WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1933 No. 7591 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 24ste Jaargang DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 BEAURAING. Wij zijn voorzichtig in ons oordeel over wat te Beauraing is geschied en nog ge schiedt. Wij zijn voorzichtig, omdat wij ons moeten en ook gaarne willen houden aan de leiding der Kerk in deze, die voor zichtig is, zéér gereserveerd, waar het be treft het constateeren van wonderen. Wie maar in-eens een niet-direct ver klaarbare gebeurtenis als een wonder be schouwt, handelt daarom in stijd met de wenschen, met den geest der Kerk. De Kerk weet te wachten, zij onder zoekt, ernstig en wetenschappelijk, en komt dén, als zij dat gewenscht oordeelt, met een conclusie, een besluit. Beauraing en later ook Banneux zijn nu ook geworden middelpunten van..., twist geschrijf tusschen Katholieken. Katholieken, die het wonderdadige van alles wat daar plaats grypt nu reeds be slist ontkennen. En anderen, die, zon der vooruit te loopen op eenige beslissing der Kerkelijke Overheid, er toch toe over hellen, om althans in een deel der feiten een bovennatuurlijk ingrijpen te zien. Wat W. A. S. gisteren in „De Tijd" hierover schreef kunnen wij met vrijwel volledige instemming overnemen: „Ons standpunt is het v.olgende: Wat in het verleden de aanleiding wor den kon tot het stichten van een pelgrims oord en tot het onstaan eener volks devotie, kan zich herhalen in het heden. Wanneer het zich herhaalt, zal het een karakter hebben, overeenkomstig het ka rakter der historische feiten van vroeger. Dit karakter nu is in het algemeen niet on- vermengd-bovennatuurlijk, d. w. z. naast elementen, die wijzen in de richting eener hemelsche tusschenkomst, zijn er vele andere elementen, die eenvoudig, natuur lijk en algemeen menschelijk zijn, eenigs- zins landelijk gekleurd. Zoo is het ook te Banneux en te Beauraing. Wij willen trachten naar best vermogen de elementen te onderscheiden, zonder daarbij te willen vooruitloopen op eenige beslissing der kerkelijke overheid. Wat onze methode betreft: wij nemen de gebeurtenissen niet als een geheel, doch onderscheiden vier verschillende groepen van feiten in den oorsprong der merkwaar dige gebeurtenissen te Beauraing en Ban neux. lo. De 33 „verschijningen" van Maria aan de vijf kinderen uit de gezinnen Voi- sin en Degeimbre te Beauraing; zij zou den plaats gevonden hebben tusschen 29 November 1932 en 3 Januari 1933. 2o. De 8 „verschijningen" van Maria aan Mariette Béco te Banneux, die plaats gevonden zouden hebben $usschen 15 Jan. en 2 Maart 1933. 3o. De 9 „verschijningen" van Maria aan Come Tilmant te Beauraing, die hij zou hebben waargenomen tusschen 11 Juni en 15 Augustus 1933. 4o. De „verschijningen" aan meerdere personen op 5 en 6 Augustus 1933 te Beau raing, waarbij bijzondere aandacht vragen de getuigenissen van den heer G. Backx te Steenbergen in Noord-Brabant, van rec tor Stubbe te Izeghem en van aalmoeze nier Blondeel (het z.g. „zonnewonder"). Ofschoon onze gevolgtrekking niet kan luiden, dat wij hier in alle gevallen zeker te maken hebben met hemelsche tusschen komst, zullen wij toch steeds het eerbied waardige karakter van de volksdevotie der bedevaart voor oogen houden en alles ver mijden, wat zweemt naar hatelijk twist geschrijf". HET DUITSCHE TRANSFERMORATORIUM En houders van Kerkelijke en andere obligaties van Katho lieke instellingen. De heer A. Walter (Goudscherijweg 117, Rotterdam) zendt ons volgende beschou wing toe: Tot onze verbazing hebben wy, die toch geregeld de dagbladen bijhouden, geen woord van emittenten van Duitsche ker kelijke en andere leeningen gehoord. Wel wordt soms gezegd, wanneer men het waagt om inlichtingen te vragen, dat men •ach ten kantore vervoegen kan, maar dat is spelen met die eenvoudige menschen die van financiën geen verstand hebben. Van extra moeite in deze extra moeilijke om standigheden is van de zyde van emitten ten geen sprake geweest. Wij durven dan ook stellig verwachten al is het dan laat, dat emittenten die zelf wel gevaren zyn bij Duitsche leeningen ook het welvaren van de slachtoffers, de obligatiehouders, eens ter dege ter harte zullen nemen, in de dagbladen eens zullen laten hooren welke moeite ze zich gteroost hebben; wat ze van plan zijn te doen; hoe de stand van zaken is; welke vooruitzichten er zyn en dat al les op begrijpelijke en bevattelijke wijze, zoodat de honderden simpele obligatiehou ders ten minste eenigermate wegwijs wor den. Wie zyn die vertegenwoordigers, die met Berlijn onderhandelen, wie heeft hun macht gegeven om in naam van die dui zenden obligatiehouders te spreken, in welke vergadering werd besloten onder handelingen aan te knoopen? In ons zit het idee vast, dat er met een menigte obligatiehouders gespeeld wordt. Welke drang oefenen emittenten op de Regeering uit met betrekking tot de Clea- ringwet, hoe lichten emittenten de Regee ring in over de bittere nood, waarin zoo veel obligatiehouders op het oogenblik verkeeren. Of weten zij niet wat pries ters wel weten. Een priester verzekerde ons, dat hij diep getroffen door de bittere armoede waarin die menschen verkeerden, die om uitkomst bij hem kwamen, een obligatie a pari van hen overnam, opdat zij ten minste weer wat te eten zouden hebben, dit geval is niet overdreven wan neer wij weten, dat de eigenaar van een betaalkantoor van coupons verklaarde geen raad meer te weten met al die men schen, die zich iederen dag opnieuw bij hem vertoonen en hun toestand bloot ko men leggen. Het was een verlichting mr. Van Lan- schot in de Eerste Kamer eens even de sluier te zien oplichten. Wat doet de Duitscher op het oogenblik anders, dan de nood op ons laden om zelf eruit te geraken? Wat hebben wij eigen lijk met de Duitsche Regeering te maken? Laat de debitrice zelf met haar Holland- sche obligatiehouders de zaken regelen, gelijk dit tot dusverre zo ovaak gebeurd is. Bovendien heeft de Onderzoekingscom missie geconstateerd, dat Duitschland be talen kan. Wat is dat voor serieus werk, als dr. Schacht verklaart niet meer dan 331/3 pet. te kunnen betalen en enkeie weken later 50 pet. aanbiedt en er later bijvoegt de resteerende 50 pet. in scrips om te willen zetten? Waarom de Dawes- en Young-leening wel geheel voldaan, is dit misschien omdat de groote banken en bezitters ermede ge moeid zijn en de kleine man vooral met de kerkelijke leeningen volgestopt is? Een moratorium geldt toch voor alle schulden i.c. voor alle leeningen. Vloeien er uit de verplichtingen die de burgers tegenover de Staat hebben van zelfsprekend geen verplichtingen voort tegenover de burgers van de Staat? Nog is het niet telaat, dat de Regeering dan ae belangen van obligatiehouders eindelijk ter harte moge nemen. GROOTE ZIELEN. Onder degenen, die men placht aan te duiden als „gewone menschen" 't zijn „maar" gewone menschen! zijn vele groote zielen! Mannen en vrouwen uit het volk, wier adel en eer later zullen schitteren, als de voornaamheid van de heeren en dames voor Gods rechterstoel tot de ware afme tingen zal zijn teruggebracht.... Groote zielen uit het volk worden ten tooneele gevoerd in een huisbezoekerva ring van een Vrouwe van Bethanië, mede gedeeld in het orgaan van het Gezelschap: 'k Heb ze op een koopje gekocht me vrouw, één cent een roL En staat het niet knap? Nou ja, 't zijn natuurlijk randen, maar als 't maar knap is, wat zegt u...." 't Waren inderdaad resten en randen, randen behangselpapier. En juffrouw Pan-, ting was daarmee haar kamertje aan het behangen; allemaal (en verschillende!) randen, in de breedte geplakt. Je werd al duizelig van het zien van al de dwarse kringen, in de bontste kleuren. Het ka mertje leek er nog kleiner door. „'t Is zoo'n toer om je boeltje knap te houden. Daar is nou Kees. Heeft ie de ra fels aan zyn broek hangen of heeft ie niet de rafels aan zijn broek hangen? O zoo. Dat zeg ik ook. (Ik zei overigens niets). Zyn moeder is er goed voor. Vanzelf. Maar als ik niets bijverdiende met mijn jabotjes, dan weet ik niet, hoe het met Panting en zijn kinderen zou staan. O zoo". We informeerden eens naar de jabots verkoop. Het dappere wijfje staat n.L alle dagen met een soort kraam op de markt en verkoopt daar lintjes, kantjes, strikjes, sjawls, enzoovoort. 's Avonds laat vaak en 's nachts strijkt ze de lintjes en het kant- gedoe dan weer op, dat de menschen be- foemeld hebben. „Maar juffrouw Panting, kun je het nu niet zonder dat kraampje, je bent nu een beetje uit de kleine kinderen, je man ver dient toch...." „Hij heeft pas ƒ5 afslag gekregen „Vijf gulden? Zooveel ineens? Hoe zat dat?" „Och mevrouw, de baas van myn man had geen werk genoeg meer voor zyn knechts, en toen moest hij er één afdan ken. Nou, zegt mijn man tegen zyn kame raads, als we nou eens allemaal 5 minder verdienen, dan hoeft de baas niet meer uit te geven, en kan Jansen zyn werk houden. Beter dat we allemaal wat min der hebben, dan dat één er uit ligt. Dat vonden de vrouwen ook, en zoo hebben we nou ƒ5 minder. We benne toch allemaal één groote familie...." Zelden heb ik zóó mooi de naastenliefde zien beoefenen. Deze juffrouw gaf werke lijk niet van haar overvloed: de nachtelij ke kantjesstrijkerij bewyst het genoeg. En dat wekelijksche derven van 5 is een gift elke week van ongeveer een vierde van heel het inkomen. En dat bij zulke arme menschen. En om dat motief: „We zyn toch alle maal familie". Zeker, juffrouw Panting zal nooit een ridderorde ontvangen en als 't over de bergrede gaat op den preekstoel, zal ze wel niet begrijpen, dat O. L. Heer ook haar bedoelde, toen Hij aan heroïeke deugd dacht. Juffrouw Panting moet het mooie G.G. G.-boekje v&n Pater Jacobs („Het groote misverstand") maar niet lezen, want dat is meer geschikt voor de rijke menschen. Maar als eenmaal de eeuwigheid open zal breken, en er één gezin bespaard zal blyken van de in dat boekje zoo juist be schreven physieke en moreele ellende der werkloosheid, dan zal dat mede aan haar te danken zijn. En mijn fantasie ls niet groot genoeg om me het loon voor te stellen, dat Jesus-zelf voor haar bedacht zal hebben. Maar het zal on-eindig zijn. BINNENLAND KORTINGEN SALARISSEN RIJKS PERSONEEL. VOOR ALLEN EEN NIEUWE TIJDELIJKE KORTING VAN 5 pCt. Verhooging der extra korting voor ongehuwden. De „Volkskrant" meldt: Wij vernemen, dat thans bekend is, welk offer de Regeering van het Rijkspersoneel vraagt. Ook ditmaal zal de gevraagde nieu we korting een tijdelijke zijn. De Regee ring stelt voor, by de reeds toegepaste tij delijke kortingen nog eene te voegen van 5 pCt., zoowel voor de gehuwden als Voor de ongehuwden. Bovendien wil de Re geering de reeds bestaande extra 3 pCt. korting voor de ongehuwden verhoogen en wel met 1 pCt. meer voor elk jaar boven den 25-jarigen leeftijd, tot een maximum extra korting voor ongehuwden zal zijn verkregen van 10 pCt. op 32-jarigen en hoogeren leeftijd. DE REGELING VAN DEN UITVOER. De bestemming van de van overheidswege geheven bedragen. De Staatscourant van gisteravond bevat Kon. besluiten tot wijziging van de beslui ten tot regeling van den uitvoer naar ver schillende landen. Aan de besluiten tot regeling van den uitvoer van boter naar Duitschland, tot regeling van den uitvoer naar Duitschland, naar Frankrijk, naar Engeland, naar Bel gië en Luxemburg is als nieuwe bepaling toegevoegd: „Door onzen minister wordt voor ieder geval afzonderlijk beslist over de aanwen ding der ingevolge het eerste lid van dit artikel aan belanghebbenden in rekening gebrachte bedragen". ONDERWIJSBEZUINIGING TE 's-GRAVENHAGE. Geen nieuwe bewaarscholen. Burgemeester en Wethouders van 's-Gra- venhage zullen tegelijk met de begrooting voor 1934 aan den gemeenteraad mededee- len, dat zij het in verband met den onze- keren financieelen toestand ongewenscht achten, in 1933 en in 1934 gelden uit te trekken voor den bouw van nieuwe open bare en bijzondere bewaarscholen. Wel zullen de rechten, welke bijzondere be waarscholen nog kunnen ontleenen aan de afrekening over 1932, aan deze worden toegekend, hetzij in den vorm van uitkee- ring van een bedrag, hetzij in dien van beschikbaarstelling van een bestaand schoolgebouw. BLOEMBOLLENSANEERINGSPLAN 1933. DE REGELING VAN DEN HANDEL. Bij Kon. besluit is bepaald, dat tot en met 31 Juli 1934 de handel in en aflevering van voor export bestemde bloembollen is verboden, tenzij niet door of vanwege den minister van oeconomische zaken te ver- leenen vergunning. In verband hiermede heeft de minister bepaald, dat het verleenen van de vergun ning en het erkennen als handelaar in voor export bestemde bloembollen (aangeslote ne) uitsluitend geschieden door de vereeni- ging Nederlandsche Bloembollenkweekers- centrale, gevestigd te Haarlem. De hoeveelheid bloembollen, die een aangeslotene per iedere Rijnlandsche Roe de van 1428 vierkante meter, door hem blij kens de cijfers der vanwege den minister in 1933 gehouden registratie met bloem bollen beplant, ten behoeve of ter be schikking van den export mag afleveren, bedraagt voor: A. Vroege tulpen: 175 stuks bollen, maat 10 c.M. en hooger per R. Roede. B. Darwin, Mendel, late en alle andere tulpen: 105 stuks bollen, maat zift 10 en hooger per R.R. C. Hyacinthen: a. voor degenen, die reeds in 1932 onder controle van de ver- eeniging „de Hyacinth" vrijwillig hebben ingeleverd 13.2 h.l. bollen, maat 13 c.M. en hooger per 100 R.R.; b. voor hen, die niet vallen onder a: 11.2 h.l. bollen, maat 13 c.M. en hooger per R.R. Voor de aan gegeven h.l. hyacinthen zal als maatstaf worden aangenomen het onderstaan aantal stuks per hal ven hectoliter: 250 stuks 19 c.M. en op 325 stuks 18 c.M.; 400 stuks 17 c.M.; 475 stuks 16 c.M.; 600 stuks 15 c.M.; 700 stuks 14 c.M. en 800 stuks 13 c.M. D. Narcissen: 9 K.G. bollen per R.R. GRAANRECHTEN. In den vorm van prijsverschillen. De Staatscourant van Maandagavond, no. 162, bevat de beschikking van den Mi nister van Economische Zeken betreffende de door de Stichting Tijdelijke Graancen- trale te Amsterdam te treffen graanrech ten. Deze beschikking luidt: Het verschil tusschen den prys, waar voor de Tijdelijke Graancentrale haar mo nopolieproducten zal mogen koopen en ver- koopen, of, voor het geval zy die produc ten in commissie neemt, het door haar te bedingen commissieloon zal bedragen: lo. voor tarwe, gedenatureerde rogge, mais, gerst, rijst en daarvan geheel of ge deeltelijk afkomstig meel, bloem, stijfsel, glucose, molen- en bakker-afvallen één gulden per 100 kilogram; 2o. voor haver en gort drie gulden per 100 kilogram; 3o. voor ongedenatureerde rogge vier gulden per 10 Okilogram; 4o. voor havermout acht gulden per 100 kilogram. Met betrekking tot deze beschikking schrijft de „Nieuwe Rotterd. Crt": „Wij begrijpen hieruit, dat men het woord „heffing" niet wenschte te gebrui ken en dat de Tijdelijke Graancentrale, die alleen mag invoeren, aan de grens de producten van de importeurs koopt om ze onmiddellijk weer aan hen te verkoopen. Feitelijk werken de „prijsverschillen" dus als een invoerrecht. Het eigenaardige feit doet zich echter voor, dat een importeur, wien wij hierover spraken, van koop en verkoop niets erva ren had; hij had eenvoudig het „invoer recht" betaald. „En wij laten het maar waaien", vervolgde hij, „want wij weten toch van niets". Het is niet onmogelijk wij drukken ons met opzet voorzichtig uit in verband met het langzamerhand ondoordringbaar geworden struikgewas van allerlei wet ten, koninklijke besluiten en ministerieele beschikkingen op dit gebied dat door den vorm, welke blijkens het bovenstaan de voor deze materieele heffing is gekozen, ook de uit niets blijkende medewerking van den Minister van Financiën is ont- zeild, die in artikel 10a van de Landbouw crisis wet 1933 wordt gevorderd voor be palingen, volgens welke de invoer van cri- sisiproducten slechts is toegestaan tegen betaling van een door den Minister van Economische Zaken vastgesteld bedrag. In de ministerieele beschikking in de Staats courant is ten minste niet vermeld, dat er gezamenlijke voordracht van de twee ge noemde Ministers is geweest. Dr. Kuyper die met graanrechten pijnlijke verkiezingservaringen heeft op gedaan zal wel nooit gedroomd hebben, dat er een tijd zou aanbreken, waarin zij zoo gemakkelijk per perscommuniqué zou den kunnen worden ingevoerd!" PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De heer G. van Andel te Zuidland is benoemd tot lid van Prov. Staten van Zuid-Holland in de vac.-wijlen C. War- naer G.Lzn. te Dirksland. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De blauwhemden-organlsatte In Ierland buiten de wet gesteld. (2de bladL In afwachting van de resultaten van het onderhoud tusschen Dollfuss en Mussolini. (2de blad). Een wervelstorm veroorzaakt een ramp in China. (Buitcnl. Berichten 2c blad). BINNENLAND. De nieuwe salariskoriing voor het rijks personeel sou 5 pet bedragen met een pro gressieve verhooging van de extra-koeïing voor ongehuwden. (1ste blad). Het Bloembollen-saneeringspian. flste blad). De begrooting van Amsterdam sluitend gemaakt. (1ste blad). De inwijding van het Centraal nnls voor de mannelijke Jeugdbeweging In het Bis dom Haarlem. (Laatste Berichten). In de Kon. besluiten tot regeling van den nitvoer naar verschillende landen bi thans bepaald, dat de minister van oeconomlsche zaken de bestemming der van overheids wege geheven gelden zal vaststellen, (lste blad). Verscheidene doodelljke verkeersonge lukken, waaronder één te Voorburg. (Gcm. Ber. 3de blad en Laatste Bcr.). Ernstig geval van deviezensmokkelarlj en vervalsching van Nederlandsche pas poorten ontdekt. (Gem. Ber. 3de blad). DE BEGROOTING VAN AMSTERDAM. Sluitend gemaakt, zij bet ook met ernstige opofferingen. Geen nieuwe belastingdruk. Naar aanleiding van het feit, dat van daag de begrooting 1934 der gemeente Amsterdam verschenen is, heeft de waar nemend wethouder voor de Financiën, de heer E. J. Abrahams, de pers in zyn ka mer bijeengeroepen, teneinde haar omtrent deze begrooting, welke wederom in ernsti- gen crisistijd is geboren, van de noodzake lijke voorlichting te dienen. De rekening 1932 leverde een nadeelig saldo op van 1.257.000, welk nadeelig sal do in 1934 in uitgaaf voorkomt. Om tot een sluitende bcgrooting te ko men stonden twee wegen open: lo. Opleggen van nieuwe lasten aan de burgerij 2o. Versobering in de uitgaven. De meerderheid in het College van Bur gemeester en Wethouders heeft tot dit laatste besloten. De Begrooting is ten slotte sluitend ge komen door de volgende maatregelen: 1. Vermindering van uitgaven door ster ke bezuiniging, uitvoerig in de voordracht ten geleide der begrooting vermeld. 2. Vermindering van subsidies met pi.m. 15 pet. 3. Wijziging in de arbeidsvoorwaarden van het gemeentepersoneel. 4. Overbrenging van de aflossingen van de leeningen voor grondexploitatie van den gewonen dienst naar den kapitaal- dienst. 5. Beschikking over een deel der reser ve van het Fonds tot dekking van Brand schade. 6. Wijziging in de afschrijvingen bij en kele bedrijven Elcctricitcitswerken, Gas fabrieken en Telefoon. Bij laatstgenoemd bedrijf ter opvanging van de lagere in komsten in verband met de tariefsverla ging welke in Mei van dit jaar is inge gaan). Deze bedragen over alle bedrijven een millioen gulden. 7. Door vermindering van de bijdragen aan den kapitaaldienst, voorzoover zy uit gaven betreffen die over meerdere jaren worden verdeeld tot 50 pet. van de aan vankelijk voorgenomen bedragen. Bij de begrooting is gerekend op een ver laging van het havengeld voor de binnen vaart en van dat voor zeeschepen. Wat de bedrijven aangaat zijn de winst- uitkeeringen aan de Gemeente en de ver- liesdckkingen door de Gemeente per saldo 1.202.901. De begrooting bevat geen bijdrage aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1