25ste Jaargang MAANDAG 6 NOVEMBER 1933 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE ONBEWAAKTE OVERWEG EISCHT VIER DOODEN. VOORNAAMSTE NIEUWS. No. 7653 S)e £ekA6ehe6oii/fca/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal E>ij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regd Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten Hoogste 30 woorqen, waarfn be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Dit nummer bestaat uit VIER bladen. V Daden van een krachtig gezag! In de „Maasbode" wijst de heer A. van Wijnbergen er op, dat vooral onder de jon geren katholieken fascistische neigingen en sympathieën bestaan. Men kan deze gaan bestrijden met te wijzen op de beginselen, die aan het fascisme ten grondslag liggen. Maar, aldus de schrijver, dat zal bij de massa niet ba ten. De redactie van de „Maasbode" zelf tee kent hierbij aan: „Bij velen en de besten wel, naar wij vermoeden". W vermoeden dat ook. Wij zijn niet zoo pessimistisch om te meen en, dat de voorlichting, waarbij door leiders als ba ron van Wijnbergen herhaaldelijk is voor gehouden, dat men zich in de politiek moet laten leiden door zijn beginselen, voor de massa nu op-eens vruchteloos zou zijn geworden.... Zou nu op-eens de massa der katholieken de principieele •opvatting van hun politieken plicht verlo ren hebben?.... Wij kunnen 't niet geloo- ven. Doch wij zijn 't in ieder geval eens met baron v. Wijnbergen, als deze verder schrijft, dat een der meest afdoende mid delen tegen het veld winnen van fascisti sche stroomingen ten onzent is: „een door daden zich toonende krachtige regeering", „gelijk" zoo vervolgt de heer v. Wijn bergen, „het huidig Kabinet met den dag meer blijkt te zijn". En dan schrijft hij verder; „Zeker, de tijd voor deze regee- ringsperiode is nog veel te kort om reeds veel te mogen verwachten. Maar genoeg is ook in deze periode reeds gepresteerd om, alleen daarop lettend, van dr. Colijn te zeggen, wat Schaep- man enkele maanden na het optreden van het Kabinet in 1901 schreef om trent dr. Kuyper in de Chronica van 15 Februari 1902: „Van zijn daden, als regeeringsman kan men eigenlijk nog slechts in brokstukken spreken. Maar hier en daar ziet men reeds den greep van den leeuw". Wij behoeven niet de verschillende feiten te memoreeren om de toepasse lijkheid dia* woorden te staven. Men denke o.a. slechts aan de nog pas ge geven aanwijzing aan de ambtenaren, zich te onthouden van gedragingen, die in het verleden zoovelen ook velen ambtenaren tot ergernis heb ben gestrekt". Bij dien roep om daden zal ieder on zer zich gaarne en van ganscher harte willen aansluiten. Daden van een krachtig gezag worden in dezen tijd gewenscht en ge- eischt. Die daden kan men om. in twee soor ten onderscheiden. Daden, die rechtstreeks ten doel heb ben,, om het gezag zelf te schragen en te versterken. De schrijver van het „Maas- bode"-artikel haalt één van déze daden van een krachtig gezag aan. En daden, wier onmiddellijk doel is, een maatschappelijken wantoestand van oeco- nomischen en socialen aard op te heffen of te verbeteren. Wij zouden willen zeg gen: zulke daden van een sterk gezag wor den allereerst gewenscht en geëischt! Daden, waarbij het gezag krachtig recht zet een maatschappelijk-ingegroeide wan verhouding tusschen kapitaal en arbeid. Daden, als de instelling van bedrijfsraden. Daden, als die, welke dezer dagen is ge vraagd door het Comité van Actie van Margarinehandelaren, en waarbij de regee ring een einde zou maken aan een bestaan de onbillijke bevoorrechting eenerzijde en onrechtmatige achterstelling anderzijds (zie „Binnenland"). Daden, waarbij het gezag krachtig in grijpt in verouderde, nuttelooze organisa tie van staatsdiensten. Daden, als b.v. ver mindering van het aantal Staatsraden, waarom bij de schriftelijke behandeling der Staatsbegrooting is gevraagd, zoo al- geheele opheffing van den Raad van State niet gewenscht mocht zijn (zie „Binnen land"). Naar zulke daden, als hier ge noemd, wordt vooral verlangd en deze worden vooral verwacht! Niewe moeilijkheden voor de gemeente. RIJK VERMINDERT BIJDRAGE VOOR WERKLOOSHEIDSZORG. INPLAATS VAN 75 MILLIOEN VOOR 1934 46 MILLIOEN. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft met betrekking tot de rijksbijdrage in de gemeentelijke kosten van werkloos- heidszorg, naar aanleiding van de beschik- jdng van de ministers van Sociale Zaken, Financiën en Binnenlandsche Zaken van den 23sten October, onder dagteekening van 4 November een schrijven tot de ge meentebesturen gericht. De op grond van de voorschriften, bjj beschikking van 23 October j.L vastgestel de aan de gemeenten uit te keeren bedra gen zullen vermoedelijk in totaal 75 y, millioen gulden beloopen. Ten einde voor het vervolg tot een financieering dezer uit gaven te geraken, welke in verband met de nog beschikbare middelen verantwoord is, acht de regeering zich verplicht reeds thans ter kennis van de gemeentebesturen te brengen, dat de rijksbijdrage voor het jaar 1934 in totaal op een belangrijk lager niveau zal moeten worden gebracht. Op de rij ksbegrooting voor het dienst jaar 1934 is voor dit doel een bedrag van 46 millioen uitgetrokken. Tot dit bedrag, dat niet voor verhooging vatbaar is, zal derhalve noodgedwongen in 1934 het to taal der rijksbijdrage aan de gemeenten in de kosten der werkloosheidsbestrijding beperkt moeten blijven. De gemeentebe sturen zouden voorloopig als subsidiebe drag in de begrooting voor 1934 derhalve moeten ramen 46/75 gedeelte van de rijks bijdrage, die zij over 1933 zullen ontvan gen. De gemeenten zullen door bij ter slui tend maken van de begrooting 1934 (die intusschen reeds i s opgemaakt en in meerdere gemeenten aangenomen) met de ze verminderde rijksbijdrage rekening moeten houden, hun ontvangsten moeten vermeerderen of hun uitgave verminderen of beide. „Wat de Rechtbank ook moge beslissen" De minister-president van Duitschland, Goering, is ook verschenen als getuige in het Rijksdagbrand-proces. Deze heeft verklaard, dat „wat de Recht bank ook moge beslissen" hij zich het recht voorbehoudt, zelf tegen degenen, die, naar zijn overtuiging, de schuldigen zijn, op te treden! Terecht schrijft de correspondent van de „Msbd." te Berlijn, dat dit is een geheel en al ontoelaatbare druk van een minister op een rechtbank! En de corr. vervolgt dan: „De president was echter blijkbaar van een andere méening en wees den getuige niet terug binnen de perken, die hij over schreden had. Het is niet doenlijk, meer dan twee of drie punten uit de groote propaganda- rede van den minister-president (van een getuige-verklaring kan absoluut niet ge sproken worden) te releveeren. Dat de rede rijkelijk met scheldwoorden en grove beleedigingen, waarvan er o.a. ook een aan het adres van de tegenwoor dige Spaansche regeering gericht was, ge kruid was, die soms op gillenden toon uit- geschreeuw werden, laten we gaarne in het midden. Erger was, dat de getuige, na de leiding van het geding geüsurpeerd te hebben ook het openbaar ministerie van zijn plaats drong, om met ongetemde vehementie als aanklager op te treden. Met een bijna krenkende onbekommerd heid voor alles, dat de hoogste rechters van Duitschland in dertig moeizame en ge wetensvol gevoerde zittingsdagen ten dien ste van de waarheid tot stand gebracht hebben, ontwikkelde Goering zijn eigen theorie over de misdaad. Volgens hem zijn er vele brandstichters geweest, die in allen gevallen door de on- deraardsche gang ontvlucht zijn. Van der Lubbe echter, die den weg in het groote gebouw niet kende raakte het spoor bijs ter en rende als een gewonde tijger heen en weer, om een goed heenkomen te zoe ken. Curieus is alleen, dat de jongeling de trappen naar de bovenverdieping opklom, om den ingang van een onderaardsche gang te vinden. Maar dit zij slechts in het voorbijgaan gezegd. Het is hier de plaats niet, den inhoud van een verkiezingsrede aan een critisch onderzoek te onderwer pen". De moeilijkheden, waarin de Katholieke in Duitschland ver- keeren. In een beschouwing over het Christus- Koning-congres te Mainz lezen we: „Bij de debatten werd uitsluitend het woord gevoerd door leeken, die aan de Bis schoppen heel pijnlijke vragen stelden. Men wilde weten hoe de situatie nu feite lijk was: welk standpunt moet men b.v. tegenover de sterilisatie-wet innemen? Een der aanwezigen had n.L 14 dagen in J een concentratiekamp doorgebracht, om dat hij geschreven had, dat de sterilisatie- wet absoluut in strijd was met de Katho lieke leer. De Duitsche Katholieken wilden weten hoe het praktisch stond met de Katholieke jeugd-organisaties, die onder het huidige bewind toch feitelijk ten doode zijn opge schreven, daar alleen de Hitier-Jugend voor werk of een betrekking in aanmer king komen. Hoe zal de Katholieke Actie werkzaam zijn voor de Katholieke Pers, als deze in het Derde Rijk wordt dood geknepen. Er werd een geval genoemd van een Katho liek Dagblad, waar op zekeren dag twee S.A. mannen binnenkwamen, die de lijst der abonné's opeischten en aan de hand daarvan iedere abonné gingen bewerken en vragen of het niet veel beter was het blad der Nazi's te lezen, met het oog op hun betrekking, werkkring enz. Er werd natuurlijk geen dwang uitgeoefend, maar het gevolg was in ieder geval, dat het blad per dag 200 abonné's verloor! Hoe zal het met de Katholieke Actie gaan als zelfs de geestelijken in hun vrij heid zoodanig worden belemmerd, dat zij hun maandelijksche conferenties niet meer mogen houden, terwijl men in den Pfalz niet meer den kansel durft betreden, daar ieder woord wat gepredikt wordt, averechts verkeerd wordt uitgelegd? De situatie was buitengewoon pijnlijk geworden, en ae Bisschop van Ermland voelde het zeer juist aan en riep: „Breng ons toch niet in moeilijkheden"! Daarmee waren ineens alle debatten af gesneden". Dit typeert wel de groote moeilijkheden, den zorgwekkenden en benauwenden toe stand, waarin zoowel bisschoppen als pries ters en leeken in Duitschland zich bevin den. AUTO ONDER HOOGLAND DOOR TREIN GEGREPEN CHAUFFEUR EN TWEE KINDEREN GEDOOD. Moeder der kinderen zwaar gewond en later overleden Zondagochtend te omstreeks tien minuten voor elf heeft op den onbewaakten spoor wegovergang op den Liendenscheweg, on der de gemeente Hoogland, even voorbij de splitsing van de lijnen AmersfoortZwolle en AmersfoortApeldoorn, een ontzet tend ongeluk plaats gehad, waarbij drie personen op slag zijn gedood. Een auto, een z.g. Gooitax, welke op de rails stond te wachten om den trein, welke om 10.53 uur uit Apeldoorn te Amersfoort moet aankomen, te laten passeeren, werd gegrepen door trein 159, welke om 10.47 uit Amersfoort naar Apeldoorn vertrekt. Het wagentje werd ongeveer 150 meter meegesleurd en geheel vernield, waarbij van de inzittenden, de chauffeur en twee kinderen, meisjes van resp. twee en vijf jaar, direct werden gedood, terwijl de moe der van de kinderen in hoogst ernstige toe stand werd opgenomen. De vrouw is naar het ziekenhuis Lichtenberg te Amersfoort overgebracht. De ouders van de vrouw, wier vader voorman bij de spoorwegen is en die vlak bij den overweg woont, zouden haar met haar man en kinderen op bezoek ontvan gen. De man was uitgestapt om te zien of de weg vrij was. De familie, Sij berden geheeten is woon achtig te Baarn, waar de man tuinman is. De chauffeur, de 28-jarige Willem Bastiaan Bakker, afkomstig uit Hilversum, was werkzaam bij de garage bij de Gooitax in Baarn, waar hij omstreeks vijf maanden in dienst was. Het ongeluk is toe te schrijven aan een zeer zware mist, welke hetzicht uiterst bemoeilijkte, zoodat de machinist van den trein, hoewel hij uit alle macht remde, het ongeluk niet vermocht te voorkomen. De toestand van mej. Sij berdenSprey is levensgevaarlijk. Zij heeft ernstige inwen dige kneuzingen opgeloopen. De trein heeft door het vreeselijk gebeu ren, dat in de omgeving groote consternatie heeft verwekt, meer dan een half uur ver traging ondervonden, j De lijken zijn door de politie in beslag j genomen en overgebracht naar het lij ken - huisje te Hoogland BUITENLAND. Een sensationeele dag in het Rijksdag brandproces. (Ie blad). Een gTootsch opgezette verkiezing» pro paganda in Duitschland. (4e blad). ..De Fransche socialistische partij in driën gesplitst. (4e blad). De corr. van „De Courant" meldt nader: Vreeselijk was de aanblik, toen wij een kwartier na het ongeval ter plaatse kwa men. De triestige, nevelige herfstmorgen, maakte den indruk van het drama zoo mo gelijk nog somberder. Daar lagen, in het vochtige gras aan den berm der spoorbaan twee kinderlijkjes, deerlijk verminkt onder een wit laken, een laken uit het huis van grootvader en grootmoeder, waar de klein tjes met vader en moeder een dagje op bezoek zouden gaan, zooals ze wel vaker deden. Grootvader Sprey woont juist over den spooroverweg aan den Liendenscheweg. Zijn schoonzoon, Gijs Sijberden geheeten, die zich met zijn echtgenoote Maria Sprey, de achtjarige Marietje en de vierjarige Lies je naar de schoonouders per Gooitax uit Baarn, waar de man tuinman is, had den laten rijden, was juist op den overweg uitgestapt, om te zien, of de trein naar Amersfoort al gepasseerd was. Dit is trein nummer 158, maar vrijwel tegelijkertijd passeert trein 159, komende van Amersfoort Deze trein was door den mist eenige mi nuten te laat, en toen Sijberden den chauf feur van de Gooitax order gaf, door te rij den, kwam juist trein 159 voorbij. De auto was toen juist op de rails, werd gegrepen en ruim honderd vijf tig meter mee,gesleurd. Toen de trein tot stilstand kwam, bleek de auto totaal vernield te zijn. De chauffeur benevens de dochtertjes van Sijberden, Ma- rietje en Liesje, bleken op slag gedood te zijn. Hun vreeselijk verminkte lijken wer den door buurtbewoners en spoorwegper soneel ter zijde van den weg gelegd. De moeder der kinderen, Maria Sprey, bleek zeer ernstig gewond te zijn. Een tweetal toevallig in den trein aan wezige verpleegsters verleende de eerste hulp, waarna de arme vrouw op een baar uit de trein naar de nabijgelegen woning van haar ouders werd gedragen. Dr. Lub- sen uit Amersfoort, die onmiddellijk ter plaatse was heeft de vrouw daar verder verbonden, waarna zij per ziekenuto naar het ziekenhuis „De Lichtenberg" vervoerd is. De man en vader was van dit alles getuige. Machteloos, en als verlamd van ontsteltenis, moest hij toezien, dat de auto door den sneltrein werd gegrepen en mee gesleurd. Toen de trein stilstond en men trachtte den auto los te maken van de machine, moest deze eerst achteruitrijden. De brok stukken van den totaal vernielden wagen, waaraan letterlijk niets meer heel was, la gen tusschen de rails over den spoorweg verspreid. Nader meldt men aan de „Crt." dat oog getuigen hebben gconstateerd, dat de chauf feur tijdens het passeeren van den trein uit Apeldoorn met z'n auto langzaam was opge trokken en op het rechtsche spoor was ko men te staan. Terwijl hij daar stond zag hij den trein uit Amersfoort naderen. Hij trachtte zichzelf nog in veiligheid te bren gen, maar werd, terwijl hij uit den wagen sprong, door de locomotief gegrepen en tus schen de locomotief en de taxi 150 meter meegesleurd. Het uitzicht ter plaatse is naar beide zij den goed. Ook het vierde slachtoffer overleden Nader meldt men ons, dat mevrouw Sy- oerdénSprey, woonachtig te Baarn, he dennacht aan de bekomen verwondingen is jverleden. Het ongeluk eischte dus vier slachtoffers BINNENLAND. De regeering heeft aan de gemeentebe sturen bericht, dat de rijkssteun voor de gemeentelijke werkloozenzorg, die in 1933 75»/, millioen bedraagt, in 1934 wordt te ruggebracht tot 46 millioen. (1ste blad). De aanstaande Partijraad van de R. K. Staatspartij. (4de blad). Installatie Commissie van Advies inzake Bedrijfsradenwet (1ste blad). De onbewaakte overweg onder Hooge land eischt vier dooden; chauffeur, moedei en twee kinderen omgekomen (1ste blad). Auto te A'dam op het trottoir gereden. Een heer zwaar gewond (Gem. Ber., 3de blad). Margarinesmokkelaars te Rotterdam be trapt (Gem. Ber„ 3e blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De voetbalcompetities (2de blad). Ned. zwemrecord 300 M. wisselslag da mes verbeterd (2de blad). De Ned. zwem- en poloploeg te Brussel (2de blad). BINNENLAND SALARISVERMINDERING RIJKS PERSONEEL. EEN REGEERINGSMEDEDEELING. Naar de „N. Venlosche Courant" ver neemt heeft de regeering in de Central* Commissie voor het Georganiseerd Over leg de volgende mededeelingen gedaan: De thans geldende tijdelijke kortinger op de salarissen worden met ingang var 1 Januari a.s. vervangen door een vasti korting van 10 pet. Deze vaste korting houdt dus tevens in, dat ook de pensioen grondslag vanaf 1 Januari a.s. met 10 pet naar beneden gaat, terwijl daarmede oob de kindertoelage voor salarissen bover ƒ2000 vermindert. De bijdrage voor eigen pensioen, welk* momenteel 3 pet. bedraagt, wordt op 4«/j pet. gebracht. De oploopende aftrek voor ongehuwden gaat niet door. De plannen voor een nieuwe salarisre geling per 1 Januari 1935 zijn vervallen. Vergaderingen van Rijkspersoneel. Zaterdag en vandaag zijn in den lande in totaal 11 openbare vergaderingen ge houden vanwege het comité ter beharti ging van de algemeene belangen van over heidspersoneel (A.C.O.P.). Op deze verga deringen is een motie in behandeling ge nomen, waarin wordt geconstateerd, dat het Rijk in de huidige en de vorige oecono- mische crisis reeds tientallen millioenen j heeft bezuinigd op de uitgaven voor het personeel, dat tal van maatregelen van -ie regeering de kosten van het levensonder- houd doen stijgen, dat zy opnieuw de sala rissen van het rijkspersoneel en de onder- J wyzers tot een van de sluitposten van de begrooting maakt en dat van meer dan één groep bij het tot stand komen van de voorgenomen plajinen tot salarisverlaging, het inkomen beneden het bestaansmini mum zou dalen. I Zaterdag kwam het congres van de Centrale van Nederlandsch Overheidspei- soneel te 's-Gravenhage bijeen ter beraad slaging over de regeeringsvoorstelien ten i aanzien van de derde salariskorting van Ihet rijkspersoneel. Van bestuurszijde werd medegedeeld, dat op een audiëntie bij den minister-president is gebleken, dat het houden van openbare vergaderingen, het bijwonen daarvan en j het spreken door ambtenaren op dergelij ke bijeenkomsten niet in strijd is te ach-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1