24ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Waar was v. d. Lubbe vóór den brand?
GRATIS.
DINSDAG 26 SEPTEMBER 1933
No. 7620
3)e Cekióeh^Soti/fco/nt
D£ ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooraRbetaKng:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2^0 per kwartaal
Franco per poet 2^5 per kwartaal
Bet Geïllustreerd Zondagsblad ie voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Medcdeelingen wordt
bet dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
be trekking en worden aangeboden of gevraagd, huur cq
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Dit nummer bestaat uit VIER
bladen.
V Komt er een Protestantsch
adresboek
Namens de Evangelische Maatschappij,
afd .Leiden, is een circulaire verspreid
onderteekend door ds. Riemens en dr. Si
mon Thomas waarin wordt medege
deeld, dat het plan bestaat, om voor Lei
den en omliggende gemeenten een Protes
tantsch Adresboek uit te geven. Doel
daarvan is, aan de Protestanten adres
sen mede te deelen van Protesantsche „za-
kenmenschen, winkeliers, middenstanders,
enz., enz.", teneinde te bereiken, dat Pro-
tesctanten hun inkoopen, bestellingen enz.
bij Protestanten doen.
In de circulaire worden adverteerders
opgeroepen, om de uitgave van het Pro
testantsch Adresboek mogelijk te maken.
Wij lezen er in: „Wil de uitgave echter fi
nancieel mogelijk zijn, dan kan dit slechts,
indien een groot aantal Protestantsche
zaken (andere zullen niet mogen worden
opgenomen) een advertentie in het boekje
plaatsen."
Wij zien er met belangstelling naar uit,
of de opzet van de Evangelische Maat
schappij zal slagen. Zal er uit Protestant
sche kringen zelf niet, in plaats van me
dewerking, verzet rijzen, met name uit
Protestantsche kringen, waarin een posi
tief Christelijk Geloof heerscht? Wij
kunnen ons haast niet voorstellen, dat dit
niet gebeurt. En, zoo de opzet slaagt,
dan zijn wij, en waarschijnlijk ook ande
ren met ons, heel nieuwsgierig, welk soort
Protestanten, wie ten slotte deze door hun
advertenties mogelijk zullen hebben ge
maakt.
De verantwoording voor dit op de
spits drijven van godsdienstverschil
in onze gemengde samenlevingdragen
allereerst de uitgevers en samenstellers
van de bedoelde circulaire. Zij moeten het
voor zichzelf verantwoorden of een derge
lijke actie, die uiteraard een gevaar
schept voor verbitterende tweespalt in de
burgerij, in overeenstemming kan wor
den gebracht met de Christelijke cultuur-
eischen van persoonlijke verdraagzaam
heid.
Zij moeten dat voor zichzelf verant
woorden, maar dan ook die verantwoor
ding zelf geheel durven dragen. En
dat durven zij blijkbaar niet. Zij ver
schuilen zich achter anderen; we lezen in
den aanvang van de circulaire:
De voortdurende, krachtig gevoerde
actie van andersdenkenden, om zich
bij het doen van inkoopen in de eerste
plaats te wenden tot geloofsgenooten,
heeft bij de Evangelische Maatschap
pij, afdeeling Leiden het plan doen
rijpen om aan alle Protestanten te
Leiden en omliggende gemeenten een
boekwerkje te zenden, waarin de na
men van alle Protestantsche zaken-
menschen, winkeliers, middenstan
ders, enz. enz. zijn opgenomen.
Men verschuilt zich achter de noodzake
lijkheid, om zóó te handelen tengevolge
van anderer optreden; men wordt er toe
gedrongen,, zoo zegt men, door „de voort
durende, krachtig gevoerde actie van an
dersdenkenden"
Nu vragen wij ons af, wie zijn de hier
bedoelde „andersdenkenden"?
Niet de Protestanten zelf, natuurlijk. En
het begrip „Protestant" zal hier wel zóó
wijd zijn genomen, dat er bijna geen an
deren buiten vallen, dan Joden en Katho
lieken!
Dat er een dergelijke actie onder de Jo
den wordt gevoerd, is o n s onbekend, en
wij kunnen het ons moeilijk veronderstel
len.
En, als men zou beweren, dat er wider
de Katholieken zoo'n actie zou plaats
hebben, dan zouden wij dat moeten ont
kennen.
Maardat wordt niet beweerd.
Er wordt gesproken van „andersden
kenden" En andersdenkenden, die nog
wel een voortdurende, krachtige
actie voeren! Maar wie die andersdenken-
Prof. Dr. P. EHRENFEST t
TRAGISCH EINDE VAN EEN GELEERDE
Gistermiddag heeft zich in het Paedolo-
gisch Instituut te Amsterdam een droevig
drama afgespeeld, dat een einde heeft ge
maakt aan het leven van prof. dr. P.
Ehrenfest, hoogleeraar in de theoretische
natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te
Leiden.
Omstreeks vijf uur had professor Ehren
fest zich naar het Instituut (het voormalig
instituut voor blinden in de Vossiusstraat
56) begeven, waar zijn omstreeks 15-jarig
zoontje onder toezicht van prof. dr. J. Wa
terink wordt verpleegd.
Kort nadat de Leidsche hoogleeraar met
den knaap alleen was, werden twee scho
ten gehoord. Het personeel, dat te hulp
schoot, vond vader en zoon liggen. Beiden
hadden een hoofdwonde. De hoogleeraar
had den laatsten adem uitgeblazen, het
zoontje leefde nog.
Het werd per auto van den G.G.D. naar
het Tesselschadeziekenhuis vervoerd. Het
stoffelijk overschot van den vader werd
naar het Wilhelminagasthuis overgebracht.
In medische kringen en ook daarbuiten
was het gebeurde spoedig bekend.
Naar de oorzaak van dit tragisch einde
kan men slechts gissen.
De vrouw van prof. Ehrenfest vertoeft
momenteel in Rusland.
Prof. Ehrenfest werd in 1880 te Weenen
geboren, waar hij na het gymnasium te
hebben doorloopen, theoretische physica
studeerde bij prof. Boltzmann. Reeds tij
dens zijn studietijd gaf hij blijk van een
buitengewone begaafdheid en hij voltooide
zijn studie te Weenen op een zeer bijzon
dere en uitnemende wijze. Na in Göttin-
gen te zijn geweest ging hij naar Peters
burg, waar hij zonder betrekking zijnde in
1911 „Gegriffliche Grundschlagen der Sta
tistische Auffassung in dem Mechanik"
schreef. Dit werk vooral vestigde de aan
dacht op dezen geleerde, die in 1912 als
opvolger van prof. dr. H. A. Lorentz naar
hier kwam als hoogleeraar in de theoreti
sche natuurkunde. Op 4 Dec. 1912 aan
vaardde prof. Ehrenfest het hoogleeraar-
schap aan de Universiteit alhier met een
rede getiteld „Lichtaether-Hypothesen".
Zijn groote bescheidenheid is wellicht
een beginsel geweest voor veel publicaties.
Zeer belangrijk echter was zijn werk „Adia-
baten-Hypothesen" (1911, 1913).
Prof. Ehrenfest, die bij de wet van 24
Maart 1922 Nederlandsch onderdaan werd,
was zeer bevriend met prof. Einstein, die
bok tijdens diens jaarlijksche colleges te
Leiden steeds in het zeer bekende huis
hier ter stede aan de Witte Rozenstraat lo
geerde.
In 1924 heeft prof. Ehrenfest voor de
California Institute of Technology voor
drachten gehouden en in hetzelfde jaar
nam hij op uitnoodiging van de Russische
regeering deel aan het al-Russische con
gres van natuurkundigen.
Voorts werd hij correspondeerend lid
van het Bataafsch Genootschap der proef
den zijn, wordt niet gezegdMen laat
het aan den lezer over, ten deze veronder
stellingen te maken....
Wij veroorlooven ons met de toezen
ding van dit nummer onzer courant aan
de onderteekenaars der circulaire met
aandrang te verzoeken, om ons en onze
lezers uit deze onwetendheid te helpen, en
mede te deelen, welke andersdenkenden
hen tot actie voor een Protestansch
adresboek hebben genoodzaakt, omdat
die andersdenkenden zelf zoo iets doen?
Met een antwoord op deze vraag zullen
ons de samenstellers van de circulaire zeer
verplichten.
ondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam.
Ehrenfest heeft in Leiden een speciale
school gevormd. Hij had n.l. de gave om
uit zijn leerlingen de besten uit te zoeken
en aan hun ontwikkeling wijdde hij zich
dan met zeer veel liefde en zorg. Aan vele
universiteiten in het binnen- en vooral in
het buitenland werden dan ook leerlingen
van Ehrenefst tot het hoogleeraarsambt ge
roepen.
Prof. Ehrenfest was een zeer bekend en
vooral zeer geliefd persoon op talrijke in
ternationale congressen.
De Leidsche Universiteit wordt wel
zwaar bezocht. Pas heeft de aftredende
Rector Magnificus zijn ambt aan zijn op
volger overgedragen met den wensch, dat
diens ambtsjaar voorspoediger moge zijn
dan het zijne, of er vallen opnieuw zware
slagen. Op den dag dat prof. van Oort ten
grave werd gedragen, wordt door het ver
scheiden van prof. Ehrenfest plotseling aan
de werkzaamheid van een der meest ver
dienstelijke leden van het hoogleeraren-
corps een einde gemaakt
Prol Ehrenfest toen in Rusland, werd
in 1912 door prof. Lorentz als een der meest
uitblinkende jonge geleerden aangewezen,
teneinde het gewoon hoogleeraarschap in
de theoretische natuurkunde van hem over
te nemen. Hij heeft dat met groot enthou
siasme gedaan en dat enthousiasme op een
steeds groeiende kring van leerlingen over
gedragen. Het theoretisch natuurkundig
collegium, hetwelk hij stichtte, en waar
in wekelijks leerlingen zoowel als collega's,
dikwijls van verre samen kwamen ter be
spreking van jde nieuwste resultaten der
wetenschap, werd een voorbeeld in tal van
andere universieiten nagevolgd. De voor
drachten, die hy zelf daar zooals alders
hield, blonken steeds uit door een bijzon
dere mate van levendigheid en van klaar
heid, gevolg van de scherpte, waarmede hij
de meest diepzinnige problemen ontleedde
Voegt men daarbij de kameraadschappelij
ke liefde, waarmede hij met zijn leerlin
gen omging, dan verwondert het niet dat
deze hem op de handen droegen.
Door zijn wetenschappelijke werkzaam
heid was Ehrenfest alom bekend, om zijn
persoon overal gaarne gezien. Eenige door
hem opgestelde Theorema's in de meest
actueele gebieden der theoretische natuur
kunde zullen zyn naam blijven dragen. De
Leidsche Universiteit zal hem als een harer
meest verdienstelijke leden blijven geden
ken. W. H. KEESOM.
Een gedetailleerd onderzoek van het Hof.
V. d. LUBBE BLIJFT TEGENSPREKENDE ANTWOORDEN GEVEN
„ER MOET IETS GEDAAN WORDEN".
Nadat zooals gisteren nog gemeld kon
worden de Duitsche communistische lei
der Torgler gehoord was, was daarmee het
eerste gedeelte van het verhoor afgeloopen.
Het Rijksgerëcht ging hierna over tot het
objectieve gedeelte.
Beklaagde van der Lubbe wordt voorge
roepen en neemt plaats onmiddellijk voor
de tafel der rechters. Naast hem zit zyn
verdediger.
Voorzitter: „Ik raad u thans aan, be
klaagde van der Lubbe, en ik verzoek u
mij antwoord te geven op de vragen, die ik
u stel op duidelijke en verstaanbare wyze.
Het is voor u noodig dat u duidelijk maakt
hoe de zaak zich heeft afgespeeld. Wanneer
wy uw antwoorden niet kunnen verstaan
of niets met uw antwoorden kunnen begin
nen, blijft ons slechts den anderen weg
over, die het strafproces ons laat, nl uit
de acten de vroegere verklaringen weer
op te stellen. U hebt vroeger op manlijke
wijze op iedere vraag antwoord gegeven.
Het is niet zoo geweest, dat men met moeite
uit u de antwoorden heeft moeten trekken.
U hebt uw verklaringen levendig en met
belangstelling afgelegd, ook wanneer u
niets werd gevraagd. Hebt u me verstaan?
Wilt u dat doen?"
Van der Lubbe knikt bevestigend.
De voorzitter stelt thans gedetailleerd
vast, waar de beklaagde Van der Lubbe
sedert zijn aankomst te Berlijn op 18 Fe
bruari heeft gewoond.
De voorzitter: „Op Woensdag 22 Februari
heeft de beklaagde zich naar Neuköln bege
ven en wel naar het bureau voor steun-
verleening aan den Mittelweg. Hij heeft
daar met verscheidene werkloozen gespro
ken. Een van hen, een zekere Zachow, zou
verteld hebben, dat in de Sonnenallee S.A.-
mannen anderen arbeiders, de SP.D. en
Roode Front-insignes hadden afgerukt. Hij
heeft zijn vriend Bingen van gewelddadigen
tegenstand moeten afhouden. Van der Lub
be heeft gezegd: „Men moet tegenacties
inzetten. Zoo is ook de Russische revolu
tie ontstaan. Er moet dus thans revolutie
worden gemaakt. Daarvoor is het nog niet
te laat".
De voorzitter: „Beklaagde Van der Lub
be, is dat zoo?"
Van der Lubbe: „Dat kan zyn".
Zachow zou dan verder hebben gezegd,
dat men openbare gebouwen moest in
brand steken, opdat het volk het begin van
de revolutie zal kunnen bemerken".
Voorzitter: „Beklaagde van der Lubbe,
hebt u dat gehoord?"
Van der Lubbe: „Ja".
Voorzitter: „Ook dat van het aanste
ken?"
Van der Lubbe: „Dat niet m het bijzon
der, nauwkeuriger kan ik mij de zaak niet
herinneren".
Een ander zou vervolgens in den loop
van het gesprek hebben geantwoord: „dan
hebben we ook den Rijksdag noodig, want
óf we komen dan aan de macht en dan zyn
zij overbodig, óf de anderen komen aan le
macht en dan laten ze ons er niet in. Men
moet het volk doen ontvlammen, bruggen
vormen, S.A.-lieden met benzine overgie
ten en in brand steken".
Voorzitter: „Hebt u dat gehoord?"
Van der Lubbe: „Ja".
De voorzitter: „Ook dat men S.A.-liAien
in brand zou willen steken?"
Van der Lubbe: „Neen".
Zachow heeft verder gezegd: „Men moet
niet zoo maar hier en daar gebouwen in
brand steken". Van der Lubbe zou hierop
enthousiast zyn geweest.
Dien kunnen we gebruiken.
De ander heeft Zachow met de elleboog
aangestooten en gezegd: „Die jongen heeft
gelijk, dien kunnen we gebruiken".
Van der Lubbe heeft daarop gezegd, dat
hy als communist overtuigd is van de nood
zakelijkheid van revolutie. Hy heeft ook
reeds eenige ervaringen op dit gebied ver
zameld.
Voorzitter: „Hebt u dat gezegd, beklaag
de".
Van der Lubbe: „Dat kan zijn".
Van der Lubbe zou hierop zijn pas en
de roode lidmaatschapskaart der Commu
nistische partij uit zijn zak hebben gehaald
en er naar hebben geïnformeerd, waar de
K. P. D. haar zetel had.
Voorzitter: „Is dat juist?"
Van der Lubbe: „Dat kan mogelijk zijn".
Toen Van der Lubbe informeerde waar
men kon gaan eten, hebben de beide an
deren hem meegenomen naar het restau
rant van Schalffke.
Op de vraag van den voorzitter, of hij
ook zelf eens bij het verhoor heeft toege
geven, te hebben verklaard, dat openbare
gebouwen In brand moesten worden gesto
ken, hoort men van beklaagde van der
Lubbe eerst een „ja", dan evenwel na lang
aarzelen en na vragen van zijn verdediger
weder „neen".
Overigens acht hij het mogelijk, dat hij
van meening is geweest, dat de tactiek der
K. P. D. verkeerd is. en dat men energie
ker Vioet optreden. Ook kan het wel zijn,
dat hij heeft toegegeven communist te zyn.
Voorts wordt Van der Lubbe voorgehou
den, wat betreffende zijn uitlatingen in de
dagen voor de stichting van den brand in
het Rijksdaggebouw is bekend geworden
en geconstateerd. Hij heeft zich erover uit
gelaten, dat het noodig is, dat ook de Duit
sche communisten zelfstandiger en scher
per optraden dan tevoren. Daarby zou men
ook niet mogen terugschrikken voor het
m brand steken van openbare gebouwen.
Thans doet zich de vraag voor, of Van der
Lubbe, die weer volledig in zichzelf is ge
keerd, deze vragen en constateeringen wel
Zij, die zich per 1 October a.s.
wenschen te abonneeren op
„DE LEIDSCHE COURANT", ont
vangen de voor dien datum ver
schijnende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Het Rijksgerecht te Leipzig onderzoekt,
wat bckl. v. d. Lubbe deed vlak vóór den
Rijksdagbrand, (le pagina).
Onderhandelingen tusschen het Vaticaan
en Moskou? (2e blad).
Groote belangstelling voor de Volken
bondsvergadering. (2e blad).
De stad Tampico grootendeels verwoest
door een orkaan. (BuitenL Berichten 2e
BINNENLAND.
Nogmaals de schietpartij te Muiden (Gem.
Ber., 3de blad).
LEIDEN.
Prof. dr. Ehrenfest overleden. (1ste
blad).
heeft gehoord en begrepen. Hij verklaart,
dat hij heeft verstaan. Men gaat er dan
toe over met hem door middel van een
tolk te spreken.
Een getuige, zekere Janecke, met wien
Van der Lubbe in zyn Berlynschen tijd is
bijeen geweest, herinnert zich hem nog
goed. Van der Lubbe heeft bij Janecke een
krant gekocht on daarby verklaard, dat hij
naar Duitschland is gekomen om de Duit
sche communistische toestanden te leeren
kennen.
Betreffende de werkzaamheid van v. d.
Lubbe op Vrijdag, den dag voor de eerste
brandstichting, is al heel weinig gewaar
te worden. Met veel moeite komt men er
achter, dat v. d. Lubbe dien Vrijdag ten
minste een wandeling door Berlijn in le
richting van de Alexanderplatz heeft gCr
maakt.
De voorzitter: Wilt u ons vandaag mis
schien zeggen, wat u dien Vrijdag hebt
gedaan?
Hierop wordt niet geantwoord.
v. d. Lubbe bevestigt slechts de verklarin
gen van den Oberreichsanwalt dr. Werner,
dat hij in de Prois Handjery-strassc te Neu-
koeln tegen jonge communisten heeft ge
zegd. dat iets moet gebeuren, iets rrloct
worden ondernomen.
Hierna verdaagde de voorzitter het ver
dere verhoor van verdachte v. d. Lubbe tot
Dinsdagochtend half tien.
HET VERDER VERIIOOR OP DEN
VIJFDEN DAG.
Waarom stichtte v. d. Lubbe brand?
Hedenmorgen, op den vijfden dag van
het proces te Leipzig in verband met de
brandstichting in den Rijksdag, was de be
langstelling wederom zeer jfroot en reeds
geruimen tijd voor de opening van de zit
ting was in dc zaal geen plaats meer on
bezet. Ook de pers is weer in grooten ge
tale aanwezig, aangezien men verwacht,
dat van der Lubbe nog vandaag verhoord
Koopt bij hen,
die in UW dagblad
adverteeren