Indrukken uit Beauraing DINSDAG 10 OCTOBER 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 DE KERK ZWIJGT IN DEN TUIN VAN HOE BEAURING HET PENSIONAAT (Van onzen redacteur). REAGEERT Op Dinsdag 29 November 1932 zou te Beauraing de H. Maagd aan 'n vijftal kin deren uit Beauraing zijn verschenen en veel is er sindsdien in dat kleine plaatsje dicht bij de Fransche grens gebeurd. Van al de feiten, die daar zouden zyn geschied, is door de uitgebreide berichtge ving wel geen mensch in de beschaafde wereld onkundig gebleven en het heeft dan ook geen zin om nog eens opnieuw al de feiten dier verschijningen te gaan me- moreeren, vooral ook niet, omdat er nog geen gevonden zal kunnen worden, die over de al of niet geloofwaardigheid dezer verschijningen een op vaste en niet te weerspreken gronden gefundeerd oordeel zal kunnen geven. Zelfs de Kerk zwijgt met wijs beleid. Wij, menschen, kunnen zelfs in de meest critieke oogenblikken van ons leven een beslissing zoo lang niet uitstellen. Maar de Kerk is eeuwig en daarom heeft zij den tijd, vooral in aangelegenheden als deze, die van gewicht blijven, zoolang de wereld bestaan zal. En de Kerk zwijgt. Zooals zij zweeg, jarenlang, na de ver schijningen der H. Maagd aan de zalige Bernadette te Lourdes. De Kerk wil zekerheid, zoodat zij de ge volgen afwacht. Zij wil eerst de vruchten zien rijpen, om aan de gaafheid daarvan het zaad te beoor- deelen. Zoo is sinds den datum van 29 November bijna een jaar verloopen en Beauraing heeft een wereldnaam gekregen. De verschijningen hebben opgehouden, maar in den tuin, waar zij zouden zijn ge schied, de tuin van het pensionaat der Eerw. Zusters te Beauraing, komen nu reeds dagelijks honderden pelgrims uit België, Frankrijk en Holland bid den bij den boom der verschijningen met de kinderen Voisin en Degeimbre, aan wie de H. Maagd zou zijn verschenen. De rust in de stille sfeer, waarin de eerw. Zusters van het Pensionaat leefden en werkten, is verstoord, maar in plaats daarvan hebben zij iets anders gekregen, dat ruimschoots tegen dit verlies opweegt, al staat de geloofwaardigheid van het ge beurde ook niet vast en als is het nog onzeker wat de toekomst aan deze nieuwe bedevaartplaats zal brengen. Maar de belangstelling en vooral ook men houde dit goed in 't oog de devotie der bedevaartgangers staat vast en waar reeds ook elders een devote belangstelling bestaat voor Beauraing, meenen wij goed te doen onzen lezers, die lust gevoelen eens naar Beauraing te gaan, te vertellen wat Beauraing is en wat zij daar zullen vinden. Meer niet. Dit lijkt ons ook om reeds aangetoonde redenen het beste. Beauraing is een dorpje, in Zuid-België gelegen, dat langs den grooten weg over AntwerpenBrusselNamenDinant ge makkelijk te bereiken is. Het ligt bij een der mooiste gedeelten van dit kleine land, dicht bü Han, met zijn beroemde grotten, Dinant en Rochefort, Daar midden tusschen de heuvelen ligt Beauraing aan 't begin van een doodsche en eentonige vlakte. Komend aan de eene zijde van Givet of Dinant en Hastière komt men op de Grand Place, de Groote Markt, een wel wat weidsche titel voor dit romme lige pleintje, waarop loodrecht de voor naamste straat van dit dorpje, de Kerkstraat is geprojecteerd. Daar waar de spoordijk, geschraagd door een zware steenen hoogpoort, over deze straat loopt, ligt rechts de tuin van het pensionaat waar de verschijningen zouden hebben plaats gehad. Het is een eenvoudige tuin door een hek van de straat gescheiden. De straat zelf, waarin de dorpskerk gelegen is, is.onbe straat en ziet er onverzorgd uit. Aan de achterzijde grenst de tuin aan den spoor dijk, die een goede afscheiding vormt, daar op aansluitend ligt het pensionaat met een aparte voortuin, die dus in de lengte grenst aan den „tuin der verschijningen", de cour of de speelplaats der pënsionaires. De straat, onder den spoordijk doorloopend, gaat verder over in den weg naar Roche fort. In het midden van het hek is, of beter gezegd, was de toegang tot de tuin, want nu is de toegang aan het einde van het hek, waarbinnen een klein kappeletje staat, eens enkel een devotie voor de eerw. Zusters en de pensionaires. Links van de vroegere toegang tot den tuin staan binnen het hek. enkele struiken en boomen en in de voor ste kleine Meidoornstruik zou de H. Maagd aan de kinderen Voisin en Degeimbre zijn verschenen. Deze struiken zijn nu met hoog gaas afgezet en erboven staat een simpele beeltenis van de H. Maagd, uitgesneden uit hout en geschilderd in lichte kleuren. Zooals in vele pensionaten, kloosterscho len enz. in Frankrijk en België het geval is, was ook hier een kleine Lourdesgrot aange bracht, achter in den tuin tegen den spoor dijk. Ook hier, evenals bij den „boom der verschijningen", komen de kinderen nu iederen avond bidden met de pelgrims. Tusschen dezen boom en de grot is een breede strook met ijzerdraad afgezet voor de zieken en gebrekkigen, die daar gelegen op een draagbaar en gezeten in stoelen, alles wat er geschied goed kunnen volgen, zonder overlast te hebben van de drukte der pelgrims, terwijl zij gemakkelijker bij gestaan kunnen worden door de dames, die vrijwillig de zieken helpen en bijstaan. Zaterdagavond zes uur arriveeren wij in Beauraing. Half zeven is het uur, waarop de kinde ren komen bidden. Wij begeven ons dus aanstonds naar den tuin van het pensionaat. Zoo stil en eerbiedig als het ondanks de vele pelgrims is in den tuin van het pen sionaat, zoo rumoerig is het daarbuiten in de „Rue de l'eglise". Aan den linkerkant van de straat rijen zich de kramen aaneen, waar tal van sou venirs van Beauraing en allerlei religieuse voorwerpen te koop worden aangeboden. Ook meisjes loopen er rond met religieuse artikelen als medailles, rozenkransen enz. Men behoeft zich daarover niet te erge ren. Het is een noodzakelijk gevolg van de groote belangstelling en met deze kramen en „religieuze negotie" is het in den grond hetzelfde als met de winkels in religieuze artikelen rond het Mgr. Laurent-plein te Lourdes. Ook daar. maakt men zich niet druk en vermindert de waarde van het gebeurde niet, doordat een Amsterdamsch Israëliet in een dier winkels een handel drijft in religieuse artikelen. Aan den anderen kant van den weg lig gen eenige oorlogsinvaliden, die giften vragen aan de vele pelgrims. Even verder is tegen een muur een groot geschilderd doek aangebracht, voorstellen de de grot in den tuin van het pensionaat met het beeld der H. Maagd, waarvoor men zich kan laten fotografeeren. In den tuin, die eigenlijk de cour was van de pensionaires, zijn nu reeds vele pelgrims bijeen. Wij zoeken ons een plaatsje, dicht bij den „boom der verschijningen". Laat ik u direct bij den aanvang zeggen, dat wij zeer sceptisch gestemd naar Beau raing, waren gegaan, maar, als even na half zeven de kinderen onder geleide van een mannelijk familielid en een eerw. zus ter zijn binnengekomen en zonder veel op hef en simpel gezamenlijk de rozenkrans voorbidden, raakt er iets in ons los. Wat is het? De simpele omgeving, of het een voudige, hartelijke gebed der kinderen? Is het die eenvoud alleen, die ons onder den indruk brengt? Maar is de eenvoud niet het kenmerk van het ware? Het is enkel maar een gevoel, maar heel plotseling voe len wij dan toch, dat wij staan voor het „wonder" van een nieuwe pelgrimage, van een biddende menigte. De kinderen bidden luide. Zij zijn nu maar met drieën, het zijn Gilberte Voisin, Gilberte Degeimbre en Andrée Degeimbre. Zij zijn gekleed als alle meisjes van haar leeftijd. Een eenvoudig jurkje of een ge breide jumper met rokje en op het hoofd 'n alpino. De kleine 9-jarige Gilberte De geimbre is in kaplaarsjes gestoken. Het gebed der kinderen en het antwoord der pelgrims op de telkens herhaalde Ave's klinkt verre uit boven het rumoer op de straat en het geraas van het treintje, dat stommelend en puffend boven op den spoor baan van Hayet trekt naar Bertrix of om gekeerd. Als het rozenkransgebed ten einde is roe pen de kinderen de H. Maagd aan en de pelgrims herhalen telkens opnieuw deze eene aanroeping: „O. L. Vrouw van Beau raing, bekeer de zondaars en genees onze dierbare zieken". Dan gaan de kinderen naar de grot om te bidden. .Eenvoudig en natuurlijk als echte kin deren gaan zij langs de zieken daarheen, die allen vragen hun een hand te geven. Zij doen dit eenvoudig en zonder ophef. Een oude blinde dame, die vlak voor mij zit, aan den binnenkant van de afrastering, bestemd voor de zieken, roept luide: „Moi- selle, votre main". De kleine Gilberte De geimbre neemt haar hand, maar zij drukt die zoo stevig, dat het ringetje, dat de klei ne draagt in het vleesch dringt en deze een kreet van pijn niet kan onderdrukken. Zij roept luide: Au! en slaat met haar hand heen en weer, als om de pijn te ver drijven. Het is allemaal zoo simpel en gewoon. Ondanks ons zelf verdrijft het ons scepticis me en maakt het op ons een diepen en ont róerenden indruk. Voor de grot knielend op een bank, bidden zij opnieuw en zin gen daarna met de pelgrims eenige kerke lijke liederen. Tusschen de pelgrims door loopt intus- schen een heer, die de rozenkransen, waar aan de pelgrims bidden, aanraakt met een takje, gesneden van den „boom der ver schijningen". Als de gebeden en gezangen ten einde zijn, gaan de kinderen heen. Boven op de grot flikkeren tallooze kaar sen in den donkeren avond. Wij gaan naar Hastière om den nacht door te brengen in het comfortabele „Hotel des Tilleuls" en met het voornemen om 's Zondagsmorgens vroeg weer naar Beau raing te gaan. Na de H. Mis in de eenvoudige dorps kerk te Hastière te hebben bijgewoond, zijn wij den volgenden morgen alweer vroeg naar Beauraing getrokken. Wij bidden bij de boom der verschijnin gen en de geestelijke leider van ons gezel schap pater P. C. Frigge O.F.M. uit Leiden, houdt een korte en treffende toespraak over de Maria-devotie. (Het al dan niet wonder dadige gebeuren te Beauraing laat hü bui ten beschouwing). Aan de overzijde in den voortuin van het pensionaat, op een op het bordes opgeslagen altaar wordt de eene H. Mis na de andere voor verschillende groepen pelgrims opgedragen. Ieder onzer geeft zich dan over aan zijn eigen devoties. Vele bidden voor de grot, waarboven een groot doek is aangebracht, waarop in 't Fransch en Hollandsch staat: „Neem het vaderland, o Maagd, in uwe hoede." ,Wij hebben nu bij het daglicht de gele genheid eens nauwkeuriger rond te zien. In de grot aan de rechterzijde zijn al vele marmeren borden aangebracht, dezelfde waarmee de kathedraal te Lourdes van binnen is bedekt. Zij vermelden de dank baarheid voor verkregen gunsten en gene zingen. Het zijn afschriften als deze: „Remerciments a N.D. de Beauraing pour la guérison de notre felle". „Remerciments a N. D. de Beauraing pour une conversion". („Dank aan O. L. Vrouw van Beauraing voor de genezing van onze dochter." „Dank aan O. L. Vrouw van Beauraing voor een bekeering".). Binnen de afrastering rond de .plaats der verschijningen zijn op houten ezels, wegens gebrek aan plaatsruimte in de grot, ook dergelijke marmeren borden geplaatst, die eveneens pelgrimages uit verschillende plaatsen in België en Nederland vermel den. Links in de grot hangen reeds enkele krukken van genezen pelgrims. Ook achter naast de grot tegen den muur hangen deze marmeren dankborden, alsmede stokken, brillen enz. van pelgrims, die wonderbaar zouden zijn genezen. Op verschillende boomen is een bord ge spijkerd, waarop staat: „Silence, respect, pieté". „Stilte, eerbied, godsvrucht". ,En waarlijk er is eerbied en godsvrucht op deze plaats, waar wij ondanks ons zelf onder den indruk zijn gekomen en die wij met een hartelijk gebed op de lippen heb ben verlaten. Wij kunnen geen oordeel geven omtrent de geloofwaardigheden der wondere ver schijningen en genezingen, maar dit wonder is geschied, dat de geestelijk lauwe inwo ners van Beauraing nu op eens een bidden de menigte is geworden, die de Kerk te Beauraing tot in de hoeken vult. Uit gesprekken met verschillende onzer lezeressen en lezers, met wie wij deze reis maakten hebben wij daarna gehoord, dat ook zij aan dezen indruk niet ontkomen waren. En daardoor vooral is deze tweedaagsche reis, die onzen lezers werd aangeboden, zoo prettig geslaagd. ,Toch mogen wij er wel bij vermelden, dat ook de verdere uitvoering van de reis niets te wenschen overliet. De lange tocht in een prachtige ruime touringcar werd op gunstige tijdstippen onderbroken, zoo dat men de kathedraal te Mechelen kon bezoeken, Dinant kon zien en op de terug reis in Brussel de Groote Markt, de St. Gudule en enkele andere bezienswaardig heden in oogenschouw kon nemen. Voortreffelijk ook was het oponthoud in Hastière, waar de deelnemers aan de reis in 't groot en comfortabel „Hotel des Til leuls" niet alleen prettige kamers en goe de spijzen vonden, maar bovendien als eigenaar een echte Hollandsche familie aantroffen, die alles deed om het den be zoekers zoo aangenaam mogelijk te ma ken. En de prettige en Vroolijke stemming, die er iedere minuut van de reis heerschte, is voor ons een bewijs, dat wij goed gedaan hebben deze reis voor onze lezers en leze ressen te laten organiseeren. Dit succes heeft ons dan ook doen beslui ten nogmaals een gelegenheid te geven een reis naar Beauraing te maken, op dezelfde wijze, en wel op Zondag en Maandag 22 en 23 October, welke reis echter alleen bij voldoende deelname zal doorgaan. BUITENLAND ONTWAPENING EEN CHAOS VAN WENSCHEN EN EISCHEN. Rapport van Henderson. Het bureau der ontwapeningsconferen tie heeft gisteren te Genève zijn aangekon digde zitting gehouden, welke bijna geheel in beslag werd genomen door een rapport van Henderson over de besprekingen, wel ke hij na de verdaging der conferentie in de verschillende Europeesche hoofdsteden gevoerd heeft. Henderson gaf een opsomming van de nog hangende kwesties. Betrekkelijk gemakkelijk zou volgens Henderson een accoord zijn te bereiken over de volgende punten: 1. Algemeen afzien van het gebruik van geweld. 2. Definitie van den aanvaller. 3. Controle op de ontwapening. 4. Unificeering der continentale legers wat aangaat de geoefende reserves, de le- gersterkte en de koloniale troepen. 5. Bewapeningscontrole door publicatie der begrootingen. 6. Bom-aanvallen uit de lucht. 7. Spoedige instelling van een perma nente ontwapenings-commissie. 8. De vlootkwestie. De groep moeilijker op te lossen kwes ties omvat volgens Henderson de volgende punten: a. De duur der eerste ontwapeningscon ventie. b. Het kaliber der tanks en artillerie. c. Vermindering van het oorlogsmate riaal door vernietiging. d. Fabricage van den handel in wapens. e. Luchtvaart voor het landleger en de marine. f. Sancties ingeval van schending der conventie. Met betrekking tot den duur der conven tie bestaan er, aldus Henderson, twee op vattingen. Sommige landen zijn voor een conventie van vijf jaar, gedurende wel ken tijd de vernietiging van het verboden materiaal moet plaats hebben en Duitsch- lands rechtsgelijkheid in étappes moet wor den verwezenlijkt. Andere landen daarentegen hebben een conventie-duur van acht jaar voorgesteld, verdeeld in twee periodes van vier jaar; de eerste periode zou men een proeftijd kun nen noemen. Wanneer de permanente ont wapeningscommissie beslist, dat het con trolesysteem effectief is geweest, moeten de ontwapeningsmaatregelen, welke in de conventie zijn vervat, worden uitgevoerd, hetgeen dan in de tweede periode van vier jaar zou dienen te gebeuren. Henderson zeide het dringend noodig te achten, dat men in de komende dagen tracht voor de nog bestaande meeningsver- schillen een bevredigende oplossing te vin den. VOLKENBOND ACCOORD TE GENEVE. Over de kwestie der Joodsche vluchtelingen De redactiecommissie van de tweede commissie der volkenbondsvergadering heeft gisteravond overeenstemming verkre gen omtrent de Nederlandsóhe resolutie voor de Duitsche vluchtelingen. Het compromis, dat thans ook door de Duitsdie delegatie is goedgekeurd, is aldus geworden, dat de volkenbondsraad een hoogen commissaris voor de Duitsche vluchtelingen benoemen zal, evenals een raad van beheer, aan wien de hooge com missaris regelmatig rapporten zal moeten uitbrengen. De hooge commissaris zal dus niet aan den volkenbondsraad te rapporteeren heb ben, zooals aanvankelijk in de bedoeling lag. De speriale raad van beheer zal zijn sa mengesteld uit een beperkt aantal verte genwoordigers der bij de zaak het meest betrokken regeeringen. Deze raad van be heer zal na kennisneming van de rappor ten van den hoogen commissaris hierom trent mededeelingen doen aan alle regee ringen, die zulks verlangen. Op deze wijze zal de hooge commissaris als zijnde benoemd door den volkenbonds raad zich bij zijn bemoeiingen bij de re geeringen en bij de particuliere organisa ties toch op de autoriteit van den volken bond kunnen beroepen. Anderzijds zal de omstandigheid, dat de hooge commissaris zijn rapporten niet aan den volkenbonds raad doch aan een specialen raad van be heer zal moeten uitbrengen, de Duitsche regeering vrijwaren tegen het gevaar, dat de rapporten van den hoogen commissaris telkens weer opnieuw tot discussies in den volkenbondsraad over de behandeling van de Joden in Duitschland aanleiding zouden geven. Men mag den Zwitserschen minister Mot- ta dankbaar zijn, dat hij Zaterdag op com promis-pogingen heeft aangedrongen. Het is thans mogelijk geworden, dat het Neder- landsche initiatief met een veel beter re sultaat zal bekroond worden dan Zaterdag na de. aankondiging van het Duitsche veto te vreezen was. BELGIE EEN RECTORAATS-OVERDRACHT. Onder bescherming van gewapende gendarmes. Onder de bescherming van honderden van kop tot teen gewapende gendarmes te voet en te paard en van een groot aantal politie-agenten, heeft gisteren de opening plaats gehad van het nieuw academisch jaar der Vlaamsche hoogeschool te Gent, meldt de Brusselsche correspondent van de „Msb.". Al de straten, die naar het universiteits gebouw leidden, waren op ondoordring bare wijze door de gewapende macht afge zet. Deze maatregelen werden genomen tegen eventueele betoogingen van Vlaamsch-ge- zinde studenten, die verbolgen zijn omdat de candidaat van geheel het Vlaamsche volk, prof. dr. Daels, niet tot rector der universiteit werd benoemd. Strenge controlemaatregelen waren aan dne inging der hoogeschool genomen, waar men alleen met genummerde en op naam afgeleverde kaarten toegang had. De Vlaamsche studenten hadden mede- deeling gekregen, dat, indien zij wilden manifesteeren, zij voor altijd van de uni versiteit zouden verwijwerd worden en ook niet op een der andere hoogescholen zouden worden toegelaten. In de aula, waar de plechtigheid plaats had, waren alleen maar oud-studenten, dus kalme elementen en ook vreemde studen ten toegelaten, van wie de eersten niet uit gesproken Vlaamsch gezind waren en zelfs overwegend Fransch spraken. De Vlaamsche studenten en verschillen de Vlaamsche hoogleearen woonden de plechtheid niet bij als teeken van protest tegen het niet-benoemen van Daels. Onder het publiek, dat bijna uitsluitend Fransch sprak, bevonden zich veel offi cieren. De tragische positie van het worstelende Vlaanderen werd door deze overwegend niet-Vlaamsche deelname weer eens in een schril daglicht gesteld. Op het oogenblik, dat de plechtigheid geopend werd door het spelen van een marsch door een militaire kapel, was de aula maar voor goed de helft met belang stellenden gevuld. Toen de academische overheden en het corps hoogleeraren met den minister van kunsten en wetenschappen in officieel uni form hun intrede deden, werd onder het publiek geapplaudisseerd. In een gedrukte stemmipg sprak de af tredende rector Vermeylen een rede uit over onderwijs en cultuur. Prof. Daels bleef afwezig. Na de rede van Vermeylen sprak de mi nister van kunsten en wetenschappen een gelegenheidsrede uit. Het deed schrijnend aan, toen de minister in zijn rede de jonge Vlaamsche studenten verzocht, cultuurdragers voor hun volk te worden, terwijl de overwegende meerder heid dezer studenten door strenge consig nes en cordons gendarmes buiten de uni versiteit werd gehouden. Eerst hierna had de rectoraatsoverdracht van prof. Vermeylen aan prof. Bessemans plaats. DUITSCHLAND HITLER EN HET EERZAME HANDWERK. Werk voor de sigarenmakers. Wij vernemen van de Limburgsch-Rijn- landsche grens, dat door de regeering van Hitier nieuwe voorschriften zijn uitgevaar digd voor de sigarennij verheid. Ter bevor dering van meer werkgelegenheid in de sigarenindustrie is verordend, dat in het vervolg de machinale' sigarenvervaardiging moet wijken voor het handwerk. Als gevolg van deze voorschriften, waardoor het oude handwerk weer in eere hersteld wordt, is er voor vele werklooze Duitsche sigaren makers weder loonende arbeid ontstaan. De gevolgen van deze nieuwe verorde ning werden zelfs gemerkt in de bloeiende sigarenfabrieken aan den Limburgsch- Rijnlandsche grens, o.a. in Tegelen, waar vele Duitsche sigarenmakers in dienst wa ren. Deze Duitsche vaklieden hebben thans hun contract bij de Nederlandsche fabri kanten opgezegd en zijn naar hun Heimat teruggekeerd, waar zij nu als technici een ruim bestaan kunnen vinden. Voor de Nederlandsche sigarenmakers, waarvan er talrijke zonder werk rondloo- pen, opent zich door dit Hitleriaansch voor schrift 'n nieuw verschiet. Alleen voor be paalde fabrikanten zou deze Duitsche maat regel dat nadeel kunnen veroorzaken, dat zij thans duurdere krachten uit de groote steden zullen moeten betrekken. RUSLAND. SCHERPE RUSSISCHE NOTA AAN TOKIO. Inzake den Oost-Chineeschen spoorweg. De Russische ambassadeur te Tokio heeft den Japanschen minister van buitenland- sche zaken een memorandum overhandigd, waarin concrete feiten vermeld inzake de plannen van het Japansche opperconman- do met betrekking tot' uitschakeling van den Russischen invloed op den Oost-Chi- neesche spoorweg. In het bijzonder wordt hierbij vermeld de bezetting van den raad van beheer van den Oosten-Chineeschen spoorweg. Japan wordt verweten, dat het de volkomen ont eigening van den spoorweg ten gunste van Mandsjoekoeo bewerkstelligt. De Russische nota eischt op scherpen toon opheldering over deze feiten. In haar vorige nota had de Russische re geering de Japansche er opmerkzaam op gemaakt, dat deze verplicht was, invloed uit te oefenen op de Mandsjoerijsche auto riteiten, teneinde een verdere toespitsing van het conflict over den Oost-Chinee schen spoorweg te vermijden. De Sovjet- regeering, heeft zich thans gedwongen ge zien door het feit, dat er van Japansche zijde geen stappen zijn gedaan in Tsjang- sjoen, de regeering te Tokio er attent op te maken, dat Japansche militaire kringen in Mandsjoerije met de Mandsjoerijsche ci viele overheid de volgende plannen heb ben: 1. Door het doen ontstaan van verschei den conflicten moet ten slotte de onteige ning van den Oost-Chineeschen spoorweg ten uitvoer worden gelegd; 2. Alle Sovjet-Russische staatsonderne mingen moeten worden bezet; 3. Alle Sovjet-Russische ambtenaren, die werkzaam zijn bij den Oost-Chinee schen spoorweg, moeten verwijderd wor den. PRIESTERS UITGEWISSELD TEGEN COMMUNISTEN. Krachtens een tusschen Litauen en Sov jet-Rusland geteekende overeenkomst in zake de uitwisseling van politieke gevan genen zullen tegen het eind van October veertien Litausche priesters ,die in Sovjet- Rusland gevangen zitten, worden uitgewis seld tegen 24 Russische communisten, die door Litauen gevangen worden gehouden. BUITENL. BERICHTEN BRAND IN DE ABDIJ VAN MAREDSOUS Het vuur kon spoedig gebluscht worden. In de abdij van Maredsous is gisteren een brand uitgebroken, die echter spoedig kon worden gebluscht. Terstond werden maatregelen getroffen, om de voornaamste schatten van de abdij in zekerheid te bren gen, doch gelukkig bleek dit niet noodig. Veertig jaar geleden heeft ook een bran-' in deze abdij gewoed. HONDERD VIJFTIG HUIZEN IN JAPAN AFGEBRAND. Gisternacht brak te Foenakawa in de Ja pansche provincie Akita een brand uit, die zich met groote snelheid uitbreidde en 150 huizen aantastte, die tot den grond toe af brandden. AARDVERSCHUIVING IN HONDURAS' HOOFDSTAD. Een aardverschuiving, veroorzaakt door een tropischen storm, heeft in de hoofdstad van den staat Honduras groote schade aan gericht, aan wegen, bruggen en huizen. De gebouwen van het Engelsche en Belgische consulaat zijn ternauwernood voor ver woesting gespaard gebleven. Persoonlijke ongelukken zijn niet voorgekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 6