De herdenking van
Leiden's ontzet
WOENSDAG 4 OCTOBER 1933
DE VOORAVOND.
EEN SCHITTEREND GESLAAGDE
TAPTOE.
Maandagmiddag en Maandagavond te
half acht nog regen. Zou dat het begin moe
ten zijn van de j aarlij ksche feestviering
van Léiden's Ontzet?
Geen sprake van, want met deze regen
buitjes nam Pluvius afscheid van de Leide-
naars.
Het werd 'n mooie avond, eene, die met
gulden letters in de annalen der historie
van de Leidsche 3 October-vereeniging zal
worden opgeteekend.
Reeds vroeg trokken de feestgangers van
de buitenwijken naar de binnenstad en van.,
alle zijden kwamen tevens de deelnemers
aan de taptoe naar het Kaasmarktterrein.
Velen kwamen afzonderlijk, doch diverse
vereenigingen hadden ook elders verza
meld en onder tromgeroffel of muziek werd
dan naar het groote verzamelpunt getrok
ken, zoodat dit reesd véél drukte op de
straten teweeg bracht.
Het Kaasmarktterrein was voor deze ge
legenheid extra verlicht, hetgeen wel noo-
dig was ook, want tot in de uiterste hoe
ken werd het terrein door de deelnemers in
beslag genomen. De opstelling geschied
de uiteraard vlug, dank zij de uitstekende
regeling van de Commissie van Regeling,
welker leden elk een bepaald aantal groe
pen op haar plaatsen had te brengen.
Te precies negen uur vertrok de stoet
van het Kaasmarktterrein. Hoeveel
deelnemers er geweest zijn zal niemand
precies kunnen zeggen, maar het aantal zal
varieeren tusschen 2500 en 3000. Niet min
der dan 175 groote en kleine vlaggen, trans
paranten enz., 60 lichtlantaarns en een on
telbaar aantal lampions werden meege
voerd en het geheel leverde een prachtigen
aanblik op.
De stoet werd geopend door de muziek
van de Koloniale Reserve uit Nijmegen, on
der leiding van adjudant Elsenaar.
Daarachter volgde het bestuur der 3 Oc-
tobervereeniging achter het vaandel der
vereeniging, het collegium van het Leidsch
Studentencorps en een twintigtal vereeni
gingen uit het Leidsch Studentencorps,
waaronder de keurige troep van Pro Pa-
tria alles met vaandels.
De muziek was in dezen optocht goed
vertegenwoordigd. Alleen viel de verdce-
ling niet al te best uit, zoo.dat het voor
kwam, dat enkele groepen te veel tusschen
twee muziekgezelschappen of trom-afdee-
lingen liepen en moeilijk wisten in welken
maat zij moesten marcheeren. De naar ver
houding soms groote of kleine groepen zal
hiervan wel oorzaak geweest zijn.
Medewerking werd verleend door de R.
K. Harmoniekapel „Perosi", de Leidsche
Christelijke Harmonievereeniging, de Har-
moniekapel „T. en D.", het Leidsch Har
moniegezelschap „De Post", de Mond-Ac
cordeon Vereen. „Bravo" en „Excelsior".
Achter het Collegium van het Leidsch
Studentencorps en zijn af deelingen volg
den achtereenvolgens het bestyur en de le
den van de Vereeniging voor Vrouwelijke
Studenten, de Unitas Studiosorum Lug-
duno Batava, dan Brunhilde, de Zondags
school, de Buurtvereeniging „Eensgezind
heid", de R. K. Athletiekvereeniging „De
Bataven", de Driehoeksmeisjes, de Fede
ratie afd. Zuid-Holland van de Ned. Chr.
Padvindersvereeniging, de Ned. Chr. Pad-
vind ersvereen. afd. Leiden, de Vereeniging
de Leidsch Padvinders, de Leidsche Wan-
delsportvereeniging, de Chr. Gymnastiek-
vereen. „Jahn", Jeanne d'Arc, Klimop, de
Chr. Historische Jongerengroep, de Chr.
Ver. Lichamelijke Opvoeding, de afd. Lei
den van het Nationaal Jongeren Verbond,
de Eerste Hulp bij Ongelukken, „Sint Pau-
lus"-troep der Katholieke Verkenners, de
R. K. Wandelclub de Trekvogels, Leidsche
Gymnasiastenbond Uno Sumus Animo, de
Chr. Oranje Vereeniging, de Gereformeer
de Jeugdbeweging, de Chr. Gymnastiek- en
Schermvereeniging „DOS", de Turnclub
„Aquaduct", de Chr. Georganiseerde Werk-
loozen, de vereeniging „Zang zij onze leus",
en de Leidsche Sportclub.
Welke afmeting deze stoet precies gehad
heeft is niet precies te zeggen, doch zeker
twee kilometer, want 't voorbijtrekken op
de Haarlemmerstraat, waar dicht aaneenge
sloten werd gemarcheerd, duurde ruim een
kwartier.
Van de Hooigracht werd via de Haar-
44ste FEESTVIERING DER
3-OCTOBER VEREENIGING.
TRADITIE-NUMMERS EEN
GOED GESLAAGDE OPTOCHT.
lemmerstraat naar het Rapenburg getrok
ken, waar het bestuur der Vereeniging, het
Collegium van het L. S. C. en het bestuur
van de V. V. S. L. in de kamer van den
burgemeester ter gemeentehuize werden
ontvangen. Behalve mr. A. van de Sande
Bakhuyzen waren daar aanwezig de ge
meentesecretaris mr. dr. C. E. v. Strijen
en dè wethouders Goslinga, Splinter en mr.
Tepe.
Nadat de eerewijn was rondgediend, hield
de burgemeester een korte toespraak tot
het bestuur, waarin hij er vooral zijn vreug
de over uitte, dat de studenten ditmaal aan
de taptoe deelnamen.
Toen de heer W. v. d. Laan een woord
van dank gesproken had, sloot het college
van B. en W. zich bij den stoet aan, waar
na naar de Jan van Houtkade werd getrok
ken. Bij het van Hout-monument werd een
krans gelegd, waarna het Wilhelmus werd
gespeeld.
De omgeving van het monument hel door
schijnwerpers verlicht en verder fantas
tisch omgeven door pengaalsch Vuurwerk,
was flink afgezet.
Dan werd de tocht weer voortgezet naar
het v. d. Werffpark, waar een bezoek werd
gebracht bij het standbeeld van burge
meester v. d. Werff.
Hier werd door den heer W. v. d. Laan
een krans gelegd aan den voet van het
fraaie monument. Dan blies de muziek van
de Koloniale Reserve een taptoe en rond
het standbeeld werd begonnen aan het
laatste gedeelte van de route, terug naar de
Kaasmarktterrein, waar ontbinding van
den stoet plaats had.
KINDER-VARIETE.
Voor de kinderen begon het feest met
een variété-voorstelling in de Stadsgehoor
zaal onder leiding van den bekenden goo
chelaar Henri Nolles.
En er was bij de hunkerende jeugd na
tuurlijk de grootste belangstelling, de
stadszaal was geheel gevuld met meisjes en
jongens, terwijl ook, de goede gewoonte
getrouw, de kinderen der verschillende ge
stichten tot deze voorstelling waren uit.ge-
noodigd.
Dit waren de kinderen van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis, ,.De
Voorzienigheid", het Centraal Israëlitisch
Wees- en Doorgangshuis, het Kinderhuis
„Voordorp" te Leiderdorp „Nieuw Voor
dorp" te Voorschoten, het R. K. Weeshuis,
het St. Josephhuis „St. Ger. Majeila",
„Voorgeest" te Oegstgeest en Toevlucht van
de Ver. „Chr. Jeugdhulp".
De levende handschaduwbeelden, waar
mede het programma begon had al direct
de grootste aandacht. Met deze handscha
duwbeelden maakten de kinderen eerst een
wandeling door Artis, daarna kregen zij be
wegende dierenkoppen te zien, de geestdrift
steeg toen een bakker, een visscher en an
dere typen uit twee handen gevormd wer
den en het mooiste waren wel de verma
kelijke atfereelen, heele" drama's, zooals de
meneer, wiens haar niet groeien wilde.
Er kwam nog een muzikale clown, vervol
gens twee clowns, om wier dwaasheden de
kinderen gierden en zotte Henkie, de val
lende man op de waschlijn.
Henri Nolles zelf besloot het programma
met goocheltoeren en de kinderen mochten
natuurlijk meegoochelen.
De .nondharmonicaclub „Bravo" ver
leende tusschen tusschen deze nummers
haar muzikale medewerking.
DE FEESTDAG.
ZONNESCHIJN EN FEESTSTEMMING.
Dinsdagmorgen half zevenEen ta
melijk bewolkte lucht, waarvan niet te zeg
gen viel wat deze dag zou brengen. Maar,
de weerprofeten waren mét de feestvierders
van Leiden's Ontzet.
Het werd een prachtige dag, die duizen
den en tienduizenden menschen naar de
oude Sleutelstad zou trekken.
En nauw was het morgenlicht ter kimme
gerezen, of reeds maakten honderden zien
op om den inzet van de feestelijkheden
mede te maken.
DE REVEILLE.
Die inzet der feesten is de eerste der
traditienummers van de viering van Leiden
Ontzet. Zonder die traditienummers is geen
3 Octoberfeest denkbaar. Hoe doodgewoon
of eenvoudig de plechtigheden mogen zijn,
die in den morgen plaats vinden, zij be-
hooren bij den 3 Octoberdag en de Bree-
straat is de eerste getuige van den feest-
gang der Leidenaars.
Daar, op het balcon der Stadsgehoorzaal,
gaf het Leidsch Politiemuziekgezelschap
het sein van beginnen
De reveille onder leiding van den heer
M. Bolderdijk door de wakkere politieman
nen ten gehoore gebracht was treffend als
steeds.
Te 7 uur klonk het Wilhelmus van Vale
rius over de nog in half schemer liggende
Breestraat en onder de volgende nummers
werd het al drukker en drukker, terwijl ue
feestmarsch van J. R. v. d. Glas reeds „stem
ming" teweegbracht. Met het Wien Neer-
landsch Bloed werd de reveille besloten.
Onder het spelen van een marsch trok
het Leidsch Politiemuziekgezelschap naar
het bureau aan de Zonneveldstraat terug,
reeds omstuwd door een groot aantal feest
vierders. Voor het bureau werd nog een
nummer ten beste gegeven en dan werd hel
weer stil in de Zonneveldstraat.
DE KORAAL-MUZIEK.
De trek begon nu naar de richting van
der Werffpark, waar velen zich reeds bui
ten de afzettingen een plaatsje veroverd
hadden, evenals aan de overzijde, aan de
Steenschuur, waar het zwart zag van de
menschen.
Het Muziekgezelschap „Orpheus" ver
leende zijn medewerking, de zangers en
zangeressen waren weer present en de ka
rakteristieke figuur van den leider, den
heer Leo Mens, teekende zich weer sterk af
tegen het groen der boomen. Zijn lange
armen strekten zich weer, de dirigeerstoK
was het teeken en de koraal-muziek nam
een aanvang. Achtereenvolgens werd ge
zongen Psalm 118, Wilt heden nu treden,
O Ghy stad van Leyden, Hollander en
Zeeuw, Berg op Zwom en'Mijn land.
De duizenden volgd e met aandacht de
uitvoering der diverse nummers.
Deze wijdingsvolle plechtigheid werd o.m.
bijgewoond door den burgemeester, mr. A.
van de Sande Bakhuyzen en zijn echtge-
noote, mr. P. E. Briët, lid der Eerste Ka
mer, het geheele bestuur der 3 Octoberver-
eeniging en den commissaris van politie,
den heer J. Meijer.
Na het lied „Mijn Land", kwam de heer
Smit wederom met twee dames, die oen
grooten met roode en witte dahlia's gesier
de lauwerkrans torsten, naar voren, om
den burgemeester met eenige hartelijke,
welgekozen woorden te verzoeken deze
krans, der gewoonte getrouw te willen
hechten aan het standbeeld van v. d. Werff,
waaraan de burgemeester, na een woord
van dank, waarin hij vooral deed uitko
men den band tusschen Leiden en Oranje,
voldeed.
Dan klonk het Wilhelmus op, door allen
meegezongen en daarboven schittererde een
zonnehemel, die het beste van deze dag
deed verwachten.
Intusschen verspreidden de menschen
zich nu. Een groot gedeelte trok naar De
Waag, een ander gedeelte naar de Jan van
Houtkade,
DE UITDEELING VAN HARING EN
WITTEBROOD.
Niet minder dan 2950 aanvragen om de
jaarlij ksche feestgave deelachtig te wor
den, waren ditmaal binnengekomen. Een
aantal, dat nóg nimmer bereikt was. Doch
wijl controle niet gemakkelijk is, is het ge
makkelijk te verklaren, dat meerdere per
sonen teveel aanvragen, waardoor sommige
huisgezinnen wel dubbel ontvangen.
Doordat er behalve de muziek-uitvoe-
ring van de Harmonievereeniging „T. en
D." hier verder niets te doen was en de
genen, die tot het Waaggebouw toegang
wilden hebben, van een kaart voorzien
moesten zijn, was de belangstelling hier
lang niet zoo groot als andere jaren.
Officieele belangstelling was er natuur
lijk als steeds en de fotografen en filmope
rateurs vinden hier „dankbare" objecten
voor hun kunst.
Zooals de laatste jaren te doen gebrui
kelijk heeft de firma wed. van Nelle ook
dit jaar weer gratis koffie en tabak aan de
feestgave van haring en wittebrood toege
voegd.
HET KINDERFEEST OP DE JAN VAN
HOUTKADE.
Meer menschen dan de Aalmarkt trok
dit jaar de Jan van Houtkade, waar het
kinderfeest werd gehouden, dat dit jaar
bestond uit een ringrijderij in wagentjes,
met ponny-paardjes bespannen.
Hieraan kon worden deelgenomen door
jongens en meisjes van 10 tot 14 jaar, die
zich daarvoor tevoren "hadden opgegeven.
De deelname was groot, zoodat de tijds
ruimte zeker noodig was, om dit onderdeel
van het programma af te werken, een num
mer intusschen, dat zeker tot een der best
geslaagde gerekend mag worden. Niet al
leen de animo der kinderen, doch ook de
belangstelling der ouders en verdere be
langstellenden droeg hiertoe niet weinig
bij-
De Christelijke Harmoniekapel zorgde in
tusschen voor een stukje vroolijke muziek
en zoo was het einde daar voordat men het
verwacht had.
De resultaten van den wedstrijd waren:
Jongens van 1214 jaar: 1. E. Klinken
berg, 2. H. Koene, 3. J. Jansen, 4. T. Die
ben, 5. P. v. d. Steen, 6. W. Eikerbout.
Meisjes van 1214 jaar: 1. Corry Nagel,
2. Keetje Meiman, 3. Catrien v. d. Wijn
gaard, 4. Corry Meiman.
Jongens van 1012 jaar: 1. H. Kret, 2.
H. Walraven, 3. C. van Weizen, 4. T. H.
Klinkenberg, 5. K. v. d. Steen, 6. H. Boot.
Meisjes van 1012 jaar: 1. Marie Later-
veer, 2. Lenie Zitman, 3. T. de Swart, 4.
Miep Abspoel, 5. Tootje van Heel.
De deelnemers-niet-prijswinnaars kregen
allen een tablet chocolade.
Intusschen was het weer al beter en be
ter geworden en de prachtige herfstzon goot
haar milde stralen over de in feestsT.em-
ming gestoken stad, die al meer en mee.*
bevolkt werd.
Van heinde en verre kwamen bezoekers
de stad binnen; per treinen en trams, met
auto's en fietsen kwamen de feestgangers
opzetten en spoedig waren de straten ge
vuld met drommen van menschen.
Die menschen massa deinde maar steeds
heen en weer en zoo groot als de trek was
naar het Schuttersveld, zoo groot ook was
de teruggang en met spanning verbeidde
HET MIDDAGFEEST
dat als steeds de grootste attractie van de
feestviering is e** waarvoor alleen al duizen
den en duizenden menschen van buiten ko
men.
DE OPTOCHT.
Je moest al buitengewoon goed je les in
de Vaderlandsche geschiedenis geleerd
hebben, om van al het schoons en opmer
kelijks, dat deze optocht bood, naar waar
de te kunnen genieten.
Het was een kleurige rolprent van voor
deze gelegenheid uit het graf gestegen his
torische personen. Een rolprent van per
sonen, die een groote rol gespeeld hebben
in de geschiedenis, maar ook van perso
nen, aan wie in dit aardsche leven maar
een heel bescheiden rolletje was toebe
deeld, en die, als zij geweten hadden, dat
ook hun namen in het programmaboek
der 3 October-vereeniging zouden worden
afgedrukt, zich over deze late hulde bui
tenmate zouden hebben verhoovaardigd.
Een opmerking daarom over het pro
grammaboek en ook over de samenstelling
van historische optochten. Laat men toch
niet te veel in bijzonderheden treden, en
vooral niet te veel namen noemen. De
hoofdpersonen verzinken in de groote
massa van onbenullige persoonlijkheidjes.
Wij maken ons sterk, dat niet de helft
van de toeschouwers en er waren weer
tienduizenden belangstellenden heeft
kunnen ontdekken wie de Vader des Va
derlands moest voorstellen.
Het was als „zoekplaatje": „waar is de
Prins?" niet kwaad bedacht, maar wij zijn
er nog niet zeker van of wij den juisten
geharnasten ridder wel op 't oog hebben
gehad.
Enkele borden met de namen der afdee-
lingen in de stoet meegedragen, zou
reeds een groote verbetering zijn.
Als historische optocht zal overigens die
van het jaar 1933 met eere worden ver
meld. Van de costuums was zeer veel werk
gemaakt en aan de uitrusting der wagens
etc. was groote zorg besteed. Jammer dat
zoo'n optocht te vlug voorbijtrekt om alle
bizonderheden en dikwijls zeer geestige
door de ontwerpers der „maskerade" in
de uitbeelding der personnages gelegd, ten
volle te kunnen savoureeren.
Het denkbeeld in dit jaar van de Zwij
ger-herdenking de optocht te bouwen op 't
thema „Oranje en Leiden" juichen wij van
harte toe. Een flinke opfrissching van de
geschiedenis der Oranje's kan voor de
meeste hersenen geen kwaad. En daarom
spijt het ons te meer, dat er van de Oranje's
in deze stoet weinig te merken was,
Niet dat de Oranje-vorsten ontbraken!
Willem I defileerde twee malen, evenals
Willem III, de laatste eerst volwassen en
vervolgens als kind van 8 jaar. (De
gave der bilocatie schijnt bij de Oranje
telgen na hun dood een niet zeldzaam ver
schijnsel te zijn!) In het geheel der stoet
traden de Oranjevorsten echter niet vol
doende op den voorgrond.
En wat had nu Ada van Holland met
de Oranje's te maken?
Hoe de Pilgrim Fathers met hun ver
guld scheepje in deze menschen-stroom
verzeild raakten, is ons ook een raadsel.
De optocht opende met de reeds genoem
de Ada, vergezeld door een bonte stoet
van edelingen. Wanneer men bedenkt, dat
Ada juist een beleg op de Burcht had door
staan en het onderspit had gedolven, zag
zij er merkwaardig vroolijk en opgewekt
uit, aan welk goed humeur het bijzijn van
Lodewijk van Loon met wie zij nog in
de wittebroodsweken was wel niet
vreemd zal zijn geweest.
Achter Ada en gevolg reed Graaf Wil
lem, haar verwoede tegenstander en vij
and. Van woede aan deze zijde of tegen
stand aan gene zijde was echter geen spoor
meer te bemerken, ofschoon de gelegenheid
toch gunstig was voor Graaf Willem om
het vijandelijk gevolg in de Breestraat
achterna te jagen en, gelijk de smakelijke
term luidt, in de pan te hakken.
Het edel streven van de Leidsche bur
gers om in 1456 den Bisschop van Utrecht
een handje te gaan helpen bij de vestiging
van diens bisschoppelijk gezag, verdient
„als een lichtend voorbeeld" navolging in
onzen tijd en in de optocht te worden
vermeld! Maar liever niet zoo hardhan
dig aanpakken!
Verschillende malen hebben de
Leidsche burgers hun leven veil gehad om
den Prins van Oranje te helpen in zijn
strijd tegen de Spaansche overheersching.
In de optocht werden enkele episodes uit
gebeeld, zooals de tochten tot ontzet van
Haarlem, welke beide mislukten.
Van hun dapperheid getuigt het feit,
dat Prins Willem I een lijfwacht koos uit
Leidenaars, die, tien in getal, in maske-
rade-costuum meeliepen.
Te midden van groot gevolg reed nu de
Prins. Wij zullen ons onthouden van een
beschrijving, omdat wij niet weten of het
de Prins wel was.
Op praalwagens werd de stichting der
Hoogeschool uitgebeeld. Hoewel mooi van
kleur en opzet, viel van eenige origineli-
teit in dezen wagens weinig te bespeuren.
Het best geslaagd deel van de optocht
was hetslot. De intocht van Willem
III als 8-jarig studentje aan de Hooge
school. In statige karossen rolde het hooge
gezelschap uit voor de „gouden koets"
waarin Amalia van Solms en Mary Stuart
lustig zaten te kijven, gelijk zij, als we
ons wel herinneren, ook tijdens haar leven
veelal plachten te doen. Als een sprookje
uit het verleden reed de koets, getrokken
door een „beschimmeld" zesspan, door de
stad.
Muziekkorpsen in overvloed vroolijkten
de optocht op.
Een bizondere vermelding van de Vaan-
delwacht, die hun feestcostuum hadden
verLeidscht met een das in de kleuren
rood-wit.
Aan den „Prins van Oranje" werd door
de kinderen van den Burgemeester een
bloemenkrans aangeboden.
HET AVONDFEEST.
Het moge waar zijn, dat de heele 3 Octo
berdag een feestdag en voor velen dus een
hos-dag is, die „feestviering" bereikt altijd
haar hoogtepunt op het Schuttersveld, waar
rond de muziektent, met onafgebroken
muziek van orkest of radio, de hosvlondcr
het middelpunt van vermaak uitmaakt.
Dat avondfeest op het Schuttersland be
gint te half acht en duurt onafgebroken tot
elf uur.
Het feestterrein had zich dit jaar, in ver
gelijking tot vele voorgaande jaren, zoo
goed gehouden, dat er nu geen modder-
balletten voorkwamen.
Intusschen, wie een meer rustigen of ge-
makkelijken avond wilde hebben, zocht dit
in den schouwburg of de Stadsgehoorzaal.
DE CABARETAVOND.
Het Cabaretprogramma moest wegens de
overgroote belangstelling, wederom gelijk
tijdig èn in de groote zaal èn in den Foyer
worden gegeven. Het programma was
verzorgd door Louis Davids en de grootste
attractie was.... Louis Davids zelf, die
zich in een groote populariteit mocht ver
heugen. Maar het is dan ook moeilijk
iemand te vinden, die zoo kan confereeren
als Louis Davids. Met enkele grappei en
droog-komische opmerkingen heeft hij het
publiek direct gevangen en zijn verschijnen
werd dan ook steeds met het grootste ap
plaus begroet.
Zoo kwamen na een geestige inleiding
van Louis Davids, die met Alcx de Haas
alle nummers inleidde, Suzie Klein, die
enkele aardige liedjes zong als van het
meisje van Gerzon, dat bedrogen werd,
Fred Roner een prestidigitateur, die onge
looflijke staaltjes met speelkaarten uit
voerde, de cvharmante Kathe Schnitzer van
de Wiener-operette, die in grappig Hol-
landsch zeemansliedjes zong en een liedje
van een Pa, die niets te zeggen had, de vier
Braggaars, die acrobatische toeren verricht
ten, Alex de Haas met aardige liedjes, en
Louis Davids zelf, die met zijn liedjes 'iet
grootste succes oogstte.
Het gaat niet zoo heel gemakkelijk de
Leidenaars te bewegen tot het meezingen
van een refrein, maar toen Louis zijn lied
je „van den olieman" zong, galmde de heele
zaal het refein: