verstikken en wel de vol gende „Wie, aldus vroeg de Bulgaar, wie poogt van der Lubbe eigendijk te dekken door het hardnekkig zwijgen, dat hij tot nu toe beoefend heeft?" De pres. sneed deze vraag kortweg af en mr. Seuffert, die tegelijkertijd met zijn cliënt ontwaakt schijnt te zijn, vond het noodig van der Lubbe tegen Dimitroff's klemmende vra gen in bescherming te nemen. Een der gewichtigste punten van het heele geding werd in den loop van den na middag bereikt. Men herinnert zich nog, dat in den nacht van den brand door de politie een commu niqué uitgegeven werd, waarin o.a. te lezen stond, dat Torgler het rijksdaggebouw, ter wijl het in vlammen opging „fluchtartig" verlaten heeft. Wie dit bericht gedicteerd heeft, is tot nu toe onbekend gebleven en zal dat ook altijd wel blijven. Het' was met deze beschuldiging, dat Torgler's arrestatie gerechtvaardigd en dat meteen de heele communistische partij in de aangelegenheid verwikkeld werd. La ter is komen vast te staan, dat Torgler het Rijksdaggebouw niet „fluchtartig" verla ten heeft, maar dat hij knakworstjes heeft zitten eten bij Aschinger. Maar hij was toen eenmaal gevangen en toen heeft men hem meteen maar gehouden. Gisteren trad nu aan het licht, dat op den avond van den brand inderdaad toch wel een rijksdagafgevaardigde het gebouw „fluchtartig" verlaten heeft. Het was ech ter niet de communistische afgevaardigde Torgler, maar de nationaal-socialistische afgevaardigde, dr. Albert. Deze jongeman vertelde daarover het volgende: Op de 27sten hoort hij van zijn dienstmeisje, dat de „Quatschbude", zooals het gebouw toen nog heette, brandde. Hij vliegt ijlings van zijn ziekbed op, holt zon der hoed, boord of das naar het bouw werk, waar niemand hem tegenhoudt, haalt uit zijn afgevaardigdenkastje een stapel gewichtige documenten en holt op dezelfde, ietwat verdachte manier terug Op zijn terugweg wordt hij door een poli- tie-inspecteur aangehouden, die zijn naam noteerde en hem daarna ongemoeid door laat gaan. Tot zoover dr. Albert. Maar nu is door het harnekkig vragen van Dimitroff, want deze bracht al deze détails aan het licht, toch duidelijk ge worden, dat een nationaal-socialist de ver denking eigenlijk te dragen heeft, welke de politie, tegen beter weten in, op de schouders van den communist Torgler ge legd heeft. Aan het slot van de zitting van gisteren werd v. d. Lubbe nogmaals gehoord. President: „Ik vraag u nogmaals, Van der Lubbe, hebt gij den brand gesticht?" Van der Lubbe: „Ja." Dimitroff: „Heeft hij het alleen gedaan?" President herhaalt deze vraag. Van der Lubbe: „Ja, alleen." President „Was er niemand bij?" Van der Lubbe: „Neen". President „En heeft niemand u'er toe aangezet?" Van der Lubbe: „Neen." Dimitrof wil nog eenige vragen stellen, de president laat dat niet toe, omdat het blijkbaar Dimitroff's bedoeling is Van der Lubbe te intimideer en en zijn beantwoor ding op de vragen te beinvloeden. Torgler: „Wilt u verdachte Van der Lubbe vragen hoe hij kwam aan de vloei stof waarmede de brand gesticht zou zijn en hoe hij die in het gebouw heeft gekre gen?" Van der Lubbe: „Die heb ik gekocht." Nadat de vraag nog eens herhaald is, valt verdachte aan: „Hij was niet vloeibaar, (verd. bedoelt de stof waarmede hij den brand gesticht heeft), het waren pakket ten." Daarna begint Van der Lubbe te lachen. President: „Met de kachelhoutjes kunt gij echter het heele Rijksdaggebouw niet in brand gestoken hebben." Van der Lubbe: „Het waren heusch al leen kachelhoutjes." President: „Ik acht het beter de onder vraging naar details thans niet voort te zetten. Van der Lubbe heeft nog tijd ge noeg zich daarover te verklaren Wij moe ten toch nog eenmaal het verloop van de brandstichting met hem doorwerken." De zitting wordt dan verdaagd tot Dins- COMMUNISTISCHE GETUIGEN GEHOORD. Een zenuwachtige getuige. Vandaag staat een groot aantal getuigen op de lijst, die vroeger vooraanstaande functies in de communistische beweging hadden. Uit het concentratiekamp Sonneburg zijn voorgeleid de vroegere Rijksdagafgevaar digde Kasper, het voormalige lid van den Pruisischen Landdag Kerff en de oud-re dacteur van de „Rote Fahne" Bernstein, en uit de strafgevangenis te Brandenburg bet cud-Rijksdaglid dr. Neubauer en de vroe gere communistische functionaris Kaemp- fer. Uit Praag is verschenen de journalist Jakob Rosner. De bankwerker Oskar Kaempfer, vroe ger celleider der K.P.D. en functionaris van de Internationale Roode Hulp, verklaart dat een partijgenoot hem in het begin van Mei een emigrant bracht met de opdracht van de partij, dezen in zijn woning op te nemen. Get. herkent in hem den beklaag de Popof. Gedurende het verblijf van den emigrant in Mei werd hij door een ande ren bezocht, door den beklaagde Tanef. De volgende getuige is de vrouw van Kaempfer. Haar verhoor brengt nogal wat moeilijkheden mee, want de vrouw is, naar zij zelf verklaart, zenuwziek en weent en snikt voortdurend. De verdediger der Bul garen, dr. Teichert, verzoekt den Senaat te willen nagaan of hier paragraaf 55 va; de procesorde toegepast kan worden. Om de getuige eenigszins tot kalmte te brengen, besluit de Senaat eerst te pan zeeren. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Van der Lubbe wordt spraakzamer in het Rijksdagproces. (1ste blad). Geen protest van het Vaticaan tegen Berlijn (2de blad). Katholieke leiders in Duitschland van oplichting beschuldigd. (2de blad). BINNENLAND. Gemeenteraadslid van Barneveld gear resteerd, verdacht van brandstichting. (Laatste Ber.). In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de Justitiebegrooting 1934 worden nieuwe wetten aangekondigd. (1ste blad). Tegen den verdachte T. in het drama op de Nieuwkoopsche plassen, is voor de Utrechtsche Rechtbank 8 maanden gevan genisstraf geëischt. (1ste blad). Ernstige ontploffing in een wasscherij te Rotterdam. (Laatste Ber.). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De 24-uurs bijeenkomst 1 (3de blad). Vrij vDirkomen! GarageIflC DE GROOT, Beestenmarkt UIT DE OMGEVING STOMPWIJK. B. V. L. De eerste oefeningsavond voor de schietwedstrijd behoort reeds weer tot 't verleden. De opkomst was bevredigend, maar voor de 2e avond kan het 'n tikje beter zijn. De leden van het corps Motordienst kun nen ook van de partij zijn en meedingen naar de prijzen. Aan hen die dit niet wis ten, zal alsnog gelegenheid worden gëge- ven tot oefenen en meeschieten in den wedstrijd. Onze trouwe bezoekers der 14- daagsche schietavonden, moeten niet den ken dat zij om 'n enkel verzuim direct van den wedstrijd worden buitengesloten; daar is best even over te praten. Natuurlijk zijn er, die zeggen: „Ik heb toch geen kans op een prijs" en anderen: „Wat heb je aan zoo'n beker?" Dezulken j kunnen we antwoorden: „De Landstor- mers, die 't meest zijn komen schieten, zijn i ook het best geoefend en hebben dus de meestè kans. Echter zal ieder deelnemer een prijs of prijsje ontvangen. Wie geringschattend spreekt over die beker, vergeet als goed B.V.L.-er, de daar- I aan verbonden eer! Bovendien nog iets tastabarders. Er bestaan n.l. plannen tot 't bakken van een speciale Landstormtaart, terwijl op de laatstgehouden eierenveiling I alle eitjes zijn opgekocht om er Land storm-advocaat van te maken! Welaan dan mannen, voor elk wat wils. Blijft niet thuis, maar komt, oefent, schiet en win den beker. VOORHOUT. Jubileum Dokter Bots. Den 28sten November a.s. zal de heer H. A. G. Bots, geneesheer te Voorhout, den dag herden ken, waarop hij 25 jaar geleden tot arts promoveerde aan de Amsterdamsche ge meente-universiteit. Na gedurende twee ;aren als assistent werkzaam te zijn ge- .veest in het Sint Franciscus-Ziekenhuis te Rotterdam, vestigde hij zich te Voorhout, waar hij door zijn bekwaamheid, dienst vaardigheid en charitatief hulpbetoon, de algemeene achting en sympathie verwier:'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1