VOORTZETTING VAN TORGLER'S VERHOOR. 25ste Jaargang VRIJDAG 6 OCTOBER 1933 No. 7628 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bjj vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin vc- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur eq verhuur, koop en verkoop: 0.50 Dit nummer ba-staat uit VIER bladen. V Critiek niet smoren. In het jongste nummer van het orgaan van de R. K. Staatspartij lezen we in een artikel (als we ons niet vergissen, van den voorzitter van het Dag. Bestuur mi. Gose- ling) o.m. het volgende: „Ook in dezen tijd, waarin, naast veel verheugende opleving, instincten hoogtij vieren, en een zekere psychose haar invloed doet gelden, mag men nooit vergeten, dat op onze woorden-over-daden daden moe ten volgen, terwijl anderen, die zich als nieuwe leiders opwerpen, het vooralsnog bij woorden kunnen laten. Het is juist onze taak, ervoor te zorgen, dat van hen geen daden zullen behoeven uit te gaan. Daarom moet een behoorlijk kennis nemen van de plannen der regeering, en een overleg tus- schen hem die voor de daden hebben op te komen, aan de aankondiging der daden vooraf gaan. De plannen der Regeering indien het voor de volksvertegenwoordiging ooit ver plicht is geweest die in haar geheelen sa menhang en in haar onderdeelen met groo- ten ernst en nauwgezetheid te bestudee- ren, dan zeker in deze tijd. Alles wat het vertrouwen in de bedoeling, in de daad kracht ook der regeering zou kunnen on dermijnen, moet worden vermeden. Maar het is gelukkig in ons land niet zoo en het mag nooit zoo worden, dat opbouwende critiek en actieve stuwing en medewerking in een richting die men naar eerlijke overtuiging^de beste acht, zou worden gesmoord in een gelijkgescha kelde juichtonen. Juist deze soort mede werking kan een waarachtig goed zijn, van de thans zoo gaarne gesmade „democratie", en van haar allee n". Een waarachtig goed van de democratie is opbouwende critiek. Critiek. Opbouwende critiek zooals van zelf spreekt, door deskundigen, be voegden uitgebracht met e e r 1 ij k e bedoeling. Zeer terecht wordt dit opgemerkt in het bovenstaande citaat. Het is een goed, dat in het waarachtig volksbelang niet kan worden gemist. In het fascisme of nationaal-socialisme wordt ook de opbouwende critiek uit den booze geacht! Het „Handelsblad" schrijft naar aanlei ding van de nieuwe persverordening in Duitse hland: De nieuwe Duitsche persverordening die bijv. een bepaling bevat volgens welke de minister van propaganda en volksvoorlichting, die zelf weer af hankelijk is van den „leider" wiens woord wet is journalisten kan ont slaan, indien hij dit noodig oordeelt, en onafhankelijk van de journalistieke beroepsrechtbanken, die om de een of andere reden daarnaast speciaal wor den ingestejd, wijst erop tot welke geestelijke dwangmethoden het „Füh- rer Prinzip" kan en in dat systeem ook moet leiden. Wij weten niet of de Ne- derlandsche Nationaal-Socialisten, die blijkens hun program het Duitsche en Italiaansche voorbeeld met zooveel instemming hebben bestudeerd en rij kelijk gecopieerd, ook dit staaltje van uitheemsche machtswillekeur dankbaar zullen willen overnemen. Voor ons is het echter een bewijs temeer van het „geestelijk versteeningsproces" dat wordt voorbereid en dat men nu in dienst van een op zichzelf verheven nationale gemeenschapsgedachte wil stellen. Wij achten zulk een middel erger dan de kwaal, maar tevens een onver mijdelijke consequentie van het absolute „Führer Prinzip". Reden waarom wij het verwerpen, als in strijd met den aard, het gezond ver- R. K. Economisch Urgentie- program. Wij ontvingen volgende communiqué: „Dezer dagen heeft een conferentie plaats gehad tusschen een delegatie uit de R. K. centrale organisaties der werkgevers, boe ren, middenstanders en arbeiders en het bestuur der R. K. Kamerfractie over de te voeren economische politiek in verband met het aan de Regeering aangeboden eco- nomisch-urgentie-program. Mèt voldoening werd geconstateerd, dat de R. K. Kamerfractie en de R. K. Staats partij in deze diligent zijn". Dit communiqué is al heel kort. 't Had langer kunnen zijn, terwijl er dan nog niet tè veel gepubliceerd had behoe ven te worden! Toch zegt het ons.... veel. Inderdaad. En wel het volgende: Er is door vertrouwensmannen der vier standsorganisaties blijkbaar unaniem- geconstateerd, of vastgesteld, dat de R. K. Kamerfractie en de R. K. Staatspartij di 1 i g e n t zijn, of met ijver werken, wat betreft de uitvoering van het economisch-urgentie-program. En dat is geconstateerd „met voldoe- n i n g". Wij hadden liever gezien en wij hadden het beter gevonden, als er meer was gepu bliceerd over de bedoelde conferentie. Maar 't verheugt ons toch zeer, dat dit korte communiqué ons een mededeeling doet, waaruit de conclusie mag en moet worden getrokken, dat R. K. Kamerfractie en R. K. Staatspartij daden voorbereidenJ EINDE VAN DEN ZOMERTIJD. IN DEN NACHT VAN 7 OP 8 OCTOBER A.S. Men denke er aan de klok Zaterdagavond voor het naar bed gaan een uur achteruit te zetten. HET WEER OP ZONDAG. GEEN AANWIJZINGEN VOOR GROOTE VERANDERINGEN BEHALVE IN HET UITERSTE NOORDEN EN NOORD OOSTEN VAN HET LAND. Het is een merkwaardigheid van den afgeloopen zomer en het begin van dezen herfst, dat het mooie weer na elke kort durende storing met groote hardnekkig heid terugkeert. Daaraan zou slecht een einde komen wanneer in den algemeenen weerstoestand een groote omslag plaats had, d.w.z. wanneer er een geheel ander type van luchtdrukverdeeling het thans heerschende verving. In het algemeen ge sproken zijn nog geen aanwijzingen te be speuren, dat dit zoo spoedig gebeuren zal. Er ligt een langgerekt gebied van hoo- gen druk over West-Europa, dat de laat ste dagen aan zijn Oost- en Noordzijde versterking kreeg door de toevloeiing van koude lucht uit het Noorden, die aan de Westzijde van een diepe stormdepressie over N.O.-Europa plaats had. Dit gebied van hoogen druk beheerscht nog den weerstoestand over de Britsche eilanden en het Westelijk gedeelte van het Vaste land, waar dan ook rustig weer met af wisselende bewolking voorkomt. Er liggen echter hier en daar mistbanken, die over vrij groote oppervlakken nu en dan het MINISTER DE GRAEFF OVER NATIONALISME. Te Genève zeide onze minister van Bui- tenlandsche Zaken als volgt: „We leven in een tijd, waarin het woord is aan het nationalisme. Ik zal geen kwaad van het nationalisme zeggen. Ik meen zelfs, dat 't internationalisme zich slechts kan ontwikkelen op den grondslag van een ge zond nationalisme. Al te dikwijls misbruikt men echter gevoelens van nationalisme om een zedelijke rechtvaardiging te zoeken voor maatregelen, die rechtstreeks indrui- schen tegen de hoogste belangen van de internationale gemeenschap en die slechts de autarkie van den staat beoogen. De cul tus van 'n benepen nationalisme schijnt ons verderfelijk. Wij houden het geloof in een gelukkiger toekomst, waarin de internatio nale geest zich opnieuw zal kunnen ont wikkelen". EEN PROTEST DER VERDEDIGERS TEGEN BUITEN LAN DSCHE BEWERINGEN. Communistische actieve groepen gereed gehouden stand, het zelfrespect en het belang van ons volk. Deze laatste woorden, waarin het begin sel van het nationaal-socialisme wordt ver oordeeld en gevonnist, onderschrijven wij volkomen! Na de pauze in de zitting van gisteren van het Rijksdagbrandproces te Leipzig, legde de verdediger van Tor gier, dr. Sack, de volgende verklaring af. Te Parijs vergadert het z.g. comité van onderzoek, dat de oorzaken van den Rijks dagbrand wil ophelderen. Aan deze bespre kingen neemt ook de Amerikaansche colle ga Hayes deel. Ik ontvang zoo juist een mededeeling volgens welke Hayes tot den Parijschen bijzonderen correspondent van de „Prawda" zou hebben gezegd, dat de verdediging te Leipzig zich eigenaardig ge draagt daar zij bij het ontlasten der be klaagden tegelijkertijd de ware schuldigen aan de brandstichting had moeten aandui den. Ik protesteer, aldus dr. Sack, tegen het verwijt dat mijn verdediging op eeniger- lei wijze een eigenaardige tendenz zou hebben. eHt is een Duitsch advocaat on waardig geruchten en politieke combina ties, zooals het Bruinboek ze bevat, hier als bewijsgronden aan te voeren. Hieruit een eigenaardige houding der verdediging af te leiden, beteekent een verdachtmaking waartegen ik openlijk protesteer. Van de buitenlandsche persvertegenwoordigers verwacht ik dat zij deze lastercampagne tegen de Duitsche rechtspraak en de Duit sche verdediging zullen brandmerken. Ik heb Vrijdagavond materiaal gekregen, in zekeren zin het proces-verbaal van de com missie van onderzoek. Ik heb het den ge- heelen nacht nauwkeurig doorgewerkt en heb niets gevonden, dat voor mij een basis zou kunnen bieden om een bewijsgrond te formuleeren voor het vinden der ware schuldigen. Procureur-generaal dr. Werner: „Ik sluit mij geheel bij de verklaringen van den ver dediger aan welke tegen de beleedigingen gericht zijn in sommige buitenlandsche bla den en in het z.g. bruinboek. Deze beweringen zonder eenigen grond slag zijn ook voor mij in dit stadium van het proces geen aanleiding om daarop nader in te gaan." Dr. Sack: „Ik heb in den nacht van Vrij dag op Zaterdag in een hotel te Londen met dr. Branting gesproken en hem in tegen woordigheid van mijn medewerkers en zijn secretarissen verklaard, welke geruchten niet alleen onhoudbaar zijn, maar tevens dat deze, als zij steeds weer naar voren ge bracht worden, het karakter van laster krijgen. Deze beweringen zijn: Ten eerste: het gerucht dat op den dag van den brand aan het personeel in het ge bouw om zekere redenen verlof zou zijn verleend. Ik heb verklaard dat dit niet waar wasc Dien dag waren in dienst alle amb tenaren die toen volgens het rooster dienst moesten doen. Het betreft hier oude be ambten, overgenomen van het oude regi me en niet nieuwe die pas waren aange steld door de nieuwe regeering. Ten tweede: ik heb geconstateerd dat de brandweer binnen vier minuten van twee verschillende kazernes aanwezig was. Alle andere praatjes zijn slechts geruchten of tot boosaardigheid terug te voeren laster. Ik vernam te Londen uitgesprekken met anderen dat o.a. de oud-minister Grzesinski het volgende zou hebben gezegd: „Indien het groot-alarm voor de brandweer niet is gegeven, dan moet dit verboden zijn ge weest". Daarop heb ik dr. Branting ver klaard, dat de brandweer ten spoedigste in gereedheid werd gebracht. Ik heb verder verklaard, dat het een onzinnig geruent was, dat een troep S.A. in de Dorotheën- strasse op een teeken van den leider Ernst weer versomberen en waarvan het optre den niet enkele dagen tevoren kan wor den voorspeld. Bij de weerkansen voor den week-overgang moeten wij dus reke ning houden met de mogelijkheid, dat het zal misten, vooral in de avond-, nacht- en morgenuren. Een slecht-weer-gebied ligt niet ver van ons af in het Noorden en Noordoosten, waar diepe depressies van N.W. naar Z.O. voorbijtrekken. Misschien dat het uiterste Noorden en Noordoosten van ons land daarvan eenigszins buiig weer zullen on dervinden maar overigens kan voor het einde der week en voor Zondag wel met groote waarschijnlijkheid gerekend wor den op rustig weer,, zooals wij de laatste dagen gehad hebben, bij dalenden baro meter op iets in kracht toenemenden, eerst Westelijken, later Noordwestelijken wind. De temperatuur blijft daarbij iets onder de normale voor dezen tijd. (Nadruk verboden). gewacht zou hebben en daarna op motor fietsen door Berlijn zou zijn gereden. Tevens heb ik meegedeeld, dat alles on middellijk gealarmeerd werd en dat alles door de politie afgezet werd. Dit alles heb ik na ernstig onderzoek aan collega Bran ting uiteengezet met het verzoek dit ook den rechter van instructie mee te deeien. Ik heb mijn verklaringen met schriftelijke stukken bevestigd. Wanneer thans weer zulke geruchten opduiken, dan veroordeelen zij zich zelf." Dr. Sack deelt vervolgens mede gehoord te hebben, dat de Amerikaansche advo caat Hayes zooeven in de zaal gekomen is. Hij beschouwt het als zijn plicht Hayes te vragen of hij in den aangegeven zin tot een bij zonderen correspondent der „Prawda heeft gesproken. President Bünger verklaart dat het col lege over het hooren van advocaat Haycs zal beraadslagen. Na een korte beraadslaging keert het college weer in de rechtzaal terug. Dr. Sack deelt mee, dat advocaat Hayes bereid is te verklaren, dat hij zich niet op die wijze geuit heeft. De president deelt mee, dat er geen aan leiding gevonden is om Hayes te hooren. Verhoor van Torgler hervat. Nadat president Bünger door het brutale optreden van Dimitroff gedwongen, weer streng moet optreden, wordt Torgler een getuigenverklaring voorgelegd; volgens welke hij eenigen tijd vóór den brand met Dimitroff in den Rijksdag is gezien. Torgler verklaart, dat hij Dimitroff voor het eerst in zijn leven in Leipzig bij dit proces heeft leeren kennen. De president maakt daarop de verklarin gen van getuige Kunzack bekend, die vroe ger zelf communist is geweest. Deze getui ge heeft mededeelingen gedaan over een bijeenkomst, die in het jaar 1925 in Dus- seldorf zou hebben plaats gehad. De leider van de besprekingen was de vroegere afge vaardigde Heinz Neumann. Er waren drie Nederlanders aanwezig van wie er een Lub ben heette, die volgens de verklaringen van getuige ongetwijfeld indentiek is met beklaagde v. d. Lubbe. De president houdt beklaagde Van der Lubbe deze verklaring voor en vraagt hem of hij en deze Lübben één en dezelfde per soon is. Van der Lubbe zou in 1933 voor het eerst in Dusseldorf zijn geweest. Torgler verklaart dat de verklaringen van Kunzack in geen enkel opzicht met de waarheid overeenstemmen. In 1-925 was van der Lubbe eerst 16 jaren oud en het is niet aannemelijk dat een zoo jonge knaap als leider der Nederlandsche communisten kon optreden. De procureur-generaal wijst dan erop, dat de jonge Nederlander in de conferentie te Dusseldorf slechts verklaarde dat hij een communistische jeugdbeweging in Neder land wilde stichten. De verklaring van getuige Kunzack, dat Torgler en Kasper zouden betrokken zijn geweest bij een bomaanslag eener commu nistische groep, wordt door Torgler bestre den. Hielden communistische actieve groepen zich gereed? Aan den beklaagde Torgler wordt ver volgens een uitlating van getuige Grothe voorgelegd, die einde Februari nog „Ka- meradschaftführer" van den Rotfront- kampferbund was. Deze getuige had ver klaard, dat er den 26en Februari in den Bond groote agitatie had geheerscht. eD ac tieve groepen waren in hotelletjes en in particuliere woningen ondergebracht. In den namiddag van den 27en Februari zou bevolen zijn de alarmkwartieren te ontrui men. Een zekere Kempner zou tot Grothe hebben gezegd dat hij een verbinding had gehad met de centrale en de brandstichters Hij heeft het brandmateriaal aan het por taal van den Rijksdag aan een grooten, donkeren man afgegeven, die Popoff zou zijn geweest. Kempner zou verder hebben gezegd, dat er buitenlanders waren geno men om de Duitsche communisten niet te belasten. De leiding van de brandstichting was in handen van Torgler, die de mededaders zou hebben binnengelaten. Het begin zou om half acht 's avonds zijn bepaald. Eén dag van te voren zou over het plan in het Lieb - j knechthaus zijn beraadslaagd. Aan deze beraadslagingen hebben noch Torgler noch j VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het proces te Leipzig. Protesten tegen buitenlandsche tendentieuze beweringen, (lste blad). Nieuwe wet op het redacteurschap in Duitschland. (2de blad). De dader van den aanslag op den Oos- tenrijkschen bondskanselier blijkt een Nazi te zijn. (2de blad). BINNENLAND. De uitvoering der Varkenscrisiswet. (2de blad). De collectieve arbeidscontracten in het bouwvak en in het boekdrukkersbedrijf. (2de blad). De moordzaak te Bennekom. Is Jan Hoek onschuldig? (Gem. Ber. 4de blad). Vrouwenrelletjes te Enschede en Lonne- ker. (Gem. Ber. 4de blad). Werkloozenrelletjes te Rotterdam. (Gem. Ber. 4de blad). LEIDEN. Plechtige zitting van den Senaat der Leidsche Universiteit hij de herdenking van het 300-jarig bestaan der Leidsche Sterrewacht, (lste blad). Brand naast het Ethnografisch Museum. (lste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Sister Patrick H. wint bij de harddrave rijen te Lisse het kampioenschap van Zuid- Holland. (3de blad). Könen deelgenomen. Torgler verklaart dat al deze verklarin gen verzonnen zijn, hij weet van dit alles niets af. Torgler wijst er op, dat het Liebknecht- haus reeds 23 Februari door de politie be zet was, waarop de advocaat-generaal Pa- risius zegt, dat getuige niet nauwkeurig den datum der bespreking kon bepalen, het had ook vóór 25 Februari kunnen zijn. De zitting wordt dan verdaagd tot heden, Vrijdag. Dan zal Dimitroff over de brand stichting worden gehoord. DIMITROF WORDT GEHOORD. De voorzetting van heden. Na de opening der zitting brengt Ober- reichanwalt dr. Werner heden weer een geschrift van de buitenlandsche juristen commissie ter sprake, waarin opnieuw op de z.g. mishandeling van den Bulgaarschen beklaagde Dimitrof wordt gewezen. De President vraagt Torgler dan, waar hij zich den nacht van den brand heeft op gehouden. Torgler vertelt, dat men tot ongeveer twee uur bijeen was gebleven in het café van Stawicki aan de Alexanderplatz. Aan gezien het te laat was geworden om naar zijn huis naar Karlshorst te gaan, was hij met den fractiesecretaris Kuehne meege gaan naar diens woning in Pankow. Torgler verdedigt zich tegen de verdachtmaking dat hij zich in de woning van Kuehne had willen verbergen. Kuehne was een bekend communistisch functionnaris, zoodat hij juist daar gevaar had kunnen loopen. In derdaad was Kuehne dan ook den volgen den morgen door de Kriminalpolizei gear resteerd. Torgler zelf bleef in vrijheid en begaf zich in den loop van den ochtend met zijn advocaat dr. Rosenfeld naar het politie- presidium, waar hij voor het eerst werd verhoord door commissiris Heissig. De Senaat gaat er dan toe óver, den be klaagde Dimitrof te verhooren. Eerst worden echter twee Berlijnsche re cherche-ambtenaren als getuige gehoord, die inlichtingen verstrekten over het bij Dimitrof gevonden en in beslag genomen litteraire en andere materiaal. De president geeft eerst een uieenzetting van het door de Justitie tegen Dimitrof verzamelde bewijsmateriaal, evenals van de beschuldigingen tegen de beide andere Bulgaarsche beklaagden. In de eerste plaats had men een gehectografeerd docu ment gevonden: „Voor den strijd om het eenheidsfront van het proletariaat, oproep van het Executief Comité van Communisti sche Internationale Moskou, 3 Maart 1933", waarin de noodzakelijkheid van de vor ming van een eenheidsfront wordt uiteen gezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1