WAT GEBEURT ER
MET ONZEN GULDEN
ZATERDAG 22 JULI 1933
DE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
Onze munteenheid als een rots in de internationale
branding.
goud en goud alleen, de onwrikbare basis, zelfs voor
de landen, die den gouden standaard prijsgaven.
De Nederlandsche gulden is veiliger dan ooit
Gelijk wij aan Het einde van ons tweede
artikel hebben toegezegd, zullen wij nu aan de
rol van den Nederlandschen gulden als inter
nationaal betaalmiddel een korte beschouwing
vij den.
Londen, de vooroorlogsche inter
nationale geldmarkt.
Vóór den wereldoorlog stond aan de spits
van de internationale geldwereld de hoofd
stad van het Britsche Emperium en was de
Londensche beurs de plaats, waar de groote
internationale leeningen en de groote inter
nationale geldtransacties werden gesloten,
waardoor de algemeene internationale waarde-
eenheid was het Engelsche Pond Sterling,
waarde-meter niet slechts voor alle deelen
van het Britsche wereldrijk, doch evenzeer
voor de rest van de beschaafde wereld.
In China en Japan, in Argentinië en Chili,
gelijk natuurlijk in Australië, Nieuw-Zeeland,
Canada, Zuid-Afrika en Britsch-Indië was het
Engelsche Pond Sterling gangbaar en richtten
de beurzen zich naar de koersen van de Lon
densche Stock Exchange. Londen gaf op de
internationale geldmarkt den toon aan en
Londen noteerde de koersen, zijnde de tegen
waarde van één Engelsch Pond Sterling, omge
zet in Nederlandsche Gulden, Roemeensche
Lei, Fransche Franc, Zweedsche Kroon, Duit-
sche Reichsmark, Italiaansche Lire, Japansche
Yen, Spaansche Peseta, Amerikaansche Dollar
ln volkomen tegenstelling derhalve met Am
sterdam en de andere groote beurzen van het
Europeesche vasteland, zooals Parijs en Ber
lijn, waar men de waarde van het buitenland-
sche betaalmiddel uitdrukt, door per 100 Lire,
per 100 Lei, per 100 Reichsmark, per 100
Zwitsersche Franc, per 100 Zweedsche Kro
nen, de tegenwaarde in Nederlandsche Gulden
te noteeren.
Amerika treedt op den voorgrond.
Mochten de Ententemachten al als overwin
naars uit den wereld-oorlog te voorschijn tre
den; de grootste winst was nochtans voor de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika weg
gelegd, daar de internationale geldmarkt zich
geleidelijk van Londen naar de New-York-
sche Wallstreet verplaatste. Engeland was de
vroegere hegemonie op internationaal finan
cieel gebied kwijt geraakt; moest die aanvan
kelijk met Amerika deelen; had tenslotte met
leede oogen aan te zien hoe New-York zich
meer en meer tot financieel centrum van de
wereld ontwikkelde.
Toen op den klassieken Maandag, den 23en
September 1931, Engeland noodgedwongen
den gouden standaard moest verlaten, was 't
hek eerst goed van den dam, nam daardoor
de overmacht van New-York op Londen zien-
deroogen toe. Maar naast New-York verrezen
nog twee andere financieele centra: Amster
dam en Zurich, daar Nederland en Zwitser
land den gouden standaard bleven handhaven,
zoodat ook Amsterdam eenerzijds, Zürich,
Bazel, Bern en Genève anderzijds, een tot nu
toe onbekend groote rol in den financieelen
wereldhandel werd toebedeeld.
Het internationale centrum ver
plaatst zich naar Amsterdam en
Zürich.
Wij aarzelen dan ook geen oogenblik met een
aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te
durven voorspellen, dat binnen zeer afzienba-
ren tijd de beurzen te Amsterdam en te Zü
rich nog meer in aanzien en beteekenis zullen
toenemen, daar, nè. het verlaten van den gou
den standaard nu ook door Amerika, juist
Nederland en Zwitserland zich bij uitstek zul
len leenen als landen voor de groote interna
tionale geldtransacties, daar deze twee landen
pal zijn blijven staan voor het beginsel van
den gouden standaard, waarvan uiteindelijk
Amsterdam en Zürich ter beurze de profijten
moeten verwerven.
Te Amsterdam had het Engelsche Pond
Sterling steeds ongeveer 12.05 Nederlandsche
Gulden genoteerd, de Amerikaansche dollar
stond te Amsterdam gemeenlijk op 2.48 Neder
landsche Gulden. De koers van het Engelsche
Pond Sterling was te New-York ongeveer 4.80
Amerikaansche Dollar; Londen, dat alles per
Engelsch Pond Sterling noteert, vermeldde
dus de Londensche koers voor den Amerikaan-
schen Dollar in dezelfde cijfers: 4.80.
Bij het prijsgeven van den gouden standaard
door Engeland daalde de koers van het En
gelsche Pond Sterling snel, aanvankelijk tot
10 gulden, later tot 9 gulden, thans noteert
Londen te Amsterdam niet hooger dan 8.25
Nederlandsche Gulden, waarop het Engelsche
Pond Sterling hier te lande blijft schommelen.
New-York volgt Londen.
Toen de nieuw-gekozen president van de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika, Roo
sevelt, op aanraden (wellicht zelfs op aan
drang) van zijn in feite onverantwoordelijke
economische raadslieden, de professorale le
den van de zoogenaamde „brain-trust", het
besluit van de machtige Amerikaansche repu
bliek uit den financieelen chaos te redden,
door óók voor Amerika, en derhalve voor den
Amerikaanschen Dollar, den gouden stand-
daard prijs te geven, zakte de koers van den
Amerikaanschen Dollar te Amsterdam, die
veelal 2.48 Nederlandsche Gulden had gegol
den, in ras tempo, zoodat thans New-York te
Amsterdam niet hooger noteert dan ongeveer
1.70 Nederlandsche Gulden.
En ziet hier nu het merkwaardig verschijn
sel, dat het financieel evenwicht tusschen het
Engelsche Pond Sterling en den Amerikaan
schen Dollar, onderling althans, volkomen is
hersteld! Want wederom doet het Engelsche
Pond Sterling te New-York, 4.80 Amerikaan
sche Dollar en kan men derhalve te Londen
als tegenwaarde van het Engelsche Pond
Sterling- voor den Amerikaanschen Dollar de
van-ouds bekende cijfers vinden: 4.8011
Tusschen Engeland en Amerika is
niets veranderd.
Zóó is er in wezen niets veranderd! Enge
land trachtte in September 1931 door het prijs
geven van den gouden standaard aan Amerika
den loef af te steken. Amerika probeerde ruim
anderhalf jaar later ditzelfde financieel-econo-
mische grapje met Engeland uit te halen. En
het verbluffend resultaat toch voor den in
gewijde zoo gemakkelijk vooruit te voorspellen
is, dat het Engelsche Pond Sterling en de
Amerikaansche Dollar hun onderlinge even
wichtige verhouding hebben hervonden; het
Engelsche Pond Sterling was vóór 1914 waard
4.80 Amerikaansche Dollar en thans, schier
20 jaar later, is de noteering wederom: 4.80!!
En dat, ondanks de meest gewaagde econo
mische en financieele experimenten van Lon
den en Washington!
Hoe handhaaft nu de Nederlandsche Bank
de internationale waarde van den Nederland
schen Gulden op de geldmarkten van gansch
de beschaafde wereld?
Goudverscheping vroeger, goud-
vervlieging thans.
Daarvoor is uiteindelijk slechts één weg
mogelijk: goudverscheping vroeger, goudver-
vlieging thans! Dreigt b.v te Parijs de Fran
sche Franc, m verhouding tot den Nederland
schen Gulden, te hoog in waarde te stijgen,
dan staat de Nederlandsche Bank slechts één
waarlijk afdoende uitweg open. De gevangenis
auto voor goudvervoer het beeld is niet
fraai, doch niettemin treffend juist, want de
Nederlandsche Bank heeft de beschikking over
een dergelijk voertuig als de officier van justi
tie rijdt voor de poort van de Bank op de
Oude Turfmarkt te Amsterdam, wordt bela
den met goud in baren, vervoert deze kostbare
last naar Schiphol, vanwaar men de baren per
vliegtuig naar Le Bourget bij Parijs brengt,
waarna ten leste de gepantserde auto de gou
den staven brengt naar de kelders van de
Banque de France te Parijs.
Vroeger kon dit vervoer zijn: goud m ba
ren, gemunt buitenlandsch goud, of Neder
landsche tientjes. Verzending van gouden
tientjes geschiedt sedert langen tijd niet meer;
verzending van gemunt buitenlandsch goud
heeft de Nederlandsche Bank sedert korten
tijd ook gestaakt; thans verstuurt onze Neder
landsche centrale credietinsteling nog slechts
goud in baren, waardoor het gouduitvoerpunt
voor haar nog iets voordeeliger is geworden,
daar de ontvanger van het goud dit zal moe
ten laten aanmunten, waarvan de kosten uiter
aard voor zijn rekening komen.
Hoe wordt de gulden gehandhaafd?
Met goud en met goud alleen kan de Neder
landsche Bank de waarde van den Neder
landschen Gulden op de internationale geld
markten handhaven. Want de verkoop van haar
bezit aan buitenlandsche wissels en de be
schikking over haar saldi bij de buitenland
sche correspondenten van de Nederlandsche
Bank, is en blijft natuurlijk zeer beperkt, daar
de aldus beschikbare bedragen van het zooge
naamd: „rentegevend goud" in verhouding
tot den voorraad gouden muntmateriaal,
slechts gering mogen heeten. En ten over
vloede is de tijdens het presidentschap van
mr. G. Vissering gevolgde goud-politiek van
het zoogenaamde „rentegevend goud", thans
onder de huidige opperdirectie van mr. L. J.
A. Trip volkomen verlaten, ter vermijding van
groote verliezen, gelijk de Nederlandsche
Bank in het boekjaar 1 April 193131 Maart
1932 voor vér boven de 20 millioen gulden
heeft geleden.
(In dit verband kan er hier even de aan
dacht op worden gevestigd, dat het bezit der
Nederlandsche Bank aan buitenlandsche wis
sels en aan saldi bij haar correspondenten in
het buitenland, dat volgens de bankstaat per
3 Juli 1933 nog onderscheidenlijk 69.7 mil
lioen gulden en 13.9 millioen gulden, samen
derhalve 83.6 millioen gulden bedroeg, blij
kens de bankstaat per 10 Juli 1933 tot achter
eenvolgens 32.5 millioen gulden en 10.6 mil
lioen gulden, gezamenlijk dus tot 43.1 millioen
gulden was verminderd. De total verminde
ring bedroeg mitsdien 40.5 millioen gulden,
derhalve ongeveer precies het bedrag van 40-
millioen gulden, dat de Nederlandsche Bank
in Engelsche Ponden Sterling omgerekend ter
beschikking heeft gesteld van de Nederlandsch
Indische regeering voor de aflossing van de
pondenlening 1923, B, op 15 Juli 1933. Wan
neer in de herfst van dit jaar de volgende af
lossing op die pondenleening van eveneens 40
millioen gulden zal geschieden, is dus daar
mede het gezamenlijk bezit van de Neder
landsche Bank aan buitenlandsche wissels en
saldi bij haar correspondenten in het buiten
land tot het niet noemenswaardige bedrag van
3.1 millioen gulden ineen geschrompeld. "Daar
mede is dan, wellicht voor tientallen jaren,
een einde gekomen aan de aera van mr. G.
Vissering, tijdens wiens beheer soms voor hon
derd millioen gulden waarde in buitenland
sche wissels en saldi bij de correspondenten
in het buitenland was belegd. Het tijdperk
van het zoogenaamd „rentegevend goud" zal
daarmede voorgoed zijn uitgeluid!).
Keeren wij thans tot ons oorspronkelijk be
toog terug. Goud en goud alleen is conditio
sine qua non voor het land en voor de centrale
credietinstelling van dat land, die beide on
veranderlijk vast begeeren te houden aan den
gouden standaard.
Het goud blijft!
En het malle, maar tevens ook het gerust
stellende van het geval is, dat ook de landen,
die wèlbewust getracht hebben ^den gouden
standaard overboord te zetten, ten leste de
droeve, maar tevens zeer nuttiger ervaring
moeten opdoen, dat ook voor die van den
gouden standaard afvallige landen goud en
goud alleen de waarachtige, onwrikbare basis
blijkt te zijn, waarop zelfs de onderlinge munt-
pariteit dier landen blijkt te stoelen.
Zie slechts het nu reeds klassieke voorbeeld
van Engeland en Amerika, waar Pond Ster
ling en Dollar elkaar weer op 4.80 hebben ge
vonden, of er nooit een verandering ten kwade
is geweest, of er nimmer uitvoerverboden van
goud te Londen en Washington zijn afgekon
digd! Zoo wreekt zich onontkoombaar het los
laten van den gouden standaard aan de lan
den, die gemeend hadden economische wetten
te kunnen ontwrichten en die nu maar te
laat! bemerken moeten, dat zij beide op de
economische wereldzee boord aan boord blij
ven voortzeilen, weliswaar met dezelfde ladin
gen, maar die dan toch berekend in gedepre-
cieerde valuta van niet 12,05 per Engelsch
Pond Sterling en 2.48 per Amerikaanschen
Dollar, doch van 8.25 per Pond en 1.70 per
Dollar. Voor Londen en voor Washington moet
dit een droeve ervaring te meer zijn! Vooral
nu men het daar niet meer kan loochenen,
dat de Nederlandsche, de Zwitsersche, de
Fransche, de Italiaansche, de Belgische en de
Poolsche schepen eendrachtig m onverbreek
bare gevechtsformatie blijven voortzeilen met
dezelfde volwaardige ladingen van nog im
mer 1.00 per Nederlandschen Gulden, 0.48 per
Zwitsersche Franc, 9.75 per 100 Fransche
Franc, 13.25 per 100 Italiaansche Lire, 700 per
100 Belgische Franc en 0.28 per Poolsche zloty
Vereenigd flotille: houdt zee!
Goud en goud alleen blijkt nog steeds de
internationale betalingsverhoudingen te be-
heerschen, ten spijt van Londensche en Wash-
ingtonsche regeeringsbesluiten; n'en déplaise,
overigens knappe berekeningen en bedenksels,
ontsproten in de hersenkronkels van de pro
fessorale leden der Rooseveltsche „brain-
trust"!
Toen, nu al weer tien jaren geleden, de in
ternationale speculatie den wèloverwogen aan
val op de Fransche Franc begon, waardoor het
Fransche betaalmiddel van ongeveer 10.per
100 Fransche Franc tot ongeveer 5.per 100
Fransche Franc ter beurze te Amsterdam
verschrompelde, was 't, eeerzijds aan de door
tastende politiek van den toenmaligen Fran-
schen minister-president, anderzijds aan de
leening van 100 millioen dollar door het ban
kiershuis van Pierpont Morgan aan de Fran
sche regeering ter beschikking gesteld, ter
ondersteuning van de Fransche Franc-koerste
danken, dat het Fransche betaalmiddel zich
tenslotte op ongeveer 9.75 Nederlandsche Gul
den per 100 Fransche Franc wist te stabili-
Zoo dankt thans gansch het Nederlandsche
volk het aan de eendrachtige samenwerking
tusschen den nieuwen Nederlandschen minis
terpresident en aan den president-directeur
van de Nederlandsche Bank, dat de Neder
landsche Gulden onveranderd zijn volle goud-
waarde heeft behouden.
De Gulden in de nabije toekomst.
En bedriegen de teekenen des tijds ons niet
al te zeer, dan zal het der internationale spe
culatie niet gelukken het vaderlandsche be
taalmiddel in de meer nabije toekomst te ont
wrichten. Te minder, nu de zoogenaamde
goudlanden, Nederland, Zwitserland, Frank
rijk, België, Italië en Polen, elkaar steun
hebbe ntoegezegd door bemiddeling van de
centrale credietinstellingen dier zes landen,
waarbij de te Bazel gevestigde Bank voor
Internationale Betalingen zich onvoorwaarde
lijk heeft aangesloten.
Het zal in de komende jaren de nimmer te
vergeten, nooit te wraken en onmiskenbare ver
dienste van de heeren dr. H. Colijn en mr.
L. J. A. Trip zijn geweest, dat zij ter Lon
densche conferentie Nederland voor den finan
cieelen chaos hebben behoed en paraat zijn
gebleken en gebleven, waar het de waarach
tige monetaire belangen van Nederland be
trof.
Hoe staat het thans met onzen Nederland
schen Gulden? Er is een gevaar geweest, on
tegenzeggelijk!
Maar dèt gevaar is over de geheele linie
glansrijk afgeslagen!
Summa summarum: de Nederlandsche Gul
den is veiliger dan ooit!
katholieke filmliga
CONGRES TE ANTWERPEN.
ANTWERPEN, 20 Juli 1933.
In heb Berohmanscollege word hoden
hot Pilmcongres der Vlaomscho Katholie
ken geopend, waar ook talrijk© deelne
mers uit Holland, Duitschland ©n Frank
rijk tegenwoordig waren. Opvallend was
de talrijke opkomst van geestelijke zijde,
onder welke ongeveer alle Orden en Con
gregaties vertegenwoordigd waren. Onder
de Nederlandsche Congressisten merkten
we o.m. op Pater Welter O.P. en mr. Tepe,
voorziter en secretaris van de K. F. C.,
Rector Broekman ©n mr. J. Mutsaers van
d© N.V. Eidephon.
Nadat om 10 uur ©en Plechtig© H. Mis
was opgedragen door den Zeereerw. heer
H. Cartuyveis, algemeen bestuurder der
Katholieke Filmliga hield do zeereerw.
Pater P. Morlion een toespraak over: Het
geweten tegenover de film, waarin de ge
wijde spreker uitvoerig betoogde, dat ons
geweten ook onze houding tegenover de
film moet bepalen. Het is een dure gewe
tensplicht van alle Kathoieken om de goe
de film te bevorderen en do slechte films
te veroordeelen en te bestrijden.
Om 11 uur hield do bekende filmcriticus
A. van Domburg uit Amsterdam ©on be
langrijke lezing over den strijd tegen de
huidige filmproductie. Het groot© be
zwaar, dat we tegen d© hedendaagsche
filmproductie moeton hebben (met uitzon
dering van een zich baanbrekende verdie
ping in Amerika) is niet zoozeer de immo-
rliteit van de film, maar de a-moraliteit,
die ons tegenkomt uit de doorsnee-Ameri-
kaansche film en de Duitsche operette
film. Bovendien d© leugenachtige vooretel
lingen van het leven, waarin d© levens
waarden op hun kop worden gezet en van
het leven en de wereld een totaal verkeerd
beeld wordt gegeven.
Deze leugenachtige houding spruit voort
uit de zucht der fabrikanten, wien het
niet te doen is om zooveel mogelijk cul
tuur te bevorderen, maar om zoevoel mo
gelijk films te maken, die verdiensten af
werpen en het dividend d© hoogt© indrij
ven.
Vandaar dat de Amerikaansche opper-
censor William Hays onlangs verklaarde,
dat Amerika voortaan maar zedelijk goe
de films moest gaan makenomdat met
onzekelijke films op dit oogenblik toch
geen geld te verdienen ie.
De ware mentaliteit van d© Amerikaan
sche filmproducers, welke jarenlang in de
practijk tot uiting kwam wordt eindelijk
in deze uitspraak van Hays duidelijk ge
formuleerd. De best© manier om deze
a-moreele producten te bestrijden is gena
deloos met zulke films afrekenen, ook
wanneer deze films moreel door den beu
gel kunnen. In het algemeen kan men zeg
gen, dat de critiek en ook de keuriagsin-
stïtuten geen rekening houden met dez©
a^moraliteit, omdat ze keuren naar den
maatstaf der strikt© zedelijkheid in enge-
ren zin.
Een ander middel is het vervaardigen
van eigen katholieke films, di© niet lie
gen over het leven en die, in eerwaardigen
vorm vertoond, het leven aandurven in al
zijn verscheidenheid, maar met d© waar
heid als tegenhanger. Deze films kunnen
op den duur den invloed der andere, der
a-moreele films neutraliseeren. Zij behoe
ven daarvoor niet groot in aantal te zijn,
maal wel gespannen en boeiend van vorm
en inhoud.
Als tweede inleider trad op de heer R
Muckermann, hoofredactcur der Katho
lieke Film Persdienst in Dutischland, met
als onderwerp: „Persactie en Film".
Spreker zette helder en duidelijk uiteen
de taak, welke de pers heeft ten overstaan
vaii de film, alsmede de houding welke de
filmproducenten t.o.v de film moeten aan
nemen. Critiek is noodig want ze is de ba
rometer waarop wederzijds kan vastge
steld worden of iemands handeling juist
of onjuist is. Wil men echter critiseeren
dan dient men een vaste basis te hebben,
anders valt het oordeel ongerecht uit.
Daarom wordt van d© filmcritici gevraagd
dat hun werk met zuiver negatief zij, doch
opbouwend ©n scheppend, nu,w, bijdra
gend tot het vorkrijgen van een goede
filmproductie. De critiek wil ze practisch
zijn en doelmatig moet v>n het volk uit
gaan, want het volk reageert heel an
ders dan d© filmcriticus, is veel eenvou
diger in zijn opvattingen. Eenzijdige cri
tiek die louter steunt op do artistieke
waardebepaling is evenzeer uit den booze.
D© pers moet een bondgenoot worden van
don filmpxoduoent, eerst dan zullen goede
resultaten van haar werk t© verwachten
zijn Het laatete doel van ons werk, aldus
eindigde spreker zijn belangwekkend be
toog, is niet de film, is evenmin d© pers
doch is d© redding van de zielen.
Naar aanleidng van beide lezingen ont
spon zich een levendige gedachtenwisse-
ling, waarin vooral met. nadruk werd be
toogd, dat het noodzakelijk is om op dit
gebied internationaal semen te werken.
In den namiddag werden verschillende
interessant© Nederlandsch© films vertoond
van de bekende cineasten der Avantgar-
de-groep in Nederland Mannus Fran eken,
Otto van Nevenhof, G. Aalfs, Dick Laan
©n Jan Hin. Deze films uit artistiek oog
punt zeer waardevol vonden de algemeene
bijval dor congressisten. Eenige proeven
van sprekende smalfilms werden op hot
witte doek vertoond waarbij de technische
vooruitgang op dit gebied zeer opviel. De
Ria-Rago missiefilm als documentair© film
van niet t© onderschatten waarde oogst
te eveneens een groot suooes. Filmisch
niet onverdienstelijk was o.m. het nieuw
ste product van de Eidophon, ©en film
uit de Graalbeweging getiteld: „Rorat©
ooeli", vooral de geluidsweergave van liet
schoon liturgische lied viel zeer te prijzen.
's Avonds om half acht had do groot©
feestvergadering plaats die werd ingeleid
dcor de vertooning van ©enige Vlaamscho
Avantgarde fims o.m. de Yserbedovanrt,
Lourdes en Nooit meer Oorog van de Keu
kei eir© en Vermeulen. Een diepgaande in
leiding hield prof. dr. Fransen over „Ne
derlandsch© Cultuur en film". Als afwisse
ling volgden ©enig© fmermenten uit twee
Nederlandsohe geluifsfilms „De Trek
schuit" en „De Steeg", Alsmede van d©
Japansche film „Nippon" ©en werk van
oudere datum, doch ©en projeoti© op dit
congres stellig waard.
Ten slotte had voorlezing plaats door
don eerw. heer Cartuyvele over de resolu
ties van het congres, di© tevens ©en werk-
progam behelsden voor het komende jaar.
Na een interessante en vruchtbar© dis
cussie werd door pater Morlion O.P. dit
welgeslaagde congres gesloten.
RECHTZAKEN
HULPVERLEENEND DOKTER GEDOOD
Drie maanden hechtenis.
De 20-jarige J. K. te 's Gravenhage stond
14 dagen geleden voor de Haarlemsche Recht
bank terecht, omdat hij als bestuurder van een
auto niet goed uitkeek, waardoor hij dokter
Lindeboom uit Amsterdam, die hulp verleen
de aan menschen, die een aanrijding hadden
gehad op den Haarlemmerslraatweg op slag
doodde.
De officier van justitie eischte vijf maanden
hechtenis en een jaar ontzegging om een mo
torrijtuig te besturen.
De rechtbank veroordeelde verdachte giste
ren tot een hechtenisstraf van 3 maanden met
ontzegging voor zes maanden.
Majesteitschennis?
Voor de Haarlemsche Rechtbank stond Don
derdagmiddag terecht de 44-jarige metselaar
C. v. d. V. verdacht van majesteitschennis. Ver
dachte was in den avond van 20 Juni j.l. aan
wezig op de vergadering van den Alg. Ned.
Fascistenbond, in het gebouw van den Protes
tantenbond te Haarlem. Daar hadden de hee
ren Baars c.s. gesproken over cumulatie van
functies en parasieten. Tijdens het debat zou
verdachte gezegd hebben: „Aan het hoofd van
het land staat een vrouw, die twee millioen
incasseert, ze heeft 'n dochter die een paar
honderdduizend gulden binnenhaalt en zc
heeft ook nog een man, die idem zooveel
krijgt. Dat zijn parasieten van het land!"
Deze woorden werden gehoord door twee
inspecteurs van politie die proces-verbaal op
maakten. Verdachte verklaarde aan Baars ge
vraagd te hebben: „Zijn dat dan géén para
sieten". Vijf getuigen décharge bevestigden
dit.
Getuige Duys, inspecteur van politie, hield
vol, dat de gewraakte woorden wel degelijk
gebruikt waren. Daar zijn collega buiten het
land vertoefde en zijn verhoor noodzakelijk
geacht werd, stelde de rechtbank de zaak uit
tot 14 September.
De worgplaat van Ruys.
Ongeveer een maand geleden moest voor
den Haagschen politierechter aldaar een heel
groepje, meest bewoners van de Spoorwijk al
hier, terecht staan, terzake dat zij in den ver
kiezingstijd, ten gunste van de O.S.P.-can-
didaten, de bekende verkiezingsplaat, waarop
minister Ruys een werkman worgende, was af
gebeeld, voor hun vensters hadden opgehan-
Zoowel degenen die verschenen waren als de
wegblijvers werden destijds door den rechter
over één kam geschoren en deswege met veer
tig gulden boete subs. 20 dagen hechtenis ge
straft.
Gisteren nu was de club dergenen die des
tijds verstek hadden doen gaan, verschenen,
om verzet tegen dit vonnis aan te teekenen.
Het meerendeel der thans verschenen O.S.
P.'ers beweerden heelemaal niet de bedoeling
te hebben gehad den Minister persoonlijk te
beleedigen, doch alleen daarmede propaganda
voor hun partij te willen maken. Bovendien
beweerde een hunner dat men in den verkie
zingstijd zoo nauw niet moest kijken. Ook van
wijlen dr. Kuyper waren indertijd wel minder
fraaie politieke prenten de wereld ingezonden,
doch niemand heeft gedacht er proces-verbaal
van op te maken.
Alle redeneeringen ten spijt volhardde de
Officier bij zijn vroeger eischen en de Kan
tonrechter bevestigde deze opnieuw op een
uitzondering na.