ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1933
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
Zwaarwichtige gesprekken in luchtige pakjes.
Verboden blauwe hemden, die toch marcheeren wil
len. Honger in het onmetelijke Russische rijk.
Gandhi, de hongerkunstenaar.
Hr.clitv..dsal bij lusteloos-
h«ld en vtrmotldhtld
Slacht» 70 cent» par bus
N utricle Zoatarmaar
zoo'n leger op Da houdt, p.l. de republi-
keinsche garde. Toen de Valera nog niet
aan hot bewind was, was dit legertje
ook een onwettige organisatie, zoodat de
Valera vroeger deed en thans nog doet,
wat hij aan O'Duffy verwijt. Maar als
twee hetzelfde doen, is dat nog niet het-
zelfde. De Valera is thans regeeringsman
en derhalve zijn z'n mannetjes helden, die
van O'Duffy miserabele rebellen. Als
O'Duffy soms straks aan het bewind
komt, worden de rollen weer omgedraaid.
De Valera heeft, om aan zijn verbod
kracht bi; te zetten, tevens een militair
gerechtshof ingesteld.
De volmachten van deze rechtbank zijn
verstrekkendzij omvatten arrestatie
gevangenhouding, rechtsgeding, vonnis en
uitvoering. Zij kan straffen uitspreken van
een zwaarte, welke zij zelf wenschelijk zal
achten, tot geeseling en doodstraf toe. Er
is geen beroep op de vonnissen, ofschoon
deze natuurlijk door den ministerraad ge
wijzigd: verzwakt maar ook verscherpt
kunnen worden. Ten slotte kan deze recht
bank in het geheim bijeenkomen, zoodat
alle openbaarheid, indien dit wenschelijk
wordt geacht, buitengesloten kan worden.
Het verbod van de nationale garde, zooals
O'Duffy's organisatie heet, stelt elk lid van
dien bond aan arrestatie blootzelft 't bezit
van documenten, welke van de fascisti
sche vereeniging zijn uitgegaan, is een
gevaar, dat men voor dezen krijgsraad zal
gedaagd worden.
DAt ziet er gevaarlijk uit
De strijd tusschen beide kampioenen is
evenwel nog niet geëindigd.
Honger. Dat er op het oogenblik
in Rusland een geweldige ellende heerscht
wordt ihans meer en meer duidelijk. Aan
vankelijk konden de Sovjets dat nog be
mantelen met in overdreven bewoordingen
te wijzen op den overvloedigen oogst,
maar het blijkt, dat zelfs deze oogst nog
niet voldoende is, om den geweldigen hon
gersnood in Rusland te lenigen.
Na de oproep van mgr. Sceptycky, den
metropoliet van Lemberg, heeft thans ook
de aartsbisschop van Weenen, kardinaal
Innitzer in een herderlijk schrijven een
beroep op de wereld gedaan om den hon
gerlijdenden te hulp te komen.
„Honderdduizenden, ja millioenen men-
schen zijn de laatste maanden in Sovjet-
Rusland den hongerdood gestorven",
schrijft de kardinaal.
„Reeds staat vaat, aldus gaat de kardi
naal voort, dat de catastrophe ook nu, in
de., tijd van den nieuwen oogst, verder
voortwoedt. Om de levensmiddelenverzor
ging der industrie-centra mogelijk te ma
ken, wordt zooals de sovjet-pers openlijk
erkent, onder gebruikmaking van alle
dwangmiddelen den boeren in Oekraine,
den Noord-Kaukasus en elders het resul
taat van den oogst ontroofd. De Russisohe
hongercatastrophe zal derhalve binnen en
kele maanden een hoogtepunt bereiken
ederora zullen millioenen menschenlevens
ten gronde gaan.
Tegenover dergelijke feiten nog langer
zwijgen, zou de verantwoordelijkheid der
beschaafde wereld voor den maasadood in
het ondraaglijke doen stijgen; zou zijn
de schuld daarvoor dragen, dat in een tijd,
waarin geheel© deelcn der wereld in over-
loed aan graan en levensmiddelen stik
ken, de nicnschen in sovjet-Rusland ellen
dig verhongeren en aan de gruwelijke ver
schijnselen van eiken massa-honger, zelf»
aan kindermoord en kanniblisme ten prooi
vallen.
In het belang der eeuwig-geldende wet
ten van menschelijkheid en naastenliefde
verheft daarom ondergetec kende (kardi
naal Innitzer) zijn stem, en doet een be
roep op allen, in het bijzonder op die or
ganisaties en kringen dor wereld, wier ar
beid in dienst van menschlievendheid en
rechtvaardigheid staat, opdat zij, voor bet
te laat is, op effectieve wijze op boven-
nationalen en bovenconfeasioneelen grond
slag een internationale hulpactie voor de
in Rusland door den hongerdood bedreig
de menschen erganiseeren."
Op dir ontroerend sohrijven heeft ook
de Paus zijn goedkeuring en steun toege
zegd aan elke actie om opnieuw het Rus
sische volk te redden uit den pufy waarin
het bolsjewisme het arme bedrogen en
geknecht volk heeft gestort.
Na zooveel jaren van .glorierijken" ar
beid heeft het bolsjewistische syteem dit
succes gehoekt Waarlijk Stalin kan weer
snoeven, dat het Russische proletariaat
„duizelig is van de successen''.
Die „duizeligheid" is dan in ieder geval
juist, maar dan van zwakte wegens den
honger, 't 16 wel oiep-treurig, dat het Rue-
sische volk op deze wijze de verwerpelijk
heid van het communistisohe systeem heeft
moeten demonstreeren.
De honge r-k unstenaar.
De vrijwillige hongeraar Gandhi heeft het
weer eens klaar gespeeld, om door mid
del van een hongerstaking uit de gevan
genis te geraken.
Hij was opgesloten omdat hij tot een
jaar gevangcuistraf veroordeeld wae we
gens zijn c&mpegno voor de burgerlijke
ongehoorzaamheid. Hij werd derhalve als
een gewone gevangene behandeld en had
niet meer die vrijheid, welke hij bij een
vorige gevangenhouding genoot, toen hij
slechts geinterneerd was. Dat was niet
naar den zin van Gaudhi en dus ging hij
weer hongerstaken.
De Britsch-Indische regeering heeft wij
selijk toegegeven en hem na'een paar da
gen hongeren onvoorwaardelijk in vrijheid
gesteld en hem zelfs de verdere straf
kwijtgescholden. Dit toegeven op het juis
te oogenblik zal de positie der regeering
meer verstevigen dan een vasthouden aan
de eenmaal opgelegde straf. Zij voelt er
niets voor ora zich zelf tot moordenaar van
den Indischen leider te promoveeren en
Gandhi zelf tot martelaar te maken. Laat
Gandhi zich maar wijden aan het verbete
ren van het lot der paria's. Daar is niets
op tegen. Maar zoodra hij weer aan z'n
ongchoorzamhcidsactie begint, gaat hij
weer de bak in. Zoo kan het spelletje nog
langen tijd dooigaan
EN
PASS
Do LI fussMus s o 1 i n i Van
wicn is het gezegde ook weer, dat geen
vorst groot is in do oogen van zijn ka
merdienaar?
Het doet er ook niet toe, wie deze
waarheid ontdekt heeft, het is in ieder ge
val een waarheid, of liever: het was het
Vroeger zat de grootheid van een man
vooral in de entourage, waarmee hij zich
wist te omringen. Het mooie pakje speel
de daarbij al een zeer groote rol en als hij
dat 's avonds uittrok en ten aanschouwen
van zijn kamerdienaar in bed stapte, was
hij een mensch zooals ieder ander.
Een van de ergste dingen, die een
staatsman kon overkomen, was steeds, dat
men hem in zijn hemd liet staan. Dat was
weliswaar figuurlijk bedoeld, maar de
werkelijkheid zou nog erger geweest zijn.
Welk staatshoofd zou vroeger ooit in
zwempak voor zijn volk hebben kunnen
verschijnen, zonder oogenblikkelijk onder
een homerisch gelach al z'n prestige te
zien verdwijnen.
Dat is tegenwoordig anders.
Althans een van de jongste foto's van
de samenkomst te Riccfone van den Oos-
tenrijkschen bondskanselier met den Ita-
liaanschen dictator Mussolini toont den
Oostenrijker in een zeer luchtig oostuum,
in z'n overhemdje met z'n jas onder z'n
arm en de herculische gestalte van Mus
solini alleen gehuld in een zwembroekje.
En de menigte juicht!
En in een dergelijk lichtzinnig costuum
worden tegenwoordig zoomaar de groot
ste problemen van Europa behandeld
,Want hoewel het officieel niet bekend
is, waarover precies gesproken is tusschen
beide staatslieden, het staat in ieder ge
val vast, dat 't hier geen afspraakje gold
om samen, te gaan zwemmen; Daarvoor
komt men als staatshoofd niet per vlieg
tuig in allerijl een naburigen dictator op
zoeken.
Het gaat om de economische positie van
Oostenrijk, welke den laatsten tijd zeer
slecht is geworden en daardoor allerlei po-
litieke kwesties oproept, zooasl Anschluss
aan Duitschiand of aan Hongarije.
Italië is tegenstander van de aansluiting
van Oostenrijk bij Duitsohland. Het wil
geen machtig Duitsoh Rijk tot directen
buurman aan den Brenner hebben. Zoo
wel in den tijd toen het verlangen tot aan
sluiting vooral uitging van de Oostenrijk-
sche kringen, die er zich nu tegen verzet
ten, als thans het Duitschiand van Hit-
Ier haar nastreeft, heeft Italië duidelijk te
kennen gegeven zich met kracht tegen
elke p»oging in deze richting te verzetten.
Wil men echter Oostenrijks aansluiting
bij Duitschiand op den duur voorkomen,
dan moet men meer nog dan op de poli
tieke op de eoonomische situatie het oog
houden. De ruwe hand, waarmee de vre
desverdragen de oude D.onaumonarchie
uiteen gescheurd hebben, heeft Oostenrijk
in een hulpelooze, om niet te zeggen hope-
looze positie gebracht, doordat zij Wee
nen zonder achterland liet. Had men da
delijk gezorgd voor economische maatre
gelen om Weenen althans de economische
hoofdstad van de Donaulanden te laten,
dan zou veel van de latere misère zijn
FEUILLETON.
HET MEDAILLON VAN
LORD STAIR.
Naar het Engelsch van
CHARLOTTE M. BRAME.
7)
Een half jaar herhaalde ze droome-
rig. Zij dacht er aan, hoe prettig het zou
zijn iemand ongeveer van haar eigen leef
tijd te hebben, met wien ze kon praten
zooveel ze wilde, hoe heerlijk het was
iemand te hebben, die Lady Perth niet
onfeilbaar vond, zooals Lord Stair deed,
iemand, die misschien haar pvartij zou kie
zen en zou gelooven, dat zij zonnestraal
tje" niet zou bederven.
Samen gingen ze naar huis. Als u Lord
Stair wilt spreken, zult u hem in de biblio
theek vinden, zei ze, hij sluit zich daar
iederen morgen op. En als u Lady Perth
wenscht te zien, kunt u haar vinden in de
witte salon, daar houdt ze iederen mor
gen audiëntie.
En, vroeg hij, als ik Lady Stair
wil ontmoeten, waar moet ik dan zoeken?
Zij lachte.
In de kinderkamer, als ik ten minste
moed heb daar binnen te gaan en anders
zoo ver mogelijk weg van Lady Perth.
Een beetje vaag, schertste hij. Ik
zal eerst Lord Stair gaan opzoeken. La
ten we samen gaan.
Neen, antwoordde ze, hij zou het
misschien vreemd vinden als ik hem
stoorde.
Wanneer zie ik u weer!
Marguerite lachte nerveus.
Het gebeurt niet dikwijls, dat iemand
voorkomen. Men heeft echter kalm toege
zien. dat de nieuw gevormde staten zich
van Weenen afwendden en daarmee het
verval van de stad en de verzwakking van
het land in de hand gewerkt. Op alle
mogelijke wijzen heeft men getracht Oos
tenrijk met volkenbondsteun op de been
te houden, maar langzamerhand is men
toch tot het inzicht gekomen, dat dit al
lemaal lapmiddelen zijn en dat alleen op
neming van Oostenrijk in een grooter
economisch verband uitkomst kan bren
gen. Schobers poging indertijd om een tol-
vtrbond met Duitschiand te sluiten vloei
de ook voort uit het inzicht dat Oosten
rijk op eigen beenen niet kan blijven
staan. De tegenstanders van Oostenrijks
aansluiting bij Duitschiand hebben dade
lijk deze poging verijdeld, omdat zij wel
inzagen, dat een zoo nauw economisch
verbond op den duur onvermijdelijk tot de
politieke aansluiting moest leiden. Op
papier stelden zij er een Donau-fede-
ratie tegenover, maar in werkelijkheid
lieten zij de zaak op zijn beloop. Nu
dreigt van politieken kant weer het ge
vaar van een opgaan in Duitschiand. Weer
komen de tegenstanders van de
„Anschluss" in het geweer. Thans schijnen
zij te begrijpen, dat alleen een economi
sche redding van het Land het gevaar zal
kunnen keeren. Het is geen toeval, dat
de economische en politieke besprekingen
met Hongarije en Oostenrijk in Italië als
het ware hand aan hand gaan. Als men
die twee tot elkaar brengt, is men er ech
ter nog niet; ook de Kleine Entente zal
moeten helpen, een Donaufederatie op
economisch gebied zal moeten worden ge
vonden.
Mussolini schijnt zich hiervan bewust
te zijn en met kracht de zaak aan te pak
ken, zoowel wat de economische als wat
de politieke zijde betreft. Er is periculum
in mora nu de vertoogen te Berlijn van de
drie andere groote mogendheden, die het
verdrag van vier geteekend hebben, daar
niets hebben uitgewerkt, en dat verklaart,
dat Mussolini met het onderhoud zoo'n
haast wilde maken en'dat Dollfuss dade
lijk tot zijn beschikking stond.
Wat er nu is uitgebroeid in het zonnige
Italiaansche badplaatsje, weten we nog
niet, doch de resultaten zullen waar
schijnlijk niet lajig op zioh laten wachten.
O'Duffy. Verleden Zondag hebben
de Blauwhemden van O'Duffy werkelijk
gemarcheerd in Ierland en zij hebben
deze stoutigheid bekocht met een besluit
van de Valeia, waarbij hun organisatie
verboden werd. Voorloopig heeft de Va
lera het daarbij gelaten; tot een geweld
dadige ontbinding van de thans onwet
tig geworden organisatie is hij nog niet
overgegaan. Wellicht doet zioh a.s. Zon
dag weer een aanleiding voor, om door te
bijten, want O'Duffy heeft al aangekon
digd, dat zijn Blauw herudon dan weer pa
rade' zullen houden in het graafschap Cork
ondanks de buiten de wet stelling der or
ganisatie.
O Duffv ontzegt de Valera het recht het
Blauwhemden legertje onwettig te verkla
ren, omdat hij (de Valera) zelf er precies
belang stelt in mijn gezelschap. Lady
Perth probeert me zoo weinig mogelijk te
zien en.... ze had op 't punt gestaan er
aan toe te voegen en niemand heeft me
noodig, maar ze bedacht zich.
Wat hem betrof, had ze den zin echter
even goed kunnen afinaken, want hij be
greep, wat ze had willen zeggen
Vanneer zal ik u weer zien en waar
kan ik u vinden l vroeg hij voor den twee
den keer.
Ik zit dikwijls in die aardige kamer
die wij Sir Josua s kamer noemen.
Dat weet ik, zei hij, waar die drie
schilderijen van Sir Josua hangen. Ik zal u
daar zoeken.
Marguerite voelde zich vroolijker, dan ze
in langen tijd geweest was en ze bedacht,
hoe anders het in het oud huis zou worden
nu kapitein Este hun gast was.
HOOFDSTUK X.
Lady Perth keek op van haar boek en
tuurde naar het gedeelte van de kamer,
waar twee jonge hoofden zich bogen over
een foto-album. Kapitein Este vertelde en
Marguerite luisterde. Telkens hoorde ze
het geluid van een lach, een hooge zilve
ren lach en Lady Perth ergerde zich. De
morgenzon scheen warm in de kamer, de
groote tuindeuren stonden op en een geur
van reseda woei naar binnen. Lady Stair
zag er even stralend uit als deze zomer
dag haar gezicht was een en al levendig
heid. Haar heldere oogen keken verbaasd
op naar kapitein Este, die vertelde van zijn
verre tochten en Lady Perth werd getrof
fen door de bezieling,, die zij nooit te vo
ren had. bespeurd. Over het - een bad
Marguerite's gelaat iets kwijnc en ver
moeiende, soms iets rusteloos, alsof ze iets
miste, maar nu scheen haar hecle ziel op
te lichten in haar oogen, haar rijko ziel.
die ze geërfd had van haar kunstzinnigen
vader.
Lady Perth fronste het voorhoofd Ze
was er zich ten volle van bewust, dat er
niet de minste reden tot critiek was. Een
sprek tusschen twee spelende kinderen
had niet onschuldiger kunnen zijn.
Heeft u ooit. buiten Engeland ge
woond hoorde ze kapitein Este zeggen.
Gewoond nooit, maar ik heb wel ge
reisd met Lord Stair, maar ik ken toch
geen ander leven dan het Engelsche.
Een oogenblik zweeg ze, maar toen ging
ze voort: Ik praat pver het leven, maar
ik weet eigenlijk niets van het leven af.
Voor ik getrouwd was, dacht ik dat
de wereld alleen maar muziek was.
En nu? vroeg hij nieuwsgierig.
Nu voel ik het meer als een mengsel
van verschillende dingen.
Een prettig mengsel, hoop ik, zei ka
pitein Este.
Lady Stair antwoordde niet. In haar
hart dacht ze dat, als „Zonnestraaltje" er
niet was, er niet veel geluk voor haar zou
overblijven. Ze glimlachte bitter bij de ge
dachte, dat do geschiedenis van muziek
Lord Stair meer belang inboezemde dan
zijn jonge vrouw.Toch deed ze hem onrecht.
Lord Stair hield zeker veel van haar, maar
op zijn eigen rustige manierde dagen
van onstuimige hartstocht lagen achter
hem.
Lady Perth achtte het thans noodig om
iets te zeggen:
Mijn lieve Marguerite, begon ze, ik
wist niet dat jij om sentimenteele gesprek
ken gaf.
Noemt u dit een sentimenteel ge
sprek
Ongetwijfeld was bet stroeve ant
woord.
Als dat zoo is, geef ik er heel veel
omEn u kapitein Este zei Marguerite.
Nog voel meer dan u, lachte hij.
Gaat u mee naar de Reiger Plas,
lady Stair? Dat was mijn lievelingsplekje,
toen ik nog een kleine jongen was.
Het is. dunkt me.veel te warm
om te wandelen, meende lady Perth.
Do hecle weg wordt beschaduwd
docr hooge boomen, lady Perth, zei de ka
pitein
Ik houd van warmte, voegde Mar
guerite er bij.
Ik zal zorgen, dat aan dit spelletje een
einde komt, dacht lady Perth boos. Ze
ergerde zich aan het schuldelooze genoe
gen, dat deze twee jonge menschen von
den in eikaars gezelschap
Toen do twee pratend en lachend op
weg togen als een paar dartele, onbezorg
de kinderen, keek Lady Perth ze met een
blik vol stuursche grimmigheid na.
Ik voel me nu veel vrijer, zei kapi
tein Este, terwijl ze het grasveld oversta
ken. Nu kunnen we tenminste zeggen wat
we willen. Ik krijg soms een griezelig ge
voel als ik aan haar denk
Wat voor een gevoel
Dat kan ik nauwelijks onder woor
den brengen, maar ik heb soms zoo'n idee,
alsof ze mi; op den een of anderen keer
groote ellende zal berokkenen. Zouden er
wei kei ijk zooieta als voorgevoelens be
staan?
Al pratende waren ze bij do Reiger Plas
gekomenze gingen in het gras zitten.
Boven hun hoofden waren de groene tak
ken, vóór hen was het helder water, dat
de wind zwak rimpelde, langs het water
groeiden vergeet-m ij-nietjes en moeras
spirea. Et© vertelde de legende van de
Reiger Plas. Toen JLloteeling zei hij: Uw
oogen hebben een heel andere kleur dan
W Al ASm.KK BLADEN
KS
JOODSCHE PANK.
Dc Jewish Tribune (New-York),
het lot der uit Duitschiand uitgeweken
Joden besprekend, richt tot zijn (Jood-
sche) lezers de volgende aansporing:
„En tenslotte, gedenkt Nederland!
Dit kleine land cn Frankrijk hccben
zeer ridderlijk gehandeld door de eer
ste en practisch gesproken ook de
laatste staten te zijn. welke hun deu
ren voor de vluchtelingen hebben
opengesteld, daardoor blijk gevende
van een groot moedigheid en men-
schenmin, de beste tradities in de ge
schiedenis van deze twee landen
waardig.
Laat de Joden over de geheele we
reld hun dankbaarheid aan Neder
land toonen, door hun zakenrelaties
met dit land te ontwikkelen. Iedere
Nederlandsche consul zal u gaarne
vertellen, wat ge in Nederland kunt
koopen. Brengt uw vacantie in dit
land door en ziet zijn wonderlijk in
teressante oude steden; koopt Neder
landsche goederen; reist met Neder
landsche passagiersbooten, indien a
daartoe de gelegenheid openstaat.
De vriendelijkheid en de sympa
thie, welke ons door de Nederlanders
zijn bewezen, mogen door geen en
kelen Jood, waar ter wereld hij zich
ook bevindt, ooit worden vergeten!"
DE NOVA IN HET STERRENBEELD
OPHIUCHIS.
Op 15 Augustus kwam het tclgrafisch
bericht uit Kopenhagen, dat de astronoom
Peltier een nova had gezien in het sterren
beeld Ophiuchis (De Slangendrager) van
de 6de grootte.
Men .verkeerde over de plaats van het
object nog in twijfel, totdat een latere
tijding de juiste positie van het hemel
lichaam bevatte.
Het bleek, dat dc nieuwe ster reeds een
bekende was, slechts de waargenomen hel
derheid door Peltier overtrof alle vorige
waarnemingen van maximale helderheid.
De tot nog toe bekende helderheidswisse
ling liep van de 7.5 tot de 11.8ste ster
grootte.
Over het algemeen gesproken is de po
sitie van de ster in ons land niet gunstig
voor de waarneming, omdat de hoogte
boven den horizon in deze maand (om
streeks 9 uur 's avonds) een 30 graden
bedraagt, terwijl de helderheid bovendien
nog aan het afnemen is. Niettemin is het
voor den liefhebber, die over een kleinen
kijker beschikt, interessant om deze nova
waar te nemen en zijn helderheid met
betrekking tot naburige, onveranderlijke,
sterren te schatten. Aan de hand van deze
schattingen krijgt men in den loop van
den tijd een idee van de helderheids-
afname en wellicht ook weer eens van de
helderheidstoename. De ster zal nu onge
veer van de 7de tot de 8ste grootte zijn;
de kleur is roodachtig.
Trekt men op een sterrekaartje een ver
bindingslijn tusschen de sterren Zóta
Serpens en Mu Ophiuchis, dan staat het
object ongeveer halverwege dezen afstand
en een weinig onder de verbindingslijn.
Voor den gebruiker van een goede en ver
deelde sterrekaart diene de opgave van
de volgende coördinaten voor het jaar
1855 0:17h, 42m, 25s rechte klimming en
6o, 39.6 declinatie.
Nu *eni «*n r«bu».
H««l g«makk«lliki
OP: PASS: EN -
OPPASSEN. Dankt
U daar aan achter
hat «tuur van auto.
motor ot het» 7
de vergect-inij-nictjos hier. Wist u daA
blauw mijn lievelingskleur is?
- De mijne ook, zei ze. We hadden
maar tón schiderij in onze oude kerk in
Insfail, het stelde een Madonna voor met
een mooi zacht gezicht en met een droef
heid in dn oopen alsof ze overal den scha-
duw van het kruis zag
Ze draagt een blauw kleed en sinds ik
dat schilderij gezien heb, houd ik het
meest van blauw.
U bent zelf net een Madonna, zei hij.
Ze schudde het hoofd. Ik heb heel©-
maal geen Madonna-gezicht, het is te rus
teloos. Ik voel me altijd als iemand die
waoht op ieta, dat nooit komt. Er is een
tekort in mijn leven, maar ik weet niet
wat het is.
Hij wist het, maar zweeg. Maar in oen
opwelling van medegevoel, greep hij haar
blanke hand en drukte die even.
Ze was te argeloos om het als iets an
ders te beschouwen dan het inderdaad
was, een uiting van waruie vriendschap.
Ze opende plotseling haar hand, en
vroeg: Ziet u iets bijzonder* in de lij
nen van mijn hand
Hij nam haar hand, terwijl ze vertelde,
wat de oude baker gezegd had. Hij luis
terde aandachtig.
Je moet dit niet gelooven. Mar
guerite, zei hij. Je lot moet gelukkig zijn.
Je bent de vrouw van een goed man. ik
geloof er niets van 1
Ik ook niet, zei ze zachtjes.
Toen plukte hij witte margrieten voor
haar en terwijl hij haar een 'handvol aan
bood, zei hij: Jouw leven zal even rein
en stralend zijn als d«- bloemen, waarvan
je den naam draagt. W-t heerlijk om je
Marguerite te mogen noemen.
(Wordt vervolgd).