DONDERDAG Jfl AUGUSTUS 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 8 WARMOND. KAAGTOCHT VAN WATER-WEEZEN. Een heerlijke dag voor de Hagenaartjes. Onder leiding van het Comité tot Orga nisatie van Autotochtjes voor Verpleegden te 's Gravenhage brachten ongeveer 700 Haagsche weeskinderen van alle gezindten een bezoek aan deze gemeente. Te circa 2 uur arriveerden zij met een extra-trein, terwyl voor de ontvangst op het perron aanwezig waren wethouder Oudshoorn, tevens eigenaar van de jachthaven 't Fort, en de heer N. Kieken, eigenaar van Jacht haven „Cieco". Voorafgegaan door een zes- taltambours der plaatselijke muziekver- eenigingen en begeleid door de heeren van liet Comité onder leiding van den heer Snethlage, Hoofdinspecteur van het Ver keerswezen te 's Gravenhage, werd in een opgewekt pasje gemarcheerd naar de be kende jachthaven ,'t Fort". Door de heeren Oudshoorn en Kieken waren geheel be langloos groote booten beschikbaar gesteld, waarmede de weesjes een tochtje over onze mooie plassen konden maken. Toen zij op de haven aankwamen glunderden de ge zichtjes van genoegen, want zoo iets had den zij toch niet verwacht en lag zelfs ge heel buiten de lijn van hun fantasie. On der vroolijk gezang en met gewuif van honderden vlaggetjes verlieten de booten de jachthavens. Tijdens de rondvaart wer den op de beide jachthavens door dames en heeren, die zich hiervoor gaarne beschik baar hadden gesteld, groote tafels opge steld welke rijkelijk werden voorzien van gebak en limonade. Toen na ruim twee uur varen de booten weer gemeerd waren, kende de vreugde der kleintjes, bij het zien van deze nieuwe verrassing, geen grenzen. Het comité, dat in deze over veel ervaring beschikt, had natuurlijk gezorgd dat er een overvloed van ververschingen aanwezig was, zoodat de kleintjes naar hartelust kon den smullen. Dank zij de prachtige maat regelen, die door de heeren Oudshoorn en Kieken genomen waren, liep alles schitte rend van stapel. Welvoldaan schaarden de kinderen zich nu om hun leiders, waarna de heer Snethlage het woord nam, om in een kernachtige speech allen te danken, die aan het slagen van dezen dag hadden medegewerkt. Tot zijn leedwezen, aldus spreker was de Burgemeester verhinderd, persoonlijk aanwezig te zijn, doch spreker weet, dat hij groote sympathie heeft voor onze vereeniging en hiervan meerdere ma len heeft doen blijken. Spreker brengt hem hartelijk dank voor zijne medewerking m deze en hoopt, dat hij bij een volgende ge legenheid weer present zal zijn. Een woord van bijzonderen dank komt toe aan de hee ren Oudshoorn en Kieken, die de kinderen op zoo'n schitterend watertochtje hebben onthaald. Dit, mijne Heeren, aldus spreker, stelt het comité op zeer hoogen prijs en wij zijn u beiden hiervoor zeer dankbaar. Ver der dank ik nog allen, die zonder eenig be lang hebben medegewerkt deze dag zoo schitterend te doen slagen. De heer Oudshoorn, mede sprekende na mens den heer Kieken, zegt, dat het hun beiden zeer veel genoegen gedaan heeft, dat de weesjes zoo heerlijk hebben genoten. Waar gij, aldus spreker, mèt uw ijverig comité geen moeiten en zorgen ontziet om deze weesjes een paar malen per jaar een prettige dag te bezorgen, daar past u zeer zeker een woord van bijzondere hulde en wij zijn blij, dat wij iets hebben kunnen bijdragen in dit zeer sympathieke streven. Ook in de toekomst kunt gij op onze mede werking blijven rekenen want, uwe ver- eeniging heeft onze volle sympathie. Het gesprokene werd telkens afgewisseld met een „Lang zullen zij leven" en een da verend hoera. Hierna stelde de stoet zich weer in beweging en thans voorafgegaan door de muziekvereeniging „De Fanfare" en onder een vroolijke marsch werd gemar cheerd naar het station. De kinderen wer den wederom uitgeleide gedaan door de heeren Oudshoorn en Kieken. Het is voor de weesjes een onvergetelijken dag gewor den. Een woord van warme dank is hier zeer zeker op zijn plaats aan een ieder die heeft medegewerkt aan dit zoo by uitstek ge slaagde weezenfeestje. Een bijzonder woord komt nog toe aan den eigenaar van het be kende watersport-Hotel „de Stad Rome", die geheel belangloos voor de ververschin gen heeft gezorgd. De Raad dezer gemeente kwam 29 dezer in openbare vergadering bijeen; tegen woordig alle leden. De voorzitter, burgemeester Bocxe, opent de vergadering, waarna het ambts gebed wordt gelezen en de notulen der laatste vergadering, welke onveranderd worden goedgekeurd. Medegedeeld wordt, dat door Ged. Sta ten is goedgekeurd de wijziging van de gemeentebegrooting dienstjaar 1932 en 1933, de verlaagde huur der arbeiderswo ningen ook na 1 October van dit jaar en der woning van den burgemeester, welke thans gelijk gesteld is op die ingevolge de personeele belasting, en van het besluit, waarbij de heer Elsensohn is aangewezen tot ambtenaar, belast met de inning der keurloonen. De voorz. zegt, dat daags na de vorige raadsvergadering van Ged. Staten bericht is ingekomen, dat tegen het besluit tot op heffing van de gemeenschappel. O. L. school te Noorden bij dat College bezwa ren waren ingebracht en dat op 15 dezer dit beroep in opènbare vergadering zou worden behandeld; in datzelfde schrijven werd de voorzitter uitgenoodigd zoo spoe dig mogelijk een raadsvergadering te be leggen teneinde dit beroep te bespreken en desgewenscht een commissie te doen be noemen om die zitting bij te wonen, ten zij d e Raad in zijn geheel daarheen wilde. B. en W. hebben Ged. Staten toen be richt, dat pas een vergadering was geweest en dat uit een vorig schrijven voldoende bleek, welk standpunt de Raad in deze kwestie innam, welk standpunt nog onver kort gold; daarop is niets meer gehoord en uit de bladen heeft men kunnen lezen, dat de zaak is behandeld, en niemand der protesteerende partijen daarbij tegenwoor dig was. De Raad keurt de handelwijze van den voorzitter goed. Op het verzoek van J. Jansen om kwijt schelding van schoolgeld wordt afwijzend beschikt, omdat de Verordening dit niet toestaat. De toren is gemeentelijk, maar de zijmuren Inzake den gemeentetoren deelt de voorz. mede een schrijven van Ged. Staten waaruit blijkt, dat ook daar over het eigendomsrecht der zijmuren niets valt te zeggen. Namens den Ned. Herv. Kerkvoogdij is den voorz. medegedeeld, dat door den ar chitect der Synode een onderzoek zal wor den ingesteld; dit onderzoek heeft nog niet plaats gehad en zoolang zal worden gewacht. De voorz. zegt, dat het alle leden vol doende bekend zal zijn, hoe groot de nood onder de tuinders is, en dat deze nood er toe geleid heeft te Langeraar een groote vergadering te houden, bijgewoond door verschillende organisaties en burgemees ters. In die vergadering is een commissie benoemd, die de noodige stappen zal doen tot het verkrijgen van geldelijken steun; gevraagd is en toegezegd, steun door de gemeentebesturen, waarom B. en W. voor stellen deze actie ten volle te steunen, waartoe met algemeene stemmen wordt besloten. Belastingverhooging. De gemeente-rekening dienstjaar 1932 UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN Huldiging H.M. de Koningin. In ver band met de a.s. nationale huldiging van H.M. de Koningin in het stadion te Am sterdam op Zaterdag 9 September a.s. ter gelegenheid van het 7e lustrum van H.K. H., zal van hier dien dag een goedkoope extra-trein rijden. Het vertrek van hier is bepaald op 12.35 uur, terwijl de aankomst van den trein die via Uithoorn gaat en aan alle stations zal stoppen, te Amster dam is bepaald 13.40 uur. Voetbalwedstrijd. De tijdens het avondfeest van de W. V. hedenavond op het terrein van A.V.V. Alphen te spelen voetbalwedstrijd Alphen .1Olympia I Gouda zal niet aanvangen om 7 uur, doch om halfzeven. VAN ZEVENHOVEN wordt hierna aangeboden; na enkele stem mingen worden tot leden, belast met het onderzoek, benoemd de heeren v. Baren, Blom en Mourits, die allen hun benoe ming aannemen. In verband met deze rekening, welke sluit met een nadeelig slot van 1850, brengen B. en W. ter sprake de voor 1934 te heffen belastingen; op de eerste plaats is daarbij gedacht aan verhooging van het aantal opcenten op de hoofdsom der per soneele belasting, welke thans 90110 be dragen, terwijl die op de fondsbelasting reeds 100 bedragen, in verband waarmede die op de pers. belasting tot 150 gemid deld dienen te worden opgevoerd; moge lijk is 150 voor alle aanslagen, doch ook van 140160; in beide gevallen is de op brengst rond 1000 meer; verhooging van andere belastingen zal eveneens noodig zijn, doch daar de begrooting 1934 nog niet gereed is, kan niet worden gezegd, welke en tot welk bedrag of percentage; die op de pers. belasting moet echter zijn vastgesteld voor 1 September a.s., waarom B. en W. voorstellen 140160 opcenten. Of daarnaast verhoogd zullen worden de schoolgelden, de begraafrechten en de hondenbelasting valt nu nog niet uit te maken. Verhoogingen hiervan brengt zoo wei nig op. Over een en ander wordt van gedachten gewisseld, waarbij wel blijkt dat opschui ving van de schoolgeldklassen elk met één, ook nog slechts een meerdere ontvangst van ongeveer 50 zal geven, iets, dat niets beteekent; dit komt, doordat er zoo wei nig belastingplichtigen meer zijn. Verhooging van de hondenbelasting met 100 pet., inderdaad een belangrijke ver hooging, zal slechts 80 opbrengen, terwijl het niet denkbeeldig is, dat tengevolge van deze verhooging men honden zal gaan wegdoen, de opbrengst dus toch weer blijft beneden de te verwachten verhooging. De opcenten op de fondsbelasting kun nen ook nog worden verhoogd, maar ook dit brengt zoo weinig op en treft slechts enkelen. B. en W. zullen in de volgende vergade ring bij de aanbieding der gemeentebe grooting met voldoende en geheel afgeron de voorstellen komen. Een en ander wordt goedgevonden, ter wijl wordt besloten tot het aantal opcen ten, als door B. en W. voorgesteld. Besloten wordt voor 1934 het grasgewas der kerklanen te Noorden te verhuren aan L. Immerzeel aldaar voor 8. Met algemeene stemmen wordt de amb tenaar ter secretarie, de heer Elsensohn, benoemd tot onbezoldigd ambtenaar van den Burgerl. Stand. Wat betreft de bouwverordening, welke voor 19 Augustus had moeten zijn vastge steld, deelen B. en W. mede, dat een con cept in studie is, en reeds door den ge- meenteopaichter nagegaan; het voorbe reidende werk is echter nog niet zoover gevorderd, dat in deze vergadering een voorstel tot vaststelling kon worden ge daan; dit volgt in de volgende vergadering Daar de bestaande schoolgeldverorde ning op 1 Januari a.s. afloopt, wordt gezien ook het feit, dat een opschuiving of andere wijziging in de klassen weinig meer opbrengst zal geven deze voor 1934 weder ongewijzigd vastgesteld. Hierna sluiting. Aanvaring. Door den schipper J. H. B. van de stalenklipper „Willempje", ge domicilieerd te Rotterdam, werd gisteren bij de politie aangifte gedaan van het feit, dat hij op den Rijn in aanvaring was ge weest met een langs den wal gemeerd liggend vaartuig, waardoor de voorplecht van zijn schip belangrijk werd beschadigd Als oorzaak gaf de schipper op het te snel voorbijvaren van een motorschuit bestuurd door J. Th. v. H., eveneens uit Rotterdam, toebehoorende aan de N.V. Intern. Stoom- sleepdienst P. Smit aldaar. Gevestigd: van Den Helder: J.Daal der en gezin, Sluis-Brugknecht, Zeilma- kerstr. 13 Nuth: P. J. H. Lemmen en gezin, remmer N.S., .Visserstraat 13 Woubrugge, Ant. Hoogteijling, dienstzode, Oudsh.weg 172 Wisch: J. Kreeftenberg echtgen. van Th. H., te Beest, Nieuwstr. 29 Nijmegen: G. G. van Leer, Raad huisstraat 263 Woerden: H. Uittenbo- gaard en gezin, reiziger, Vinkebuurt 46. Vertrokken: naar Rotterdam, Bos- land 15a, F. Blom Rotterdam, Bosland 15a, C. F. Groenendijk echtgen. van F. Blom Zoeterwoude, H. Rijndijk F 242b C. Westmaas Rotterdam, Westkruis kade 12: M. M. A. Valk, Leeuwarden, Sperwerstr. 14: R. A. de Roos, Duitsch- land, Emden Hilmarsum 17: P. E. Heems kerk Leiderdorp, Kastanjelaa.n 3: H. Bauer en gezin 's Gravenhage, Huij- genstraat 31: J. de Groot 's Gravenhage, Valkenboschkade: A. E. Nagtegaal Am sterdam, Fabiusschoolstraat 10, M. J. de Vries Apeldoorn, van Heutszlaan 10: J. M. van Hofwegen Duitschland, Gelsen- kirchen: Th. Bienert Haarlem, Kinder huissingel 88: J. van den Ent Bodegra ven, Meije 9: J. R. van Fulpen Geboren: Daniël z. van D. de Feijter en E. S. Wondergem Mees z. van G. Huisman en T. T. van Essen Elizabeth d. van H. Hesseling en E. Brak Pieter Anthonie z. van H. Doornekamp en J. Zui- dam Johanna Theresia d. van J. Groe nendijk en M. Cornelia van Kreuningen Aaltje d. van S. Dam en C. van der Ha ven Clasina d. van G. A. Beuk en J. Bruines Hendrik Gerarda d. van, A. L. de Vogel en A. J. Senne Lena Cornelia d. van L. Kleiweg en M. J. Verhoeff Geertruida Magdalena d. van A. F. Rede- geld en W. W. de Roos Bernardus z. van A. Blanken en A. Burger. Cornelis Johannes z. van P. J. Captein en Joh. A. van der Tol. Overleden: Andries de Ruiter, we- duwn. van J. de Ruiter 78 j. ZOETERWOUDE Burgerwacht. Na het weder actief worden der Burgerwacht is op de eerste plaats de gewapende afdeel ing verzorgd, zoodat deze nu goeddeels haar beslag heeft. Behalve de gelegenheid om metterdaad hulp te verleenen als ongewapend lid, zulks zoowel voor vrouwen als mannen boven de 18 jaar, kent deze vereeniging ook de mogelijkheid haar door geregelde bijdragen of giften en legaten te steunen, waartoe binnenkort huisbezoek zal worden gedaan, terwijl dan tevens eenig materiaal ter verdere kennismaking verkrijgbaar zal worden gesteld. Voorts zijn nog enkele kaarten beschik baar voor deelname aan het défilé op 9 Sept., alsdan zal niet worden geoefend. Uitsluitend voor diegenen, welke des Za terdags verhinderd zijn, zal op Donderdag 7 Sept. te Katwijk oefening worden gehou den van 14.0016.00 uur. Proeven van schietvaardigheid zullen Zaterdag 16 September ten 14.00 worden afgenomen, waarvoor alleen in aanmer king komen die aan een voorproef voldaan hebben. Voorproeven worden ter plaatse C 100 op 5 en 12 Sept. na 19.00 afgenomen. Van de oefeningen met no. 1 blijft 23 Sept. en 7 Oct. nog over. EEN MISDAAD VOOR 50 JAAR. Stoomboot opgeblazen. In Maart 1883 heeft men in Duitschland een der vreeselijkste misdaden beleefd, waardoor 360 menschenlevens in één slag vernietigd werden. De materiale schade, hoewel zeer groot, zonk in het niet bij dit groot aantal slachtoffers; immers, in ver gelijking met de ellende en het leed, dat daardoor ontstond, waren de verliezen aan geld en goed betrekkelijk licht te dragen. Op dien mooien ochtend in de maand Maart, van het jaar 1883, lag het stoom schip „Mosel", van de Norddeutsche Lloyd, aan de Kaiserkade te Bremershaven onder stoom, gereed om zee te kiezen. Boven en behalve 'n aanzienlijke lading stukgoede ren, vervoerde 't voortuig 700 personen van alle standen; menschen, die hetzij voor goed, hetzij tijdelijk, naar Amerika gingen. In den top wapperde al de „blauwe Pe ter", de wimpel, die aanduidde, dat de tocht over den grooten vijver een aanvang ging nemen. De timmerlieden sloegen, met knallende slagen, de houten pennen door de sluitingen der luiken. De zeilen werden ge reefd; het schip voer, immers, evenals alle andere vaartuigen destijds nog deden, niet alleen door stpom, maar ook nog door den wind. De menschen stonden dicht langs de Teeling geschaard om een laatsten groet te wuiven naar hun vrienden aan den wal. En, tusschen de babylonische spraakver- Reissprookjes uit ver vlogen tijden De sprookjes van Simbad den zeevaar der, den Arabischon koopman uit Bagdad, die op zijn handelsreizen gevaarlijke en zeldzame avonturen beleefde, zijn voor ons niets anders dan sprookjes, bonte vertel lingen, zooals die bij de Arabieren zoo ge liefd zijn. Maar ook bij de oude volken ea iK»k bij die der Middeleeuwen, zijn verba len in omloop, die veel lijken op Simbad's ©prookjes, die als waar beschouwd worden en voor de echtheid waarvan wetenschap pelijke grootheden zich met heel hun ge zag borg gesteld hebben. Men kende de aarde nog zoo weinig, dat telkens weer nieuwe verhalen van vreemde landen opdoken, waarmee later nog alleen maar gelachen kon worden. Toen reeds do zeeweg naar Indië bekend, Amerika ontdekt en op weg door Straat Magcl'haen den Stillen Oceaan bekend was werden do tallooze geografische sprookjes die in Europa de ronde deden, voor goede munt aangenomen. Tot aan dc tijden der Romeinen geloofde men vast, dat ver weg in de oceanen een eeuwige duisternis heersohte. De wateren der Oceanen zouden, ver verwijderd van do kusten, zulke dichte dampen doen ont staan, dat gcon zonnestraal er door heen kon dringen, ook kunstlicht zou deze dikke duisternis niet kunnen verhelderen. Verder hielden de oude volken het voor onmogelijk zich midden in de wereldzeeën te wagen, omdat naar him gevoelen, het water der Oceanen ver van de kusten zoo di'k als boomhars was. Phantastisohe opvattingen bestonden ook over de landstreken onder don aequa- tor zóó hoog gewelfd, dat zij bijna tot aan de zon reikte. Daarom moest het in de landen om den evenaar zóó heet zijn, dat er geen levend wezen meer bestaan kon en dat in zeeën en rivieren slechts kokend water was. Van de 4c eeuw vóór Christus tot na de Middeleeuwen beweerden geleerde geogra- phen telkens weer, dat er in de Oceanen groote magneetbergen waren, die alle schepen, waarop metaal aanwezig was tot zich trokken en in rien afgrond sleurden. Zulke magneetbergen versohenen ook tel kens weer op landkaarten, zooals bijv. op een kaart, die in de 16e eeuw in Rome ver scheen. Aanvankelijk werd zoo'n magneet berg bij de Grieken vermeld. Deze zou zich aan de kust van Afrika bevinden en repds vele schepen ten val gebracht hebben. In China beweerde men in de lldo eeuw, dat aan de kust van Fonkipg geweldige onder- zeesehe bergen lagen, die alle se vasthielden. Nog veel meer dan magneet bergen waren er volgens de meening der ouden goud-eilanden, zilvereilanden, parel eilanden, en goud- en zilverbergen. Plinius de Romeinsohe nafcuurvorscher uit de lste eeuw van onze tijdrekening, maakte mel ding van een eiland in den Indisoben Oceaan, dat uit zuiver goud en zilver zou bestaan. In de 16e eeuw werd in Europee- sche geleerdensohriften medegedeeld, dat in Oost-Indië een groote berg aangetrof fen werd, die van boven tot onder sleohts één groot goudblok was. In de 14e ww nog werd melding ge maakt van talrijke gouden eilanden in den Indisohen Oceaan, in de 14e eeuw deed in Europa het bericht de ronde, dat in China gouden bergen waren en in denzelfden tijd sprak men ook van gouden bergen in Oost-Afrika. De goudbergen van Afrika kon echter niemand naderen, omdat de geheele omtrek bewoond was door vreese- lijke slangen. In het begin der Middeleeu wen ontstond de mare van de eilanden der zaligen. Deze eilanden, waarboven de he mel altijd blauw was, waarop alles in overvloed groeide en bloeide, waar het le ven zich nog geheel en al afspeelde zooals voor den zondeval in het Paradijs, waren ver buiten het bereik der menschelijke na tuur, in den AÜantischen Oceaan gelegen. Ook de legend arisohe Iersche zeevaarder Brandamus zou de eilanden der zaligen be zocht hebben. Deze sprookjesreis in het land der gelukkige menschen werd in een boek beschreven, dat ten slotte in de meeste Europeesche talen vertaald werd. Ook nog na de ontdekking van Amerika geloofden zoowel leeken als geleerden aan het bestaan van de eilanden der zaligen. Zoo werd ongeveer 200 jaar geleden een expeditie uitgerust, die op de Kanarische eilanden naar dit aardsch paradijs moes ten zoeken. In Afrika, zoo heette het, leven er men schen met één been. Dit been eindigde van onderen in een geweldigen voetzool. Leg den die menschen zich ter ruste, dan kon den zij hun voetzool goed als zonnesoherm gebruiken. Volgens een Arabisch sprookje waren deze menschen zelfs niet meer dan half- mensohen, want zij hadden ook sleohts één oor, één arm en één oog. In snelheid hoef den zij echter voor geen mensch onder te doen, want zij konden met dat eene been geweldige sprongen maken. Pygmeeën, kleine mensohjes, zóóó klein, dat zij de konijntjes tot voedsel dienden, waren er volgens de meening der oude vol keren, in vele deelen van Afrika, aldus werd tot het einde der middeleeuwen alge meen aangenomen. Zij werden aangetrof fen in de binnenlanden van Afrika, in de gebergten van Oost-Indië en op de eilan den van den Soenda-Arohipel. Deze schepselen bezitten wel een lichaam zooals de menschen, maar hebben den kop van een hond. Zij konden ook niet praten, maar blaffen. Maroo Polo, de beroemde wereldreiziger, die in 1323 stierf berichtte van Sumatra: „Alle mannen van dit eiland hebben een kop als een hond: zij lijken al lemaal op de koppeo wan groote slagers honden." warring door, klonken te beurtelings op gewekte en droeve tonen van de scheeps- kapel, die een afscheids-concert gaf. De bel luidde voor den laatsten keer, de loopplank werd ingehaald en de kapitein stond op het punt om door de telefoon het bevel tot vertrek aan den machinist te ge ven, toen plotseling een door paarden ge trokken wagen, met een reusachtig groote pakkist kwam aandaveren. De oude kapi tein was wel allesbehalve gesticht over dit oponthoud, maar hij liet de kist toch aan boord brengen. De lier ratelde oorverdoo- vend en de laadboomen gingen hèen en weer. De kist, die breekbare waar heette te bevatten, zweefde een oogenblik boven het openruim en verdween toen in de diepte. Aan boord en op den wal wuifde men elkaar een laatst vaarwel en een ge lukkigen overtocht toe Toen gebeurde het vreeselijke, iets dat alle beschrijving tart. Een oorverdooven- de ontploffing deed de geheele omgeving trillen en toen de rook eindelijk was opge trokken, zag mendat het schip ver dwenen was. Het lag vaneengereten op den bodem van de haven. Zooveel bloed is welhaast nooit op één plek tegelijkertijd vergoten, zelfs niet op het bloedigste slag veld; zooveel uiteengereten menschelijke lichamen en afgerukte ledematen had men nooit bijeengezien. Geen uur is ooit zoo vervuld geweest van jammer en gesteun. De ontploffing werd tot op 80 kilometer afstand gehoord. Zij eischte 360 men schenlevens, terwijl honderden gewond werden. Op het vernemen van deze onge lukstijding hield geheel Duitschland, men kan bijna zeggen de geheele wereld, den adem in. Wat was er gebeurd en wat was de oorzaak? Onder de zwaargewonden bevond zich ook een zekere Mr. Frank, uit Baltimore, een Amerikaan van Duitsche afkomst. On middellijk werd een onderzoek ingesteld, hoe het kwam, dat die groote kist, met breekbare waar, in het ruim, bij het neer zetten, ontploft was. Breekbare waar, glas werk, met een verbazend hooge verzeke ring bij Lloyds. Boven de 20 millioen mark gaf de polis, als waarde aan. Dit gaf te denken. De eigenaar kon echter niet verhoord worden, daar hij buiten bewustzijn lag. Zijn vrouw en kind waren slechts licht ge wond. Uit het onderzoek bleek, dat Frank pas sage had genomen naar de Engelsche ha ven Portsmouth; hij was dus voornemens geweest in Engeland aan wal te gaan en de kist de reis naar Amerika verder alleen te laten maken. Toen kwam zich iemand bij de politie melden, die meende licht in deze duistere zaak te kunn enontsteken. Een instrument maker uit een plaatsje in Anhalt, die van den Amerikaan Frank, wiens foto in de bladen gepubliceerd was, opdracht had ge kregen om een speciaal uurwerk te maken, dat eenige dagen tevoren was afgeleverd. Een vreeselijke verdenking was in hem op gerezen en toen hij te Bremershaven de autoriteiten daar over sprak, bleek hem al spoedig, dat zijn vrees, dat de ramp door een misdadiger was veroorzaakt met het doel om zich door de verzekering te ver rijken, reeds als een voldongen feit werd beschouwd. terwijl overal ter wereld de ramp, wel ke het landverhuizersschip getroffen had, nog druk besproken werd, voltrok zich in een ziekenhus te Bremershaven het nood lot aan een der grootste misdadigers in de geschiedenis der menschheid. Frank zag het einde naderen en legde, in het aangezicht van den dood, een vol ledige bekentenis af. De ontploffing had te vroeg plaats gehad, door een schok bij het in het ruim plaatsen. Inplaats van glas werk, was er dynamiet in de kist geladen. Het uurwerk zou de lading eerst ongeveer twee etmalen na het vertrek ,uit Ports mouth waar Frank met vrouw en kind van boord dacht te gaan tot ontploffing hebben moeten brengen. Dan was het schip ver van land op den Oceaan geweest en zou, volgens menschelijke berekening, geen levende ziel aan den dood ontkomen zijn. De verzekeringssom was dan onge twijfeld aan den booswicht uitbetaald. Menschelijke hebzucht bracht op deze wijze een vreeselijke ellende over honder den menschen. De spoedige opheldering van deze misdaad, strekte de Duitsche po litie tot eer. De misdadiger stierf, eenige minuten na zijn bekentenis, aan de gevol gen van zijn verwondingen. Aan de Kaspische Zee, zoo luidde een ander „wetenschappelijk" bericht, leven menschen, die een hoogte van 15 voet be reiken. Deze meneohen hebben ontzetend lange ooren zoodat bij 't slapen gaan er hun heele lichaam in kunnen wikkelen. Op verschil lende plaatsen van Afrika zouden menschen zonder hoofd leven, oogen, ooren, neus en mond waren aan den romp gegroeid. Bijna nog ©leohter waren de menschen er aan toe, die geen mond hadden en aan de Gan ges in Indië leefden. Zij voedden zich uit sluitend door den neus, door den reuk. Ging zoo'n mondloozen mensch op weg, dan stak hij een paar welriekende bloemen bij zich en voor zijn voeding was rijkelijk gezorgd. Op het. eiland Ceylon, zoo luidde het in oude „wetenschappelijke" berichten, woon den de kortlevenden. Op 5-jarigen leeftijd waren deze menschen volwassen mannen en vrouwen, en een ouderdom van 8 jaar was reeds een zeldzaamheid. Zoo waren nog vele sprookjes over de wondermensohen in de meest verschillen de deelen der aarde, die een tijdlang alles als „wetenschap" golden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 8