WOENSDAG 13 SEPTEMBER DE LEIDSCHE COURAN1 TWEEDE BLAD PAG. 6 Onze publieke spreektribune over "de Stadhuisplannen LEIDEN ÜIT DEN NOOD. M. Voor 4 jaren schreven wy een artikel in deze courant met titel „Leiden in nood". Inderdaad bestond toen gevaar, dat de oude Sleutelstad het leelijkste raadhuis van geheel ons land, misschien 'van Europa zou krijgen. Doch de critiek, pers, publieke opinie, en het gezond "verstand hebben ten slotte deze ramp weten te voorkomen. Wij schre ven toen: „Er moet toch wel iets rot zijn in het rijk van kunst en schoonheid. Dat toont zeer duidelijk de Leidsche stadhuis kwestie. Daarover is nu reeds een geheele literatuur verschenen en nog geen een heid van inzicht, nog geen beslissing. En dan bij de deskundigen, architecten, kunstcritikers enz. geen vastheid van be ginsel," geen criterium of maatstaf bij het beoordeelen van kunst of schoonheid, of wat nog erger is; geheel tegenstrijdige be ginselen." Ondertusschen is er echter heel wat ver anderd in de ideëenwereld. Het modernis me in de kunst schijnt wel zijn hoogte punt bereikt te hebben. Wij hadden reeds in Dec. 1929 geschreven, dat men zonder stijl geen schoon, monumentaal raadhuis zou kunnen bouwen. Het project-Dudok droeg alle kenmerken van stijlloosheid en neutraliteit aan zich. En als men het roem de, omdat het op volmaakte wijze de „he- dendaagsche gedachten en gevoelens tot uitdrukking bracht", was dat het meest juiste, maar ook het meest verdachte, wat men ervan zeggen kon. Immers het begriplooze, bizarre, het on logische, karakterlooze stemt het meest overeen met de gedachten en gevoelens van dezen beginselloozen en daarom ook kunstloozen tijd. Niet enkel de massa van de „gewone menschen", maar ook de massa der intel- lectueelen, schijnen reeds genoeg te heb ben aan „moderne kunst" en „heden- daagsche vormen", welke op de keper be schouwd meestal niet enkel oud, maar soms ook nog zeer primitief en afgeleefd blijken te zijn. Tot de kenmerken van de moderne bouwkunst behoort ook het zoo genaamde horizontaisme, de gestrekte lijn; of gelijk het iemand heeft genoemd „het zich over de aarde uitstrekkende". Het is de oudste, zwakste, minst esthetische, en juist daarom waarschijnlijk de „meest mo derne" constructievorm. Het horizontalis me was dan ook het karakteristische hoofd gebrek van het plan-Dudok, dat daarom ook met recht en succes bestreden werd. Onder de nieuw ingezonden plannen heeft het modernistisch plan-Meertens (zijde Vischmarkt) vooral in de onderste deelen ook dat horizontalisme, dat zoo weinig mo numentaal aandoet. De toren van het plan- Meertens en een trappenhuis (of wat het is) met drie vensters in den vorm van een reuzenei, met een totaal onlogisch steun- sel in het midden, verminderen de esthe tiek van dat project nog zeer belangrijk. Een toren te bouwen schijnt trouwens een moeilijk probleem te zijn voor hedendaag- sche architecten. Een „Pietje recht- u i t" van onder tot boven, met een wille keurig, bizar opzetsel als afsluiting; ver der schijnt de moderne bouwkunst niet te kunnen komen. Alleen de nieuwe toren van plan-Kropholler maakt een zeer gun stige uitname. Dat is ten minste een t o- r e n, en wel een rationeele, schoone en monumentale toren. Wij houden zelf dezen nieuwen toren voor beter en monumenta- ler dan de oude toren. Het zoogenoemde „ragfijne" van den ouden toren was wel een weinig speelsch, en meer een getim merte dan een gebouw. Ook de toren van plan-Blaauw is te gerekt, onder nuchter en boven te aspergesachtig en speelsch in de details. En dan nog een echt modernis tisch venster, drie verdiepingen hoog, het geen ongunstig contrasteert met het ge heele Vischmarktfront. Als ergste gebrek in het plan-Blaauw zien wy het uitrek ken van de Vischmarkt tot aan de Bree- straat. Daarmede verdwijnt dan opeens en totaal de Korenbrugsteeg (straat) uit het stadsbeeld, en krijgt men van Oosten komend van het stadhuis in plaats van een nieuw Oostfront, niets te zien dan een be trekkelijk smalle gevel, hetgeen aan een monumentaal gebouw geen gering ge brek is. De meest ideale oplossing heeft ook hier Kropholler in het variant met bogengang aan de Korenbrugsteeg, ofschoon naar de Breestraat 'n trapgevel wellicht gewensch- ter mag schijnen dan een afgeknot dak. Een Vischmarkt tot aan dc Breestraat zal voor Leiden niet veel meer worden, dan een olifant uit de loterij, terwijl een ruime breede bogengang in het centrum der stad zeer dikwijls een gewenschte be scherming zal bieden, als wacht of schuil plaats. De overschrijding van bevoegdhe den in het plan-Blaauw zouden wij zoo groot niet willen uitmeten, als daardoor een belangrijk grootere bebouwde opper vlakte, of hoogere esthetische waarde voor het gebouw verkregen was. BUITENLAND DUITSCHLAND DE COMMUNISTEN HADDEN UITGEBROED. Onthullingen over Putsch-plannèn. De algemeene bond van Duitsche anti communistische vereenigingen, welke te Berlijn is ontstaan door aaneensluiting van een aantal particuliere, niet tot de natio- naal-socialistische partij behoorende orga nisaties en groepen, heeft gistermiddag in een persconferentie een aanvang gemaakt Dit nu blijkt geenszins het geval te zijn; veel eerder het tegendeel. Dat men het advies van R. A. .C. openlijk „o nlo- gisch en principieel onjuis t", „heen en weer draaien d", „w e i- f e le n d" noemt, en dat de R. A. C. in de aanbeveling van het plan-Blauw, „e e n e onbill ij kheid tegenover de an dere architecten" erkent, en dan toch het afwijkend plan-Blaauw, (als het eenig mogelijke in deze omstandigheden) aanbeveelt; dat toont nog eens op eclatan te wijze, dat er iets rot is, ja erg rot in de bouwkunst, bij de bouwkundigen en de critiekers over bouwkunst. Dat komt er van, wanneer men geen vaste beginselen meer heeft; wanneer men niet meer „één vorm, maar den vorm", niet meer een stijl; maar den stijl verwerpt; wanneer men het bouwen in historische stijlen voor namaak en anachronisme bespot, de tradi tie „een zinkend wrak", de Gothiek „een nachtmerrie" noemt. Dat moest natuurlijk tot anarchie en chaos in de bouwkunst lei den, gelijk wij dat nu zien in vele moder ne gebouwen, die stad en land ontsieren." Berlage zegt in een Duitsch geschreven werk: „Kunst ohne Urkonventionen gibt es nicht", hetgeen zooveel beteekent als „Kunst zonder traditie of stijl bestaat niet." Stijl echter beteekent wederom zoo veel als gezag en wet, twee ideëen waar van de moderne wereld niet veel wil we ten. Maar toch is er reeds de kentering. Men begint in te zien, dat in het maat schappelijk leven zonder gezag en wet niets dan anarchie of wanorde kan be staan. En zoo begint men op kunstterrein te begrijpen, dat zonder stijl en wet geen kunst kan bestaan, en dus zonder histori sche bouwvormen geen bouwkunst. Want bouwkunde is nog geen bouwkunst, en een groote of monumentale bouwkunst heeft nooit bestaan zonder conventionee- le of traditioneele bouwvormen; zelfs niet in de Renaissance, welke- naar de oude bouwvormen van Grieken en Romeinen teruggreep. Toen het nu door het ingrijpen van minister Terpstra vaststond, dat de oude Renaissancegevel van het Leidsche stadhuis moest behouden blijven, stond het eveneens vast, dat de rest van het stadhuis niet in een al te groot contrast met dien gevel mocht ontworpen worden. De ont werpers nu van de stadhuisplannen heb ben, dat valt niet te loochenen, him best gedaan dat doel te bereiken. Maar er valt ook niet te loochenen, dat de „moderne vormen" bij eenigen der ontwerpers daarbij het meest storend aandoen. Alleen van plan Kropholler kan men zeggen, dat het uit „het stadhuis met den ouden gevel" het beste heeft gemaakt, wat er uit te ma ken was. En al krijgt Leiden niet een nieuw monumentaal stadhuis, „aus einem Guss" uit een geheel, uit een zuiveren stijl, het krijgt toch geen leelijk, geen Du- dok-monument. Kropholler alleen heeft den moed ge had traditioneele vormen te gebruiken, en toont zich hierin niet enkel beginselvast, maar ook het meest origineel en nieuw, zonder storend te zijn voor den ouden ge vel. Dat hem zulks kwalijk genomen wordt door den kunstredacteur der „Nieuwe Eeuw" strekt plan en ontwerper geens zins tot oneer. Wat is nu dat voor een cri tiek. „De man die niets liever doet, dan zich vermeien in een archaïseerenden stijl.... van kloosters en abdijen. „Het bouwen van middeleeuwsche kloos ters zit dezen begaafden kunstenaar blijk baar zoo in 't bloed, dat hij het romanisee- ren niet meer laten kan." Zulk een critiek heeft evenzooveel waarde als wanneer men van plan-Blaauw zou zeggen, dat de ont werper de R.-K. Zita-school van Leiden tot hoofdgebouw van het stadhuis heeft ge promoveerd. Toch moet de N. Eeuw-schrij ver toegeven „dat Kropholler's gevel aan de Vischmarkt de verdienste heeft dat hij zich niet opdringt ten koste van de oude fagade", hetgeen echter zeer opvallend het geval is bij plan-Blaauw. Volgens de cri tiek van den „N. Eeuw"-schrijver zou Kropholler „de klok nog verder terugzet ten dan strikt noodzakelijk is." Maar wij vragen hier: wie zet de klok het verst achteruit; Kropholler die teruggrijpt naar den boog, die zijn hoogste ontwikkeling bereikte in de middeleeuwen, of de moder nen, die met hun horizontalisme teruggrij pen naar de gestrekte lijn, reeds bekend 2000 jaar vóór Christus bij Assiriërs en Egyptenaren? En als de N. Eeuw-kunstman in het plan Kropholler een neo-Romaansch klooster ziet, deelt het stadhuis deze eer met het Rijksmuseum van Amsterdam, dat men ook van zekere zijde een Roomsch Klooster noemde. Wij zien in het plan- Kropholler een stap vooruit in de goede richting; naar traditie, naar wet en gezag, naar rationeele constructie, zonder welke geen bouwkunst kan bestaan. De stad Lei den is nu wel uit den nood, krijgt geen leelijk modern stadhuis, wat in dezen tijd van „begriplooze en beginsellooze" bouw kunst toch zeker iets beteekent. Groenendijk, Sept. 1933. J. M. KEULERS, Pastoor O.C.D. met reeds vroeger aangekondigde onthul lingen over de omwentelingsplannen der Duitsche communisten. Als eerste publicatie is een brochure ver schenen van Adolf Ehrt: „Gewapende op stand, onthullingen over het communisti sche omwentelingsplan aan den vooravond der nationalistische revolutie". Klaarblij kelijk is dit werkje bedoeld als een propa- ganda-geschrift in verband met het a.s. Rijksdagbrand-proces. De band vertoont namelijk op den voorkant den koepel van het Rijksdaggebouw waaruit vlammen en rookwolken omhoog stijgen, terwijl rechts boven een foto van v. d. Lubbe en links twee met geweren gewapende arbeiders zijn afgebeeld. Aan den inhoud van het boek is het vol gende ontleend: Eind 1932 beschikte de communistische partij volgens het onderzoek over een mil- lioen leden, die er voor zouden worden ge bruikt nog voor het einde van den winter 1932/33 de macht in Duitschland voor het communisme te veroveren. Ter bereiking van dit doel werd als eenige middel beslo ten tot een gewelddadigen opstand. Van buitengewone beteekenis zljfn de zwarte lijsten, die men in het Karl Lieb- knechthuis te Berlijn gevonden heeft. Hier op stonden met naam, adres en persoons beschrijving talrijke lieden vermeld, die in de eigen gelederen en in de N.S.D.A.P. den communisten verdacht voorkwamen en onmiddellijk bij het begin van den com- munistischen opstand in hun woning zou den worden overvallen en vermoord, o.w. talrijke leiders van nationaal-socialistische groepen, en storm-afdeelingen. Begin Februari 1932 kwam de geheime leiding van den gewapenden opstand voor de laatste maal bijeen ter bespreking van de laatste maatregelen voor den grooten slag. De opstand zou in de gedemilitariseer de zone van het Rijnland beginnen. Het signaal tot de omwenteling zou de vermoor ding van Hitier zijn, die toen juist een reis door het Rijnland zou maken. Verder werd besloten alle groote zendstations te bezet ten en van daaruit een oproep te richten aan het proletariaat om aan den opstand deel te nemen. Vervolgens zouden de belangrijkste be drijven worden opgeblazen of stilgelegd en sabotagedaden worden gepleegd. De ge heime leiding dezer revolutie zou haar kwartieren hebben in Duren en Krefeld, de militaire leiding zou berusten in de handen van den Rus Wollenberg. Den 28sten Februari werd de instructie gegeven zich voor alles gereed te houden en het begin van het oproer werd bepaald op vijf Maart, des nachts twaalf uur. Het te vroeg uitbreken van den Rijksdag brand, het te vroeg doorzien van de com munistische bedoelingen door de Pruisi sche regeering, aldus het rapport van het onderzoek, maakte te elfder ure doeltref fende afweermaatregelen mogelijk. Wat den overigen inhoud van het boek werk aangaat, in het hoofdstuk in zake po gingen tot landverraad wordt verteld, hoe in Duitschland bedrijfsspionnage gepleegd werd voor dé sovjet-industrie. OOSTENRIJK WEENENS BEVRIJDING VAN DE TURKEN. Herdenkingsplechtigheid. Ter herinnering aan Weenens bevrijding van de Turken is gisteren op den Helden- platz *n groote bijeenkomst gehouden, waaraan wterd deelgenomen door den bondspresident, de bondsregeering en tal van geestelijke en wereldlijke hoogwaardig heid sbekleeders. Door Z. H. Em„ kardinaal dr. Innitzer werd een Pontificale Hoogmis opgedragen, tijdens welke hij een feestpredicatie hield, waarin hij de beteekenis van Weenens be vrijding uiteenzette. In de feestrede, welke door bondspresi dent Miklas werd gehouden, schilderde deze de historische feiten van Weenens ont zet en wees met nadruk op de geschied kundige en cultureele beteekenis dezer ge beurtenissen. Toen. aldus de president, was het de plicht van Ween en, om zich als bol werk der christelijke cultuur op te wer pen tegen den vijand, die thans reeds lang Oostenrijks vriend geworden is. Toen bleek de waarheid van het woord: „Oostenrijk kan, als het maar wil". Het Oostenrijk van thans, aldus besloot de bondspresident, is vast besloten, zijn zending op vredelievende wijze te vervul len, in goede verstandhouding met alle vol ken. De plechtigheid werd besloten met een défilé voor de officieele persoonlijkheden, onder welke zich ook een groote Turksche delegatie bevond. STARHEMBERG SPOORT DOLLFUSS AAN. „Wij verwachten van u het nieuwe Oostenrijk!" De Oostenrijksche Heimatschutz heeft gisteren, naar Wolff meldt, de bevrijding van de Turken herdacht met een plèchtig- heid voor het gedenkteeken op de Rathaus- platz. Voor het begin schreed de bondskanse lier dr. Dollfuss langs het front der voor een deel gewapende Heimatschutz-afdee- lingen. Dollfuss, de minister van justitie Schusch- nigg als leider der stormscharen en de mi nister voor de veiligheid, leider van de Heimatschutz voor het land Weenen, ma joor Frey, voerden het woord. De bondsleider prins Starhemberg dank te voor de waardeering voor de daden van zijn voorvader (naar men weet de verde diger van Weenen in 1683). Hij dankte er namens de Heimatschutz den bondskanselier voor dat deze op het juiste oogenblik in de geschiedenis van Oostenrijk was opgetreden. Hij verzekerde den bondskanselier dat de Heimatschutz hem trouw zou volgen. Stel ons nooit te leur, zoo betoogde Star hemberg. Wij verwachten van u niet de ge middelde praestatie van een gemiddeld kanselier, geen onvoldoend hervormings werk van den staat, wij verwachten van u het nieuwe Oostenrijk! Voorts verklaarde Starhemberg, zich tot den bondskanselier wendend, dat hij nog een concreet verzoek had. Nu in deze dagen het vreedzame katholieke en aan zijn bo dem gehechte Weenen op straat is geweest en zich verklaard heeft voor de idee van het nieuwe Oostenrijk, is het onduldbaar dat daarbinnen (en daarbij wees Starhem berg naar het raadhuis) nog de bolsjewie ken zijn. Het jaar 1933 moet een bevrydingswerk worden. Wacht niet te lang, mijnheer de bondskanselier, het volk verwacht het van ui OOSTERIJKS NIEUW EMBLEEM. Maandag droegen de leden der organisaties, welke Dollfuss steunen, voor het eerst op hun vlaggen het nieuwe kruis dat Dollfuss heeft aan gegeven. Hiernevens ge ven wij van dit nieuwe embleem een afbeelding. SPANJE ZAL LERROUX HET BOLWERKEN. Te Madrid is men van meening, dat het lot van de nieuwe regeering in hoofdzaak afhankelijk is van de houding der socia listen. Wanneer dezen een positieven ar beid niet mogelijk maken, verwacht men ontbinding van het parlement in October en nieuwe verkiezingen in November. De burgerlijke pers van Madrid aan vaardt over het algemeen de regeering Lerroux, hoewel de rechterzijde deze op lossing de minste van twee kwaden noemt. CHINA TIBETANEN RUKKEN CHINA BINNEN. Schending van verdrag in zake wapen stilstand? Het Chineesche ministerie van Oorlog deelt mede, dat de Tibetaansche troepen op 8 September de Chineesch-Tibetaansche grens hebben overschreden en met cava lerie de provincie Joenan binnenrukken. De Chineesche troepen, welke numeriek in de minderheid zijn, hebben verscheidene stellingen moeten ontruimen. Het Chinee sche ministerie van Oorlog verklaarde, dat het binnendringen van het Tibetaansche leger de meest grove schending beteekent van het Chineesch-Tibetaansche wapenstil standsverdrag. De Chineesche regeering zal direct stappen doen bij de Engelsche re geering wegens het optreden van Tibet. Zij heeft den opperbevelhebber van het Chineesche leger in de provincie Joenan geinstrueerd, alle mogelijke militaire maat regelen te treffen om tegenstand te bieden aan de Tibetanen. Hoewel Tibet China niet den oorlog heeft verklaard, moeten de Chi neesche troepen de Tibetanen bestrijden als ware het een formeele oorlog. AMERIKA CREDIETEN VOOR DE N.I.R.A. Geheime bespreking bij Roosevelt. De aandacht van president Roosevelt en de leiders der Nira is op het oogen blik geconcentreerd op de uitbreiding van de credieten, welke noodig is, als gevolg van de uitvoering van het program der herstel-administratie. Gisteravond heeft een langdurige ge heime bespreking plaats gehad in het Wit te Huis, waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van de schatkist, van den Federal Reserve Board, de Reconstruc tion Finance Corporation en de Nira. Na afloop verklaarde de gouverneur van den Federal Reserveboard, dat de banken met den toestand rekening blijven hou den, doch tevens behoorlijke waarborgen zullen vragen. De voorzitter van de Reconstruction Fi nance Corporation, Jesse Jones, gaf toe, dat de crediet-situatie tot bezorgdheid on der de leiders aanleiding geeft, vooral wat de credieten voor de uitvoering van het program der Nira betreft. „De banksitua- tie, zooals die thans is, aldus Jones, is de groote moeilijkheid voor de plannen 'der Nira. De bankiers kunnen heel veel doen, als zij maar het risico op zich willen ne men. Er is genoeg geld bij de banken be schikbaar en als zij hara credieten uitbrei den, dan blijven zij toch nog een gezonde positie innemen. Indien wij het werk-ka- pitaal met een milliard dollar konden uit breiden door den aankoop van preferente bankaandeelen, dan zou dit van buitenge woon groot nut zijn." DE TOESTAND OP CUBA. De weerspannige officieren krijgen een ultimatum. President San Martin heeft aan de offi cieren die zich gebarricadeerd hebben in hotel National te Havanna, een ultimatum gezonden. Hij geeft hun 36 uur tijd, om tot een accoord te komen met de nieuwe regeering. De officieren bevinden zich in hun ho tel in een hachelijke positie. Niet alleen is het gebouw door soldaten omringd, doch thans heeft ook het geheele bedienend per soneel het hotel verlaten, zoodat de gas ten maar zichzelf moeten zien te helpen. Onder de gasten bevinden zich behalve of ficieren ook de Amerikaansche gezant Wel les, die daar eenige dagen geleden zijn in trek heeft genomen en tal van Amerika nen en Europeanen, die daarheen tijdens de onlusten zijn gevlucht. De directeur van het hotel heeft medegedeeld, dat zijn per soneel bedreigd werd met mishandeling, indien voortgegaan werd met het bedienen der officieren. Het schijnt, dat de officie ren zich thans op een beleg voorbereiden. Ondanks het strenge toezicht zijn zij er in geslaagd, wapens het hotel binnen te smok kelen. De officieren hebben een proclamatie gepubliceerd, waarin zij categorisch de ge ruchten tegenspreken, dat zij zouden trach ten, een interventie der Vereenigde Sta ten te provoceeren. De Amerikaansche minister van Buiten- landsche Zaken, Huil, heeft nogmaals for meel verklaard, dat de V. S. elke regee ring verwelkomen, welke den volkswil vertegenwoordigt en in staat is de orde te handhaven- BUITENL. BERICHTEN. DE BRAND IN DEN RIJKSDAG. Pleidooien in Parijs. Na 'n stormachtig voorspel, hebben de ad vocaten Mori-Giafferi en Torrès, die de be schuldigden van den Rijksdagbrand op 21 Sept. zouden verdedigen, maar door de niet- toelating door de Duitsche regeering zulks niet zullen kunnen doen, gisterenavond de pleidooien gehouden in een openbare bij eenkomst in de Salie Wagram. Reeds lang voor half negen bevonden duizenden personen zich reeds in de Ave nue Wagram en in de zijstraten. Een tijd lang bleef het ordelijk, maar toen geroe pen werd: „Dood aan Hitler, die moorde naar!" werd het meer en meer rumoerig en moest de politie optreden, om de orde te herstellen. Waterkaraffen, stoelen en dergelijke inventarisstukken uit de omlig gende café's, werden naar de politie ge gooid, die eindelijk genoodzaakt was eenige keeren te chargeeren, voordat zij erin slaagde de orde te herstellen. Eenige per sonen werden gewond, enkelen gearres teerd. De zaal was tot de laatste plaats bezet, toen om bij negenen de zitting begon. De Moro-Giafferi begon toen zijn toe spraak, waarin hy na een overzicht te heb ben gegeven van de omstandigheden, waar onder van der Lubbe werd gearresteerd, zeide dat het onmogelijk was, dat een lid maatschapskaart van de Communistische partij op hem zou zijn gevonden, daar hij eenigen tijd tevoren uit de partij was ge treden. Naar zijn meening was het veeleer verklaarbaar, dat de man niet ten volle bij zijn verstand was, (waarbij nog kwam, dat hij ook half blind was). Indien hij werke lijk de brandstichter zou zijn, dan nog zou hij niet meer zijn geweest dan het werk tuig van anderen, die hem daartoe hadden geprest, teneinde politieke propaganda te voeren en de uitroeiing van het Marxisme in Duitschland te bewerken. Refereerende aan de getuigenverklaring van een kellner, die verklaard had de drie Bulgaren, Dimi- troff, Pokoff en Tanef in een café in een gesprek te hebben gezien met van der Lub be, zeide Moro-Giafferi, dat deze getuigen verklaring duidelijk onjuist was, daar de vier mannen niet dezelfde taal spreken en daardoor onmogelijk elkaar zouden kunnen begrijpen. Voorts zei de Moro-Giafferi, dat het on mogelijk was, dat Torgler van der Lubbe in het Rijksdaggebouw zou hebben ontvan gen, daar deze twee mannen elkander niet kenden. Van der Lubbe had beweerd alleen te zijn opgetreden, maar hier sprak hij op nieuw niet de waarheid. *Hij heeft tal van medeplichtigen gehad, hetgeen werd bewe zen door de hoeveelheid gevonden brand baar materiaal, maar hij wilde ze niet aan geven. Moro Giafferi zeide, dat hij er per soonlijk niet aan twijfelde, of van der Lub be was verstrikt geraakt in de knoeierijen van Nazi-provocateurs. Er is geen gerechtshof ter wereld, geen gerechtelijk systeem, zelfs het meest rigou reuze, wat stand kon houden tegen de leu gens, welke door de politie waren uitge vonden. Maar zij moeten den schijn red den. Indien het niet waar was, dat het vuur was aangestoken als verkiezings-propagan- damiddel, zou misschien de invrijheid stel ling van de vier beschuldigden en de ver oordeeling van Van der Lubbe zijn ge schied; maar indien dit niet geschiedt, in dien de rechters de theorie der vervolging aanvaarden, indien onschuldig bloed zou vloeien, zou generaal Goering de brand stichter van den Rijksdag zijn. Nadat Mr. Torrès in denzelfden geest had gesproken, werd met algemeene stemmen een resolutie aangenomen, waarin wordt verklaard, dat 15000 burgers ter vergade ring bijeen, de parodie op de rechtspraak welke in Leipzig wordt voorbereid, denun- cieeren, erop wijzende, dat voor de eerste malen in de annalen van het recht de schuldige zich het recht aanmatigt, te oor- deelen over de slachtoffers. Zij bevestigen, dat het geheele Fransche volk weigert zijn vertrouwen te schenken in een partijdige rechtspraak, welker vooroordeelen het vol komen verplaatsen uit de meest elemen taire principes van menschelijk recht. Zij begroeten en vestigen hun hoop op de rechtsgeleerden die in Londen vereenig'J zijn, terzake van hoogstaand en onaantast baar recht en denuncieeren de viervoudige misdaad, welke wordt voorbereid in naam van het nationaaP-socialisme en onver draagzaamheid". De vergadering ging uiteen onder het roe pen van „Leve Torgler, Dimitroff, Pokoff en Tanef'. BERUCHT SMOKKELAAR OPNIEUW GEVAT. De beruchte groot-smokkelaar H. Ho|e, die enkele maanden geleden uit de gevan genis te Düsseldorf wist te ontsnappen, is te Rheindahlen gearresteerd. Holz wordt er bovendien van verdacht de leider te zijn van een groote inbrekersbende, die talrijke diefstallen in het- grensgebied op haar ge weten heeft. Sinds zijn ontsnapping hield hij zich op in Limburg en voerde van daar uit zijn smokkelzaakjes. EEN BERGBEKLIMMERS SCHOOL TE SHANGHAI. Te Shanghai is een schoo] geopend, waar uitsluitend onderricht wordt gegeven in het beklimmen van bergen. De leerlingen zijn jongemannen, die voor den militairen dienst bestemd zijn en die moeten leeren, hoe zij gepakt en gezakt zich vlug over bergachtig terrein kunnen bewegen, om later met succes te kunnen optreden tegen de beste bergbeklimmers ter wereld, n.l. de Chineesche bandieten, die.de bergachtige streken van oentraal- China onveilig maken. Deze school is c< gericht op last van generaal Tsjang Kai Shek, den president I van den nationalen militairen raad en op- i peroevelhebber van de Chineesche strijd krachten te land, te water en in de lucht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8