v. d. LUBBE ZWIJGT, DIMITROFF
KAN ZIJN MOND NIET HOUDEN.
SCHIJN BEDRIEGT! u„u
DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1933
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD PAG. 2
BAROMETER.
r^öS'muK^
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 28 Sopt. 1933, medegedeeld
door het Kon. Nod. Meteorol. Instituut
te De "ildt.
Hoogste barometeret.: 772.5 te Stockholm.
Laagst barometerst.: 756.9 te Rochefort.
Verwachting tot den avond van 29 Sept.:
j Zwakke tot matige
iVfwi wind uit Oostelijke
WÊSÊÊ richtingen, nevelig tot
licht of halfbewolkt,
droog warm weer.
In den toestand kwam weinig verande
ring. Ter weerszijden van den langgerekten
rug van hoogen luchtdruk met maxima in
Scandinavië, in Schotland en ten Westen
van Portugal, liggen twee depressies, waar
van die boven Zuid-Frankrijk wederom
zeer zware regens gaf (Biarritz meldt meer
dan 90 mm., Marseille 70). Omstreeks vijf
tien graden ten Westen van Ierland ligt een
nieuw diep minimum met zware stormen
aan zijn Oostzijde. Bij IJsland begint de
barometer weer te dalen! In Oost- en Cen-
traal-Europa is het weer overal prachtig
en rus-ig met hier en daar ochtendnevel, in
Zuid-Scandinavië is de hemel betrokken.
Voor onze omgeving is nog geen omslag
van het weertype in het vooruitzicht.
LUCHTTEMPERATUUR
Temperatuur des middags te half drie
21.0 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS c.a.:
Van Donderdagnamiddag 7.15 uur tot
Vrijdagmorgen 6.17 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Vrijdag 29 Sept. voorm.
12.11 uur en nam. 12.54 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting Hooge Rijndijk om 7
uur 17.— gr. C.
Zweminrichting „De Zijl" om 7 uur'.
15.5 gr. C.
en ging onmiddellijk op onderzoek uit. De
dader was intusschen reeds verdwenen. De
politie van Halfweg werd gewaarschuwd,
die op haar beurt de Amsterdamsche poli
tie van het gebeurde in kennis stelde, daar
de moord op Amsterdamsch grondgebied
had plaats gehad. De geheele IJpolder werd
afgezet evenals de toegangen tot Halfweg.
Tot hedenmorgen vroeg had men echter
geen spoor van den dader ontdekt.
Volgens een andere lezing moet de in
dringer bij het binnenkomen van de schuur
geroepen hebben: „Ben jij het Arie?" Toen
daarop „ja" geantwoord werd, viel het
schot.
Het lijk van den verslagene is naar het
Wilhelmina-gasthuis te Amsterdam over
gebracht. Wat de motieven voor den daad
zijn geweest is nog niet bekend.
Bij het verzenden van dit bericht stond
de naam van het slachtoffer nog niet de
finitief vast. In een der berichten, die wij
ontvangen, wordt gesproken van een zeke
ren Moerkerken.
Het meisje, dat getuige was van den
moord, kon over den dader geen enkele
inlichting verschaffen.
UIT DE OMGEVING
LEIDSCnENDAM.
„Ons Belang". Onder leiding van den
heer van Mcurs hield de brandstoffenver-
ceniging „Ons Belang" een goed bezochte
ledenbijeenkomst.
De heeren Joosten en Muller gaven een
uitvoerige beschouwing over de kolencon-
ventie in Nederland. Verder werd er op
gewezen, op welke wijze Ons Belang En-
gelsche Antraciet had betrokken buiten
de conventie. De daden van Bet Bestuur
weiden unaniem goedgekeurd.
Verworpen werd een voorstel-v. d. Ploeg
en aangenomen een voorstel-Mulier tot
wijziging van het contract met de Expedi
teurs inzake lossing der kolen.
Het bestuur kreeg na verdediging door
de heeren Joosten en Muller een crediet
om te geraken tot de oprichting van een
Prov. federatie van brandstoffen-vereeni-
gingen.
LISSE.
Eerw. Moeder Cornelia. Wij vernemen,
dat de eerw. moeder Cornelia, Overste van
Huize Pius, die eenige weken geleden we
gens een zware ziekte in het St. Elisabeth-
gesticht te Leiden werd opgenomen, aan de
beterende hand is. H. E. zal echter nog vier
a vijf weken in het Ziekenhuis moeten ver
pleegd worden.
Hij gaat er uit, als hij nog een woord zegt.
VRIJDAG EEN KLEINE PAUZE IN HET LEIPZIGER PROCES.
De zitting van het Rijksdagbrandproces
te Leipzig is gisteren gekenmerkt door
heftige incidenten met den Bulgaarschen
verdachte Dimitroff.
Omdat v. d. Lubbe bleef volharden bij
zijn methode van zwijgen, werd de rech
ter van instructie Reichsgerichtrat Vogt
gehoord, die het vooronderzoek heeft ge
leid, waarbij v. d. Lubbe heel wat spraak
zamer was dan nu.
De president laat Van der Lubbe voor
de rechterstafel komen en vraagt hem of
hij over het verhoor van den rechter van
instructie iets te zeggen heeft.
Van der Lubbe zwijgt eerst bijna een
minuut en zegt dan: „Neen".
Beklaagde Dimitroff: „Heeft getuige als
rechter van instructie op 1 April een me-
dedeeling laten publiceeren, waarin be
weerd wordt, dat Dimitroff, Popoff en Ta-
neff samen met Van der Lubbe den rijks
dagbrand gesticht hebben? Ik vraag: Ja
of neen?" (Vroolijkheid bij het publiek).
President: „Dimitroff, indien uw toon
hier niet anders wordt ik heb nu geduld
genoeg met u gehad dan kunt u verder
niet deelnemen aan het stellen van vra
gen".
Getuige Vogt: „Het is juist, dat een der
gelijke mededeeling aan de pers is gege
ven en dat daarin staat, dat de drie gear
resteerde Bulgaren betrokken zijn ge
weest bij den brand of het in de lucht la
ten vliegen van de kathedraal in Sofia.
Ik heb later gezegd, dat deze mededeeling
mij onjuist toescheen; hij had er echter
zelf schuld aan, want hij heeft mij nooit
gecorrigeerd, wanneer ik bij de bespre
king van den Bulgaarschen opstand van
'23 ook den aanslag daarmede in verband
bracht, terwijl inderdaad deze pas in '25
plaats had".
President: „Eén der veroordeelden bij
den aanslag op de kathedraal moet een
Dimitroff zijn. Het is echter de vraag of
deze dezelfde is als beklaagde".
Dimitroff: „Mijn vraag is niet goed be
grepen. Ik heb heelemaal niet over den
aanslag in Sofia gesproken, maar gezegd,
dat vóór het begin der instructie door den
rechter van instructie categorisch ver
klaard is, dat ik bij den rijskdagbrayd ben
betrokken. Ik wil daarmee bewijzen, dat
het een tendentieus onderzoek was, een
op een dwaalspoor brengen der openbare
meening".
De voorzitter: „Dit duld ik niet langer!
Houd uw mond!"
Getuige Vogt: „Het is waar dat destijds
is verklaard, dat er relaties bestonden tus-
schen de drie Bulgaren en den brand
stichter van het rijksdaggebouw van der
Lubbe. Ik had niet alleen het recht des
tijds die verklaring af te leggen, doch zij
is door de verdere onderzoekingen beves
tigd. Op de drie Bulgaren kwamen wij
daardoor, omdat hun betrekkingen tot
Van der Lubbe waren vastgesteld, anders
zou men hen heelemaal niet hebben ge
arresteerd".
Beklaagde Dimitroff blijft actie voeren.
Met het reglement op de rechtszittingen in
de hand roept hij uit. Ik wil aan de hand
van dit reglement constateeren, dat het in
boeien slaan van mij onwettig was".
Getuige Vogt verklaart, dat hij beklaag
de Dimitroff had beloofd over het in boeien
slaan een uitspraak van het rijksgerechts
hof te zullen vragen. Gedurende het voor
onderzoek kwam een dergelijke uitspraak
echter niet af.
Dimitroff zegt dan ironisch: „Zoo objec
tief is hij met woorden".
President: „U moet u /an iedere belee-
diging van den rechter van instructie ont
houden".
Als Dimitroff zijn opmerkingen voort
zet roept de president hem een beslist
„halt" toe. Dimitroff verwijt den rechter
van instructie met luider stem dat zijn
onderzoek onjuist, tendentieus en brutaal
geweest is.
De president treedt krachtig op, politie
beambten nemen Dimitroff bij den arm en
trekken hem op zijn stoel neer. De straf-
senaat verlaat de zaal. Dimitroff gaat zich
nog te buiten aan schelden.
Het woord voor goed aan
Dimitroff ontnomen.
Na een pauze verschijnt de senaat weer
en deelt de president het besluit mee dat
den beklaagde Dimttroff het woord ont
nomen wordt. Er wordt hom verder mede
gedeeld, dat hij dadelijk wordt weggeleid
als hij nog een woord zegt.
De verdere behandeling wordt tot Don
derdag verdaagd.
A.s. Vrijdag wordt proces tot
Dinsdag 3 October verdaagd.
Met het oog op het Juristencongres, dat
te Leipzig zal worden gehouden, zal het
proces Vrijdag a.s. tot Dinsdag 3 October
verdaagd worden.
DE BRANDSTICHTING IN HET
BERLIJNSCHE CRISISBUREAU.
Het beeld binnen en buiten het gebouw
van het Rijksgerechtshof is hedenmorgen
levendiger dan de vorige dagen. Men
schrijft dit toe aan de te Leipzig de ronde
doende geruchten, dat de getuigen die he
den gehoord zullen worden voor een deel
uit concentratiekampen komen. Voor het
eerst sedert het begin van het proces staat
voor den ingang van het Rijksgerechtshof
een dubbele wacht van S.A.-lieden.
Als tegen kwart voor tien het Hof bin
nenkomt, wordt geconstateerd, dat de voor
heden gedagvaarde getuigen nog niet zijn
verschenen, zoodat de Senaat de zitting
niet kan beginnen en zich weer terugtrekt.
De president dr. Buenger verklaart, dat
het motief voor het uitnoodigen van deze
getuigen de bedoeling is, maatregelen te
treffen tegen de indolentie van Van der
Lubbe. Het gerechtshof had aanvankelijk
andere voornemens. Men had het geheele
getuigenverhoor te Berlijn willen doen ge
schieden. De houding van Van der Lubbe
maakte het echter noodzakelijk alles wat
met Van der Lubbe's optreden tijdens het
voor-onderzoek in verband staat, hier te
Leipzig vast te stellen.
De pauze wegens het niet verschijnen der
getuigen is slechts van korten duur. Tien
minuten later zijn de verwachte getuigen
aanwezig en kan de zitting geopend wor
den.
Als de getuigen verschijnen blijkt, dat
zij niet uit voorarrest of concentratiekam
pen komen, want zij zijn zoo juist met den
Berlijnschen D.-trein aangekomen en ver
schijnen op eigen gelegenheid in de zaal.
Als de Senaat achter de groene tafel ver
schijnt, brengen zij zonder uitzondering
den algemeenen Hitler-groet, zij het ook
dat dit eenigen hunner slechts aarzelend
afgaat. Of alle getuigen beëedigd zullen
worden, staat nog niet vast.
Als eerste getuige wordt gehoord de op
perwachtmeester Karl. Albrecht. Dezen
getuige worden eenige korte vragen ge
steld over de brandstichting bij het Crisis
bureau aan den Mittelweg te Neukölln.
De chef van ditj bureau, inspecteur Frank,
vertelt een merkwaardige gebeurtenis.
Twee dagen vóór de brandstichting, op een
Donderdag, kreeg hij van een hem tot dan
toe onbekenden man persoonlijk de mede
deeling, dat het bureau door een commu
nistische centrale overvallen zou worden
en wel uit een partij-lokaal der communis
ten, dat aan een zekere Schlaffke behoorde.
Den volgenden dag werd hem ook telefo
nisch het vertrek van de troep medege
deeld. Uit zijn raam kon hij zien, hoe deze
menschen in groepjes van twee, drie en
vier man het bureau naderden. Een politie-
inspecteur en acht agenten waren tijdig ter
plaatse. Het viel op, dat zich dien ochtend
meer publiek in de gangen en wachtloka
len van het bureau bevond dan gewoonlijk.
Toen werd bekend, dab in het lokaal van
Schlaffke een inval was gedaan. De gan
gen en wachtkamers waren in korten tijd
leeg. De overbrenger had nog meegedeeld,
dat negen communisten met wapens waren
uitgerukt. Deze negen zouden zich ook op
het bureau hebben opgehouden. De chef
noemt twee der heden gedaagde getuigen
de belhamels, die op het bureau aan den
Mittelweg het publiek steeds tegen de
ambtenaren ophitsten, n.l. den kantoorbe
diende Walter Jahnecke en den kellner
Kurt Starker. Op een vraag naar het ka
rakter van het café van Schlaffke deelt
deze getuige mee, te hebben gehoord dat
Jahnecke en Starker in dat lokaal een
klachtenbureau hadden gevestigd.
Gedurende dit verhoor maakt de Bul-
gaarsche beklaagde Dimitrof, die zwijgt
maar met aandacht de mededeelingen volgt,
voortdurend aanteekeningen.
De president dr. Beunger, stelt in ver
band met getuige Frank's mededeelingen
eenige vragen over een geval van zelf
moord van een steuntrekkende bij het Cri
sisbureau te Neukölln, den oorlogsinvalide
Witkowski. Dit geval was aanleiding tot
verspreiding van een vlugschrift met felle
aanvallen tegen het Crisisbureau. In dit
pamflet werd o.a. gezegd, dat een ambte
naar, Werner genaamd, hulpbehoevende
menschen hulpeloos liet liggen, niet voor
medische hulp zorgde en gezegd zou heb
ben, dat men voor Witkowski geen dokter
meer noodig had. Dr. Buenger vraagt nog
meer bijzonderheden omtrent de gebeurte
nissen op het Crisisbureau.
Getuige Frank: „Mijn zegsman, die mij
gewaarschuwd had, is naderhand gewond.
Hij had mij nog meegedeeld, dat, nadat de
actie zelf mislukt was, de ambtenaren van
het Crisisbureau afzonderlijk overvallen
zouden worden en dat gold niet alleen voor
mij, doch voor allen, die zich door het een
of ander gehaat hadden gemaakt, en in het
bijzonder voor de ambtenaren, die in het
pamflet waren genoemd. Niet alleen zou
den deze ambtenaren mishandeld worden,
doch ook hun woningen zouden vernield
worden".
President: „Heeft uw zegsman, de huidige
getuige Hinze, u ook gezegd, dat ongeveer
vijftig leden waren uitgezocht die door de
Centrale der communistische partij te Neu
kölln van wapens zouden worden voor
zien? Waar zijn dan deze wapens geble
ven?"
'Get. Frank: „Dat is mij onbekend. De
menschen met wapens waren reeds in mijn
bureau. Zij zijn klaarblijkelijk echter tij
dig gewaarschuwd voor de aankomst der
politie. Tenslotte was slechts meegedeeld,
dat in het lokaal van Schlaffke 35 vuurwa
pens zouden zijn opgeslagen".
HET JOURNALISTENCONFLICT
TUSSCHEN BERLIJN EN MOSKOU.
Verwijten van Lit win off.
In verband met het tusschen Duitschland
en Rusland ontstane journalistieke con
flict, dat de uitwijzing van alle Duitsche
journalisten uit sovjet-Rusland ten gevol
ge heeft gehad, is thans, naar een V. D.-
bericht uit Berlijn meldt, van Duitsche
zyde een verklaring afgelegd, waarin uit-
niet door schijn misleiden, zoekt de werkelijkheid.
Er „schijnt" zoo weinig verschil tusschen „Aspirin"
en namaak. Maar alleen „Aspirin" helpt werkelijk,
helpt afdoende. „Aspirin" is herkenbaar aan het
Bayerkruis en den Oranjeband. Al het andere
Ls geen „Aspirin" en mag ook niet zoo
betiteld worden.
eengezet wordt, dat de vertegenwoordi
gers van communistische en socialistische
bladen niet toegelaten zijn tot de behan
deling van het brandstichtingsproces te
Leipzig aangezien op grond van het optre
den der bladen van deze richtingen, reeds
voor den aanvang van het proces een ob
jectieve berichtgeving niet kon worden
verwacht.
Naar het Tass-agentschap meldt, heeft
gisteren een notawisseling plaats gehad
tusschen de Duitsche zaakgelastigde Von
Twardowski en Litwinoff.
Von Twardowski heeft een protest in
gediend tegen de uitwijzing der Duitsche
correspondenten uit Rusland.
In zijn antwoord op dit protest wijst
Litwinoff er op, dat de maatregelen van
de Russische regeering een gevolg zijn van
de systematische vervolging in Duitsch
land van de leden der sovjet-pers.
Het beleedigende optreden der Duitsche
autoriteiten en het scheppen van een uit
zonderingstoestand voor Russische journa
listen, benemen hun de mogelijkheid hun
taak naar behooren te vervullen.
Litwinoff herinnert vervolgens aan de
arrestatie en de vervolging van de corres
pondenten van de „Iswestia" en de niet-
toelating dezer correspondenten tot de
opening van het rijksdagproces te Leipzig
en wijst er op, dat, ondanks de belofte van
het Duitsche ministerie van buitenland-
sche zaken om de noodzakelijke maatre
gelen te treffen aan een dergelijk optre
den niet alleen geen eind is gekomen doch
dat het steeds een beleedigender vorm
heeft aangenomen terwijl de schuldigen
in geen enkel opzicht zijn bestraft.
Litwinoff besluit zijn verklaring met
zyn spijt er over uit te drukken dat hij
verplicht is geweest tegenmaatregelen te
nemen, waarbij hij er op wijst, dat hij zich
rekenschap geeft van hun belangrijkheid,
terwijl hij verklaart, dat deze maatregelen
veroorzaakt zijn door het optreden der
Duitsche regeering, welke de verantwoor
delijkheid voor den geschapen toestand
draagt.
RADICALE OPRUIMING!
Wat „Nationaal Herstel" wil.
Het Verbond voor Nationaal Herstel
heeft aan-den voorzitter van den Minis
terraad een request gezonden, waarin
wordt betoogd, dat de communistische en
Marxistische partijen en organisaties de
grootste vijanden van ons vaderland zyn,
aangezien zij ondermijnen de nationale
waarden van ons volk: Vorstenhuis, Gods
dienst, Gezin, Gezag, Rijkseenheid en
Weermacht, en dat het mitsdien een levens
belang voor ons volk is, dat het tegen deze
vernietigende krachten beschermd wordt.
Daarom verzoekt het Verbond den Mi
nister-president te bevorderen, dat ge
noemde partijen en organisaties verboden
worden en in afwachting van deze maat
regelen de uitzendingen van de Vara stop
gezet worden, die dagelijks ons land in het
buitenland belachelijk maken o.a. door
elke uitzending te beëindigen met de In
ternationale en honderduizenden landge-
nooten te ergeren door haar opruiende
uitlatingen.
NATIONAAL CRISIS-COMITé.
Voor de prijsvraag van 3 October 1933
zijn aan het Nationaal Crisis-Comité heel
veel prijzen beschikbaar gesteld.
Zoo zijn door Ned. Kunstverbond aange
boden: Pierrot, door Jansen van Galen;
Stilleven, door Mej. P. Mouthaan; Oude
Vrouw, door A. Briët; Ets (Maas) door
Derkzen van Angeren.
Ook het Nederlandsch Steuncomité voor
Beeldende Kunstenaren en Pulchri Studio
hebben schilderijen en etsen beschikbaar
gesteld, die nader worden medegedeeld.
De hoofdprijs is een Luxe Ford Auto
mobiel, laatste model.
Verder een heele reeks andere mooie
prijzen.
Gemeentelijke Aankondigingen.
Drankwet.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat W. van
Jaarsveld, te Wassenaar, een verzoek heeft
in gediend ter bekoming van een verlof
B voor den verkoop uitsluitend van alco
holvrijen drank voor gebruik in het per
ceel Koppenhinksteeg no. 7 b, alhier.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 28 September 1933.
AGENDA
LEIDEN.
Vrijdag, .R.-K. Handelsreizigersvereeni-
ging, „Den Burcht", 8.30 uur.
De avond-, nacht en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 25 Sep
tember tot en met Zondag 1 Oct. a.s.
waargenomen door apotheek: C. B. Duys-
ter, Nieuwe Rijn 18, telefoon 523.
„SNORREN" VERBODEN TE HAARLEM.
Aan de toestand in het taxi-bedrijf te
Haarlem is bij raadsbesluit een wijziging
gebracht door de aanneming van het voor
stel van B. en W. om de politieverordening
op dit punt te wijzigen. Verboden is voor
taan aan alle taxibestuurders het „op den
openbaren weg rijden op een wijze waar
uit kennelijk blijkt de bedoeling aldaar
zijn voertuig geheel of gedeeltelijk te ver
huren".
Dit noemen B. en W. „snorren" en dus
is er thans te Haarlem een snorverbod uit
gevaardigd. Het kardinale punt is gelegen
in het woordje „kennelijk". Bij de discus
sies tijdens de raadszitting hebben eenige
leden daar ook op gewezen, doch volgens
anderen was het niet zoo moeilijk uit te
maken of een autobestuurder al dan niet
op den openbaren weg rijdt „met het ken
nelijk doel" zijn voertuig te verhuren. Het
is daarom zoo gemakkelijk, zegt de meer-
derheid van het college omdat de auto's 1
die niet aan te stellen voorwaarden vol
doen en of toebehooren of bestuurd wor
den door personen die geen concessie kre
gen, géén kenteeken mogen dragen. Het
publiek zal dus aan de niet-erkende auto's
moeilijk kunnen zien, dat 't taxi's zijn. Het
beroep van den snorder wordt hierdoor
vrijwel onmogelijk gemaakt. Hij mag niet
„wenken", noch langzaam rondrijden met
een kennelijk doel en evenmin zijn auto
van een kenteeken voorzien.
De taxi-ondernemers die voldoen aan de
voorwaarden betreffende arbeidstijd, even
tueel vaste tarieven als zij standplaatsen
innemen, en het voertuig en diens bestuur
der, mogen hun auto's wèl voorzien van
een kenteeken. Zij zijn dus gemakkelijk te
herkennen en dergelijke auto's kunnen
passagiers opnemen op den openbaren weg,
indien zij aangeroepen worden. Indien
zoo'n taxi terugrijdt naar de garage of
standplaats zal tevens een bordje: „vrij"
mogen worden aangebracht. Doch ook voor
deze taxi's is „snorren" verboden. De groote
meerderheid van den raad was het met
B. en W. eens, dat dit in het belang van
het verkeer was te achten en dat uitzon
dering maken op willekeur zou kunnen
lijken.
Wethouder Gerritsz verklaarde dat
streng zal worden opgetreden, mede in het
belang van de tram en de autobus, die
recht en reden van bestaan hebben en zeer
veel van de ongebreidelde concurrentie
te lijden hebben. De voorwaarden waaraan
men heeft te voldoen als erkend taxi-onder
nemer zullen binnenkort bekend worden
gemaakt. De arbeidstijd zal dezelfde zijn
als voor de chauffeurs van de autobussen
en voor de tramconducteurs. Tevens deel
de de wethouder mede, dat de tarieven voor
de standplaatshouders iets verhoogd zul
len worden, n.l. van 10 op 20 cent indien
één passagier wordt vervoerd. Ook de
taxa-meter maakt goede kansen om het
bonnetjes-systeem te vervangen.
„TeL"