MAANDAG 17 JULI 1933 No. 7560 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN De Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland 24ste Jaargang 3>e £eki&eh£(Soii/fca/fit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 oent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geillustreerd Zondagsblad is voor de Aboané's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geillustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt 'bet dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid en Geloovigen, ZALIGHEID IN DEN HEER Wij beleven, B. G. ook in godsdienstig opzicht een hoogst gewichtig tijdperk der menschelijke geschiedenis. Van den eenen kant wordt waargenomen een streven naar geestelijke hernieuwing en naar een betere sociale orde. Van den anderen kant zien wij verslapping in het beleven van het ge loof en een toenemenden droevigen ge loofsafval, waartoe stelselmatig aange kweekte genotzucht en maatschappelijke wantoestanden, helaas, in hooge mate meewerken. Des te meer verheugen Wij Ons daarom over dien drang naar krach tiger geestelijk leven, dat Wij naar onze beste krachten willen blijven bevorderen. Wij willen U derhalve in dit bijzonder herdenkingsjaar van onze Verlossing nog eens met nadruk aansporen om Jezus' ge zindheid in U op te wekken. 1) Zonder Zijn geest geen gezonde levenshernieu wing en geen maatschappelijk herstel. „Niemand immers kan een anderen grond slag leggen, dan die gelegd is, namelijk Christus Jezus". 2). Het stemt tot dankbaarheid en vreug de te zien, hoe er onder het katholieke volk door velen ernstig wordt gestreefd naar een krachtiger beleven van het Evan gelie, naar waarachtige naastenliefde, die volgens het eigen woord van den Meester het kenmerk is van zijn leerlingen 3), naar zelfbeheersching en ingetogenheid, naar offervaardigheid en versobering. Zij, die aldus van Christus' geest zijn doortrok ken, zullen onweerstaanbaar ook anderen opwekken om het Evangelie getrouwer te beleven. Maar steeds levendiger en alge- meener moet worden het besef, dat op iederen katholiek, niemand uitgezonderd, bijzonder in deze tijden, een zware ver antwoordelijkheid rust. Aan ons toch. is de bovennatuurlijke waarheid toevertrouwd aan ons zijn bovenatuurlijke krachten ge schonken, en dit niet alleen voor onze persoonlijke vervolmaking, maar ook voor het heil der wereld. Allen moeten wij door een waarachtig christelijk leven, door ons opvallend goed voorbeeld een lichtbaak zijn voor onze medemenschen, vooral voor zwakken, ook voor afvalligen en nieb-ka- tholieken. „Gij zijt bet licht der wereld. Uw lioht moet schijnen voor de menschen, opdat zij uw goede werken mogeu zien, en uw Vader verheerlijken, die in den hemel is. Gij zijt het zout der aarde. Maar als het zout smakeloos wordt, waarmee zal met het zouten" 4), d. w. z. als ons chris telijk leven verslapt, wat moet dan de wereld behoeden voor bederf? Met aandrang roepen Wij U allen op, B. G., om Christus' geest en leven in U te versterken. Wij brengen U in herinne ring, hoe Wij steeds hebben aangedrongen dat in al onze katholieke organisaties niet ailieen de maatschappelijke, maar op de eerste plaats de godsdienstige vorming moet worden behartigd. En heden willen Wij U nog eens wijzen op enkele middelen, die volgens de leer en de leiding der Kerk dienstig kunnen zijn tot bevordering van uw bovennatuurlijk leven. Allereerst is noodig, dat alle geloovigen innig en daadwerkelijk deelnemen aan het H. Misoffer, midden- en hoogtepunt van den eeredienst. Dit hoogheilig offer brengt ons in de innigste gemeenschap met Christus, vooral als wij er aan deel nemen door het ontvangen der H. Com munie. Deze is bij uitstek het door God bedoelde middel, om Christus' leven in ons te onderhouden en te versterken. De Eucharistie bevat immers de Bron zelf der genade, zoodat wij bij het veelvuldig ontvangen der H. Communie steeds meer en meer zullen kunnen zeggen: „Ik zelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij, terwijl ik leef in het vleesch, leef ik in het geloof van den Zoon van God, die mij heeft liefgehad en die Zich voor mij heeft overgeleverd" 5). Vervolgens willen Wij U op geheel bij zondere wijze aanbevelen de godsvrucht tot de gezegende Moedermaagd, die het beeld van haar Goddelijken Zoon op de meest verheven wijze in zich heeft uitge drukt en in haar moederlijke voorbede den sleutel bezit van Gods genadeschatten. Verder noei en Wij U nog: het volgen van geestelijke oefeningen, als retraites en recollecties, door den Paus bij herhaling aanbevolen en dat wel niet als buitenge wone, maar als gewone middelen, door een ieder te gebruiken. Voedt uw gods dienstig leven ook door lezing en overwe ging der H. Schrift, „want de heele Schrift is door God ingegeven, en is nuttig tot onderrichting, weerlegging, terechtwijzing en opvoeding in de gerechtigheid 6). Tracht steeds dieper door te dringen in de kennis van dien kostbaren schat, uw heilig geloof, „den grondslag en wortel van alle rechtvaardigmakiiig, zonder welken het onmogelijk is God te behagen" 7) Door deze en andere middelen zal de geest van Christus in U steeds krachtiger worden en zoo zult Gij Christus vanzelf in uw daden uitdrukken en in de wereld uitdragen. Wij bidden U allen eendrach tig samen te werken, om Christus' Rijk in deze wereld tot hooger bloei te brengen: de priesters als Gods geroepenen en ge zalfden, de leeken als hun overtuigde en geestdriftige medehelpers, volgens de gedachte van het leeken-apostolaat, waar toe de Paus herhaaldelijk en dringend heeft opgeroepen. Bij dit alles moeten Wij U echter krach tens de opperherderlijke taak, die God Ons op de schouders heeft gelegd, wijzen op enkele verschijnselen, die een gevaar opleveren voor de verdere gezonde ont wikkeling van het godsdienstig leven, ge dachtig aan het woord „dat een weinig zuurdeesem geheel het deeg verzuurt." 8). Wij brengen U in herinnering, dat vol gens de door God gewilde orde de ont wikkeling van bet godsdienstig leven moet geschieden onder leiding der kerkelijke hiërarchie. Christus, die zelf het hoofd is van de waarachtige eenheid aller geloovi gen, heeft tot Petrus gezegd: „Weid mijn lammeren, weid mijn schapen" 9). En aan den Paus heeft Hij als medehelpers in het bestuur der Kerk gegeven de overige Apostelen en hun opvolgers, de Bisschop pen, van wie het woord geldt: „Zooals de Vader mij gezonden heeft, zoo zend ik U" 10), „wie U hoort, hoort Mij". En „Wie U versmaadt, versmaadt Mij" 11). En: „Geeft acht op heel de kudde, waarover de Heilige Geest U als bewakers heeft ge steld, om Gods Kerk te besturen" 12). De Bisschoppen op hun beurt worden bijge staan door de priesters, die zij zenden en op wie het woord van den H. Paulus toe passelijk is, dat zij zijn „de dienaren van Christus en de uitdeelers van Gods geheimenissen" 13). Uit al deze algemeen bekende waarhe den moeten wij leerzame lessen trekken, die Wij onder uw aandacht willen bren gen, opdat wat nu hoopvol opbloeit geen ernstige schade zou lijden. Vooreerst: het kan geenszins goed zijn, het gezag der Bisschoppen, hoe dan ook, te miskennen; het moet verderfelijk hee- ten, dat gezag door verdachtmakingen of hoon te ondermijnen of krachteloos te mar ken door geregeld te onderscheiden tus- sohen het gezag en de gezagdragers. Bij verreweg de meesten is immers de achting voot het gezag in hooge mate afhankelijk van den eerbied voor de gezagdragers. Vermindering van dezen eerbied heeft daarom bij zeer velen tot eevolg vermin dering van de achting voor net gezag zelf en voor zijn in geweten bindende verorde ningen. Het is vervolgens volstrekt onkatholiek te meenen, dat de geloovigen alleen aan een onfeilbaar sprekenden Paus eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd zijn. De Bis schoppen toch hebben een ieder voor zijn bisdom in allee wat het geestelijk bestuur betreft de waarachtige bevoegd heid te beslissen en voorschriften te ge ven, en dit niet alleen in zuiver geeste lijke zaken, maar ook in tijdelijke, voor- zoover deze met het geestelijke verband houden. Met name dient er op gewezen te worden, dat de katholieke actie, het apos tolisch leekenwerk, volgens de herhaalde uitspraken van Z. H. den Paus, niet dan in overeenstemming met den wil en de lei ding der Bisschoppen moet worden ge voerd, en dat aan hen uitsluitend de be voegdheid toekomt, den geest en de me thoden van die actie voor hun bisdommen vast te stellen. De Bisschoppen zijn ook de geroepen rechters om te oordeelen over het al of niet katholieke karakter van de openbare uitingen des levens, van ge schriften, daden en organisatievormen. En als de Bisschoppen in deze zaken hun oordeel en hun wil hebben te kennen ge geven, past aan de geloovigen eerbied en volgzaamheid. In de derde plaats moeten Wij als een onkatholieke opvatting brandmerken de meening, dat de geloovigen zelve, krach tens een bovenatuurlijke roeping, de be voegdheid zouden bezitten als rechters op te treden over de bestuursdaden der hiër- rarohie. Al hebben sommigen voor zichzelf misschien de overtuiging, dat zij in be paalde gevallen alleen het juiste inzicht bezitten, zij missen toch de zending en daarom ook het recht hun meening open lijk als de juiste op te dringen. Voor den gang der zaken in de Kerk dragen alléén de Bisschoppen de verantwoordelijkheid en hun alleen komt het beslissende oordeel toe. Op de onderdanen rust de plicht het goede te doen en te propageer en, maar in onderdanigheid aan het door God over hen gestelde gezag. Wat hier gezegd is, geldt ook voor de beoordeeling van de werkzaamheden der priesters. In enkele kringen is het min of meer gewoonte geworden op smalende wijze, vaak ook met groote bitterheid, openlijk critiek uit te oefenen op de pries ters. Zij, die zich daaraan schuldig maken zijn met den eigenlijken aard en de bij zondere moeilijkheden van het priesterlijk dienstwerk meestal niet voldoende bekend. Het overwegend goede in bun ambtsver vulling en in hun leven wordt verzwegen. Wat soms fouten zijn van enkelen, wordt aan nagenoeg de geheele priesterschap ten laste gelegd. De Bisschoppen, die be kend zijn met den algemeenen toestand, en onder wier rechtsbevoegdheid de gees telijkheid staat, mogen geenszins die cri tiek van onbevoegden dulden. Zij moeten haar in haar algemeenheid als onrecht vaardig en als ergernis gevend veroor- deelen. De eerbied en bet vertrouwen der ge loovigen, waaraan de priesters bij hun hei lig dienstwerk dringend behoefte hebben, wordt aldus ondergraven, waardoor een algemeen geestelijk belang ernstig wordt geschaad. Het uitspreken van lichtvaardi ge oordeelen, het vergrooten en veralge- meenen van kwaad zijn zedelijk verkeerd en dus den christen ongeoorloofd; ja zelfs een grove toon, die minachting en afkeer moet kweeken, is reeds in strijd met de wetten der naastenliefde. Wij nemen gaarne aan, dat de beoor deelaars in het algemeen met een goede bedoeling bezield zijn, maar men beden ke, dat het goede doel nimmer de onge oorloofde middelen heiligt en niemand meene in waarheid Christus te kunnen volgen, zonder ook zooveel mogelijk zijn mildheid en liefde, zijn ootmoed en een voud in woorden en gedragingen te doen uitkomen. |j^ Zijn er werkelijk gerechtvaardigde grie ven, dan behoeven deze noch verzwegen, noch onderdrukt te worden; want er zijn andere wegen om deze tot uiting te bren gen. Zij, die zulke grieven hebben, zullen bij de Bisschoppen steeds een gewillig oor vinden. Men bedenke overigens, dat de genadebemiddeling in de Kerk niet ge bonden is aan persoonlijke heiligheid. En daarom is het verkeerd de leiding af te wijzen van personen, die niet door hooge volmaaktheid uitblinken. Ten slotte willen Wij U nog op het vol gende wijzen: Wie Christus wil volgen, moet zich onthechten van de aardsche goederen. Maar het is met de katholieke opvatting, zooals deze ook in de groote sociale encyclieken wordt uiteengezet, in strijd het voor te stellen, alsof bezit on- vereonigbaar is met volmaaktheid. Vrij willige armoede is voorzeker een machtig middel bij het streven naar volmaaktheid, maar volmaaktheid sluit geenszins per soonlijk bezit en gebruik van aardsche goederen uit. Deze leering en vermaningen, B. G., moesten Wij tot U richten, om aldus aan de goede strevingen, waarover Wij in het begin spraken, de juiste richting te wij zen en om de actie der goedwillenden op elk terrein sterker, zuiverder en Gode meeT welgevallig te maken. Gelijk het den mensch niets baat, als bij de heele wereld wint, maar schade lijdt aan zijn ziel 14) zoo zal ieder op zich zelf loffelijk streven en alle onthechting vruchteloos, dikwijls schadelijk zijn, als men niet tevens weet te verzaken aan de eigenliefde, die zichzelve zoekt en de eigen meening als den maatstaf beschouwt van al wat ge schieden moet. „Al sohenk ik weg al wat ik heb, zegt de Apostel, al geef ik mijn lichaam om mij te laten verbranden: als ik de liefde niet heb, het dient tot niets" 15). „De liefde zoekt zichzelve niet" 16) en zal daarom weten te gehoorzamen. „Iedereen moet onderworpen zijn aan het hooger gezag; want alle gezag komt van God. Wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen de verordening van God" 17). Wij vertrouwen, B. G., dat de eerbiedi ge aanhankelijkheid, die de verhouding der geloovigen tot de Bisschoppen en de priesters in ons land steeds heeft geken merkt en die voor het algemeen geestelijk welzijn een onschatbare zegen is, ook in de toekomst zal bewaard blijven en ver sterkt moge worden. Indien de geloovigen in een geest van katholieke volgzaamheid hun geestelijk werk onder de leiding plaat sen van de herders, die God hun heeft gesteld, dan mag een rijke verdere op bloei worden verwacht van waar genade leven tot heil van Kerk en Vaderland. In dien Gij allen, B.G., tracht U zelve gelijk vormig te maken aan Hem, die, „vol van genade en waarheid" 18), „bij zijn intreden in de wereld sprak: Zie Ik kom om uw wil te doen, o God" 19) en die „Zich ver nederd heeft, door gehoorzaam te worden tot den dood, ja, tot den dood des krui- ses" 20), dan zal dit Heilig Jaar, waarin Wij het negentiende eeuwfeest vieren van deze grootste gebeurtenis der wereldge schiedenis, niet zonder vrucht aan uw zielen voorbijgaan. Dit vragen Wij van harte aan den Hei ligen Geest, den Geest des Heeren, op Pinksterdag over de Apostelen neerge daald om bun alle waarheid te leeren 21), don Geest, die volgens de belofte des Heeren steeds met zijn Kerk blijft 22) en ons dus ook heden niet verlaat. Moge die Geest ons helpen om in zijn kracht en zijn genade het aanschijn der aarde te hernieuwen 23). En zal dit ons gezamenlijk herderlijk schrijven in alle tot onze Kerkprovincie behoorende kerken, alsmede in de kapel len, waarover een rector is aangesteld, op Zondag 16 Juli a.s. onder alle vastgestelde H.H. Missen van den predikstoel worden voorgelezen- 5 16; 5 13. 1) Phil. 2 5. 2) 1 Oor. 3 1L 3) Jo. 13 35. 4) Matth. 5 14: 5) GaL 2 20. 6) 2 Tim. 3 :16. 7) Cone. Trid. S. 6, c 8. 8) 1 Oor. 5 6 9) Jo. 21 15, 17. 10) Jo. 20 21. 11) Luc. 10 16. 12) Hand. 20 28. 13) 1 Oor. 4 1. 14) Matth. 16 3. 15) 1 Oor. 13 3. 16) 1 Oor. 13 5. 17) Rom. 12 22. 18) Jo. 1 14. 19) Hebr. 10 7. 20) Phil. 2 8. 21) Jo. 16 13. 22) Jo. 14 16 23) P«. 103 30. t J. H. G. JANSEN, Aartsbisschop van Utrecht, t P. A. W. HOPMANS, Bisschop van Breda. t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch t J. D. J. AENGENENT, Bisschop van Haarlem, t Dr. J. H. G. LEMMENS, Bisschop van Roermond. Gegegerven te Utrecht, 28 Juni 1933. DE VERWORDING IN HET ECONOMISCH LEVEN. MILLIOENEN KG. AARDAPPELEN NAAR DE BELTEN. Tot op het oogenblik zijn op de belten bij de aardappel veilingen aan Langend ijk en De Streek ongeveer 5.000.000 kg. aard appelen gestort, die onverkoopbaar waren en den prijs van 75 oent per 100 kg. niet konden opbrengen. Een klein deel ervan is door veehouders weggehaald tegen 30 cent per 100 kg. 't Ie droevig. Ten slotte een gevolg van de in kort zichtigheid en materialisme vastgeloopen wereld-economie. Alleen als op de wereld-conferenties de naastenliefde mee spreekt, zullen de oogen open gaan om de ohaos van 't oeconomisch leven in volle verschrikkelijkheid en barbaerechheid te zien. De wereld moet in de C h r i s t e 1 ij k e naastenliefde redding zoeken, óók voor het maatschappelijk herstel; zooals onze Bisschoppen in hun gisteren in de ker ken voorgelezen schrijven ons voorhouden. „Niemand immers kan een anderen grond slag leggen, dan die gelegd is, namelijk Christus Jezus"! Dit nummer bestaat uit VIER bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. De oneenigheid der socialisten in Frank rijk. (4de blad). Een prachtige prestatie van den Oceaan- vlieger Willy Post (Luchtv„ 2de blad). Het Italiaansch vliegtuigeskader is te Chicago neergestreken. (Luchtv., 2de blad). BINNENLAND. Voorloopig verslag over ontwerp-Mar- chant tot beperking van de uitgaven, voort vloeiende uit de L. 0.-wet. (4de blad). De tocht van de K.R.O.-vloot. (2de blad). Ernstige auto-ongelukken op den weg TilburgBreda. Eén doode, verscheidene gewonden. (Gem. Ber. en Laatste Ber.) Moordaanslag te Groningen. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De nationale zeilwedstrijden op de Braas- semermeer. (2de blad). De internationale tenniskampioenschap pen te Noordwijk. (2de blad). De internationale athletiekwedstrijden te Amsterdam. (2de blad). Successen der Hollandsche dames-athle- ten in Engeland. (2de blad). De zwem- en polowedstrijden België— Nederland. (2de blad). CHINA LEERT!.... Het Ohineesche opvoedingsbureau van het gemeentebestuur van Sjanghai is een campagne begonnen togen het „sociale kwaad" en heeft daartoe o. a. oen censuur ingesteld op de fotopagina's en adverten tiekolommen van de Ohineesche bladen in Sjanghai. De bedoeling is, het publiceeren van zo de kweteende foto's en de reclame voor zedelijk kwaad te verbieden. China leert aan de „beschaafde" volke ren van Europa, hoe zij zich hebben te ge dragen, als ze niet willen ondergaan; dab zij hun gehuiohelde „beschaving", waaruit al reeds de grafluoht door de bepleiste ring heendringt, moeten vervangen door een cultuur van waarheid en mensch waar digheid 1 BINNENLAND LAGER ONTVANGSTEN BIJ DE SPOORWEGEN. IN MAART BIJNA 2 M ILL IO EN MINDER DAN VERLEDEN JAAR. De eerste drie maanden van dit jaar brachten de spoorwef-ontvangsten in to taal 4.109.389.11 minder op, dan de over eenkomstige maanden in 1932. De definitieve ontvangsten van do Ne- derlandscho Spoorwegen over de maand Maart vermelden onder het hoofd ..reizi gers en bagage" een bedrag van 4.487.784.95 (vorig jaar 5.831.103.98); voor goederen en levende dieren 5.350.173.74 (vorig jaar 5.966.312.72) en voor diversen 149.640.26 (vorig jaar 181.292.29). In de maand Maart werd wederom een teruggang in de ontvangsten geconsta teerd, vergeleken bij dezelfde maand van het vorig jaar. Thans bedragen deze verschillen resp. 1.343.310.03, 616.133.98 en f 31.652.03 or in totaal 1.991.105.04.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1