Indrukken uit Beauraing
DINSDAG 10 OCTOBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
DE KERK ZWIJGT
IN DEN TUIN VAN HOE BEAURING
HET PENSIONAAT (Van onzen redacteur). REAGEERT
Op Dinsdag 29 November 1932 zou te
Beauraing de H. Maagd aan 'n vijftal kin
deren uit Beauraing zijn verschenen en veel
is er sindsdien in dat kleine plaatsje dicht
bij de Fransche grens gebeurd.
Van al de feiten, die daar zouden zyn
geschied, is door de uitgebreide berichtge
ving wel geen mensch in de beschaafde
wereld onkundig gebleven en het heeft
dan ook geen zin om nog eens opnieuw al
de feiten dier verschijningen te gaan me-
moreeren, vooral ook niet, omdat er nog
geen gevonden zal kunnen worden, die
over de al of niet geloofwaardigheid dezer
verschijningen een op vaste en niet te
weerspreken gronden gefundeerd oordeel
zal kunnen geven.
Zelfs de Kerk zwijgt met wijs beleid.
Wij, menschen, kunnen zelfs in de meest
critieke oogenblikken van ons leven een
beslissing zoo lang niet uitstellen. Maar
de Kerk is eeuwig en daarom heeft zij den
tijd, vooral in aangelegenheden als deze,
die van gewicht blijven, zoolang de wereld
bestaan zal.
En de Kerk zwijgt.
Zooals zij zweeg, jarenlang, na de ver
schijningen der H. Maagd aan de zalige
Bernadette te Lourdes.
De Kerk wil zekerheid, zoodat zij de ge
volgen afwacht.
Zij wil eerst de vruchten zien rijpen, om
aan de gaafheid daarvan het zaad te beoor-
deelen.
Zoo is sinds den datum van 29 November
bijna een jaar verloopen en Beauraing
heeft een wereldnaam gekregen.
De verschijningen hebben opgehouden,
maar in den tuin, waar zij zouden zijn ge
schied, de tuin van het pensionaat der
Eerw. Zusters te Beauraing, komen nu
reeds dagelijks honderden pelgrims uit
België, Frankrijk en Holland bid
den bij den boom der verschijningen met de
kinderen Voisin en Degeimbre, aan wie de
H. Maagd zou zijn verschenen.
De rust in de stille sfeer, waarin de
eerw. Zusters van het Pensionaat leefden
en werkten, is verstoord, maar in plaats
daarvan hebben zij iets anders gekregen,
dat ruimschoots tegen dit verlies opweegt,
al staat de geloofwaardigheid van het ge
beurde ook niet vast en als is het nog
onzeker wat de toekomst aan deze nieuwe
bedevaartplaats zal brengen.
Maar de belangstelling en vooral ook
men houde dit goed in 't oog de devotie
der bedevaartgangers staat vast en waar
reeds ook elders een devote belangstelling
bestaat voor Beauraing, meenen wij goed
te doen onzen lezers, die lust gevoelen eens
naar Beauraing te gaan, te vertellen wat
Beauraing is en wat zij daar zullen vinden.
Meer niet. Dit lijkt ons ook om reeds
aangetoonde redenen het beste.
Beauraing is een dorpje, in Zuid-België
gelegen, dat langs den grooten weg over
AntwerpenBrusselNamenDinant ge
makkelijk te bereiken is.
Het ligt bij een der mooiste gedeelten van
dit kleine land, dicht bü Han, met zijn
beroemde grotten, Dinant en Rochefort,
Daar midden tusschen de heuvelen ligt
Beauraing aan 't begin van een doodsche
en eentonige vlakte. Komend aan de eene
zijde van Givet of Dinant en Hastière komt
men op de Grand Place, de Groote Markt,
een wel wat weidsche titel voor dit romme
lige pleintje, waarop loodrecht de voor
naamste straat van dit dorpje, de Kerkstraat
is geprojecteerd.
Daar waar de spoordijk, geschraagd door
een zware steenen hoogpoort, over deze
straat loopt, ligt rechts de tuin van het
pensionaat waar de verschijningen zouden
hebben plaats gehad.
Het is een eenvoudige tuin door een hek
van de straat gescheiden. De straat zelf,
waarin de dorpskerk gelegen is, is.onbe
straat en ziet er onverzorgd uit. Aan de
achterzijde grenst de tuin aan den spoor
dijk, die een goede afscheiding vormt, daar
op aansluitend ligt het pensionaat met een
aparte voortuin, die dus in de lengte grenst
aan den „tuin der verschijningen", de cour
of de speelplaats der pënsionaires. De
straat, onder den spoordijk doorloopend,
gaat verder over in den weg naar Roche
fort.
In het midden van het hek is, of beter
gezegd, was de toegang tot de tuin, want
nu is de toegang aan het einde van het hek,
waarbinnen een klein kappeletje staat, eens
enkel een devotie voor de eerw. Zusters
en de pensionaires. Links van de vroegere
toegang tot den tuin staan binnen het hek.
enkele struiken en boomen en in de voor
ste kleine Meidoornstruik zou de H. Maagd
aan de kinderen Voisin en Degeimbre zijn
verschenen. Deze struiken zijn nu met hoog
gaas afgezet en erboven staat een simpele
beeltenis van de H. Maagd, uitgesneden
uit hout en geschilderd in lichte kleuren.
Zooals in vele pensionaten, kloosterscho
len enz. in Frankrijk en België het geval is,
was ook hier een kleine Lourdesgrot aange
bracht, achter in den tuin tegen den spoor
dijk.
Ook hier, evenals bij den „boom der
verschijningen", komen de kinderen nu
iederen avond bidden met de pelgrims.
Tusschen dezen boom en de grot is een
breede strook met ijzerdraad afgezet voor
de zieken en gebrekkigen, die daar gelegen
op een draagbaar en gezeten in stoelen,
alles wat er geschied goed kunnen volgen,
zonder overlast te hebben van de drukte
der pelgrims, terwijl zij gemakkelijker bij
gestaan kunnen worden door de dames,
die vrijwillig de zieken helpen en bijstaan.
Zaterdagavond zes uur arriveeren wij in
Beauraing.
Half zeven is het uur, waarop de kinde
ren komen bidden. Wij begeven ons dus
aanstonds naar den tuin van het pensionaat.
Zoo stil en eerbiedig als het ondanks de
vele pelgrims is in den tuin van het pen
sionaat, zoo rumoerig is het daarbuiten in
de „Rue de l'eglise".
Aan den linkerkant van de straat rijen
zich de kramen aaneen, waar tal van sou
venirs van Beauraing en allerlei religieuse
voorwerpen te koop worden aangeboden.
Ook meisjes loopen er rond met religieuse
artikelen als medailles, rozenkransen enz.
Men behoeft zich daarover niet te erge
ren. Het is een noodzakelijk gevolg van de
groote belangstelling en met deze kramen
en „religieuze negotie" is het in den grond
hetzelfde als met de winkels in religieuze
artikelen rond het Mgr. Laurent-plein te
Lourdes.
Ook daar. maakt men zich niet druk en
vermindert de waarde van het gebeurde
niet, doordat een Amsterdamsch Israëliet
in een dier winkels een handel drijft in
religieuse artikelen.
Aan den anderen kant van den weg lig
gen eenige oorlogsinvaliden, die giften
vragen aan de vele pelgrims.
Even verder is tegen een muur een groot
geschilderd doek aangebracht, voorstellen
de de grot in den tuin van het pensionaat
met het beeld der H. Maagd, waarvoor men
zich kan laten fotografeeren.
In den tuin, die eigenlijk de cour was
van de pensionaires, zijn nu reeds vele
pelgrims bijeen.
Wij zoeken ons een plaatsje, dicht bij
den „boom der verschijningen".
Laat ik u direct bij den aanvang zeggen,
dat wij zeer sceptisch gestemd naar Beau
raing, waren gegaan, maar, als even na
half zeven de kinderen onder geleide van
een mannelijk familielid en een eerw. zus
ter zijn binnengekomen en zonder veel op
hef en simpel gezamenlijk de rozenkrans
voorbidden, raakt er iets in ons los. Wat
is het? De simpele omgeving, of het een
voudige, hartelijke gebed der kinderen?
Is het die eenvoud alleen, die ons onder
den indruk brengt? Maar is de eenvoud niet
het kenmerk van het ware? Het is enkel
maar een gevoel, maar heel plotseling voe
len wij dan toch, dat wij staan voor het
„wonder" van een nieuwe pelgrimage, van
een biddende menigte.
De kinderen bidden luide. Zij zijn nu
maar met drieën, het zijn Gilberte Voisin,
Gilberte Degeimbre en Andrée Degeimbre.
Zij zijn gekleed als alle meisjes van haar
leeftijd. Een eenvoudig jurkje of een ge
breide jumper met rokje en op het hoofd
'n alpino. De kleine 9-jarige Gilberte De
geimbre is in kaplaarsjes gestoken.
Het gebed der kinderen en het antwoord
der pelgrims op de telkens herhaalde Ave's
klinkt verre uit boven het rumoer op de
straat en het geraas van het treintje, dat
stommelend en puffend boven op den spoor
baan van Hayet trekt naar Bertrix of om
gekeerd.
Als het rozenkransgebed ten einde is roe
pen de kinderen de H. Maagd aan en de
pelgrims herhalen telkens opnieuw deze
eene aanroeping: „O. L. Vrouw van Beau
raing, bekeer de zondaars en genees onze
dierbare zieken".
Dan gaan de kinderen naar de grot om
te bidden.
.Eenvoudig en natuurlijk als echte kin
deren gaan zij langs de zieken daarheen,
die allen vragen hun een hand te geven. Zij
doen dit eenvoudig en zonder ophef.
Een oude blinde dame, die vlak voor mij
zit, aan den binnenkant van de afrastering,
bestemd voor de zieken, roept luide: „Moi-
selle, votre main". De kleine Gilberte De
geimbre neemt haar hand, maar zij drukt
die zoo stevig, dat het ringetje, dat de klei
ne draagt in het vleesch dringt en deze
een kreet van pijn niet kan onderdrukken.
Zij roept luide: Au! en slaat met haar
hand heen en weer, als om de pijn te ver
drijven.
Het is allemaal zoo simpel en gewoon.
Ondanks ons zelf verdrijft het ons scepticis
me en maakt het op ons een diepen en ont
róerenden indruk. Voor de grot knielend
op een bank, bidden zij opnieuw en zin
gen daarna met de pelgrims eenige kerke
lijke liederen.
Tusschen de pelgrims door loopt intus-
schen een heer, die de rozenkransen, waar
aan de pelgrims bidden, aanraakt met een
takje, gesneden van den „boom der ver
schijningen".
Als de gebeden en gezangen ten einde
zijn, gaan de kinderen heen.
Boven op de grot flikkeren tallooze kaar
sen in den donkeren avond.
Wij gaan naar Hastière om den nacht
door te brengen in het comfortabele „Hotel
des Tilleuls" en met het voornemen om
's Zondagsmorgens vroeg weer naar Beau
raing te gaan.
Na de H. Mis in de eenvoudige dorps
kerk te Hastière te hebben bijgewoond,
zijn wij den volgenden morgen alweer
vroeg naar Beauraing getrokken.
Wij bidden bij de boom der verschijnin
gen en de geestelijke leider van ons gezel
schap pater P. C. Frigge O.F.M. uit Leiden,
houdt een korte en treffende toespraak over
de Maria-devotie. (Het al dan niet wonder
dadige gebeuren te Beauraing laat hü bui
ten beschouwing). Aan de overzijde in den
voortuin van het pensionaat, op een op het
bordes opgeslagen altaar wordt de eene
H. Mis na de andere voor verschillende
groepen pelgrims opgedragen.
Ieder onzer geeft zich dan over aan zijn
eigen devoties. Vele bidden voor de grot,
waarboven een groot doek is aangebracht,
waarop in 't Fransch en Hollandsch staat:
„Neem het vaderland, o Maagd, in uwe
hoede."
,Wij hebben nu bij het daglicht de gele
genheid eens nauwkeuriger rond te zien.
In de grot aan de rechterzijde zijn al vele
marmeren borden aangebracht, dezelfde
waarmee de kathedraal te Lourdes van
binnen is bedekt. Zij vermelden de dank
baarheid voor verkregen gunsten en gene
zingen. Het zijn afschriften als deze:
„Remerciments a N.D. de Beauraing pour la
guérison de notre felle".
„Remerciments a N. D. de Beauraing pour
une conversion".
(„Dank aan O. L. Vrouw van Beauraing
voor de genezing van onze dochter."
„Dank aan O. L. Vrouw van Beauraing
voor een bekeering".).
Binnen de afrastering rond de .plaats der
verschijningen zijn op houten ezels, wegens
gebrek aan plaatsruimte in de grot, ook
dergelijke marmeren borden geplaatst, die
eveneens pelgrimages uit verschillende
plaatsen in België en Nederland vermel
den.
Links in de grot hangen reeds enkele
krukken van genezen pelgrims. Ook achter
naast de grot tegen den muur hangen deze
marmeren dankborden, alsmede stokken,
brillen enz. van pelgrims, die wonderbaar
zouden zijn genezen.
Op verschillende boomen is een bord ge
spijkerd, waarop staat: „Silence, respect,
pieté". „Stilte, eerbied, godsvrucht".
,En waarlijk er is eerbied en godsvrucht
op deze plaats, waar wij ondanks ons zelf
onder den indruk zijn gekomen en die wij
met een hartelijk gebed op de lippen heb
ben verlaten.
Wij kunnen geen oordeel geven omtrent
de geloofwaardigheden der wondere ver
schijningen en genezingen, maar dit wonder
is geschied, dat de geestelijk lauwe inwo
ners van Beauraing nu op eens een bidden
de menigte is geworden, die de Kerk te
Beauraing tot in de hoeken vult.
Uit gesprekken met verschillende onzer
lezeressen en lezers, met wie wij deze reis
maakten hebben wij daarna gehoord, dat
ook zij aan dezen indruk niet ontkomen
waren.
En daardoor vooral is deze tweedaagsche
reis, die onzen lezers werd aangeboden,
zoo prettig geslaagd.
,Toch mogen wij er wel bij vermelden,
dat ook de verdere uitvoering van de reis
niets te wenschen overliet. De lange tocht
in een prachtige ruime touringcar werd
op gunstige tijdstippen onderbroken, zoo
dat men de kathedraal te Mechelen kon
bezoeken, Dinant kon zien en op de terug
reis in Brussel de Groote Markt, de St.
Gudule en enkele andere bezienswaardig
heden in oogenschouw kon nemen.
Voortreffelijk ook was het oponthoud in
Hastière, waar de deelnemers aan de reis
in 't groot en comfortabel „Hotel des Til
leuls" niet alleen prettige kamers en goe
de spijzen vonden, maar bovendien als
eigenaar een echte Hollandsche familie
aantroffen, die alles deed om het den be
zoekers zoo aangenaam mogelijk te ma
ken.
En de prettige en Vroolijke stemming,
die er iedere minuut van de reis heerschte,
is voor ons een bewijs, dat wij goed gedaan
hebben deze reis voor onze lezers en leze
ressen te laten organiseeren.
Dit succes heeft ons dan ook doen beslui
ten nogmaals een gelegenheid te geven een
reis naar Beauraing te maken, op dezelfde
wijze, en wel op Zondag en Maandag 22
en 23 October, welke reis echter alleen bij
voldoende deelname zal doorgaan.
BUITENLAND
ONTWAPENING
EEN CHAOS VAN WENSCHEN EN
EISCHEN.
Rapport van Henderson.
Het bureau der ontwapeningsconferen
tie heeft gisteren te Genève zijn aangekon
digde zitting gehouden, welke bijna geheel
in beslag werd genomen door een rapport
van Henderson over de besprekingen, wel
ke hij na de verdaging der conferentie in
de verschillende Europeesche hoofdsteden
gevoerd heeft.
Henderson gaf een opsomming van de
nog hangende kwesties.
Betrekkelijk gemakkelijk zou volgens
Henderson een accoord zijn te bereiken
over de volgende punten:
1. Algemeen afzien van het gebruik van
geweld.
2. Definitie van den aanvaller.
3. Controle op de ontwapening.
4. Unificeering der continentale legers
wat aangaat de geoefende reserves, de le-
gersterkte en de koloniale troepen.
5. Bewapeningscontrole door publicatie
der begrootingen.
6. Bom-aanvallen uit de lucht.
7. Spoedige instelling van een perma
nente ontwapenings-commissie.
8. De vlootkwestie.
De groep moeilijker op te lossen kwes
ties omvat volgens Henderson de volgende
punten:
a. De duur der eerste ontwapeningscon
ventie.
b. Het kaliber der tanks en artillerie.
c. Vermindering van het oorlogsmate
riaal door vernietiging.
d. Fabricage van den handel in wapens.
e. Luchtvaart voor het landleger en de
marine.
f. Sancties ingeval van schending der
conventie.
Met betrekking tot den duur der conven
tie bestaan er, aldus Henderson, twee op
vattingen. Sommige landen zijn voor een
conventie van vijf jaar, gedurende wel
ken tijd de vernietiging van het verboden
materiaal moet plaats hebben en Duitsch-
lands rechtsgelijkheid in étappes moet wor
den verwezenlijkt.
Andere landen daarentegen hebben een
conventie-duur van acht jaar voorgesteld,
verdeeld in twee periodes van vier jaar; de
eerste periode zou men een proeftijd kun
nen noemen. Wanneer de permanente ont
wapeningscommissie beslist, dat het con
trolesysteem effectief is geweest, moeten
de ontwapeningsmaatregelen, welke in de
conventie zijn vervat, worden uitgevoerd,
hetgeen dan in de tweede periode van vier
jaar zou dienen te gebeuren.
Henderson zeide het dringend noodig te
achten, dat men in de komende dagen
tracht voor de nog bestaande meeningsver-
schillen een bevredigende oplossing te vin
den.
VOLKENBOND
ACCOORD TE GENEVE.
Over de kwestie der Joodsche vluchtelingen
De redactiecommissie van de tweede
commissie der volkenbondsvergadering
heeft gisteravond overeenstemming verkre
gen omtrent de Nederlandsóhe resolutie
voor de Duitsche vluchtelingen.
Het compromis, dat thans ook door de
Duitsdie delegatie is goedgekeurd, is aldus
geworden, dat de volkenbondsraad een
hoogen commissaris voor de Duitsche
vluchtelingen benoemen zal, evenals een
raad van beheer, aan wien de hooge com
missaris regelmatig rapporten zal moeten
uitbrengen.
De hooge commissaris zal dus niet aan
den volkenbondsraad te rapporteeren heb
ben, zooals aanvankelijk in de bedoeling
lag.
De speriale raad van beheer zal zijn sa
mengesteld uit een beperkt aantal verte
genwoordigers der bij de zaak het meest
betrokken regeeringen. Deze raad van be
heer zal na kennisneming van de rappor
ten van den hoogen commissaris hierom
trent mededeelingen doen aan alle regee
ringen, die zulks verlangen.
Op deze wijze zal de hooge commissaris
als zijnde benoemd door den volkenbonds
raad zich bij zijn bemoeiingen bij de re
geeringen en bij de particuliere organisa
ties toch op de autoriteit van den volken
bond kunnen beroepen. Anderzijds zal de
omstandigheid, dat de hooge commissaris
zijn rapporten niet aan den volkenbonds
raad doch aan een specialen raad van be
heer zal moeten uitbrengen, de Duitsche
regeering vrijwaren tegen het gevaar, dat
de rapporten van den hoogen commissaris
telkens weer opnieuw tot discussies in den
volkenbondsraad over de behandeling van
de Joden in Duitschland aanleiding zouden
geven.
Men mag den Zwitserschen minister Mot-
ta dankbaar zijn, dat hij Zaterdag op com
promis-pogingen heeft aangedrongen. Het
is thans mogelijk geworden, dat het Neder-
landsche initiatief met een veel beter re
sultaat zal bekroond worden dan Zaterdag
na de. aankondiging van het Duitsche veto
te vreezen was.
BELGIE
EEN RECTORAATS-OVERDRACHT.
Onder bescherming van gewapende
gendarmes.
Onder de bescherming van honderden
van kop tot teen gewapende gendarmes te
voet en te paard en van een groot aantal
politie-agenten, heeft gisteren de opening
plaats gehad van het nieuw academisch
jaar der Vlaamsche hoogeschool te Gent,
meldt de Brusselsche correspondent van de
„Msb.".
Al de straten, die naar het universiteits
gebouw leidden, waren op ondoordring
bare wijze door de gewapende macht afge
zet.
Deze maatregelen werden genomen tegen
eventueele betoogingen van Vlaamsch-ge-
zinde studenten, die verbolgen zijn omdat
de candidaat van geheel het Vlaamsche
volk, prof. dr. Daels, niet tot rector der
universiteit werd benoemd.
Strenge controlemaatregelen waren aan
dne inging der hoogeschool genomen,
waar men alleen met genummerde en op
naam afgeleverde kaarten toegang had.
De Vlaamsche studenten hadden mede-
deeling gekregen, dat, indien zij wilden
manifesteeren, zij voor altijd van de uni
versiteit zouden verwijwerd worden en
ook niet op een der andere hoogescholen
zouden worden toegelaten.
In de aula, waar de plechtigheid plaats
had, waren alleen maar oud-studenten, dus
kalme elementen en ook vreemde studen
ten toegelaten, van wie de eersten niet uit
gesproken Vlaamsch gezind waren en zelfs
overwegend Fransch spraken.
De Vlaamsche studenten en verschillen
de Vlaamsche hoogleearen woonden de
plechtheid niet bij als teeken van protest
tegen het niet-benoemen van Daels.
Onder het publiek, dat bijna uitsluitend
Fransch sprak, bevonden zich veel offi
cieren.
De tragische positie van het worstelende
Vlaanderen werd door deze overwegend
niet-Vlaamsche deelname weer eens in een
schril daglicht gesteld.
Op het oogenblik, dat de plechtigheid
geopend werd door het spelen van een
marsch door een militaire kapel, was de
aula maar voor goed de helft met belang
stellenden gevuld.
Toen de academische overheden en het
corps hoogleeraren met den minister van
kunsten en wetenschappen in officieel uni
form hun intrede deden, werd onder het
publiek geapplaudisseerd.
In een gedrukte stemmipg sprak de af
tredende rector Vermeylen een rede uit
over onderwijs en cultuur.
Prof. Daels bleef afwezig.
Na de rede van Vermeylen sprak de mi
nister van kunsten en wetenschappen een
gelegenheidsrede uit.
Het deed schrijnend aan, toen de minister
in zijn rede de jonge Vlaamsche studenten
verzocht, cultuurdragers voor hun volk te
worden, terwijl de overwegende meerder
heid dezer studenten door strenge consig
nes en cordons gendarmes buiten de uni
versiteit werd gehouden.
Eerst hierna had de rectoraatsoverdracht
van prof. Vermeylen aan prof. Bessemans
plaats.
DUITSCHLAND
HITLER EN HET EERZAME HANDWERK.
Werk voor de sigarenmakers.
Wij vernemen van de Limburgsch-Rijn-
landsche grens, dat door de regeering van
Hitier nieuwe voorschriften zijn uitgevaar
digd voor de sigarennij verheid. Ter bevor
dering van meer werkgelegenheid in de
sigarenindustrie is verordend, dat in het
vervolg de machinale' sigarenvervaardiging
moet wijken voor het handwerk. Als gevolg
van deze voorschriften, waardoor het oude
handwerk weer in eere hersteld wordt, is
er voor vele werklooze Duitsche sigaren
makers weder loonende arbeid ontstaan.
De gevolgen van deze nieuwe verorde
ning werden zelfs gemerkt in de bloeiende
sigarenfabrieken aan den Limburgsch-
Rijnlandsche grens, o.a. in Tegelen, waar
vele Duitsche sigarenmakers in dienst wa
ren. Deze Duitsche vaklieden hebben thans
hun contract bij de Nederlandsche fabri
kanten opgezegd en zijn naar hun Heimat
teruggekeerd, waar zij nu als technici een
ruim bestaan kunnen vinden.
Voor de Nederlandsche sigarenmakers,
waarvan er talrijke zonder werk rondloo-
pen, opent zich door dit Hitleriaansch voor
schrift 'n nieuw verschiet. Alleen voor be
paalde fabrikanten zou deze Duitsche maat
regel dat nadeel kunnen veroorzaken, dat
zij thans duurdere krachten uit de groote
steden zullen moeten betrekken.
RUSLAND.
SCHERPE RUSSISCHE NOTA AAN
TOKIO.
Inzake den Oost-Chineeschen spoorweg.
De Russische ambassadeur te Tokio heeft
den Japanschen minister van buitenland-
sche zaken een memorandum overhandigd,
waarin concrete feiten vermeld inzake de
plannen van het Japansche opperconman-
do met betrekking tot' uitschakeling van
den Russischen invloed op den Oost-Chi-
neesche spoorweg.
In het bijzonder wordt hierbij vermeld
de bezetting van den raad van beheer van
den Oosten-Chineeschen spoorweg. Japan
wordt verweten, dat het de volkomen ont
eigening van den spoorweg ten gunste van
Mandsjoekoeo bewerkstelligt.
De Russische nota eischt op scherpen
toon opheldering over deze feiten.
In haar vorige nota had de Russische re
geering de Japansche er opmerkzaam op
gemaakt, dat deze verplicht was, invloed
uit te oefenen op de Mandsjoerijsche auto
riteiten, teneinde een verdere toespitsing
van het conflict over den Oost-Chinee
schen spoorweg te vermijden. De Sovjet-
regeering, heeft zich thans gedwongen ge
zien door het feit, dat er van Japansche
zijde geen stappen zijn gedaan in Tsjang-
sjoen, de regeering te Tokio er attent op
te maken, dat Japansche militaire kringen
in Mandsjoerije met de Mandsjoerijsche ci
viele overheid de volgende plannen heb
ben:
1. Door het doen ontstaan van verschei
den conflicten moet ten slotte de onteige
ning van den Oost-Chineeschen spoorweg
ten uitvoer worden gelegd;
2. Alle Sovjet-Russische staatsonderne
mingen moeten worden bezet;
3. Alle Sovjet-Russische ambtenaren,
die werkzaam zijn bij den Oost-Chinee
schen spoorweg, moeten verwijderd wor
den.
PRIESTERS UITGEWISSELD TEGEN
COMMUNISTEN.
Krachtens een tusschen Litauen en Sov
jet-Rusland geteekende overeenkomst in
zake de uitwisseling van politieke gevan
genen zullen tegen het eind van October
veertien Litausche priesters ,die in Sovjet-
Rusland gevangen zitten, worden uitgewis
seld tegen 24 Russische communisten, die
door Litauen gevangen worden gehouden.
BUITENL. BERICHTEN
BRAND IN DE ABDIJ VAN MAREDSOUS
Het vuur kon spoedig gebluscht worden.
In de abdij van Maredsous is gisteren
een brand uitgebroken, die echter spoedig
kon worden gebluscht. Terstond werden
maatregelen getroffen, om de voornaamste
schatten van de abdij in zekerheid te bren
gen, doch gelukkig bleek dit niet noodig.
Veertig jaar geleden heeft ook een bran-'
in deze abdij gewoed.
HONDERD VIJFTIG HUIZEN IN JAPAN
AFGEBRAND.
Gisternacht brak te Foenakawa in de Ja
pansche provincie Akita een brand uit, die
zich met groote snelheid uitbreidde en 150
huizen aantastte, die tot den grond toe af
brandden.
AARDVERSCHUIVING IN HONDURAS'
HOOFDSTAD.
Een aardverschuiving, veroorzaakt door
een tropischen storm, heeft in de hoofdstad
van den staat Honduras groote schade aan
gericht, aan wegen, bruggen en huizen. De
gebouwen van het Engelsche en Belgische
consulaat zijn ternauwernood voor ver
woesting gespaard gebleven. Persoonlijke
ongelukken zijn niet voorgekomen.