DONDERDAG Jfl AUGUSTUS 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 8
WARMOND.
KAAGTOCHT VAN WATER-WEEZEN.
Een heerlijke dag voor de Hagenaartjes.
Onder leiding van het Comité tot Orga
nisatie van Autotochtjes voor Verpleegden
te 's Gravenhage brachten ongeveer 700
Haagsche weeskinderen van alle gezindten
een bezoek aan deze gemeente. Te circa 2
uur arriveerden zij met een extra-trein,
terwyl voor de ontvangst op het perron
aanwezig waren wethouder Oudshoorn,
tevens eigenaar van de jachthaven 't Fort,
en de heer N. Kieken, eigenaar van Jacht
haven „Cieco". Voorafgegaan door een zes-
taltambours der plaatselijke muziekver-
eenigingen en begeleid door de heeren van
liet Comité onder leiding van den heer
Snethlage, Hoofdinspecteur van het Ver
keerswezen te 's Gravenhage, werd in een
opgewekt pasje gemarcheerd naar de be
kende jachthaven ,'t Fort". Door de heeren
Oudshoorn en Kieken waren geheel be
langloos groote booten beschikbaar gesteld,
waarmede de weesjes een tochtje over onze
mooie plassen konden maken. Toen zij op
de haven aankwamen glunderden de ge
zichtjes van genoegen, want zoo iets had
den zij toch niet verwacht en lag zelfs ge
heel buiten de lijn van hun fantasie. On
der vroolijk gezang en met gewuif van
honderden vlaggetjes verlieten de booten
de jachthavens. Tijdens de rondvaart wer
den op de beide jachthavens door dames en
heeren, die zich hiervoor gaarne beschik
baar hadden gesteld, groote tafels opge
steld welke rijkelijk werden voorzien van
gebak en limonade. Toen na ruim twee
uur varen de booten weer gemeerd waren,
kende de vreugde der kleintjes, bij het zien
van deze nieuwe verrassing, geen grenzen.
Het comité, dat in deze over veel ervaring
beschikt, had natuurlijk gezorgd dat er een
overvloed van ververschingen aanwezig
was, zoodat de kleintjes naar hartelust kon
den smullen. Dank zij de prachtige maat
regelen, die door de heeren Oudshoorn en
Kieken genomen waren, liep alles schitte
rend van stapel. Welvoldaan schaarden de
kinderen zich nu om hun leiders, waarna
de heer Snethlage het woord nam, om in
een kernachtige speech allen te danken,
die aan het slagen van dezen dag hadden
medegewerkt. Tot zijn leedwezen, aldus
spreker was de Burgemeester verhinderd,
persoonlijk aanwezig te zijn, doch spreker
weet, dat hij groote sympathie heeft voor
onze vereeniging en hiervan meerdere ma
len heeft doen blijken. Spreker brengt hem
hartelijk dank voor zijne medewerking m
deze en hoopt, dat hij bij een volgende ge
legenheid weer present zal zijn. Een woord
van bijzonderen dank komt toe aan de hee
ren Oudshoorn en Kieken, die de kinderen
op zoo'n schitterend watertochtje hebben
onthaald. Dit, mijne Heeren, aldus spreker,
stelt het comité op zeer hoogen prijs en wij
zijn u beiden hiervoor zeer dankbaar. Ver
der dank ik nog allen, die zonder eenig be
lang hebben medegewerkt deze dag zoo
schitterend te doen slagen.
De heer Oudshoorn, mede sprekende na
mens den heer Kieken, zegt, dat het hun
beiden zeer veel genoegen gedaan heeft,
dat de weesjes zoo heerlijk hebben genoten.
Waar gij, aldus spreker, mèt uw ijverig
comité geen moeiten en zorgen ontziet om
deze weesjes een paar malen per jaar een
prettige dag te bezorgen, daar past u zeer
zeker een woord van bijzondere hulde en
wij zijn blij, dat wij iets hebben kunnen
bijdragen in dit zeer sympathieke streven.
Ook in de toekomst kunt gij op onze mede
werking blijven rekenen want, uwe ver-
eeniging heeft onze volle sympathie.
Het gesprokene werd telkens afgewisseld
met een „Lang zullen zij leven" en een da
verend hoera. Hierna stelde de stoet zich
weer in beweging en thans voorafgegaan
door de muziekvereeniging „De Fanfare"
en onder een vroolijke marsch werd gemar
cheerd naar het station. De kinderen wer
den wederom uitgeleide gedaan door de
heeren Oudshoorn en Kieken. Het is voor
de weesjes een onvergetelijken dag gewor
den.
Een woord van warme dank is hier zeer
zeker op zijn plaats aan een ieder die heeft
medegewerkt aan dit zoo by uitstek ge
slaagde weezenfeestje. Een bijzonder woord
komt nog toe aan den eigenaar van het be
kende watersport-Hotel „de Stad Rome",
die geheel belangloos voor de ververschin
gen heeft gezorgd.
De Raad dezer gemeente kwam 29 dezer
in openbare vergadering bijeen; tegen
woordig alle leden.
De voorzitter, burgemeester Bocxe,
opent de vergadering, waarna het ambts
gebed wordt gelezen en de notulen der
laatste vergadering, welke onveranderd
worden goedgekeurd.
Medegedeeld wordt, dat door Ged. Sta
ten is goedgekeurd de wijziging van de
gemeentebegrooting dienstjaar 1932 en
1933, de verlaagde huur der arbeiderswo
ningen ook na 1 October van dit jaar en
der woning van den burgemeester, welke
thans gelijk gesteld is op die ingevolge
de personeele belasting, en van het besluit,
waarbij de heer Elsensohn is aangewezen
tot ambtenaar, belast met de inning der
keurloonen.
De voorz. zegt, dat daags na de vorige
raadsvergadering van Ged. Staten bericht
is ingekomen, dat tegen het besluit tot op
heffing van de gemeenschappel. O. L.
school te Noorden bij dat College bezwa
ren waren ingebracht en dat op 15 dezer
dit beroep in opènbare vergadering zou
worden behandeld; in datzelfde schrijven
werd de voorzitter uitgenoodigd zoo spoe
dig mogelijk een raadsvergadering te be
leggen teneinde dit beroep te bespreken en
desgewenscht een commissie te doen be
noemen om die zitting bij te wonen, ten
zij d e Raad in zijn geheel daarheen wilde.
B. en W. hebben Ged. Staten toen be
richt, dat pas een vergadering was geweest
en dat uit een vorig schrijven voldoende
bleek, welk standpunt de Raad in deze
kwestie innam, welk standpunt nog onver
kort gold; daarop is niets meer gehoord en
uit de bladen heeft men kunnen lezen,
dat de zaak is behandeld, en niemand der
protesteerende partijen daarbij tegenwoor
dig was.
De Raad keurt de handelwijze van den
voorzitter goed.
Op het verzoek van J. Jansen om kwijt
schelding van schoolgeld wordt afwijzend
beschikt, omdat de Verordening dit niet
toestaat.
De toren is gemeentelijk, maar
de zijmuren
Inzake den gemeentetoren deelt de
voorz. mede een schrijven van Ged. Staten
waaruit blijkt, dat ook daar over het
eigendomsrecht der zijmuren niets valt te
zeggen.
Namens den Ned. Herv. Kerkvoogdij is
den voorz. medegedeeld, dat door den ar
chitect der Synode een onderzoek zal wor
den ingesteld; dit onderzoek heeft nog
niet plaats gehad en zoolang zal worden
gewacht.
De voorz. zegt, dat het alle leden vol
doende bekend zal zijn, hoe groot de nood
onder de tuinders is, en dat deze nood er
toe geleid heeft te Langeraar een groote
vergadering te houden, bijgewoond door
verschillende organisaties en burgemees
ters. In die vergadering is een commissie
benoemd, die de noodige stappen zal doen
tot het verkrijgen van geldelijken steun;
gevraagd is en toegezegd, steun door de
gemeentebesturen, waarom B. en W. voor
stellen deze actie ten volle te steunen,
waartoe met algemeene stemmen wordt
besloten.
Belastingverhooging.
De gemeente-rekening dienstjaar 1932
UIT DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN
Huldiging H.M. de Koningin. In ver
band met de a.s. nationale huldiging van
H.M. de Koningin in het stadion te Am
sterdam op Zaterdag 9 September a.s. ter
gelegenheid van het 7e lustrum van H.K.
H., zal van hier dien dag een goedkoope
extra-trein rijden. Het vertrek van hier is
bepaald op 12.35 uur, terwijl de aankomst
van den trein die via Uithoorn gaat en
aan alle stations zal stoppen, te Amster
dam is bepaald 13.40 uur.
Voetbalwedstrijd. De tijdens het
avondfeest van de W. V. hedenavond op
het terrein van A.V.V. Alphen te spelen
voetbalwedstrijd Alphen .1Olympia I
Gouda zal niet aanvangen om 7 uur, doch
om halfzeven.
VAN ZEVENHOVEN
wordt hierna aangeboden; na enkele stem
mingen worden tot leden, belast met het
onderzoek, benoemd de heeren v. Baren,
Blom en Mourits, die allen hun benoe
ming aannemen.
In verband met deze rekening, welke
sluit met een nadeelig slot van 1850,
brengen B. en W. ter sprake de voor 1934
te heffen belastingen; op de eerste plaats
is daarbij gedacht aan verhooging van het
aantal opcenten op de hoofdsom der per
soneele belasting, welke thans 90110 be
dragen, terwijl die op de fondsbelasting
reeds 100 bedragen, in verband waarmede
die op de pers. belasting tot 150 gemid
deld dienen te worden opgevoerd; moge
lijk is 150 voor alle aanslagen, doch ook
van 140160; in beide gevallen is de op
brengst rond 1000 meer; verhooging van
andere belastingen zal eveneens noodig
zijn, doch daar de begrooting 1934 nog
niet gereed is, kan niet worden gezegd,
welke en tot welk bedrag of percentage;
die op de pers. belasting moet echter zijn
vastgesteld voor 1 September a.s., waarom
B. en W. voorstellen 140160 opcenten.
Of daarnaast verhoogd zullen worden
de schoolgelden, de begraafrechten en de
hondenbelasting valt nu nog niet uit te
maken.
Verhoogingen hiervan brengt zoo wei
nig op.
Over een en ander wordt van gedachten
gewisseld, waarbij wel blijkt dat opschui
ving van de schoolgeldklassen elk met één,
ook nog slechts een meerdere ontvangst
van ongeveer 50 zal geven, iets, dat niets
beteekent; dit komt, doordat er zoo wei
nig belastingplichtigen meer zijn.
Verhooging van de hondenbelasting met
100 pet., inderdaad een belangrijke ver
hooging, zal slechts 80 opbrengen, terwijl
het niet denkbeeldig is, dat tengevolge van
deze verhooging men honden zal gaan
wegdoen, de opbrengst dus toch weer blijft
beneden de te verwachten verhooging.
De opcenten op de fondsbelasting kun
nen ook nog worden verhoogd, maar ook
dit brengt zoo weinig op en treft slechts
enkelen.
B. en W. zullen in de volgende vergade
ring bij de aanbieding der gemeentebe
grooting met voldoende en geheel afgeron
de voorstellen komen.
Een en ander wordt goedgevonden, ter
wijl wordt besloten tot het aantal opcen
ten, als door B. en W. voorgesteld.
Besloten wordt voor 1934 het grasgewas
der kerklanen te Noorden te verhuren aan
L. Immerzeel aldaar voor 8.
Met algemeene stemmen wordt de amb
tenaar ter secretarie, de heer Elsensohn,
benoemd tot onbezoldigd ambtenaar van
den Burgerl. Stand.
Wat betreft de bouwverordening, welke
voor 19 Augustus had moeten zijn vastge
steld, deelen B. en W. mede, dat een con
cept in studie is, en reeds door den ge-
meenteopaichter nagegaan; het voorbe
reidende werk is echter nog niet zoover
gevorderd, dat in deze vergadering een
voorstel tot vaststelling kon worden ge
daan; dit volgt in de volgende vergadering
Daar de bestaande schoolgeldverorde
ning op 1 Januari a.s. afloopt, wordt
gezien ook het feit, dat een opschuiving
of andere wijziging in de klassen weinig
meer opbrengst zal geven deze voor
1934 weder ongewijzigd vastgesteld.
Hierna sluiting.
Aanvaring. Door den schipper J. H.
B. van de stalenklipper „Willempje", ge
domicilieerd te Rotterdam, werd gisteren
bij de politie aangifte gedaan van het feit,
dat hij op den Rijn in aanvaring was ge
weest met een langs den wal gemeerd
liggend vaartuig, waardoor de voorplecht
van zijn schip belangrijk werd beschadigd
Als oorzaak gaf de schipper op het te snel
voorbijvaren van een motorschuit bestuurd
door J. Th. v. H., eveneens uit Rotterdam,
toebehoorende aan de N.V. Intern. Stoom-
sleepdienst P. Smit aldaar.
Gevestigd: van Den Helder: J.Daal
der en gezin, Sluis-Brugknecht, Zeilma-
kerstr. 13 Nuth: P. J. H. Lemmen en
gezin, remmer N.S., .Visserstraat 13
Woubrugge, Ant. Hoogteijling, dienstzode,
Oudsh.weg 172 Wisch: J. Kreeftenberg
echtgen. van Th. H., te Beest, Nieuwstr.
29 Nijmegen: G. G. van Leer, Raad
huisstraat 263 Woerden: H. Uittenbo-
gaard en gezin, reiziger, Vinkebuurt 46.
Vertrokken: naar Rotterdam, Bos-
land 15a, F. Blom Rotterdam, Bosland
15a, C. F. Groenendijk echtgen. van F.
Blom Zoeterwoude, H. Rijndijk F 242b
C. Westmaas Rotterdam, Westkruis
kade 12: M. M. A. Valk, Leeuwarden,
Sperwerstr. 14: R. A. de Roos, Duitsch-
land, Emden Hilmarsum 17: P. E. Heems
kerk Leiderdorp, Kastanjelaa.n 3: H.
Bauer en gezin 's Gravenhage, Huij-
genstraat 31: J. de Groot 's Gravenhage,
Valkenboschkade: A. E. Nagtegaal Am
sterdam, Fabiusschoolstraat 10, M. J. de
Vries Apeldoorn, van Heutszlaan 10: J.
M. van Hofwegen Duitschland, Gelsen-
kirchen: Th. Bienert Haarlem, Kinder
huissingel 88: J. van den Ent Bodegra
ven, Meije 9: J. R. van Fulpen
Geboren: Daniël z. van D. de Feijter
en E. S. Wondergem Mees z. van G.
Huisman en T. T. van Essen Elizabeth
d. van H. Hesseling en E. Brak Pieter
Anthonie z. van H. Doornekamp en J. Zui-
dam Johanna Theresia d. van J. Groe
nendijk en M. Cornelia van Kreuningen
Aaltje d. van S. Dam en C. van der Ha
ven Clasina d. van G. A. Beuk en J.
Bruines Hendrik Gerarda d. van, A. L.
de Vogel en A. J. Senne Lena Cornelia
d. van L. Kleiweg en M. J. Verhoeff
Geertruida Magdalena d. van A. F. Rede-
geld en W. W. de Roos Bernardus z.
van A. Blanken en A. Burger. Cornelis
Johannes z. van P. J. Captein en Joh. A.
van der Tol.
Overleden: Andries de Ruiter, we-
duwn. van J. de Ruiter 78 j.
ZOETERWOUDE
Burgerwacht. Na het weder actief
worden der Burgerwacht is op de eerste
plaats de gewapende afdeel ing verzorgd,
zoodat deze nu goeddeels haar beslag
heeft.
Behalve de gelegenheid om metterdaad
hulp te verleenen als ongewapend lid,
zulks zoowel voor vrouwen als mannen
boven de 18 jaar, kent deze vereeniging
ook de mogelijkheid haar door geregelde
bijdragen of giften en legaten te steunen,
waartoe binnenkort huisbezoek zal worden
gedaan, terwijl dan tevens eenig materiaal
ter verdere kennismaking verkrijgbaar zal
worden gesteld.
Voorts zijn nog enkele kaarten beschik
baar voor deelname aan het défilé op 9
Sept., alsdan zal niet worden geoefend.
Uitsluitend voor diegenen, welke des Za
terdags verhinderd zijn, zal op Donderdag
7 Sept. te Katwijk oefening worden gehou
den van 14.0016.00 uur.
Proeven van schietvaardigheid zullen
Zaterdag 16 September ten 14.00 worden
afgenomen, waarvoor alleen in aanmer
king komen die aan een voorproef voldaan
hebben. Voorproeven worden ter plaatse
C 100 op 5 en 12 Sept. na 19.00 afgenomen.
Van de oefeningen met no. 1 blijft 23
Sept. en 7 Oct. nog over.
EEN MISDAAD VOOR 50 JAAR.
Stoomboot opgeblazen.
In Maart 1883 heeft men in Duitschland
een der vreeselijkste misdaden beleefd,
waardoor 360 menschenlevens in één slag
vernietigd werden. De materiale schade,
hoewel zeer groot, zonk in het niet bij dit
groot aantal slachtoffers; immers, in ver
gelijking met de ellende en het leed, dat
daardoor ontstond, waren de verliezen aan
geld en goed betrekkelijk licht te dragen.
Op dien mooien ochtend in de maand
Maart, van het jaar 1883, lag het stoom
schip „Mosel", van de Norddeutsche Lloyd,
aan de Kaiserkade te Bremershaven onder
stoom, gereed om zee te kiezen. Boven en
behalve 'n aanzienlijke lading stukgoede
ren, vervoerde 't voortuig 700 personen van
alle standen; menschen, die hetzij voor
goed, hetzij tijdelijk, naar Amerika gingen.
In den top wapperde al de „blauwe Pe
ter", de wimpel, die aanduidde, dat de
tocht over den grooten vijver een aanvang
ging nemen. De timmerlieden sloegen, met
knallende slagen, de houten pennen door de
sluitingen der luiken. De zeilen werden ge
reefd; het schip voer, immers, evenals alle
andere vaartuigen destijds nog deden, niet
alleen door stpom, maar ook nog door den
wind. De menschen stonden dicht langs
de Teeling geschaard om een laatsten groet
te wuiven naar hun vrienden aan den wal.
En, tusschen de babylonische spraakver-
Reissprookjes uit ver
vlogen tijden
De sprookjes van Simbad den zeevaar
der, den Arabischon koopman uit Bagdad,
die op zijn handelsreizen gevaarlijke en
zeldzame avonturen beleefde, zijn voor ons
niets anders dan sprookjes, bonte vertel
lingen, zooals die bij de Arabieren zoo ge
liefd zijn. Maar ook bij de oude volken ea
iK»k bij die der Middeleeuwen, zijn verba
len in omloop, die veel lijken op Simbad's
©prookjes, die als waar beschouwd worden
en voor de echtheid waarvan wetenschap
pelijke grootheden zich met heel hun ge
zag borg gesteld hebben.
Men kende de aarde nog zoo weinig, dat
telkens weer nieuwe verhalen van
vreemde landen opdoken, waarmee later
nog alleen maar gelachen kon worden.
Toen reeds do zeeweg naar Indië bekend,
Amerika ontdekt en op weg door Straat
Magcl'haen den Stillen Oceaan bekend was
werden do tallooze geografische sprookjes
die in Europa de ronde deden, voor goede
munt aangenomen.
Tot aan dc tijden der Romeinen geloofde
men vast, dat ver weg in de oceanen een
eeuwige duisternis heersohte. De wateren
der Oceanen zouden, ver verwijderd van
do kusten, zulke dichte dampen doen ont
staan, dat gcon zonnestraal er door heen
kon dringen, ook kunstlicht zou deze dikke
duisternis niet kunnen verhelderen.
Verder hielden de oude volken het voor
onmogelijk zich midden in de wereldzeeën
te wagen, omdat naar him gevoelen, het
water der Oceanen ver van de kusten zoo
di'k als boomhars was.
Phantastisohe opvattingen bestonden
ook over de landstreken onder don aequa-
tor zóó hoog gewelfd, dat zij bijna tot
aan de zon reikte. Daarom moest het in de
landen om den evenaar zóó heet zijn, dat
er geen levend wezen meer bestaan kon en
dat in zeeën en rivieren slechts kokend
water was.
Van de 4c eeuw vóór Christus tot na de
Middeleeuwen beweerden geleerde geogra-
phen telkens weer, dat er in de Oceanen
groote magneetbergen waren, die alle
schepen, waarop metaal aanwezig was tot
zich trokken en in rien afgrond sleurden.
Zulke magneetbergen versohenen ook tel
kens weer op landkaarten, zooals bijv. op
een kaart, die in de 16e eeuw in Rome ver
scheen. Aanvankelijk werd zoo'n magneet
berg bij de Grieken vermeld. Deze zou zich
aan de kust van Afrika bevinden en repds
vele schepen ten val gebracht hebben. In
China beweerde men in de lldo eeuw, dat
aan de kust van Fonkipg geweldige onder-
zeesehe bergen lagen, die alle se
vasthielden. Nog veel meer dan magneet
bergen waren er volgens de meening der
ouden goud-eilanden, zilvereilanden, parel
eilanden, en goud- en zilverbergen. Plinius
de Romeinsohe nafcuurvorscher uit de lste
eeuw van onze tijdrekening, maakte mel
ding van een eiland in den Indisoben
Oceaan, dat uit zuiver goud en zilver zou
bestaan. In de 16e eeuw werd in Europee-
sche geleerdensohriften medegedeeld, dat
in Oost-Indië een groote berg aangetrof
fen werd, die van boven tot onder sleohts
één groot goudblok was.
In de 14e ww nog werd melding ge
maakt van talrijke gouden eilanden in den
Indisohen Oceaan, in de 14e eeuw deed in
Europa het bericht de ronde, dat in China
gouden bergen waren en in denzelfden tijd
sprak men ook van gouden bergen in
Oost-Afrika. De goudbergen van Afrika
kon echter niemand naderen, omdat de
geheele omtrek bewoond was door vreese-
lijke slangen. In het begin der Middeleeu
wen ontstond de mare van de eilanden der
zaligen. Deze eilanden, waarboven de he
mel altijd blauw was, waarop alles in
overvloed groeide en bloeide, waar het le
ven zich nog geheel en al afspeelde zooals
voor den zondeval in het Paradijs, waren
ver buiten het bereik der menschelijke na
tuur, in den AÜantischen Oceaan gelegen.
Ook de legend arisohe Iersche zeevaarder
Brandamus zou de eilanden der zaligen be
zocht hebben. Deze sprookjesreis in het
land der gelukkige menschen werd in een
boek beschreven, dat ten slotte in de
meeste Europeesche talen vertaald werd.
Ook nog na de ontdekking van Amerika
geloofden zoowel leeken als geleerden aan
het bestaan van de eilanden der zaligen.
Zoo werd ongeveer 200 jaar geleden een
expeditie uitgerust, die op de Kanarische
eilanden naar dit aardsch paradijs moes
ten zoeken.
In Afrika, zoo heette het, leven er men
schen met één been. Dit been eindigde van
onderen in een geweldigen voetzool. Leg
den die menschen zich ter ruste, dan kon
den zij hun voetzool goed als zonnesoherm
gebruiken.
Volgens een Arabisch sprookje waren
deze menschen zelfs niet meer dan half-
mensohen, want zij hadden ook sleohts één
oor, één arm en één oog. In snelheid hoef
den zij echter voor geen mensch onder te
doen, want zij konden met dat eene been
geweldige sprongen maken.
Pygmeeën, kleine mensohjes, zóóó klein,
dat zij de konijntjes tot voedsel dienden,
waren er volgens de meening der oude vol
keren, in vele deelen van Afrika, aldus
werd tot het einde der middeleeuwen alge
meen aangenomen. Zij werden aangetrof
fen in de binnenlanden van Afrika, in de
gebergten van Oost-Indië en op de eilan
den van den Soenda-Arohipel.
Deze schepselen bezitten wel een lichaam
zooals de menschen, maar hebben den kop
van een hond. Zij konden ook niet praten,
maar blaffen. Maroo Polo, de beroemde
wereldreiziger, die in 1323 stierf berichtte
van Sumatra: „Alle mannen van dit eiland
hebben een kop als een hond: zij lijken al
lemaal op de koppeo wan groote slagers
honden."
warring door, klonken te beurtelings op
gewekte en droeve tonen van de scheeps-
kapel, die een afscheids-concert gaf.
De bel luidde voor den laatsten keer, de
loopplank werd ingehaald en de kapitein
stond op het punt om door de telefoon het
bevel tot vertrek aan den machinist te ge
ven, toen plotseling een door paarden ge
trokken wagen, met een reusachtig groote
pakkist kwam aandaveren. De oude kapi
tein was wel allesbehalve gesticht over dit
oponthoud, maar hij liet de kist toch aan
boord brengen. De lier ratelde oorverdoo-
vend en de laadboomen gingen hèen en
weer. De kist, die breekbare waar heette
te bevatten, zweefde een oogenblik boven
het openruim en verdween toen in de
diepte. Aan boord en op den wal wuifde
men elkaar een laatst vaarwel en een ge
lukkigen overtocht toe
Toen gebeurde het vreeselijke, iets dat
alle beschrijving tart. Een oorverdooven-
de ontploffing deed de geheele omgeving
trillen en toen de rook eindelijk was opge
trokken, zag mendat het schip ver
dwenen was. Het lag vaneengereten op den
bodem van de haven. Zooveel bloed is
welhaast nooit op één plek tegelijkertijd
vergoten, zelfs niet op het bloedigste slag
veld; zooveel uiteengereten menschelijke
lichamen en afgerukte ledematen had men
nooit bijeengezien. Geen uur is ooit zoo
vervuld geweest van jammer en gesteun.
De ontploffing werd tot op 80 kilometer
afstand gehoord. Zij eischte 360 men
schenlevens, terwijl honderden gewond
werden. Op het vernemen van deze onge
lukstijding hield geheel Duitschland, men
kan bijna zeggen de geheele wereld, den
adem in. Wat was er gebeurd en wat was
de oorzaak?
Onder de zwaargewonden bevond zich
ook een zekere Mr. Frank, uit Baltimore,
een Amerikaan van Duitsche afkomst. On
middellijk werd een onderzoek ingesteld,
hoe het kwam, dat die groote kist, met
breekbare waar, in het ruim, bij het neer
zetten, ontploft was. Breekbare waar, glas
werk, met een verbazend hooge verzeke
ring bij Lloyds. Boven de 20 millioen mark
gaf de polis, als waarde aan. Dit gaf te
denken.
De eigenaar kon echter niet verhoord
worden, daar hij buiten bewustzijn lag.
Zijn vrouw en kind waren slechts licht ge
wond.
Uit het onderzoek bleek, dat Frank pas
sage had genomen naar de Engelsche ha
ven Portsmouth; hij was dus voornemens
geweest in Engeland aan wal te gaan en
de kist de reis naar Amerika verder alleen
te laten maken.
Toen kwam zich iemand bij de politie
melden, die meende licht in deze duistere
zaak te kunn enontsteken. Een instrument
maker uit een plaatsje in Anhalt, die van
den Amerikaan Frank, wiens foto in de
bladen gepubliceerd was, opdracht had ge
kregen om een speciaal uurwerk te maken,
dat eenige dagen tevoren was afgeleverd.
Een vreeselijke verdenking was in hem op
gerezen en toen hij te Bremershaven de
autoriteiten daar over sprak, bleek hem
al spoedig, dat zijn vrees, dat de ramp door
een misdadiger was veroorzaakt met het
doel om zich door de verzekering te ver
rijken, reeds als een voldongen feit werd
beschouwd.
terwijl overal ter wereld de ramp, wel
ke het landverhuizersschip getroffen had,
nog druk besproken werd, voltrok zich in
een ziekenhus te Bremershaven het nood
lot aan een der grootste misdadigers in de
geschiedenis der menschheid.
Frank zag het einde naderen en legde,
in het aangezicht van den dood, een vol
ledige bekentenis af. De ontploffing had
te vroeg plaats gehad, door een schok bij
het in het ruim plaatsen. Inplaats van glas
werk, was er dynamiet in de kist geladen.
Het uurwerk zou de lading eerst ongeveer
twee etmalen na het vertrek ,uit Ports
mouth waar Frank met vrouw en kind
van boord dacht te gaan tot ontploffing
hebben moeten brengen. Dan was het
schip ver van land op den Oceaan geweest
en zou, volgens menschelijke berekening,
geen levende ziel aan den dood ontkomen
zijn. De verzekeringssom was dan onge
twijfeld aan den booswicht uitbetaald.
Menschelijke hebzucht bracht op deze
wijze een vreeselijke ellende over honder
den menschen. De spoedige opheldering
van deze misdaad, strekte de Duitsche po
litie tot eer. De misdadiger stierf, eenige
minuten na zijn bekentenis, aan de gevol
gen van zijn verwondingen.
Aan de Kaspische Zee, zoo luidde een
ander „wetenschappelijk" bericht, leven
menschen, die een hoogte van 15 voet be
reiken.
Deze meneohen hebben ontzetend lange
ooren zoodat bij 't slapen gaan er hun heele
lichaam in kunnen wikkelen. Op verschil
lende plaatsen van Afrika zouden menschen
zonder hoofd leven, oogen, ooren, neus en
mond waren aan den romp gegroeid. Bijna
nog ©leohter waren de menschen er aan
toe, die geen mond hadden en aan de Gan
ges in Indië leefden. Zij voedden zich uit
sluitend door den neus, door den reuk.
Ging zoo'n mondloozen mensch op weg,
dan stak hij een paar welriekende bloemen
bij zich en voor zijn voeding was rijkelijk
gezorgd.
Op het. eiland Ceylon, zoo luidde het in
oude „wetenschappelijke" berichten, woon
den de kortlevenden. Op 5-jarigen leeftijd
waren deze menschen volwassen mannen
en vrouwen, en een ouderdom van 8 jaar
was reeds een zeldzaamheid.
Zoo waren nog vele sprookjes over de
wondermensohen in de meest verschillen
de deelen der aarde, die een tijdlang alles
als „wetenschap" golden.