WOENSDAG 13 SEPTEMBER
DE LEIDSCHE COURAN1
TWEEDE BLAD PAG. 6
Onze publieke spreektribune over "de Stadhuisplannen
LEIDEN ÜIT DEN NOOD.
M.
Voor 4 jaren schreven wy een artikel
in deze courant met titel „Leiden in
nood". Inderdaad bestond toen gevaar,
dat de oude Sleutelstad het leelijkste
raadhuis van geheel ons land, misschien
'van Europa zou krijgen.
Doch de critiek, pers, publieke opinie,
en het gezond "verstand hebben ten slotte
deze ramp weten te voorkomen. Wij schre
ven toen: „Er moet toch wel iets rot zijn
in het rijk van kunst en schoonheid. Dat
toont zeer duidelijk de Leidsche stadhuis
kwestie. Daarover is nu reeds een geheele
literatuur verschenen en nog geen een
heid van inzicht, nog geen beslissing. En
dan bij de deskundigen, architecten,
kunstcritikers enz. geen vastheid van be
ginsel," geen criterium of maatstaf bij het
beoordeelen van kunst of schoonheid, of
wat nog erger is; geheel tegenstrijdige be
ginselen."
Ondertusschen is er echter heel wat ver
anderd in de ideëenwereld. Het modernis
me in de kunst schijnt wel zijn hoogte
punt bereikt te hebben. Wij hadden reeds
in Dec. 1929 geschreven, dat men zonder
stijl geen schoon, monumentaal raadhuis
zou kunnen bouwen. Het project-Dudok
droeg alle kenmerken van stijlloosheid en
neutraliteit aan zich. En als men het roem
de, omdat het op volmaakte wijze de „he-
dendaagsche gedachten en gevoelens tot
uitdrukking bracht", was dat het meest
juiste, maar ook het meest verdachte, wat
men ervan zeggen kon.
Immers het begriplooze, bizarre, het on
logische, karakterlooze stemt het meest
overeen met de gedachten en gevoelens
van dezen beginselloozen en daarom ook
kunstloozen tijd.
Niet enkel de massa van de „gewone
menschen", maar ook de massa der intel-
lectueelen, schijnen reeds genoeg te heb
ben aan „moderne kunst" en „heden-
daagsche vormen", welke op de keper be
schouwd meestal niet enkel oud, maar
soms ook nog zeer primitief en afgeleefd
blijken te zijn. Tot de kenmerken van de
moderne bouwkunst behoort ook het zoo
genaamde horizontaisme, de gestrekte lijn;
of gelijk het iemand heeft genoemd „het
zich over de aarde uitstrekkende". Het is
de oudste, zwakste, minst esthetische, en
juist daarom waarschijnlijk de „meest mo
derne" constructievorm. Het horizontalis
me was dan ook het karakteristische hoofd
gebrek van het plan-Dudok, dat daarom
ook met recht en succes bestreden werd.
Onder de nieuw ingezonden plannen heeft
het modernistisch plan-Meertens (zijde
Vischmarkt) vooral in de onderste deelen
ook dat horizontalisme, dat zoo weinig mo
numentaal aandoet. De toren van het plan-
Meertens en een trappenhuis (of wat het
is) met drie vensters in den vorm van een
reuzenei, met een totaal onlogisch steun-
sel in het midden, verminderen de esthe
tiek van dat project nog zeer belangrijk.
Een toren te bouwen schijnt trouwens een
moeilijk probleem te zijn voor hedendaag-
sche architecten. Een „Pietje recht-
u i t" van onder tot boven, met een wille
keurig, bizar opzetsel als afsluiting; ver
der schijnt de moderne bouwkunst niet te
kunnen komen. Alleen de nieuwe toren
van plan-Kropholler maakt een zeer gun
stige uitname. Dat is ten minste een t o-
r e n, en wel een rationeele, schoone en
monumentale toren. Wij houden zelf dezen
nieuwen toren voor beter en monumenta-
ler dan de oude toren. Het zoogenoemde
„ragfijne" van den ouden toren was wel
een weinig speelsch, en meer een getim
merte dan een gebouw. Ook de toren van
plan-Blaauw is te gerekt, onder nuchter
en boven te aspergesachtig en speelsch in
de details. En dan nog een echt modernis
tisch venster, drie verdiepingen hoog, het
geen ongunstig contrasteert met het ge
heele Vischmarktfront. Als ergste gebrek
in het plan-Blaauw zien wy het uitrek
ken van de Vischmarkt tot aan de Bree-
straat. Daarmede verdwijnt dan opeens
en totaal de Korenbrugsteeg (straat) uit
het stadsbeeld, en krijgt men van Oosten
komend van het stadhuis in plaats van een
nieuw Oostfront, niets te zien dan een be
trekkelijk smalle gevel, hetgeen aan een
monumentaal gebouw geen gering ge
brek is.
De meest ideale oplossing heeft ook hier
Kropholler in het variant met bogengang
aan de Korenbrugsteeg, ofschoon naar de
Breestraat 'n trapgevel wellicht gewensch-
ter mag schijnen dan een afgeknot dak.
Een Vischmarkt tot aan dc Breestraat
zal voor Leiden niet veel meer worden,
dan een olifant uit de loterij, terwijl een
ruime breede bogengang in het centrum
der stad zeer dikwijls een gewenschte be
scherming zal bieden, als wacht of schuil
plaats. De overschrijding van bevoegdhe
den in het plan-Blaauw zouden wij zoo
groot niet willen uitmeten, als daardoor
een belangrijk grootere bebouwde opper
vlakte, of hoogere esthetische waarde voor
het gebouw verkregen was.
BUITENLAND
DUITSCHLAND
DE COMMUNISTEN HADDEN
UITGEBROED.
Onthullingen over Putsch-plannèn.
De algemeene bond van Duitsche anti
communistische vereenigingen, welke te
Berlijn is ontstaan door aaneensluiting van
een aantal particuliere, niet tot de natio-
naal-socialistische partij behoorende orga
nisaties en groepen, heeft gistermiddag in
een persconferentie een aanvang gemaakt
Dit nu blijkt geenszins het geval te zijn;
veel eerder het tegendeel. Dat men het
advies van R. A. .C. openlijk „o nlo-
gisch en principieel onjuis t",
„heen en weer draaien d", „w e i-
f e le n d" noemt, en dat de R. A. C. in de
aanbeveling van het plan-Blauw, „e e n e
onbill ij kheid tegenover de an
dere architecten" erkent, en dan
toch het afwijkend plan-Blaauw, (als het
eenig mogelijke in deze omstandigheden)
aanbeveelt; dat toont nog eens op eclatan
te wijze, dat er iets rot is, ja erg rot in de
bouwkunst, bij de bouwkundigen en de
critiekers over bouwkunst. Dat komt er
van, wanneer men geen vaste beginselen
meer heeft; wanneer men niet meer „één
vorm, maar den vorm", niet meer een
stijl; maar den stijl verwerpt; wanneer
men het bouwen in historische stijlen voor
namaak en anachronisme bespot, de tradi
tie „een zinkend wrak", de Gothiek „een
nachtmerrie" noemt. Dat moest natuurlijk
tot anarchie en chaos in de bouwkunst lei
den, gelijk wij dat nu zien in vele moder
ne gebouwen, die stad en land ontsieren."
Berlage zegt in een Duitsch geschreven
werk: „Kunst ohne Urkonventionen gibt
es nicht", hetgeen zooveel beteekent als
„Kunst zonder traditie of stijl bestaat
niet." Stijl echter beteekent wederom zoo
veel als gezag en wet, twee ideëen waar
van de moderne wereld niet veel wil we
ten. Maar toch is er reeds de kentering.
Men begint in te zien, dat in het maat
schappelijk leven zonder gezag en wet
niets dan anarchie of wanorde kan be
staan. En zoo begint men op kunstterrein
te begrijpen, dat zonder stijl en wet geen
kunst kan bestaan, en dus zonder histori
sche bouwvormen geen bouwkunst. Want
bouwkunde is nog geen bouwkunst, en
een groote of monumentale bouwkunst
heeft nooit bestaan zonder conventionee-
le of traditioneele bouwvormen; zelfs niet
in de Renaissance, welke- naar de oude
bouwvormen van Grieken en Romeinen
teruggreep. Toen het nu door het ingrijpen
van minister Terpstra vaststond, dat de
oude Renaissancegevel van het Leidsche
stadhuis moest behouden blijven, stond het
eveneens vast, dat de rest van het stadhuis
niet in een al te groot contrast met dien
gevel mocht ontworpen worden. De ont
werpers nu van de stadhuisplannen heb
ben, dat valt niet te loochenen, him best
gedaan dat doel te bereiken. Maar er valt
ook niet te loochenen, dat de „moderne
vormen" bij eenigen der ontwerpers daarbij
het meest storend aandoen. Alleen van
plan Kropholler kan men zeggen, dat het
uit „het stadhuis met den ouden gevel"
het beste heeft gemaakt, wat er uit te ma
ken was. En al krijgt Leiden niet een
nieuw monumentaal stadhuis, „aus einem
Guss" uit een geheel, uit een zuiveren
stijl, het krijgt toch geen leelijk, geen Du-
dok-monument.
Kropholler alleen heeft den moed ge
had traditioneele vormen te gebruiken, en
toont zich hierin niet enkel beginselvast,
maar ook het meest origineel en nieuw,
zonder storend te zijn voor den ouden ge
vel. Dat hem zulks kwalijk genomen wordt
door den kunstredacteur der „Nieuwe
Eeuw" strekt plan en ontwerper geens
zins tot oneer. Wat is nu dat voor een cri
tiek. „De man die niets liever doet, dan
zich vermeien in een archaïseerenden
stijl.... van kloosters en abdijen.
„Het bouwen van middeleeuwsche kloos
ters zit dezen begaafden kunstenaar blijk
baar zoo in 't bloed, dat hij het romanisee-
ren niet meer laten kan." Zulk een critiek
heeft evenzooveel waarde als wanneer men
van plan-Blaauw zou zeggen, dat de ont
werper de R.-K. Zita-school van Leiden tot
hoofdgebouw van het stadhuis heeft ge
promoveerd. Toch moet de N. Eeuw-schrij
ver toegeven „dat Kropholler's gevel aan
de Vischmarkt de verdienste heeft dat hij
zich niet opdringt ten koste van de oude
fagade", hetgeen echter zeer opvallend het
geval is bij plan-Blaauw. Volgens de cri
tiek van den „N. Eeuw"-schrijver zou
Kropholler „de klok nog verder terugzet
ten dan strikt noodzakelijk is." Maar wij
vragen hier: wie zet de klok het verst
achteruit; Kropholler die teruggrijpt naar
den boog, die zijn hoogste ontwikkeling
bereikte in de middeleeuwen, of de moder
nen, die met hun horizontalisme teruggrij
pen naar de gestrekte lijn, reeds bekend
2000 jaar vóór Christus bij Assiriërs en
Egyptenaren? En als de N. Eeuw-kunstman
in het plan Kropholler een neo-Romaansch
klooster ziet, deelt het stadhuis deze eer
met het Rijksmuseum van Amsterdam, dat
men ook van zekere zijde een Roomsch
Klooster noemde. Wij zien in het plan-
Kropholler een stap vooruit in de goede
richting; naar traditie, naar wet en gezag,
naar rationeele constructie, zonder welke
geen bouwkunst kan bestaan. De stad Lei
den is nu wel uit den nood, krijgt geen
leelijk modern stadhuis, wat in dezen tijd
van „begriplooze en beginsellooze" bouw
kunst toch zeker iets beteekent.
Groenendijk, Sept. 1933.
J. M. KEULERS, Pastoor O.C.D.
met reeds vroeger aangekondigde onthul
lingen over de omwentelingsplannen der
Duitsche communisten.
Als eerste publicatie is een brochure ver
schenen van Adolf Ehrt: „Gewapende op
stand, onthullingen over het communisti
sche omwentelingsplan aan den vooravond
der nationalistische revolutie". Klaarblij
kelijk is dit werkje bedoeld als een propa-
ganda-geschrift in verband met het a.s.
Rijksdagbrand-proces. De band vertoont
namelijk op den voorkant den koepel van
het Rijksdaggebouw waaruit vlammen en
rookwolken omhoog stijgen, terwijl rechts
boven een foto van v. d. Lubbe en links
twee met geweren gewapende arbeiders
zijn afgebeeld.
Aan den inhoud van het boek is het vol
gende ontleend:
Eind 1932 beschikte de communistische
partij volgens het onderzoek over een mil-
lioen leden, die er voor zouden worden ge
bruikt nog voor het einde van den winter
1932/33 de macht in Duitschland voor het
communisme te veroveren. Ter bereiking
van dit doel werd als eenige middel beslo
ten tot een gewelddadigen opstand.
Van buitengewone beteekenis zljfn de
zwarte lijsten, die men in het Karl Lieb-
knechthuis te Berlijn gevonden heeft. Hier
op stonden met naam, adres en persoons
beschrijving talrijke lieden vermeld, die
in de eigen gelederen en in de N.S.D.A.P.
den communisten verdacht voorkwamen
en onmiddellijk bij het begin van den com-
munistischen opstand in hun woning zou
den worden overvallen en vermoord, o.w.
talrijke leiders van nationaal-socialistische
groepen, en storm-afdeelingen.
Begin Februari 1932 kwam de geheime
leiding van den gewapenden opstand voor
de laatste maal bijeen ter bespreking van
de laatste maatregelen voor den grooten
slag. De opstand zou in de gedemilitariseer
de zone van het Rijnland beginnen. Het
signaal tot de omwenteling zou de vermoor
ding van Hitier zijn, die toen juist een reis
door het Rijnland zou maken. Verder werd
besloten alle groote zendstations te bezet
ten en van daaruit een oproep te richten
aan het proletariaat om aan den opstand
deel te nemen.
Vervolgens zouden de belangrijkste be
drijven worden opgeblazen of stilgelegd
en sabotagedaden worden gepleegd. De ge
heime leiding dezer revolutie zou haar
kwartieren hebben in Duren en Krefeld,
de militaire leiding zou berusten in de
handen van den Rus Wollenberg.
Den 28sten Februari werd de instructie
gegeven zich voor alles gereed te houden
en het begin van het oproer werd bepaald
op vijf Maart, des nachts twaalf uur.
Het te vroeg uitbreken van den Rijksdag
brand, het te vroeg doorzien van de com
munistische bedoelingen door de Pruisi
sche regeering, aldus het rapport van het
onderzoek, maakte te elfder ure doeltref
fende afweermaatregelen mogelijk.
Wat den overigen inhoud van het boek
werk aangaat, in het hoofdstuk in zake po
gingen tot landverraad wordt verteld, hoe
in Duitschland bedrijfsspionnage gepleegd
werd voor dé sovjet-industrie.
OOSTENRIJK
WEENENS BEVRIJDING VAN DE
TURKEN.
Herdenkingsplechtigheid.
Ter herinnering aan Weenens bevrijding
van de Turken is gisteren op den Helden-
platz *n groote bijeenkomst gehouden,
waaraan wterd deelgenomen door den
bondspresident, de bondsregeering en tal
van geestelijke en wereldlijke hoogwaardig
heid sbekleeders.
Door Z. H. Em„ kardinaal dr. Innitzer
werd een Pontificale Hoogmis opgedragen,
tijdens welke hij een feestpredicatie hield,
waarin hij de beteekenis van Weenens be
vrijding uiteenzette.
In de feestrede, welke door bondspresi
dent Miklas werd gehouden, schilderde
deze de historische feiten van Weenens ont
zet en wees met nadruk op de geschied
kundige en cultureele beteekenis dezer ge
beurtenissen. Toen. aldus de president, was
het de plicht van Ween en, om zich als bol
werk der christelijke cultuur op te wer
pen tegen den vijand, die thans reeds lang
Oostenrijks vriend geworden is.
Toen bleek de waarheid van het woord:
„Oostenrijk kan, als het maar wil".
Het Oostenrijk van thans, aldus besloot
de bondspresident, is vast besloten, zijn
zending op vredelievende wijze te vervul
len, in goede verstandhouding met alle vol
ken.
De plechtigheid werd besloten met een
défilé voor de officieele persoonlijkheden,
onder welke zich ook een groote Turksche
delegatie bevond.
STARHEMBERG
SPOORT DOLLFUSS AAN.
„Wij verwachten van u het nieuwe
Oostenrijk!"
De Oostenrijksche Heimatschutz heeft
gisteren, naar Wolff meldt, de bevrijding
van de Turken herdacht met een plèchtig-
heid voor het gedenkteeken op de Rathaus-
platz.
Voor het begin schreed de bondskanse
lier dr. Dollfuss langs het front der voor
een deel gewapende Heimatschutz-afdee-
lingen.
Dollfuss, de minister van justitie Schusch-
nigg als leider der stormscharen en de mi
nister voor de veiligheid, leider van de
Heimatschutz voor het land Weenen, ma
joor Frey, voerden het woord.
De bondsleider prins Starhemberg dank
te voor de waardeering voor de daden van
zijn voorvader (naar men weet de verde
diger van Weenen in 1683).
Hij dankte er namens de Heimatschutz
den bondskanselier voor dat deze op het
juiste oogenblik in de geschiedenis van
Oostenrijk was opgetreden. Hij verzekerde
den bondskanselier dat de Heimatschutz
hem trouw zou volgen.
Stel ons nooit te leur, zoo betoogde Star
hemberg. Wij verwachten van u niet de ge
middelde praestatie van een gemiddeld
kanselier, geen onvoldoend hervormings
werk van den staat, wij verwachten van u
het nieuwe Oostenrijk!
Voorts verklaarde Starhemberg, zich tot
den bondskanselier wendend, dat hij nog
een concreet verzoek had. Nu in deze dagen
het vreedzame katholieke en aan zijn bo
dem gehechte Weenen op straat is geweest
en zich verklaard heeft voor de idee van
het nieuwe Oostenrijk, is het onduldbaar
dat daarbinnen (en daarbij wees Starhem
berg naar het raadhuis) nog de bolsjewie
ken zijn.
Het jaar 1933 moet een bevrydingswerk
worden. Wacht niet te lang, mijnheer de
bondskanselier, het volk verwacht het
van ui
OOSTERIJKS NIEUW EMBLEEM.
Maandag droegen de
leden der organisaties,
welke Dollfuss steunen,
voor het eerst op hun
vlaggen het nieuwe kruis
dat Dollfuss heeft aan
gegeven. Hiernevens ge
ven wij van dit nieuwe
embleem een afbeelding.
SPANJE
ZAL LERROUX HET BOLWERKEN.
Te Madrid is men van meening, dat het
lot van de nieuwe regeering in hoofdzaak
afhankelijk is van de houding der socia
listen. Wanneer dezen een positieven ar
beid niet mogelijk maken, verwacht men
ontbinding van het parlement in October
en nieuwe verkiezingen in November.
De burgerlijke pers van Madrid aan
vaardt over het algemeen de regeering
Lerroux, hoewel de rechterzijde deze op
lossing de minste van twee kwaden
noemt.
CHINA
TIBETANEN RUKKEN CHINA BINNEN.
Schending van verdrag in zake wapen
stilstand?
Het Chineesche ministerie van Oorlog
deelt mede, dat de Tibetaansche troepen
op 8 September de Chineesch-Tibetaansche
grens hebben overschreden en met cava
lerie de provincie Joenan binnenrukken.
De Chineesche troepen, welke numeriek
in de minderheid zijn, hebben verscheidene
stellingen moeten ontruimen. Het Chinee
sche ministerie van Oorlog verklaarde, dat
het binnendringen van het Tibetaansche
leger de meest grove schending beteekent
van het Chineesch-Tibetaansche wapenstil
standsverdrag. De Chineesche regeering zal
direct stappen doen bij de Engelsche re
geering wegens het optreden van Tibet.
Zij heeft den opperbevelhebber van het
Chineesche leger in de provincie Joenan
geinstrueerd, alle mogelijke militaire maat
regelen te treffen om tegenstand te bieden
aan de Tibetanen. Hoewel Tibet China niet
den oorlog heeft verklaard, moeten de Chi
neesche troepen de Tibetanen bestrijden
als ware het een formeele oorlog.
AMERIKA
CREDIETEN VOOR DE N.I.R.A.
Geheime bespreking bij Roosevelt.
De aandacht van president Roosevelt
en de leiders der Nira is op het oogen
blik geconcentreerd op de uitbreiding van
de credieten, welke noodig is, als gevolg
van de uitvoering van het program der
herstel-administratie.
Gisteravond heeft een langdurige ge
heime bespreking plaats gehad in het Wit
te Huis, waaraan werd deelgenomen door
vertegenwoordigers van de schatkist, van
den Federal Reserve Board, de Reconstruc
tion Finance Corporation en de Nira.
Na afloop verklaarde de gouverneur van
den Federal Reserveboard, dat de banken
met den toestand rekening blijven hou
den, doch tevens behoorlijke waarborgen
zullen vragen.
De voorzitter van de Reconstruction Fi
nance Corporation, Jesse Jones, gaf toe,
dat de crediet-situatie tot bezorgdheid on
der de leiders aanleiding geeft, vooral wat
de credieten voor de uitvoering van het
program der Nira betreft. „De banksitua-
tie, zooals die thans is, aldus Jones, is de
groote moeilijkheid voor de plannen 'der
Nira. De bankiers kunnen heel veel doen,
als zij maar het risico op zich willen ne
men. Er is genoeg geld bij de banken be
schikbaar en als zij hara credieten uitbrei
den, dan blijven zij toch nog een gezonde
positie innemen. Indien wij het werk-ka-
pitaal met een milliard dollar konden uit
breiden door den aankoop van preferente
bankaandeelen, dan zou dit van buitenge
woon groot nut zijn."
DE TOESTAND OP CUBA.
De weerspannige officieren krijgen een
ultimatum.
President San Martin heeft aan de offi
cieren die zich gebarricadeerd hebben in
hotel National te Havanna, een ultimatum
gezonden. Hij geeft hun 36 uur tijd, om
tot een accoord te komen met de nieuwe
regeering.
De officieren bevinden zich in hun ho
tel in een hachelijke positie. Niet alleen is
het gebouw door soldaten omringd, doch
thans heeft ook het geheele bedienend per
soneel het hotel verlaten, zoodat de gas
ten maar zichzelf moeten zien te helpen.
Onder de gasten bevinden zich behalve of
ficieren ook de Amerikaansche gezant Wel
les, die daar eenige dagen geleden zijn in
trek heeft genomen en tal van Amerika
nen en Europeanen, die daarheen tijdens
de onlusten zijn gevlucht. De directeur van
het hotel heeft medegedeeld, dat zijn per
soneel bedreigd werd met mishandeling,
indien voortgegaan werd met het bedienen
der officieren. Het schijnt, dat de officie
ren zich thans op een beleg voorbereiden.
Ondanks het strenge toezicht zijn zij er in
geslaagd, wapens het hotel binnen te smok
kelen.
De officieren hebben een proclamatie
gepubliceerd, waarin zij categorisch de ge
ruchten tegenspreken, dat zij zouden trach
ten, een interventie der Vereenigde Sta
ten te provoceeren.
De Amerikaansche minister van Buiten-
landsche Zaken, Huil, heeft nogmaals for
meel verklaard, dat de V. S. elke regee
ring verwelkomen, welke den volkswil
vertegenwoordigt en in staat is de orde te
handhaven-
BUITENL. BERICHTEN.
DE BRAND IN DEN RIJKSDAG.
Pleidooien in Parijs.
Na 'n stormachtig voorspel, hebben de ad
vocaten Mori-Giafferi en Torrès, die de be
schuldigden van den Rijksdagbrand op 21
Sept. zouden verdedigen, maar door de niet-
toelating door de Duitsche regeering zulks
niet zullen kunnen doen, gisterenavond de
pleidooien gehouden in een openbare bij
eenkomst in de Salie Wagram.
Reeds lang voor half negen bevonden
duizenden personen zich reeds in de Ave
nue Wagram en in de zijstraten. Een tijd
lang bleef het ordelijk, maar toen geroe
pen werd: „Dood aan Hitler, die moorde
naar!" werd het meer en meer rumoerig
en moest de politie optreden, om de orde
te herstellen. Waterkaraffen, stoelen en
dergelijke inventarisstukken uit de omlig
gende café's, werden naar de politie ge
gooid, die eindelijk genoodzaakt was eenige
keeren te chargeeren, voordat zij erin
slaagde de orde te herstellen. Eenige per
sonen werden gewond, enkelen gearres
teerd.
De zaal was tot de laatste plaats bezet,
toen om bij negenen de zitting begon.
De Moro-Giafferi begon toen zijn toe
spraak, waarin hy na een overzicht te heb
ben gegeven van de omstandigheden, waar
onder van der Lubbe werd gearresteerd,
zeide dat het onmogelijk was, dat een lid
maatschapskaart van de Communistische
partij op hem zou zijn gevonden, daar hij
eenigen tijd tevoren uit de partij was ge
treden. Naar zijn meening was het veeleer
verklaarbaar, dat de man niet ten volle bij
zijn verstand was, (waarbij nog kwam, dat
hij ook half blind was). Indien hij werke
lijk de brandstichter zou zijn, dan nog zou
hij niet meer zijn geweest dan het werk
tuig van anderen, die hem daartoe hadden
geprest, teneinde politieke propaganda te
voeren en de uitroeiing van het Marxisme
in Duitschland te bewerken. Refereerende
aan de getuigenverklaring van een kellner,
die verklaard had de drie Bulgaren, Dimi-
troff, Pokoff en Tanef in een café in een
gesprek te hebben gezien met van der Lub
be, zeide Moro-Giafferi, dat deze getuigen
verklaring duidelijk onjuist was, daar de
vier mannen niet dezelfde taal spreken en
daardoor onmogelijk elkaar zouden kunnen
begrijpen.
Voorts zei de Moro-Giafferi, dat het on
mogelijk was, dat Torgler van der Lubbe
in het Rijksdaggebouw zou hebben ontvan
gen, daar deze twee mannen elkander niet
kenden. Van der Lubbe had beweerd alleen
te zijn opgetreden, maar hier sprak hij op
nieuw niet de waarheid. *Hij heeft tal van
medeplichtigen gehad, hetgeen werd bewe
zen door de hoeveelheid gevonden brand
baar materiaal, maar hij wilde ze niet aan
geven. Moro Giafferi zeide, dat hij er per
soonlijk niet aan twijfelde, of van der Lub
be was verstrikt geraakt in de knoeierijen
van Nazi-provocateurs.
Er is geen gerechtshof ter wereld, geen
gerechtelijk systeem, zelfs het meest rigou
reuze, wat stand kon houden tegen de leu
gens, welke door de politie waren uitge
vonden. Maar zij moeten den schijn red
den. Indien het niet waar was, dat het vuur
was aangestoken als verkiezings-propagan-
damiddel, zou misschien de invrijheid stel
ling van de vier beschuldigden en de ver
oordeeling van Van der Lubbe zijn ge
schied; maar indien dit niet geschiedt, in
dien de rechters de theorie der vervolging
aanvaarden, indien onschuldig bloed zou
vloeien, zou generaal Goering de brand
stichter van den Rijksdag zijn.
Nadat Mr. Torrès in denzelfden geest had
gesproken, werd met algemeene stemmen
een resolutie aangenomen, waarin wordt
verklaard, dat 15000 burgers ter vergade
ring bijeen, de parodie op de rechtspraak
welke in Leipzig wordt voorbereid, denun-
cieeren, erop wijzende, dat voor de eerste
malen in de annalen van het recht de
schuldige zich het recht aanmatigt, te oor-
deelen over de slachtoffers. Zij bevestigen,
dat het geheele Fransche volk weigert zijn
vertrouwen te schenken in een partijdige
rechtspraak, welker vooroordeelen het vol
komen verplaatsen uit de meest elemen
taire principes van menschelijk recht. Zij
begroeten en vestigen hun hoop op de
rechtsgeleerden die in Londen vereenig'J
zijn, terzake van hoogstaand en onaantast
baar recht en denuncieeren de viervoudige
misdaad, welke wordt voorbereid in naam
van het nationaaP-socialisme en onver
draagzaamheid".
De vergadering ging uiteen onder het roe
pen van „Leve Torgler, Dimitroff, Pokoff
en Tanef'.
BERUCHT SMOKKELAAR OPNIEUW
GEVAT.
De beruchte groot-smokkelaar H. Ho|e,
die enkele maanden geleden uit de gevan
genis te Düsseldorf wist te ontsnappen, is
te Rheindahlen gearresteerd. Holz wordt
er bovendien van verdacht de leider te zijn
van een groote inbrekersbende, die talrijke
diefstallen in het- grensgebied op haar ge
weten heeft. Sinds zijn ontsnapping hield
hij zich op in Limburg en voerde van daar
uit zijn smokkelzaakjes.
EEN BERGBEKLIMMERS SCHOOL
TE SHANGHAI.
Te Shanghai is een schoo] geopend, waar
uitsluitend onderricht wordt gegeven in het
beklimmen van bergen.
De leerlingen zijn jongemannen, die voor
den militairen dienst bestemd zijn en die
moeten leeren, hoe zij gepakt en gezakt
zich vlug over bergachtig terrein kunnen
bewegen, om later met succes te kunnen
optreden tegen de beste bergbeklimmers
ter wereld, n.l. de Chineesche bandieten,
die.de bergachtige streken van oentraal-
China onveilig maken.
Deze school is c< gericht op last van
generaal Tsjang Kai Shek, den president
I van den nationalen militairen raad en op-
i peroevelhebber van de Chineesche strijd
krachten te land, te water en in de lucht.