ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1933 DE LE1DSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Zwaarwichtige gesprekken in luchtige pakjes. Verboden blauwe hemden, die toch marcheeren wil len. Honger in het onmetelijke Russische rijk. Gandhi, de hongerkunstenaar. Hr.clitv..dsal bij lusteloos- h«ld en vtrmotldhtld Slacht» 70 cent» par bus N utricle Zoatarmaar zoo'n leger op Da houdt, p.l. de republi- keinsche garde. Toen de Valera nog niet aan hot bewind was, was dit legertje ook een onwettige organisatie, zoodat de Valera vroeger deed en thans nog doet, wat hij aan O'Duffy verwijt. Maar als twee hetzelfde doen, is dat nog niet het- zelfde. De Valera is thans regeeringsman en derhalve zijn z'n mannetjes helden, die van O'Duffy miserabele rebellen. Als O'Duffy soms straks aan het bewind komt, worden de rollen weer omgedraaid. De Valera heeft, om aan zijn verbod kracht bi; te zetten, tevens een militair gerechtshof ingesteld. De volmachten van deze rechtbank zijn verstrekkendzij omvatten arrestatie gevangenhouding, rechtsgeding, vonnis en uitvoering. Zij kan straffen uitspreken van een zwaarte, welke zij zelf wenschelijk zal achten, tot geeseling en doodstraf toe. Er is geen beroep op de vonnissen, ofschoon deze natuurlijk door den ministerraad ge wijzigd: verzwakt maar ook verscherpt kunnen worden. Ten slotte kan deze recht bank in het geheim bijeenkomen, zoodat alle openbaarheid, indien dit wenschelijk wordt geacht, buitengesloten kan worden. Het verbod van de nationale garde, zooals O'Duffy's organisatie heet, stelt elk lid van dien bond aan arrestatie blootzelft 't bezit van documenten, welke van de fascisti sche vereeniging zijn uitgegaan, is een gevaar, dat men voor dezen krijgsraad zal gedaagd worden. DAt ziet er gevaarlijk uit De strijd tusschen beide kampioenen is evenwel nog niet geëindigd. Honger. Dat er op het oogenblik in Rusland een geweldige ellende heerscht wordt ihans meer en meer duidelijk. Aan vankelijk konden de Sovjets dat nog be mantelen met in overdreven bewoordingen te wijzen op den overvloedigen oogst, maar het blijkt, dat zelfs deze oogst nog niet voldoende is, om den geweldigen hon gersnood in Rusland te lenigen. Na de oproep van mgr. Sceptycky, den metropoliet van Lemberg, heeft thans ook de aartsbisschop van Weenen, kardinaal Innitzer in een herderlijk schrijven een beroep op de wereld gedaan om den hon gerlijdenden te hulp te komen. „Honderdduizenden, ja millioenen men- schen zijn de laatste maanden in Sovjet- Rusland den hongerdood gestorven", schrijft de kardinaal. „Reeds staat vaat, aldus gaat de kardi naal voort, dat de catastrophe ook nu, in de., tijd van den nieuwen oogst, verder voortwoedt. Om de levensmiddelenverzor ging der industrie-centra mogelijk te ma ken, wordt zooals de sovjet-pers openlijk erkent, onder gebruikmaking van alle dwangmiddelen den boeren in Oekraine, den Noord-Kaukasus en elders het resul taat van den oogst ontroofd. De Russisohe hongercatastrophe zal derhalve binnen en kele maanden een hoogtepunt bereiken ederora zullen millioenen menschenlevens ten gronde gaan. Tegenover dergelijke feiten nog langer zwijgen, zou de verantwoordelijkheid der beschaafde wereld voor den maasadood in het ondraaglijke doen stijgen; zou zijn de schuld daarvoor dragen, dat in een tijd, waarin geheel© deelcn der wereld in over- loed aan graan en levensmiddelen stik ken, de nicnschen in sovjet-Rusland ellen dig verhongeren en aan de gruwelijke ver schijnselen van eiken massa-honger, zelf» aan kindermoord en kanniblisme ten prooi vallen. In het belang der eeuwig-geldende wet ten van menschelijkheid en naastenliefde verheft daarom ondergetec kende (kardi naal Innitzer) zijn stem, en doet een be roep op allen, in het bijzonder op die or ganisaties en kringen dor wereld, wier ar beid in dienst van menschlievendheid en rechtvaardigheid staat, opdat zij, voor bet te laat is, op effectieve wijze op boven- nationalen en bovenconfeasioneelen grond slag een internationale hulpactie voor de in Rusland door den hongerdood bedreig de menschen erganiseeren." Op dir ontroerend sohrijven heeft ook de Paus zijn goedkeuring en steun toege zegd aan elke actie om opnieuw het Rus sische volk te redden uit den pufy waarin het bolsjewisme het arme bedrogen en geknecht volk heeft gestort. Na zooveel jaren van .glorierijken" ar beid heeft het bolsjewistische syteem dit succes gehoekt Waarlijk Stalin kan weer snoeven, dat het Russische proletariaat „duizelig is van de successen''. Die „duizeligheid" is dan in ieder geval juist, maar dan van zwakte wegens den honger, 't 16 wel oiep-treurig, dat het Rue- sische volk op deze wijze de verwerpelijk heid van het communistisohe systeem heeft moeten demonstreeren. De honge r-k unstenaar. De vrijwillige hongeraar Gandhi heeft het weer eens klaar gespeeld, om door mid del van een hongerstaking uit de gevan genis te geraken. Hij was opgesloten omdat hij tot een jaar gevangcuistraf veroordeeld wae we gens zijn c&mpegno voor de burgerlijke ongehoorzaamheid. Hij werd derhalve als een gewone gevangene behandeld en had niet meer die vrijheid, welke hij bij een vorige gevangenhouding genoot, toen hij slechts geinterneerd was. Dat was niet naar den zin van Gaudhi en dus ging hij weer hongerstaken. De Britsch-Indische regeering heeft wij selijk toegegeven en hem na'een paar da gen hongeren onvoorwaardelijk in vrijheid gesteld en hem zelfs de verdere straf kwijtgescholden. Dit toegeven op het juis te oogenblik zal de positie der regeering meer verstevigen dan een vasthouden aan de eenmaal opgelegde straf. Zij voelt er niets voor ora zich zelf tot moordenaar van den Indischen leider te promoveeren en Gandhi zelf tot martelaar te maken. Laat Gandhi zich maar wijden aan het verbete ren van het lot der paria's. Daar is niets op tegen. Maar zoodra hij weer aan z'n ongchoorzamhcidsactie begint, gaat hij weer de bak in. Zoo kan het spelletje nog langen tijd dooigaan EN PASS Do LI fussMus s o 1 i n i Van wicn is het gezegde ook weer, dat geen vorst groot is in do oogen van zijn ka merdienaar? Het doet er ook niet toe, wie deze waarheid ontdekt heeft, het is in ieder ge val een waarheid, of liever: het was het Vroeger zat de grootheid van een man vooral in de entourage, waarmee hij zich wist te omringen. Het mooie pakje speel de daarbij al een zeer groote rol en als hij dat 's avonds uittrok en ten aanschouwen van zijn kamerdienaar in bed stapte, was hij een mensch zooals ieder ander. Een van de ergste dingen, die een staatsman kon overkomen, was steeds, dat men hem in zijn hemd liet staan. Dat was weliswaar figuurlijk bedoeld, maar de werkelijkheid zou nog erger geweest zijn. Welk staatshoofd zou vroeger ooit in zwempak voor zijn volk hebben kunnen verschijnen, zonder oogenblikkelijk onder een homerisch gelach al z'n prestige te zien verdwijnen. Dat is tegenwoordig anders. Althans een van de jongste foto's van de samenkomst te Riccfone van den Oos- tenrijkschen bondskanselier met den Ita- liaanschen dictator Mussolini toont den Oostenrijker in een zeer luchtig oostuum, in z'n overhemdje met z'n jas onder z'n arm en de herculische gestalte van Mus solini alleen gehuld in een zwembroekje. En de menigte juicht! En in een dergelijk lichtzinnig costuum worden tegenwoordig zoomaar de groot ste problemen van Europa behandeld ,Want hoewel het officieel niet bekend is, waarover precies gesproken is tusschen beide staatslieden, het staat in ieder ge val vast, dat 't hier geen afspraakje gold om samen, te gaan zwemmen; Daarvoor komt men als staatshoofd niet per vlieg tuig in allerijl een naburigen dictator op zoeken. Het gaat om de economische positie van Oostenrijk, welke den laatsten tijd zeer slecht is geworden en daardoor allerlei po- litieke kwesties oproept, zooasl Anschluss aan Duitschiand of aan Hongarije. Italië is tegenstander van de aansluiting van Oostenrijk bij Duitsohland. Het wil geen machtig Duitsoh Rijk tot directen buurman aan den Brenner hebben. Zoo wel in den tijd toen het verlangen tot aan sluiting vooral uitging van de Oostenrijk- sche kringen, die er zich nu tegen verzet ten, als thans het Duitschiand van Hit- Ier haar nastreeft, heeft Italië duidelijk te kennen gegeven zich met kracht tegen elke p»oging in deze richting te verzetten. Wil men echter Oostenrijks aansluiting bij Duitschiand op den duur voorkomen, dan moet men meer nog dan op de poli tieke op de eoonomische situatie het oog houden. De ruwe hand, waarmee de vre desverdragen de oude D.onaumonarchie uiteen gescheurd hebben, heeft Oostenrijk in een hulpelooze, om niet te zeggen hope- looze positie gebracht, doordat zij Wee nen zonder achterland liet. Had men da delijk gezorgd voor economische maatre gelen om Weenen althans de economische hoofdstad van de Donaulanden te laten, dan zou veel van de latere misère zijn FEUILLETON. HET MEDAILLON VAN LORD STAIR. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. 7) Een half jaar herhaalde ze droome- rig. Zij dacht er aan, hoe prettig het zou zijn iemand ongeveer van haar eigen leef tijd te hebben, met wien ze kon praten zooveel ze wilde, hoe heerlijk het was iemand te hebben, die Lady Perth niet onfeilbaar vond, zooals Lord Stair deed, iemand, die misschien haar pvartij zou kie zen en zou gelooven, dat zij zonnestraal tje" niet zou bederven. Samen gingen ze naar huis. Als u Lord Stair wilt spreken, zult u hem in de biblio theek vinden, zei ze, hij sluit zich daar iederen morgen op. En als u Lady Perth wenscht te zien, kunt u haar vinden in de witte salon, daar houdt ze iederen mor gen audiëntie. En, vroeg hij, als ik Lady Stair wil ontmoeten, waar moet ik dan zoeken? Zij lachte. In de kinderkamer, als ik ten minste moed heb daar binnen te gaan en anders zoo ver mogelijk weg van Lady Perth. Een beetje vaag, schertste hij. Ik zal eerst Lord Stair gaan opzoeken. La ten we samen gaan. Neen, antwoordde ze, hij zou het misschien vreemd vinden als ik hem stoorde. Wanneer zie ik u weer! Marguerite lachte nerveus. Het gebeurt niet dikwijls, dat iemand voorkomen. Men heeft echter kalm toege zien. dat de nieuw gevormde staten zich van Weenen afwendden en daarmee het verval van de stad en de verzwakking van het land in de hand gewerkt. Op alle mogelijke wijzen heeft men getracht Oos tenrijk met volkenbondsteun op de been te houden, maar langzamerhand is men toch tot het inzicht gekomen, dat dit al lemaal lapmiddelen zijn en dat alleen op neming van Oostenrijk in een grooter economisch verband uitkomst kan bren gen. Schobers poging indertijd om een tol- vtrbond met Duitschiand te sluiten vloei de ook voort uit het inzicht dat Oosten rijk op eigen beenen niet kan blijven staan. De tegenstanders van Oostenrijks aansluiting bij Duitschiand hebben dade lijk deze poging verijdeld, omdat zij wel inzagen, dat een zoo nauw economisch verbond op den duur onvermijdelijk tot de politieke aansluiting moest leiden. Op papier stelden zij er een Donau-fede- ratie tegenover, maar in werkelijkheid lieten zij de zaak op zijn beloop. Nu dreigt van politieken kant weer het ge vaar van een opgaan in Duitschiand. Weer komen de tegenstanders van de „Anschluss" in het geweer. Thans schijnen zij te begrijpen, dat alleen een economi sche redding van het Land het gevaar zal kunnen keeren. Het is geen toeval, dat de economische en politieke besprekingen met Hongarije en Oostenrijk in Italië als het ware hand aan hand gaan. Als men die twee tot elkaar brengt, is men er ech ter nog niet; ook de Kleine Entente zal moeten helpen, een Donaufederatie op economisch gebied zal moeten worden ge vonden. Mussolini schijnt zich hiervan bewust te zijn en met kracht de zaak aan te pak ken, zoowel wat de economische als wat de politieke zijde betreft. Er is periculum in mora nu de vertoogen te Berlijn van de drie andere groote mogendheden, die het verdrag van vier geteekend hebben, daar niets hebben uitgewerkt, en dat verklaart, dat Mussolini met het onderhoud zoo'n haast wilde maken en'dat Dollfuss dade lijk tot zijn beschikking stond. Wat er nu is uitgebroeid in het zonnige Italiaansche badplaatsje, weten we nog niet, doch de resultaten zullen waar schijnlijk niet lajig op zioh laten wachten. O'Duffy. Verleden Zondag hebben de Blauwhemden van O'Duffy werkelijk gemarcheerd in Ierland en zij hebben deze stoutigheid bekocht met een besluit van de Valeia, waarbij hun organisatie verboden werd. Voorloopig heeft de Va lera het daarbij gelaten; tot een geweld dadige ontbinding van de thans onwet tig geworden organisatie is hij nog niet overgegaan. Wellicht doet zioh a.s. Zon dag weer een aanleiding voor, om door te bijten, want O'Duffy heeft al aangekon digd, dat zijn Blauw herudon dan weer pa rade' zullen houden in het graafschap Cork ondanks de buiten de wet stelling der or ganisatie. O Duffv ontzegt de Valera het recht het Blauwhemden legertje onwettig te verkla ren, omdat hij (de Valera) zelf er precies belang stelt in mijn gezelschap. Lady Perth probeert me zoo weinig mogelijk te zien en.... ze had op 't punt gestaan er aan toe te voegen en niemand heeft me noodig, maar ze bedacht zich. Wat hem betrof, had ze den zin echter even goed kunnen afinaken, want hij be greep, wat ze had willen zeggen Vanneer zal ik u weer zien en waar kan ik u vinden l vroeg hij voor den twee den keer. Ik zit dikwijls in die aardige kamer die wij Sir Josua s kamer noemen. Dat weet ik, zei hij, waar die drie schilderijen van Sir Josua hangen. Ik zal u daar zoeken. Marguerite voelde zich vroolijker, dan ze in langen tijd geweest was en ze bedacht, hoe anders het in het oud huis zou worden nu kapitein Este hun gast was. HOOFDSTUK X. Lady Perth keek op van haar boek en tuurde naar het gedeelte van de kamer, waar twee jonge hoofden zich bogen over een foto-album. Kapitein Este vertelde en Marguerite luisterde. Telkens hoorde ze het geluid van een lach, een hooge zilve ren lach en Lady Perth ergerde zich. De morgenzon scheen warm in de kamer, de groote tuindeuren stonden op en een geur van reseda woei naar binnen. Lady Stair zag er even stralend uit als deze zomer dag haar gezicht was een en al levendig heid. Haar heldere oogen keken verbaasd op naar kapitein Este, die vertelde van zijn verre tochten en Lady Perth werd getrof fen door de bezieling,, die zij nooit te vo ren had. bespeurd. Over het - een bad Marguerite's gelaat iets kwijnc en ver moeiende, soms iets rusteloos, alsof ze iets miste, maar nu scheen haar hecle ziel op te lichten in haar oogen, haar rijko ziel. die ze geërfd had van haar kunstzinnigen vader. Lady Perth fronste het voorhoofd Ze was er zich ten volle van bewust, dat er niet de minste reden tot critiek was. Een sprek tusschen twee spelende kinderen had niet onschuldiger kunnen zijn. Heeft u ooit. buiten Engeland ge woond hoorde ze kapitein Este zeggen. Gewoond nooit, maar ik heb wel ge reisd met Lord Stair, maar ik ken toch geen ander leven dan het Engelsche. Een oogenblik zweeg ze, maar toen ging ze voort: Ik praat pver het leven, maar ik weet eigenlijk niets van het leven af. Voor ik getrouwd was, dacht ik dat de wereld alleen maar muziek was. En nu? vroeg hij nieuwsgierig. Nu voel ik het meer als een mengsel van verschillende dingen. Een prettig mengsel, hoop ik, zei ka pitein Este. Lady Stair antwoordde niet. In haar hart dacht ze dat, als „Zonnestraaltje" er niet was, er niet veel geluk voor haar zou overblijven. Ze glimlachte bitter bij de ge dachte, dat do geschiedenis van muziek Lord Stair meer belang inboezemde dan zijn jonge vrouw.Toch deed ze hem onrecht. Lord Stair hield zeker veel van haar, maar op zijn eigen rustige manierde dagen van onstuimige hartstocht lagen achter hem. Lady Perth achtte het thans noodig om iets te zeggen: Mijn lieve Marguerite, begon ze, ik wist niet dat jij om sentimenteele gesprek ken gaf. Noemt u dit een sentimenteel ge sprek Ongetwijfeld was bet stroeve ant woord. Als dat zoo is, geef ik er heel veel omEn u kapitein Este zei Marguerite. Nog voel meer dan u, lachte hij. Gaat u mee naar de Reiger Plas, lady Stair? Dat was mijn lievelingsplekje, toen ik nog een kleine jongen was. Het is. dunkt me.veel te warm om te wandelen, meende lady Perth. Do hecle weg wordt beschaduwd docr hooge boomen, lady Perth, zei de ka pitein Ik houd van warmte, voegde Mar guerite er bij. Ik zal zorgen, dat aan dit spelletje een einde komt, dacht lady Perth boos. Ze ergerde zich aan het schuldelooze genoe gen, dat deze twee jonge menschen von den in eikaars gezelschap Toen do twee pratend en lachend op weg togen als een paar dartele, onbezorg de kinderen, keek Lady Perth ze met een blik vol stuursche grimmigheid na. Ik voel me nu veel vrijer, zei kapi tein Este, terwijl ze het grasveld oversta ken. Nu kunnen we tenminste zeggen wat we willen. Ik krijg soms een griezelig ge voel als ik aan haar denk Wat voor een gevoel Dat kan ik nauwelijks onder woor den brengen, maar ik heb soms zoo'n idee, alsof ze mi; op den een of anderen keer groote ellende zal berokkenen. Zouden er wei kei ijk zooieta als voorgevoelens be staan? Al pratende waren ze bij do Reiger Plas gekomenze gingen in het gras zitten. Boven hun hoofden waren de groene tak ken, vóór hen was het helder water, dat de wind zwak rimpelde, langs het water groeiden vergeet-m ij-nietjes en moeras spirea. Et© vertelde de legende van de Reiger Plas. Toen JLloteeling zei hij: Uw oogen hebben een heel andere kleur dan W Al ASm.KK BLADEN KS JOODSCHE PANK. Dc Jewish Tribune (New-York), het lot der uit Duitschiand uitgeweken Joden besprekend, richt tot zijn (Jood- sche) lezers de volgende aansporing: „En tenslotte, gedenkt Nederland! Dit kleine land cn Frankrijk hccben zeer ridderlijk gehandeld door de eer ste en practisch gesproken ook de laatste staten te zijn. welke hun deu ren voor de vluchtelingen hebben opengesteld, daardoor blijk gevende van een groot moedigheid en men- schenmin, de beste tradities in de ge schiedenis van deze twee landen waardig. Laat de Joden over de geheele we reld hun dankbaarheid aan Neder land toonen, door hun zakenrelaties met dit land te ontwikkelen. Iedere Nederlandsche consul zal u gaarne vertellen, wat ge in Nederland kunt koopen. Brengt uw vacantie in dit land door en ziet zijn wonderlijk in teressante oude steden; koopt Neder landsche goederen; reist met Neder landsche passagiersbooten, indien a daartoe de gelegenheid openstaat. De vriendelijkheid en de sympa thie, welke ons door de Nederlanders zijn bewezen, mogen door geen en kelen Jood, waar ter wereld hij zich ook bevindt, ooit worden vergeten!" DE NOVA IN HET STERRENBEELD OPHIUCHIS. Op 15 Augustus kwam het tclgrafisch bericht uit Kopenhagen, dat de astronoom Peltier een nova had gezien in het sterren beeld Ophiuchis (De Slangendrager) van de 6de grootte. Men .verkeerde over de plaats van het object nog in twijfel, totdat een latere tijding de juiste positie van het hemel lichaam bevatte. Het bleek, dat dc nieuwe ster reeds een bekende was, slechts de waargenomen hel derheid door Peltier overtrof alle vorige waarnemingen van maximale helderheid. De tot nog toe bekende helderheidswisse ling liep van de 7.5 tot de 11.8ste ster grootte. Over het algemeen gesproken is de po sitie van de ster in ons land niet gunstig voor de waarneming, omdat de hoogte boven den horizon in deze maand (om streeks 9 uur 's avonds) een 30 graden bedraagt, terwijl de helderheid bovendien nog aan het afnemen is. Niettemin is het voor den liefhebber, die over een kleinen kijker beschikt, interessant om deze nova waar te nemen en zijn helderheid met betrekking tot naburige, onveranderlijke, sterren te schatten. Aan de hand van deze schattingen krijgt men in den loop van den tijd een idee van de helderheids- afname en wellicht ook weer eens van de helderheidstoename. De ster zal nu onge veer van de 7de tot de 8ste grootte zijn; de kleur is roodachtig. Trekt men op een sterrekaartje een ver bindingslijn tusschen de sterren Zóta Serpens en Mu Ophiuchis, dan staat het object ongeveer halverwege dezen afstand en een weinig onder de verbindingslijn. Voor den gebruiker van een goede en ver deelde sterrekaart diene de opgave van de volgende coördinaten voor het jaar 1855 0:17h, 42m, 25s rechte klimming en 6o, 39.6 declinatie. Nu *eni «*n r«bu». H««l g«makk«lliki OP: PASS: EN - OPPASSEN. Dankt U daar aan achter hat «tuur van auto. motor ot het» 7 de vergect-inij-nictjos hier. Wist u daA blauw mijn lievelingskleur is? - De mijne ook, zei ze. We hadden maar tón schiderij in onze oude kerk in Insfail, het stelde een Madonna voor met een mooi zacht gezicht en met een droef heid in dn oopen alsof ze overal den scha- duw van het kruis zag Ze draagt een blauw kleed en sinds ik dat schilderij gezien heb, houd ik het meest van blauw. U bent zelf net een Madonna, zei hij. Ze schudde het hoofd. Ik heb heel©- maal geen Madonna-gezicht, het is te rus teloos. Ik voel me altijd als iemand die waoht op ieta, dat nooit komt. Er is een tekort in mijn leven, maar ik weet niet wat het is. Hij wist het, maar zweeg. Maar in oen opwelling van medegevoel, greep hij haar blanke hand en drukte die even. Ze was te argeloos om het als iets an ders te beschouwen dan het inderdaad was, een uiting van waruie vriendschap. Ze opende plotseling haar hand, en vroeg: Ziet u iets bijzonder* in de lij nen van mijn hand Hij nam haar hand, terwijl ze vertelde, wat de oude baker gezegd had. Hij luis terde aandachtig. Je moet dit niet gelooven. Mar guerite, zei hij. Je lot moet gelukkig zijn. Je bent de vrouw van een goed man. ik geloof er niets van 1 Ik ook niet, zei ze zachtjes. Toen plukte hij witte margrieten voor haar en terwijl hij haar een 'handvol aan bood, zei hij: Jouw leven zal even rein en stralend zijn als d«- bloemen, waarvan je den naam draagt. W-t heerlijk om je Marguerite te mogen noemen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 13