WAT GEBEURT ER MET ONZEN GULDEN ZATERDAG 22 JULI 1933 DE LE1DSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Onze munteenheid als een rots in de internationale branding. goud en goud alleen, de onwrikbare basis, zelfs voor de landen, die den gouden standaard prijsgaven. De Nederlandsche gulden is veiliger dan ooit Gelijk wij aan Het einde van ons tweede artikel hebben toegezegd, zullen wij nu aan de rol van den Nederlandschen gulden als inter nationaal betaalmiddel een korte beschouwing vij den. Londen, de vooroorlogsche inter nationale geldmarkt. Vóór den wereldoorlog stond aan de spits van de internationale geldwereld de hoofd stad van het Britsche Emperium en was de Londensche beurs de plaats, waar de groote internationale leeningen en de groote inter nationale geldtransacties werden gesloten, waardoor de algemeene internationale waarde- eenheid was het Engelsche Pond Sterling, waarde-meter niet slechts voor alle deelen van het Britsche wereldrijk, doch evenzeer voor de rest van de beschaafde wereld. In China en Japan, in Argentinië en Chili, gelijk natuurlijk in Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Afrika en Britsch-Indië was het Engelsche Pond Sterling gangbaar en richtten de beurzen zich naar de koersen van de Lon densche Stock Exchange. Londen gaf op de internationale geldmarkt den toon aan en Londen noteerde de koersen, zijnde de tegen waarde van één Engelsch Pond Sterling, omge zet in Nederlandsche Gulden, Roemeensche Lei, Fransche Franc, Zweedsche Kroon, Duit- sche Reichsmark, Italiaansche Lire, Japansche Yen, Spaansche Peseta, Amerikaansche Dollar ln volkomen tegenstelling derhalve met Am sterdam en de andere groote beurzen van het Europeesche vasteland, zooals Parijs en Ber lijn, waar men de waarde van het buitenland- sche betaalmiddel uitdrukt, door per 100 Lire, per 100 Lei, per 100 Reichsmark, per 100 Zwitsersche Franc, per 100 Zweedsche Kro nen, de tegenwaarde in Nederlandsche Gulden te noteeren. Amerika treedt op den voorgrond. Mochten de Ententemachten al als overwin naars uit den wereld-oorlog te voorschijn tre den; de grootste winst was nochtans voor de Vereenigde Staten van Noord-Amerika weg gelegd, daar de internationale geldmarkt zich geleidelijk van Londen naar de New-York- sche Wallstreet verplaatste. Engeland was de vroegere hegemonie op internationaal finan cieel gebied kwijt geraakt; moest die aanvan kelijk met Amerika deelen; had tenslotte met leede oogen aan te zien hoe New-York zich meer en meer tot financieel centrum van de wereld ontwikkelde. Toen op den klassieken Maandag, den 23en September 1931, Engeland noodgedwongen den gouden standaard moest verlaten, was 't hek eerst goed van den dam, nam daardoor de overmacht van New-York op Londen zien- deroogen toe. Maar naast New-York verrezen nog twee andere financieele centra: Amster dam en Zurich, daar Nederland en Zwitser land den gouden standaard bleven handhaven, zoodat ook Amsterdam eenerzijds, Zürich, Bazel, Bern en Genève anderzijds, een tot nu toe onbekend groote rol in den financieelen wereldhandel werd toebedeeld. Het internationale centrum ver plaatst zich naar Amsterdam en Zürich. Wij aarzelen dan ook geen oogenblik met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te durven voorspellen, dat binnen zeer afzienba- ren tijd de beurzen te Amsterdam en te Zü rich nog meer in aanzien en beteekenis zullen toenemen, daar, nè. het verlaten van den gou den standaard nu ook door Amerika, juist Nederland en Zwitserland zich bij uitstek zul len leenen als landen voor de groote interna tionale geldtransacties, daar deze twee landen pal zijn blijven staan voor het beginsel van den gouden standaard, waarvan uiteindelijk Amsterdam en Zürich ter beurze de profijten moeten verwerven. Te Amsterdam had het Engelsche Pond Sterling steeds ongeveer 12.05 Nederlandsche Gulden genoteerd, de Amerikaansche dollar stond te Amsterdam gemeenlijk op 2.48 Neder landsche Gulden. De koers van het Engelsche Pond Sterling was te New-York ongeveer 4.80 Amerikaansche Dollar; Londen, dat alles per Engelsch Pond Sterling noteert, vermeldde dus de Londensche koers voor den Amerikaan- schen Dollar in dezelfde cijfers: 4.80. Bij het prijsgeven van den gouden standaard door Engeland daalde de koers van het En gelsche Pond Sterling snel, aanvankelijk tot 10 gulden, later tot 9 gulden, thans noteert Londen te Amsterdam niet hooger dan 8.25 Nederlandsche Gulden, waarop het Engelsche Pond Sterling hier te lande blijft schommelen. New-York volgt Londen. Toen de nieuw-gekozen president van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Roo sevelt, op aanraden (wellicht zelfs op aan drang) van zijn in feite onverantwoordelijke economische raadslieden, de professorale le den van de zoogenaamde „brain-trust", het besluit van de machtige Amerikaansche repu bliek uit den financieelen chaos te redden, door óók voor Amerika, en derhalve voor den Amerikaanschen Dollar, den gouden stand- daard prijs te geven, zakte de koers van den Amerikaanschen Dollar te Amsterdam, die veelal 2.48 Nederlandsche Gulden had gegol den, in ras tempo, zoodat thans New-York te Amsterdam niet hooger noteert dan ongeveer 1.70 Nederlandsche Gulden. En ziet hier nu het merkwaardig verschijn sel, dat het financieel evenwicht tusschen het Engelsche Pond Sterling en den Amerikaan schen Dollar, onderling althans, volkomen is hersteld! Want wederom doet het Engelsche Pond Sterling te New-York, 4.80 Amerikaan sche Dollar en kan men derhalve te Londen als tegenwaarde van het Engelsche Pond Sterling- voor den Amerikaanschen Dollar de van-ouds bekende cijfers vinden: 4.8011 Tusschen Engeland en Amerika is niets veranderd. Zóó is er in wezen niets veranderd! Enge land trachtte in September 1931 door het prijs geven van den gouden standaard aan Amerika den loef af te steken. Amerika probeerde ruim anderhalf jaar later ditzelfde financieel-econo- mische grapje met Engeland uit te halen. En het verbluffend resultaat toch voor den in gewijde zoo gemakkelijk vooruit te voorspellen is, dat het Engelsche Pond Sterling en de Amerikaansche Dollar hun onderlinge even wichtige verhouding hebben hervonden; het Engelsche Pond Sterling was vóór 1914 waard 4.80 Amerikaansche Dollar en thans, schier 20 jaar later, is de noteering wederom: 4.80!! En dat, ondanks de meest gewaagde econo mische en financieele experimenten van Lon den en Washington! Hoe handhaaft nu de Nederlandsche Bank de internationale waarde van den Nederland schen Gulden op de geldmarkten van gansch de beschaafde wereld? Goudverscheping vroeger, goud- vervlieging thans. Daarvoor is uiteindelijk slechts één weg mogelijk: goudverscheping vroeger, goudver- vlieging thans! Dreigt b.v te Parijs de Fran sche Franc, m verhouding tot den Nederland schen Gulden, te hoog in waarde te stijgen, dan staat de Nederlandsche Bank slechts één waarlijk afdoende uitweg open. De gevangenis auto voor goudvervoer het beeld is niet fraai, doch niettemin treffend juist, want de Nederlandsche Bank heeft de beschikking over een dergelijk voertuig als de officier van justi tie rijdt voor de poort van de Bank op de Oude Turfmarkt te Amsterdam, wordt bela den met goud in baren, vervoert deze kostbare last naar Schiphol, vanwaar men de baren per vliegtuig naar Le Bourget bij Parijs brengt, waarna ten leste de gepantserde auto de gou den staven brengt naar de kelders van de Banque de France te Parijs. Vroeger kon dit vervoer zijn: goud m ba ren, gemunt buitenlandsch goud, of Neder landsche tientjes. Verzending van gouden tientjes geschiedt sedert langen tijd niet meer; verzending van gemunt buitenlandsch goud heeft de Nederlandsche Bank sedert korten tijd ook gestaakt; thans verstuurt onze Neder landsche centrale credietinsteling nog slechts goud in baren, waardoor het gouduitvoerpunt voor haar nog iets voordeeliger is geworden, daar de ontvanger van het goud dit zal moe ten laten aanmunten, waarvan de kosten uiter aard voor zijn rekening komen. Hoe wordt de gulden gehandhaafd? Met goud en met goud alleen kan de Neder landsche Bank de waarde van den Neder landschen Gulden op de internationale geld markten handhaven. Want de verkoop van haar bezit aan buitenlandsche wissels en de be schikking over haar saldi bij de buitenland sche correspondenten van de Nederlandsche Bank, is en blijft natuurlijk zeer beperkt, daar de aldus beschikbare bedragen van het zooge naamd: „rentegevend goud" in verhouding tot den voorraad gouden muntmateriaal, slechts gering mogen heeten. En ten over vloede is de tijdens het presidentschap van mr. G. Vissering gevolgde goud-politiek van het zoogenaamde „rentegevend goud", thans onder de huidige opperdirectie van mr. L. J. A. Trip volkomen verlaten, ter vermijding van groote verliezen, gelijk de Nederlandsche Bank in het boekjaar 1 April 193131 Maart 1932 voor vér boven de 20 millioen gulden heeft geleden. (In dit verband kan er hier even de aan dacht op worden gevestigd, dat het bezit der Nederlandsche Bank aan buitenlandsche wis sels en aan saldi bij haar correspondenten in het buitenland, dat volgens de bankstaat per 3 Juli 1933 nog onderscheidenlijk 69.7 mil lioen gulden en 13.9 millioen gulden, samen derhalve 83.6 millioen gulden bedroeg, blij kens de bankstaat per 10 Juli 1933 tot achter eenvolgens 32.5 millioen gulden en 10.6 mil lioen gulden, gezamenlijk dus tot 43.1 millioen gulden was verminderd. De total verminde ring bedroeg mitsdien 40.5 millioen gulden, derhalve ongeveer precies het bedrag van 40- millioen gulden, dat de Nederlandsche Bank in Engelsche Ponden Sterling omgerekend ter beschikking heeft gesteld van de Nederlandsch Indische regeering voor de aflossing van de pondenlening 1923, B, op 15 Juli 1933. Wan neer in de herfst van dit jaar de volgende af lossing op die pondenleening van eveneens 40 millioen gulden zal geschieden, is dus daar mede het gezamenlijk bezit van de Neder landsche Bank aan buitenlandsche wissels en saldi bij haar correspondenten in het buiten land tot het niet noemenswaardige bedrag van 3.1 millioen gulden ineen geschrompeld. "Daar mede is dan, wellicht voor tientallen jaren, een einde gekomen aan de aera van mr. G. Vissering, tijdens wiens beheer soms voor hon derd millioen gulden waarde in buitenland sche wissels en saldi bij de correspondenten in het buitenland was belegd. Het tijdperk van het zoogenaamd „rentegevend goud" zal daarmede voorgoed zijn uitgeluid!). Keeren wij thans tot ons oorspronkelijk be toog terug. Goud en goud alleen is conditio sine qua non voor het land en voor de centrale credietinstelling van dat land, die beide on veranderlijk vast begeeren te houden aan den gouden standaard. Het goud blijft! En het malle, maar tevens ook het gerust stellende van het geval is, dat ook de landen, die wèlbewust getracht hebben ^den gouden standaard overboord te zetten, ten leste de droeve, maar tevens zeer nuttiger ervaring moeten opdoen, dat ook voor die van den gouden standaard afvallige landen goud en goud alleen de waarachtige, onwrikbare basis blijkt te zijn, waarop zelfs de onderlinge munt- pariteit dier landen blijkt te stoelen. Zie slechts het nu reeds klassieke voorbeeld van Engeland en Amerika, waar Pond Ster ling en Dollar elkaar weer op 4.80 hebben ge vonden, of er nooit een verandering ten kwade is geweest, of er nimmer uitvoerverboden van goud te Londen en Washington zijn afgekon digd! Zoo wreekt zich onontkoombaar het los laten van den gouden standaard aan de lan den, die gemeend hadden economische wetten te kunnen ontwrichten en die nu maar te laat! bemerken moeten, dat zij beide op de economische wereldzee boord aan boord blij ven voortzeilen, weliswaar met dezelfde ladin gen, maar die dan toch berekend in gedepre- cieerde valuta van niet 12,05 per Engelsch Pond Sterling en 2.48 per Amerikaanschen Dollar, doch van 8.25 per Pond en 1.70 per Dollar. Voor Londen en voor Washington moet dit een droeve ervaring te meer zijn! Vooral nu men het daar niet meer kan loochenen, dat de Nederlandsche, de Zwitsersche, de Fransche, de Italiaansche, de Belgische en de Poolsche schepen eendrachtig m onverbreek bare gevechtsformatie blijven voortzeilen met dezelfde volwaardige ladingen van nog im mer 1.00 per Nederlandschen Gulden, 0.48 per Zwitsersche Franc, 9.75 per 100 Fransche Franc, 13.25 per 100 Italiaansche Lire, 700 per 100 Belgische Franc en 0.28 per Poolsche zloty Vereenigd flotille: houdt zee! Goud en goud alleen blijkt nog steeds de internationale betalingsverhoudingen te be- heerschen, ten spijt van Londensche en Wash- ingtonsche regeeringsbesluiten; n'en déplaise, overigens knappe berekeningen en bedenksels, ontsproten in de hersenkronkels van de pro fessorale leden der Rooseveltsche „brain- trust"! Toen, nu al weer tien jaren geleden, de in ternationale speculatie den wèloverwogen aan val op de Fransche Franc begon, waardoor het Fransche betaalmiddel van ongeveer 10.per 100 Fransche Franc tot ongeveer 5.per 100 Fransche Franc ter beurze te Amsterdam verschrompelde, was 't, eeerzijds aan de door tastende politiek van den toenmaligen Fran- schen minister-president, anderzijds aan de leening van 100 millioen dollar door het ban kiershuis van Pierpont Morgan aan de Fran sche regeering ter beschikking gesteld, ter ondersteuning van de Fransche Franc-koerste danken, dat het Fransche betaalmiddel zich tenslotte op ongeveer 9.75 Nederlandsche Gul den per 100 Fransche Franc wist te stabili- Zoo dankt thans gansch het Nederlandsche volk het aan de eendrachtige samenwerking tusschen den nieuwen Nederlandschen minis terpresident en aan den president-directeur van de Nederlandsche Bank, dat de Neder landsche Gulden onveranderd zijn volle goud- waarde heeft behouden. De Gulden in de nabije toekomst. En bedriegen de teekenen des tijds ons niet al te zeer, dan zal het der internationale spe culatie niet gelukken het vaderlandsche be taalmiddel in de meer nabije toekomst te ont wrichten. Te minder, nu de zoogenaamde goudlanden, Nederland, Zwitserland, Frank rijk, België, Italië en Polen, elkaar steun hebbe ntoegezegd door bemiddeling van de centrale credietinstellingen dier zes landen, waarbij de te Bazel gevestigde Bank voor Internationale Betalingen zich onvoorwaarde lijk heeft aangesloten. Het zal in de komende jaren de nimmer te vergeten, nooit te wraken en onmiskenbare ver dienste van de heeren dr. H. Colijn en mr. L. J. A. Trip zijn geweest, dat zij ter Lon densche conferentie Nederland voor den finan cieelen chaos hebben behoed en paraat zijn gebleken en gebleven, waar het de waarach tige monetaire belangen van Nederland be trof. Hoe staat het thans met onzen Nederland schen Gulden? Er is een gevaar geweest, on tegenzeggelijk! Maar dèt gevaar is over de geheele linie glansrijk afgeslagen! Summa summarum: de Nederlandsche Gul den is veiliger dan ooit! katholieke filmliga CONGRES TE ANTWERPEN. ANTWERPEN, 20 Juli 1933. In heb Berohmanscollege word hoden hot Pilmcongres der Vlaomscho Katholie ken geopend, waar ook talrijk© deelne mers uit Holland, Duitschland ©n Frank rijk tegenwoordig waren. Opvallend was de talrijke opkomst van geestelijke zijde, onder welke ongeveer alle Orden en Con gregaties vertegenwoordigd waren. Onder de Nederlandsche Congressisten merkten we o.m. op Pater Welter O.P. en mr. Tepe, voorziter en secretaris van de K. F. C., Rector Broekman ©n mr. J. Mutsaers van d© N.V. Eidephon. Nadat om 10 uur ©en Plechtig© H. Mis was opgedragen door den Zeereerw. heer H. Cartuyveis, algemeen bestuurder der Katholieke Filmliga hield do zeereerw. Pater P. Morlion een toespraak over: Het geweten tegenover de film, waarin de ge wijde spreker uitvoerig betoogde, dat ons geweten ook onze houding tegenover de film moet bepalen. Het is een dure gewe tensplicht van alle Kathoieken om de goe de film te bevorderen en do slechte films te veroordeelen en te bestrijden. Om 11 uur hield do bekende filmcriticus A. van Domburg uit Amsterdam ©on be langrijke lezing over den strijd tegen de huidige filmproductie. Het groot© be zwaar, dat we tegen d© hedendaagsche filmproductie moeton hebben (met uitzon dering van een zich baanbrekende verdie ping in Amerika) is niet zoozeer de immo- rliteit van de film, maar de a-moraliteit, die ons tegenkomt uit de doorsnee-Ameri- kaansche film en de Duitsche operette film. Bovendien d© leugenachtige vooretel lingen van het leven, waarin d© levens waarden op hun kop worden gezet en van het leven en de wereld een totaal verkeerd beeld wordt gegeven. Deze leugenachtige houding spruit voort uit de zucht der fabrikanten, wien het niet te doen is om zooveel mogelijk cul tuur te bevorderen, maar om zoevoel mo gelijk films te maken, die verdiensten af werpen en het dividend d© hoogt© indrij ven. Vandaar dat de Amerikaansche opper- censor William Hays onlangs verklaarde, dat Amerika voortaan maar zedelijk goe de films moest gaan makenomdat met onzekelijke films op dit oogenblik toch geen geld te verdienen ie. De ware mentaliteit van d© Amerikaan sche filmproducers, welke jarenlang in de practijk tot uiting kwam wordt eindelijk in deze uitspraak van Hays duidelijk ge formuleerd. De best© manier om deze a-moreele producten te bestrijden is gena deloos met zulke films afrekenen, ook wanneer deze films moreel door den beu gel kunnen. In het algemeen kan men zeg gen, dat de critiek en ook de keuriagsin- stïtuten geen rekening houden met dez© a^moraliteit, omdat ze keuren naar den maatstaf der strikt© zedelijkheid in enge- ren zin. Een ander middel is het vervaardigen van eigen katholieke films, di© niet lie gen over het leven en die, in eerwaardigen vorm vertoond, het leven aandurven in al zijn verscheidenheid, maar met d© waar heid als tegenhanger. Deze films kunnen op den duur den invloed der andere, der a-moreele films neutraliseeren. Zij behoe ven daarvoor niet groot in aantal te zijn, maal wel gespannen en boeiend van vorm en inhoud. Als tweede inleider trad op de heer R Muckermann, hoofredactcur der Katho lieke Film Persdienst in Dutischland, met als onderwerp: „Persactie en Film". Spreker zette helder en duidelijk uiteen de taak, welke de pers heeft ten overstaan vaii de film, alsmede de houding welke de filmproducenten t.o.v de film moeten aan nemen. Critiek is noodig want ze is de ba rometer waarop wederzijds kan vastge steld worden of iemands handeling juist of onjuist is. Wil men echter critiseeren dan dient men een vaste basis te hebben, anders valt het oordeel ongerecht uit. Daarom wordt van d© filmcritici gevraagd dat hun werk met zuiver negatief zij, doch opbouwend ©n scheppend, nu,w, bijdra gend tot het vorkrijgen van een goede filmproductie. De critiek wil ze practisch zijn en doelmatig moet v>n het volk uit gaan, want het volk reageert heel an ders dan d© filmcriticus, is veel eenvou diger in zijn opvattingen. Eenzijdige cri tiek die louter steunt op do artistieke waardebepaling is evenzeer uit den booze. D© pers moet een bondgenoot worden van don filmpxoduoent, eerst dan zullen goede resultaten van haar werk t© verwachten zijn Het laatete doel van ons werk, aldus eindigde spreker zijn belangwekkend be toog, is niet de film, is evenmin d© pers doch is d© redding van de zielen. Naar aanleidng van beide lezingen ont spon zich een levendige gedachtenwisse- ling, waarin vooral met. nadruk werd be toogd, dat het noodzakelijk is om op dit gebied internationaal semen te werken. In den namiddag werden verschillende interessant© Nederlandsch© films vertoond van de bekende cineasten der Avantgar- de-groep in Nederland Mannus Fran eken, Otto van Nevenhof, G. Aalfs, Dick Laan ©n Jan Hin. Deze films uit artistiek oog punt zeer waardevol vonden de algemeene bijval dor congressisten. Eenige proeven van sprekende smalfilms werden op hot witte doek vertoond waarbij de technische vooruitgang op dit gebied zeer opviel. De Ria-Rago missiefilm als documentair© film van niet t© onderschatten waarde oogst te eveneens een groot suooes. Filmisch niet onverdienstelijk was o.m. het nieuw ste product van de Eidophon, ©en film uit de Graalbeweging getiteld: „Rorat© ooeli", vooral de geluidsweergave van liet schoon liturgische lied viel zeer te prijzen. 's Avonds om half acht had do groot© feestvergadering plaats die werd ingeleid dcor de vertooning van ©enige Vlaamscho Avantgarde fims o.m. de Yserbedovanrt, Lourdes en Nooit meer Oorog van de Keu kei eir© en Vermeulen. Een diepgaande in leiding hield prof. dr. Fransen over „Ne derlandsch© Cultuur en film". Als afwisse ling volgden ©enig© fmermenten uit twee Nederlandsohe geluifsfilms „De Trek schuit" en „De Steeg", Alsmede van d© Japansche film „Nippon" ©en werk van oudere datum, doch ©en projeoti© op dit congres stellig waard. Ten slotte had voorlezing plaats door don eerw. heer Cartuyvele over de resolu ties van het congres, di© tevens ©en werk- progam behelsden voor het komende jaar. Na een interessante en vruchtbar© dis cussie werd door pater Morlion O.P. dit welgeslaagde congres gesloten. RECHTZAKEN HULPVERLEENEND DOKTER GEDOOD Drie maanden hechtenis. De 20-jarige J. K. te 's Gravenhage stond 14 dagen geleden voor de Haarlemsche Recht bank terecht, omdat hij als bestuurder van een auto niet goed uitkeek, waardoor hij dokter Lindeboom uit Amsterdam, die hulp verleen de aan menschen, die een aanrijding hadden gehad op den Haarlemmerslraatweg op slag doodde. De officier van justitie eischte vijf maanden hechtenis en een jaar ontzegging om een mo torrijtuig te besturen. De rechtbank veroordeelde verdachte giste ren tot een hechtenisstraf van 3 maanden met ontzegging voor zes maanden. Majesteitschennis? Voor de Haarlemsche Rechtbank stond Don derdagmiddag terecht de 44-jarige metselaar C. v. d. V. verdacht van majesteitschennis. Ver dachte was in den avond van 20 Juni j.l. aan wezig op de vergadering van den Alg. Ned. Fascistenbond, in het gebouw van den Protes tantenbond te Haarlem. Daar hadden de hee ren Baars c.s. gesproken over cumulatie van functies en parasieten. Tijdens het debat zou verdachte gezegd hebben: „Aan het hoofd van het land staat een vrouw, die twee millioen incasseert, ze heeft 'n dochter die een paar honderdduizend gulden binnenhaalt en zc heeft ook nog een man, die idem zooveel krijgt. Dat zijn parasieten van het land!" Deze woorden werden gehoord door twee inspecteurs van politie die proces-verbaal op maakten. Verdachte verklaarde aan Baars ge vraagd te hebben: „Zijn dat dan géén para sieten". Vijf getuigen décharge bevestigden dit. Getuige Duys, inspecteur van politie, hield vol, dat de gewraakte woorden wel degelijk gebruikt waren. Daar zijn collega buiten het land vertoefde en zijn verhoor noodzakelijk geacht werd, stelde de rechtbank de zaak uit tot 14 September. De worgplaat van Ruys. Ongeveer een maand geleden moest voor den Haagschen politierechter aldaar een heel groepje, meest bewoners van de Spoorwijk al hier, terecht staan, terzake dat zij in den ver kiezingstijd, ten gunste van de O.S.P.-can- didaten, de bekende verkiezingsplaat, waarop minister Ruys een werkman worgende, was af gebeeld, voor hun vensters hadden opgehan- Zoowel degenen die verschenen waren als de wegblijvers werden destijds door den rechter over één kam geschoren en deswege met veer tig gulden boete subs. 20 dagen hechtenis ge straft. Gisteren nu was de club dergenen die des tijds verstek hadden doen gaan, verschenen, om verzet tegen dit vonnis aan te teekenen. Het meerendeel der thans verschenen O.S. P.'ers beweerden heelemaal niet de bedoeling te hebben gehad den Minister persoonlijk te beleedigen, doch alleen daarmede propaganda voor hun partij te willen maken. Bovendien beweerde een hunner dat men in den verkie zingstijd zoo nauw niet moest kijken. Ook van wijlen dr. Kuyper waren indertijd wel minder fraaie politieke prenten de wereld ingezonden, doch niemand heeft gedacht er proces-verbaal van op te maken. Alle redeneeringen ten spijt volhardde de Officier bij zijn vroeger eischen en de Kan tonrechter bevestigde deze opnieuw op een uitzondering na.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 9