H.M. KONINGIN WILHELMINA CS Met dankbaarheid en onwan kelbare trouw, herdenkt het Nederlandsche Volk het 7de lustrum der regeering van zijn geliefde en geëerbiedigde Koningin. De Koninklijke Familie op het Paleis te Amsterdam (1933. BIJ HET 35-JARIG REGEERHSTGSJUBILEUM VAN H.M. KONINGIN WILHELMINA. Den 31 sten Augustus vierde H.M. Ko ningin Wilhelmina haar 53sten verjaar dag, terwijl zij dien dag tevens gedurende 35 jaar aan het hoofd der Regeering stond Voor de geschiedenis van ons land was de datum van 31 Augustus 1880 een zeer belangrijke. Reeds lang immers was de troonopvolging in ons land in gevaar. Sterfgevallen hadden elkander kort ach tereen in ons Vorstenhuis opgevolgd en hadden hen, Die voor een eventueel Ko ningschap in aanmerking kwamen, weg gerukt. Groot was dan ook de vreugde m den lande, toen op 31 Augustus 1880 bekend werd, dat er uit het tweede huwelijk van Z.M. Koning Willem III met Koningin Emma van Waldeck Pyrmont, een doch- H. M. op 14-jarigen leeftijd ter was geboreu. De Koning was buiten Zichzelf van vreugde en persoonlijk ging Hij zijn dochter, die de namen Wilhel mina, Helena, Pauline, Maria kreeg, bij den Burgerlijken Stand aangeven. Op Prinses Wilhelmina nu was de hoop van het Nederlandsche volk gevestigd, daar Prins Alexander enkele jaren later over leed. In de troonopvolging werd voorzien den 31sten Augustus 1884, dus toen de Kroonprinses nog geen vier jaar oud was. Bij deze wet werd aan Haar de Regee ring opgedragen, ingeval Haar Vader zou komen te overlijden. Prinses Wilhelmina kreeg een uiterst zorgvuldige en degelijke opvoeding, wel ke grootendeels bij Haar Moeder, Ko ningin Emma berustte. Terwijl Zij afwis selend te Den Haag, en dan weer op het Loo verblijf hield, groeide de kleine Prinses onder de bekwame leiding van Haar Moeder op tot een flinke Vrouw en tot een waar Vorstin voor Haar Volk. In November 1890 overleed de Koning op het Loo en werd dus volgens de grondwet Prinses Wilhelmina Koningin. Daar zij echter nog minderjarig was, trad Koningin Emma als Regentes op tot aan het tijdstip, waarop Haar dochter vol gens de grondwet gerechtigd was zelf de Regeering over te nemen. De opvoeding van de aanstaande Koningin was even veelomvattend als veelzijdig en de beste leermeesters in den lande werden nauwe lijks genoeg geacht. „Vraagt men" zoo getuigde Dr. G. J. van der Flier, Predi kant te 's Gravenhage, die de toen nog jeugdige Prinses van Mei 1894 tot Octo ber 1896 heeft voorbereid voor Haar Be lijdenis „hoe in betrekkelijk korten tijd zooveel en velerlei behandeld kon worden, zonder oppervlakkigheid, dan ligt de verklaring in de omstandigheid, dat H.M. de dubbele gave bezit van een bijzonder gelukkig geheugen en een groot bevattingsvermogen, gepaard aan warme belangstelling". Koningin Emma gaf bjj de opvoeding van Haar Kind steeds de leiding. „Mijn Kind moet een nationale opvoeding heb ben", zoo zeide H.M. tot den heer Gede king, het hoofd der Haagsche School, die in Januari 1887 werd aangesteld als eerste onderwijzer van de toen zes en een half-jarige Prinses. Het onderricht werd gegeven in een speciaal daartoe be stemd vertrek, hetwelk geheel als klas lokaal was ingericht. Daar de Prinses ^enigst Kind was, oordeelden Haar Ouders het noodig, dat Zij geregeld contact met andere kinderen had, waar toe Zij af en toe de gewone openbare school bezocht, waar Zij dan enkele les sen volgde. Het onderwijs der Koningin werd steeds door één onderwijzer voor ieder vak gegeven. Toen Zij veertien jaar oud was, werden er twee hoogleeraren van de Leidsche en Utrechtsche Hooge- school aangesteld om H.M. te onderrich ten in de Vaderlandsche en Algemeene Geschiedenis. Het onderwijs der Vader landsche Geschiedenis was opgedragen aan prof. P. J. Blok uit Leiden. Bij zijn aanstelling ontving deze van de Ko ningin-Moeder, Die steeds persoonlijk bij deze lessen tegenwoordig was, de op dracht „een zoo onpartijdig mogelijke voorstelling van het gebeurde te geven, voornamelijk op :taatkundig en godsdienstig gebied, met eerbiedi ging van andere staatkundige en religieuse gevoelens dan de zijne, zonder in eenig opzicht de waarheid, ook als deze voor de Koningin minder aangenaam zou klin ken, tekort te doen". Koningin Emma be paalde tevens, dat bij de behandeling der onderwerpen niet beschrijvingen 'an veldslagen of beschouwingen over artike len van oude vredesverdragen en derge lijke op den voorgrond moesten treden, doch wel de ontwikkeling der gouverne- menteele en sociale toestanden, met als eindpunt de grondwetherziening van 1877 Het onderricht betreffende de militaire aangelegenheden werd opgedragen aan generaal Kool, terwijl schout bij nacht Stokhuyzen de lessen betreffende de Zee macht van den Nederlandschen Staat op zich nam. Reeds jong had het a.s. Ko ninginnetje een bij zonderen aanleg voor teekenen en schilderen getoond en aan den onderdirecteur der Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag werd deze artistieke zijde van Haar opvoeding toevertrouwd. De lessen in Kunstgeschiedenis van Dr. C. Hofstede de Groot, alsmede Haar tal rijke bezoeken aan musea hebben Haar aandacht voor en Haar kennis van de schilderkunst aanmerkelijk verdiept. Zoo als men weet, is het schilderen ook thans nog Haar liefste ontspanning en menig schilderstuk heeft Zij tijdens Haar tal rijke reizen naar de natuur vervaardigd. Wilhelmina was dus op een uitnemen de en veelzijdige wijze voorbereid voor Haar groote en verantwoordelijke taak als Koningin, welke Zij den 31 sten Augustus 1898 bij het bereiken van den achttienjarigen leeftijd aanvaardde. Met een proclamatie richtte Zij zich toen tot Haar volk. In deze proclamatie zeide Zy: „Ik stel my tot levensdoel het voor beeld mijner Moeder na te volgen, regeeren, zooals van een vorstin uit het Huis van Oranje wordt verwacht. Aan de Grondwet getrouw, wensch ik den eer bied voor den Nederlandschen naam en de Nederlandsche vlag te bevestigen. Ik wensch bij het Opperbestuur over de be zittingen en Koloniën in Oost en West rechtvaardigheid te betrachten en naar mijn vermogen bij te dragen tot verhoo ging van uw geestelijk en stoffelijk wel zijn. Ik hoop en verwacht, dat U aller steun, in welken ambtelijken of maat- schappelijken werkkring binnen of buiten het Koninkrijk gij zijt geplaatst, mij hier bij nooit ontbreken zal. Op God vertrouwende en met de bede, dat Hy mij sterke, aanvaard ik de Regeering". Den 6den September d.a.v. werd de Koningin in de Nieuwe Kerk te Amsterdam in tegenwoordigheid van de leden der beide Kamers der Staten-Generaal, de vooraanstaande uit den lande, buitenlandsche vor sten en vorstinnen, aanvoerders van le ger en vloot, plechtig ingehuldigd: De eerste regeeringsdaad van de jeug dige Koningin was het verleenen van de grootkruisen der Orden van den Neder landschen Leeuw en van Oranje Nassau aan Haar Moeder, Koningin Emma. Op 20 September 1898 opende H.M. Koningin Wilhelmina vervolgens voor het eerst persoonlijk de zitting der Staten-Gene raal en weldra kreeg Zij gelegenheid den lande te toonen, dat de goede lessen, Haar door vooraanstaande geleerden ingeprent. Haar hadden ontwikkeld tot een Regee- ringskracht, welke in de meest ingewik kelde aangelegenheden het hoofd koel wist te houden en den juisten weg ver mocht aan te wijzen. Een gebeurtenis van het allergrootste gewicht voor H.M. was Haar verloving van Z.K.H. Hertog Hendrik van Mecke- lenburg Schwerin, welke Zij den 16dcn October 1900 in de Staatscourant bekend maakte. Den 7den Februari 1901 werd het hu welijk in de Groote Kerk in de Resi dentie ingezegend door den hofprediker Ds. van der Flier, bij wien H.M. ook eenige jaren tevoren Haar belijdenis als lidmaat der Ned. Hervormde Gemeente had afgelegd. Het huwelijk .van H.M. werd alom in den lande door grootsche feesten gevierd. Wel heeft ongeveer een jaar later het gansche land evenzeer in droefenis met het Koninklijk Echtpaar medegeleefd een niet tot werkelijkheid geworden blijde verwachting, doch den 30sten April 1909 laaide des te sterker de Nederlandsche geestdrift op bij de ge boorte van H.K.H. Prinses Juliana. De deelneming der natie in de persoonlijke dpenbare aangelegenheden van onze Ko ningin was steeds algemeen en demon streert op duidelijke wijze de gehechtheid van het Nederlandsche volk aan het Oranje Huis. Onder de regeering van Koningin Wil helmina hebben tal van historische feiten plaats gevonden. Memoreeren wij uit de eerste jaren van Haar regeering de groo te spoorwegstaking in 1903 en de gewei dige dijkdoorbraak in Zeeland in Maart 1906, tengevolge waarvan bijna 3000 H.A. land onder liepen. Steeds wanneer ram pen ons land teisterden, gal H.M. door Haar persoonlijke aanwezigheid, blijk van me deleven met Haar volk. Ook de betrekikngen met bui tenlandsche staatshoofden lieten niets te wenschen over, hetgeen wel blijkt uit de vele bezoeken, welke vreemde vorsten aan ons Hof brachten. Ook bezocht Koningin Wilhelmina meer malen vreemde Hoven. Als een echte Vorstin en Moe der des Vaderlands leerde het volk Koningin Wilhel mina kennen in de bange De Kroningsplechtigheid. H. "Vf. met Koningin-Moeder dagen van den wereloorlog. In ingewijde kringen heerschte reeds lang de grootste onrust. De moord bij Serajewo deed deze onrust ten toppunt stijgen en den 31 sten Juli 1914, des namiddags om half twee onderteekende de Koningin het mobilisa tie-bevel. Nog dienzelfden avond was reeds 90 pet. van de 200.000 opgeroepen mannen op de been. In die bange dogen van Augustus 1914 verklaarde onze Vor stin met nadruk: „Mijn volk zal niet deelnemen aan dezen rampzaligen strijd". En dank zij vooral Haar voorzichtig, maar toch krachtig beleid is Nederland gespaard gebleven voor het oorlogs geweld. Koningin Wilhelmina mag dan ook met recht de Vredeskoningin worden genoemd. H. P. B. Onder: De Koninklijke Familie in de Hoofdstad (1912). Links: De Koninklijke Familie in de Residentie (1931). Rechts: Aankomst der Koninklijke Familie op het Loo -• De Koninklijke Familie te Amsterdam (1912) H. M. KONINGIN-MOEDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 5