Vijftig jaren geleden in het Verre Oosten
DE LEIDSCHE COURANT
DE LUCIFERS-BRUG
DE TWEE MACHTEN
AVONTUREN VAN EEN
VROUW OP HAAR
WERELDREIZEN ROND 1900.
In de volgende vertellingen schetst de 70-
jarige vrouw van een bekend groot-industrieel
en consul in Hamburg, de avonturen, die zij op
haar wereldreizen ondervond.
Men heeft haar vaak het verwijt gemaakt,
dat zij nooit iets uit haar wereldreizen en de
vele avonturen, die zij toen meemaakte, gepu
bliceerd heeft. Maar haar leven is tot aan den
dood van haar man, geheel aan hem gewijd
geweest.
Het groote leed, dat over ons allen gekomen
is, werd voor mij aanleiding tot het schrijven
der volgende vertellingen. Momenteel geldt
het meer dan ooit, elkander wederzijds te
steunen, op te vroolijken. Ik hoop daarom,
met dit schrijven jong en oud een vluchtige
ontspanning te bereiken.
Mijn ouderlijk huis stond in Hamburg en
er zijn heerlijke herinneringen voor mij aan
verbonden. Wanneer ik nu als 70-jarige
aan de opvoeding van toen terugdenk, dan
lijkt me die gewoon bekrompen. Tot mijn 18e
jaar groeide ik als het ware in een broeikas
op, angstvallig bewaard voor iedere ruwe aan
raking van het leven. Des te zwaarder was het
daarom voor mij, dat ik op 18-jarigen leeftijd
mijn man reeds naar Oost-Azië volgen moest,
waar hij een der grootste export-huizen op
gericht hath
In 1885, direct na het huwelijk, verlieten
wij het vaderland om ons in Marseille per
Messagerie Maritime in te schepen. Het inter
nationale leven, het 10.000 ton groote stoom
schip, dat alles maakte op mij een fantasti
scher indruk.
j De groote zeehaven: Port Said.
In de eerste haven, Port Said, gingen wij
aan land. Natuurschoonheid biedt deze plaats
niet. Het was meelijwekkend, te zien, hoe hier
schoolonderricht gegeven werd.
Bij een gloeiende hitte hurkten de kinderen,
dicht tegen elkander gedrukt, in een enge
keet op de zandige straat. De gezichten waren
met vliegen bedekt en het scheen den onder
wijzer een bijzonder genoegen te doen, om
ieder kind, dal de dieren verjagen wilde, een
flinke klap met een langen bamboestok te
geven. In een groezelig restaurant dronken wij
dikke koffie, bovendien zagen wij kleurige
danseressen met waggelende buiken, wat nu
juist geen aesthetisch effect maakt.
Het Suez-kanaal, dat wij nu bereikten,
maakte een imponeerenden indruk.
Het leek mij een onmogelijkheid, dat het
1 stoomschip, deze smalle, door menschenhan-
den gebouwde, watergeul zou kunnen doorva
ren. Ik verheugde mij in de stralende zon, die
zich in het blauwe zeewater weerspiegelde.
Plotseling zag men niets. Een ondoordring
bare nevel omhulde het schip. De machine
stopte en toen voeren wij zoo langzaam mo
gelijk terwijl de sirenen begonnen te huilen en
de scheepsklokken bim-bamden als blaffende
henden. Aangstwekkendl
Plotseling stopten wij. Vlak voor ons dook
«en reuzen scheepsromp op. Met een vluggen
draai zwenkten wij in een der vele verwijdin
gen van het kanaal.
Het aanhoudend klingelen der klokken en
het fluiten der sirenen werkte storend. Aan
slapen viel niet te denken. Eigenaardig: Wan
neer het stoomschip gelijkmatig vaart, is men
ongevoelig voor het briesen van den storm en
het stampen der machine; dwingt de nevel tot
langzaam varen of zelfs tot stoppen, dan
maakt het minste gedruisch u nerveus.
Den volgenden morgen vroeg hoorden wij
commando-roepen en fluitsignalen. Wij storm
den naar boven, en het was een betooverend
schouwspel, hoe aan den horizon de vurige
zonneschijf uit de diepte van het water om
hoog rees en zegevierend den dichten nevel
sluier in flarden rukte. De dauw omhulde de
witte zandwoestijn met een zilveren sluier.
Colombo.
Na een warme reis bereikten wij Colombo.
Een diep blauwe hemel welfde zich boven de
woedende golven in de haven. Het uiteenzetten
in de kleine bootjes ging met groote moeilijk
heden gepaard. Sissend en schuimend om
spoelden ons de geweldige golven en druipend
bereikten wij den oever.
Thans ging de droom mijner jeugd in ver
vulling. Ik aanschouwde een echt sprookjes
land.
Het is schier onmogelijk, de heerlijke be-
toovering der onvergetelijke tropenpracht te
beschrijven. Hoe rood glinsterde de kiezel der
wegen en de eerbiedwaardige oude boomen,
getooid met tallooze bloemen, gloeiden purper
in de zon. Gele orchideeën rankten zich als
gouden ketenen door de breede bladeren der
palmen, en witte, slanke lelies, omfladderd
door blauwe vlinders, vormden een feërieke
kleuren-symphonie.
Voor de uit bamboe gevlochten hut
ten hurkten vrouwen, in bonte doeken gehuld,
terwijl naakte, bruine kinderen in 't rond
speelden. Aan het groene water van de zee
vlakbij, die bedekt was met lotusbloemen, zat
een toovenaar en liet melancholische wijzen
weerklinken, om de slangen uit de korven te
lokken voor den dansl Al dit geroezemoes van
stemmen vervulde de lucht als een geluidloos
murmelen en sprookjesachtig was de heldere
lucht, die niet. door stof vertroebeld werd.
Maar geen gebraden duiven, zooals in hel
sprookjesland, vlogen ons in den mond. Een
hoogst prozaïsche, tweewielige Jinzikscha
bracht ons naar het hotel. Dicht aan de zee,
omspoeld door hooge golven, lag de witte
zuilenbouw in de gloeiende zon. Wat een
schittering in de reeds hel verlichte zaal! De
tallooze tafels versierd met de vreemdste
bloemen, bonte orchideëen en donkerblauwe
bloemen wisselden af met roode kelken. Van
het plafond waaiden groote waaiers ons koel
te toe in deze tropische hitte. De tallooze, in
't wit gekleede Indiërs gleden geluidloos
door de menigte. Alle naties waren vertegen
woordigd. De Parisiennes trachtten Engeland
te overvleugelen in kostbare toiletten. Een
Maharadja met witten tulband, die versierd
was met een vederbos en een groote brillant,
was door een schaar Siameeschen omgeven.
Haar bont gekleurde hooggesloten gewaden
deden mij werkelijk sympathiek aan.
De eerste sterren, overstraald door het Zui-
der-kruis, fonkelden dra aan den hemel. Den
geheelen tuin was nu verlicht door tallooze
eleclrische lichten en triomfeerden over het
plotseling gedoofde daglicht. Den volgenden,
gloeiend heeten nacht onder het net werden
wij geplaagd door tallooze muskieten.
Was dit nu Colombo, dat men eens hield
voor het paradijs?
Toen wij den volgenden morgen onzen thee
nuttigden, kreeg mijn man van den Indischen
boy de boodschap, dat een dame hem wensch-
te te spreken. Na geruimen tijd kwam mijn
man opgewonden terug en vertelde mij het
tiagisch lot van een bekoorlijke zendelinge,
die met ons tot Colombo gereisd was. Aan
boord had ik er dikwijls over gepeinsd, dat
zij met een haar vreemden man een morgana
tisch huwelijk aangegaan was, om onderweg
onder den naam „Mevrouw" Schutz steun te
hebben. De zendeling moest echter in de keuze
van den echtgenoot dien haar ongekend in In-
dië tot vrouw gegeven werd, eenigszins voor
zichtiger zijn! Na den eersten nacht bleek
reeds dat het kind in handen van een slecht
individu gevallen was.
Zij smeekte daarom mijn echtgenoot om be
scherming. Hij bracht haar naar den consul,
dien wij kenden en die de arme vrouw direct
in zijn huis nam.
Een treurig slot van mijn sprookjesland,
maar een onvergetelijke Sag in Kandy stelde
mij schadeloos... Daar zijn heerlijke tempels
aan het Boeddhisme gewijd, waarin juist in
deze dagen een heilig feest gevierd werd. Een
phantastische pracht werd hier overal ten
toon gespreid.
Al klinkt het ook grotesk, het gold de hul
diging van den heiligen tand van Boeddha!
Te midden van een schaar olifanten, met
rood en goud bestikte dekkleeden, reed de
priester, om het juichende volk de holle kies
in een gouden bokaal te toonen. Alles ver
drong zich in de gloeiende hitte rond het hei
ligdom. Zelfs de Maharadja's volgden op
hun kleine witte paardjes. Vóór den tempel
had de eigenlijke plechtigheid plaats, hier ver
wrongen de beroemde Indische duivelsdansers,
met horens op het hoofd, hun ledematen in
gedrochtelijke vormen, Intusschen voerden de
Indische danseressen in witte sluiters gehuld,
een verrukkelijken reidans uit. Een oorver-
doovende muziek begeleidde deze dansen en
wij waren blij, toen wij achter de idyllische
maar beruchte haag der godin Deduga een
veilig heenkomen vonden. Te midden van
heerlijk geurende bloemen ligt de kleine tem
pel, slechts door een magisch licht verlicht.
De schoone, verleidelijke godin lokt de man
nen hierheen en brengt ze den boozen God ten
offer. Goddank, kon zij voor het zieleheil van
mijn man niet gevaarlijk worden! Zij vertoon
de zich alleen aan de geloovigen.
Toen moesten wij naar Colombo terug, daar
ons schip niet wachtte.
Shanghai.
Toen wij 's avonds laat in Singapore aan
kwamen, werden wij voor de eerste maal om
ringd door de zoo warme Overzeesche gast
vrijheid. Evenals al wat nieuw was een zekere
bekoring op mij uitoefende, voelde ik mij als
jonge vrouw zeer vereerd, dat ons in het
groote tusschen palmen gelegen huis der
vrienden, direct twee kamers ter beschikking
gesteld werden.
Doch een nieuwe ontsteltenis zou me wach
ten. Tegen het plafond der eetkamer schenen
glinsterende hagedissen krijgertje te spelen.
Alleen reeds de gedachte, dat ze in de soep
zouden kunnen plonsen, deed me huiveren.
Mijn gastheer stelde me echter lachend ge
rust. Hij zou ze er wel weer uitvisschen. Er
heerschte groote vroolijkheid onder ons gezel
schap.
Den volgenden morgen ging het verder. De
volgende haven Hongkong, maakte met zijn
reusachtige kantoorgebouwen den indruk van
van Europeesche havenstad. Alleen de Chi-
neezen met hun lange staarten, die onder luid
geschreeuw met hun kango's door de men-
schenmenigte drongen, herinnerden er ons aan
dat we in het Oosten waren.
De Europeesche wijk is tegen de hooge rot
sen aangebouwd en 'n weelderigste planten
groei siert de prachtige tuinen.
Wij hebben in Hongkong in prachtige ge
zelschappen verkeerd. Het is typisch hoe mij
als jonge vrouw toen reeds opviel, wat een
weelderig leven de Duilschers leiden. Zij be
zaten de mooiste, grootste huizen en daar het
voor den Europeaan steeds een tijdelijk ver
blijf is, vindt men de eenvoudiger „Cottage"
der Engelschen veel verstandiger, gezelliger
en.goedkooper.
Het vertrek van Honkong kon niet definitief
vastgesteld worden. In de Chneesche Zee is
het altijd weer slecht, deze keer niet uitge
zonderd. Het was daarom een verkwikking
voor niet erg zeevaste „sailors" toen 't rustige
gele water van de Jangtsekiang ons opnam.
Reeds vanuit het stoomschip ontdekten wij
de witte tropenhelmen van de vrienden van
mijn man en het was een heerlijke voldoening
voor ons overal door alle naties warm ont
vangen te worden. Een victoria met twee
Chineezen achterop bracht ons naar hun huis.
Shanghai is het Parijs van het Oosten ge
noemd en de eene elegante inrichting volgt op
de andere. Bijzonder aantrekkelijk waren de
Week-end vaarten in de groote woningbooten
op de Jangtse. Personeel en het fijnste eten
werd meegenomen. De champagne stroomdeI
Hoe gelukkig en blij hebben wij in 1883 van
al dat schoons genoten! Het was zeer hard,
als vergrijsde vrouw in 1921 al dat leed en die
vele vernederingen te moeten ondervinden en
verdragen!
Het Duitsche consulaat generaal en de
Duitsche club waren in Shanghai, evenals over
al elders, gesloten.
Ook was het niet gastvrij, boven alle deuren
der Engelsche hotels en Boarding Houses te
lezen: „No Germans allowed!" Wij moesten in
een Chineesch restaurant onzen honger stillen
Wat zijn lucifers alledaagsche dingen
zij worden aangestoken en weggeworpen
En toch is geen ding ter wereld zoo gering, of
er kon een geschiedenis mee verbonden zijn.
Greta Wels werkte al jarén in een lucifers
fabriek. Op 16-jarigen leeftijd was zij er ge
komen. Nu was zij 20 en gedurende al die
jaren had zij hetzelfde werk gedaan: zij ver
pakte lucifersdoosjes in de bekende pakken.
De doosjes stroomden naar haar en haar
mede-werksters aan de lange tafel, toe, vlug
en nauwkeurig vervaardigden de geroutineerde
vingers de pakken en de, loopband voerde ze
weer weg, ononderbroken als een eindelooze
keten.
In Greta's fantasie begonnen de lucifers hun
verre reis rond de wereld, overal, waar men
lucifers kocht.
Greta was 'n knap meisje. Zij had regel
matige gelaatstrekken, glanzend blond haar en
donkerblauwe oogen. De langwerpige vorm
van het gezicht deed veronderstellen dat zij
ot haar voorouders uit het Noorden afkomstig
waren. Ofschoon zij niet veel voor haar uiter
lijk besteden kon, bewees zij in de zelf ver
vaardigde kleeding toch smaak en een per
soonlijk cachet en zoo zag zij er beter uit,
dan men eigenlijk bij haar geringe inkomsten
verwachten zou. In het schijnbaar gelaten kalm
meisje, was een fantastische onrust verborgen.
Ze had dit overgeërfd van haar vader, die ka
pitein was geweest op een vrachtschip, voor
dat hij in een storm voor de Zweedsche kust
schipbreuk geleden en daarbij den dood ge
vonden had.
Greta's gedachten gingen bij voorkeur boven
het alledaagsche uit. De lucifersdoosjes op de
gladde loopband kwamen Greta soms als ge
heimzinnige bruggen in de verte voor. Haar
beelden en wenschen stuwde zij gedurende den
arbeid naar verre verten, De richting was niet
van zooveel gewicht.... als het maar ver weg
was, naar het onbekende....
Greta's moeder was, toen zij de Jobstijding
van de Zweedsche kust vernam, aan hartver
lamming gestorven. Broers of zusters waren er
niet. Was er Greta's tante niet geweest, een
zuster van haar vader, dan had het meisje na
den dood der moeder alleen gestaan. De we
duwe nam haar bij zich. Wel moest Greta nu
direct naar een betrekking omzien. Het kleine
weduwen-pensioen was niet voldoende voor
twee.
Wcduwenpensioen en fabrieksloon werden
bij elkaar gelegd en op deze manier ging
het.
Als ze 's avonds thuis was, de huiselijke be
zigheden verrichtte, de kleeren en linnengoed
in orde bracht en nog wat tijd over had, en
ook niet te moe was, dan nam zij uit hun vroe
gere bibliotheek gaarne een boek. Niet om haar
weinige kennis te verrijken, waarom zou ze
dat doen? Ze had nu opwekking en ontspan
ning na haar geestdoodend werk noodig,
Meestal nam zij een of ander boek over vreem
de landen en onbekende volkeren, zooals haar
vader die zeker op zijn scheepsreizen had lee-
ren kennen.
Maar was dit de eenige ontspanning en
vreugde, die een jong meisje zich wenschen en
gunnen mocht? Een meisje van dezen tijd? En
zou zij nooit beminnen en bemind worden?
Greta voelde zich zeer eenzaam.
En toen zij zich op zekeren keer weer eens
geheel verlaten voelde, had zij een zonderlin
gen en sentimenteelen inval, waarover de an
dere fabrieksmeisjes zeker gelachen hadden,
wanneer zij het wisten. Maar Greta voerde 't
heel stilletjes uit. Met haar vlot handschrift
schreef zij 's avonds iets op een vel postpa
pier en stopte het den volgenden morgen stil
letjes in een der luciferspakjes.
Het was een klein briefje voor het toeval
geschreven maar.... ook vol verwachting: een
brief naar de onbekende, lokkende wereld. En
het pakje, waarin het gesloten werd -r- was
het niet een der vele bouwsteenen, aan de on
eindig lange brug, die dagelijks aan de pak
tafel gebouwd werd?
Op deze lucifersbrug zou Greta's brief ver
trekken. „Het is te hopen", dacht zij, „dat de
brief bij den juisten persoon terecht komt". En
zij stelde zich daarbij een aardigen man voor,
misschien een zeeman, een kapitein of een
Joods. In een eenvoudig rijmpje had zij uiting
gegeven aan haar plotselinge opwelling.
„Luister!" stond groot boven aan op het
blad papier en dan volgde:
Wie dit pakket ontvangt.
Ik vraag hem, mij te schrijven,
Ik wil niet treurig blijven,
Ik heb geen enkelen vriend op aard.
Zij had met haar vollen naam, Greta Wels
onderleekend en daarnaast het volledig adres
der fabriek vermeld. En nu stak de brief in
het pak lucifers, de riem vierde het van Gre
ta's tafel weg: wie weet waarheen...
Het pakket had echter geen haast: Het
kwam met de andere in het magazijn der
fabriek terecht en werd daar opgestapeld. De
„luciferspost" heeft tijd noodig. Eindelijk,
na weken, werden er weer verschillende wag
gons luciferskisten verzonden en Greta's
brief begon zijn ongewisse reis.
Reeds lang had Greta haar inval vergeten.
Wel had ze een tijdlang op antwoord ge
wacht, maar daar dit uitbleef dacht de schrijf
ster verder niet meer aan haar brief. Zij had
ook andere zorgen: haar loon was gekort en
ze kon wegens den slechten gang van zaken
zelfs iederen dag haar ontslag uit de fabriek
verwachten.... maanden verliepen. Toen zij
den brief geschreven had, was het April ge
weestnu begon October.
Op zekeren morgen legde de bediende van
het bureau een brief voor Greta op de pak
tafel. „Voor mij?" vroeg zij verbaasd. Het was
een brief uit het buitenland en aan Greta ge
adresseerd. Zij zag het direct: er was een
Amerikaansche postzegel op de enveloppe.
Wie zou haar schrijven? Misschien iemand,
die iets omtrent haar overleden vader wilde
weten. Zij was buitengewoon benieuwd naar
den inhoud van den brief maar op het
oogenblik kon zij haar werk niet onderbreken.
Onophoudelijk stroomden de lucifersdoosjes
aan en lieten geen onderbreking toe.
Groot was Greta's verbazing, toen zij den
brief las, geschreven in haar eigen taal.
Het was een schrijven op het briefje, dat zij
in het pak lucifers gestopt had.
„Waarde juffrouw Wels!" las zij. Ik heb uw
brief, door u aan het toeval toevertrouwd ont-
In mijn wijk heeft deze maand een
ernstig relletje plaats gehad.
Er had een overval plaats in het Poolsche
consulaat door ruim vijftig Polen onder
aanvoering van Russische en Fransahe com
munisten.
Die arme, voorzeker niet gelukkige land
verhuizers hadden reden tot klagen, het zij
z'oo. Maar dan ook dadelijk kwamen de
communisten toegeschoten, om van het ge
val een partij-zaak te maken en de sukkels
op te hitsen tot daden van geweld. Dolk
messen, scheermessen, ijzeren staven de
den dienst bij het opstootje
Op denzelfden dag vuurt een Italiaansch
communist zijn wapen af op president Roo
sevelt en verwondt den burgemeester van
Chicago.
Nog verschansen zioh op dienzelfden dag
te Boekarest vierduizend arbeiders achter
barricades, om zich' tegen de politiemacht
te verzetten. Aan beide kanten: dooden,
gewondeneen ware slachting.
Dat alles is slechts een voorafschaduwing
van het geweldig drama, dat zich in het
verborgene voorbereidt.
Teder \yeet, dat het streven van het
bolseiwisme tot doel heeft de vernietiging
van de huidige'maatschappij.
Maar velen denken: dwaasheid! dat krij
gen ze toch niet gedaan! Zij blijven glim
lachen en schouderophalen.
Ernstige lieden betreuren den belangrij
ken voortgang, dien het communisme se
dert twee jaar heeft gemaakt, en weten,
dat het einddoel van Moskou is: de verdel
ging op de wereld van allen godsdienst.
De neutrale bladen wiegen liever hun
lezers in slaap, dan dat ze hen den schrik
op het lijf zouden jagen.
Doch de brutale werkelijkheid dreigt.
TTet wachtwoord van het bolsjewisme luidt:
Weg met God en godsdienst! Alle gods
dienst moet verdwijnen.
Geen middel wordt geschuwd om het
doe! te bereiken.
Wel de hardste noot om te kraken is
voor henhet katholicisme.
Zooals, volgens hun evolutietheorie, de
mensch-apen, eer zij tot den menschelijkfn
vorm overeaan, den staart verliezen, moet
het menschel ijk verstand, om zich te ver
volmaken, allen godsdienst afzweren..
Het Christendom wordt beschouwd als hun
onverzoenlijke vijand; door zijn tien gebo
den ontrooft hef het volk alle genot en lest
het den verfoeilijken last op van het tal
rijk gezin
Schrikt het woord bolsjewisme" de
meerderheid af. dan aarzelen de versprei
ders dezer wereldhervorming niet om in an
dere gedaante, onder allerlei vermommin
gen op te treden. Het gaat er om invloed
uit te oefenen op de zwakken, de groote
kinderen in de maatschappij, vooral: ma
trozen, soldaten, werklui in den vreem
dezich overal in te dringen waar woe
lingen heerschenzich zelfs met Ghandi
in verbinding te stellen.... storrabrigaden
op te richten voor een kort maar beslissend
conflict, dat hen de mac.ht in handen
speelt. En daarna voert verwoede, wraak
bare gestrengheid de heerschappij.
Het voornaamste middel de hoogste ver
vangen, Daar het gedicht dat ongetwijfeld
door u zelf gemaakt is mij aangenaam trof,
zend ik u een hartelijken groet. Misschien doe
ik u daarmee een genoegen en troost ik u in
uw eenzaamheid. Uw lucifers koop ik gaarne.
Ik ben eigenaar van een drogisterij, die ik van
mijn vader een Duitscher, geboortig uit
Baden geërfd heb. Mijn zaak is goed, en de
stad waar ik woon, is aardig. Zij heet Provi
dence, en het is niet ver van hier naar den
Atlantischen Oceaan...."
Zoo schreef de Amerikaaische drogist. On
der den brief stond zijn naam benevens die
van de straat waarin hij woonde.
Natuurlijk haalde Greta thuis de oude zee-
en landkaart van haar vader voor den dag, om
de stad te zoeken, die zoo'n schoonen naam
droeg. Zij vond ze aan de West-kust van
A.merika, niet ver van den Oceaan. Even van
zelfsprekend was het, dat zij nog denzelfden
dag dien brief beantwoordde. En evenals de
drogist een en ander van zich zelf verteld had,
deed Greta het nu van haar leven hoe zij
op dien inval gekomen was.ze schreef over
vader en moeder de oude tante bij wie zij
thans woondeen over haar fabriekswerk.
De brief vertrok....
Met groote spanning wachtte de schrijfster
nu op antwoord, op een tweeden brief uit
Amerika. En hij liet niet lang op zich wach
ten. Ook de drogist vertelde van zijn ouders,
familieleden en zijn werk.... Het was een
groote, aardige brief.
En niet lang daarna Greta had al reeds
weer geantwoord kwam nog een ansicht
kaart. een Zondagsgroet, van een badplaatsje
aan den Oceaan, Zoo ging het een tijdlang ver
derbrief volgde op brief de lucifers-
brug in de verte was een levende brug van
woorden geworden.
En evenals ieder sprookje op werkelijkheid
gebaseerd is zoo ook dit: Greta, de luci-
lersnymph en de drogist kwamen elkander
meer en meer nader, tot er eindelijk niets
meer te schrijven vielalleen nog te han
delen. William White, de jongeman, nam op
een goeden dag plaats op een schip en reisde
naar Greta.
„Hier ben ik!" zeide hij en ik ga niet alleen
En zoo gebeurde het.
Mijnheer en mevrouw White wonen thans in
Providence in de aardige stad, niet ver van
den Atlantischen Oceaan. Zij drijven hun
goede drogisterij en Greta verkoopt de luci
fers, die haar vroegere collega's in het vader
land verpakken.
In de fabriek is de geschiedenis langzamer
hand bekend geworden. Greta's uitvinding
werd nagedaan: Vele jonge arbeidsters hebben
reeds beproefd op dezelfde wijze hun geluk te
zoeken en lucifers-bruggen naar verre oevers
te slaan. Maar totnogtoe heeft nog geen twee
de met den brief in het pak lucifers succes ge
had. Het geluk komt zelden voor de tweede
maal op dezelfde wijze
waohting van het bolsjewisme is het kind.
Het kind moet aan het gezin ontrukt,
van allen godsdienst gespeend worden.
Die beklagenswaardige kindsheid moet
gevormd worden tot een keurcorps van den
haat, samengesteld uit de edelmoedigsten
van natuur, de vurigsten van hart, de meest
begaafden van geest.
Naar alle regelen der kunst richt men de
hoofdleiders af der toekomstige stormtroe
pen. Zoo mogelijk brengt men hen allen bij
een in Rusland, om in die speciale atmos
feer gedrild te worden en vervolgens, door
drenkt van atheïsme, over de ongelukkige
wereld losgelaten.
Tot in de geringste bijzonderheden is de
helsche methode bestudeerd, om de jonge
hersenen te verstrikken: schandelijke las
ter, lezingen, boeken, schouwburg, bios
coop ten dienste van het goddeloos onder
richt. In de hoogste klassen worden eere-
prijzen verleend aan de leerlingen, die hot
beste opstel leveren „anti-God".
In enkele groote volksparken vindt men
tusschen frissche, goed onderhouden ga
zons en welverzorgde bloemperken een stuk
onbebouwden, woesten grond. Als men de
kinderen daarheen voert leert men hen,
op de bloemen wijzend:
Dat is het werk van het menschelijk
vernuft, en dan de blikken der kleinen ves
tigend op de distels en brandnetels van
het onbewerkte land: Dat is al wat die
zoogenaamde godheid doen kan!
Men misvormt de woorden van 't Onze-
Vader tot een afschuwelijke godslastering,
die eindigt met: Vervloekt zij uw naam.
Men verdraait den inhoud van de pauselij
ke Encyclieken voornamelijk dienend tot
mikpunt van hun spottenden afkeer, die
over het christelijk huwelijk en de arbeids
wetgeving.
De aldus met alle wapenen uit hun arse
naal toegeruste jongeren zijn de onderwij
zers der volksjeugd. Voor naturalisatie
wordt gezorgd, naar belang der natie,
waarheen men hen zendt, om den fakkel
van den aanstaanden wereldbrand te ont
steken.
Do fakkel spettert vonken, het vuur
breidt zich uit. Reeds zijn alle werelddee-
len aangetast.
In Afrika mengen zich de aangesloten
Mahomedanen onder de Mekka-gangers.
Over het geheele gebied nagenoeg van Azië
vlamt het in lichter laaie. De beide Amc-
rika's zijn besmet, vooral Zuid-Amerika
met zijn nieuwe republieken en ma$oiinie-
ke loges, die een gunstig terrein bieden
aan de bolswistisohe baccil.
In het Noorden ontsnapt zelfs het gods
dienstige, katholieke Canada niet aan de
verderfelijke propaganda* duizenden brochu
res worden er verspreid, die de geestelijken
aanklagen al® slaven van het kapitaal. De
Moscovieten hebben in Montreal een volks
universiteit opgericht, vereeniigingen voor
jongeren, kampeerclubs. Te Toronto, Win
nipeg, Regina zijn hoofdzetels gevestigd
van het partijbestuur.
Wat Europa betreft, het behoeft de rest
van de wereld niets te benijden. Duitsch-
land, Engeland, Spanje, Bulgarije zijn over
vloedig voorzien. Een kalm, rustig land als
Nederland beleeft een plotselinge uitbar
sting van revolutionair verzet op een harer
schepen van het O.-Indisch eskader. Het
katholieke België telt in Kamer en Senaat
bijna evenveel socialistisch en communis
tische afgevaardigden als katholieke zetels.
Hoe treurig in Frankrijk, dat in dezen
schrikaanjagenden toestand de belasting
betalers door hun aan de Loge verpande
vertegenwoordigers worden verplicht om
5330 millioen te schenken aan het openhaar
onderwijs, wanneer zoovelen van die onder
wijzers het bolsjewisme als hun ideaal hul
digen en zij, oppermachtige heerschers op
de Landelijke scholen, er het verzet voor
bereiden en den opstand aanwakkeren, die
van Moskou uitgaat tegen alle rechtmatig
gezag en bezit.
Moeten wij den uitslag vreezen
Voor den katholiek is de uitslag van den
strijd aan geen twijfel onderhevig.
Lenin scheen er op zijn sterfbed een
voorgevoel van te hebben. Sedert Juliaan de
Afvallige heeft de H. Kerk andere over
winningen behaald. Het wereldconflict, dat
in een duel op leven en dood op de puim-
hoopen van alle punten van den aardbol
zich zal afspelen, belicht één keer te meer
met tragischen gloed de leer van St. Pau-
lus omtrent de macht der duisternis, tegen- j
overgesteld aan de leer van Jezus Chris- i
tus, het Licht der Wereld.
De strijd herinnert ons ook de scherpe
visie van den H. Augustinus in zijn Twee
Steden.
Weer opnieuw rijst aan den modernen
gezichtseinder de groote synthese van het
Boek der Openbaring: de Engel en het
Beest, Stof'en Geest!
Thans zijn het Moskou en het Pausdom,
en achter hen, in het onzienlijke, Christus
en Satan.
Maar welke verwoesting en vernieling
vóór de zegepraal, indien bij de nadering
van den afgrond de maatschappij zich niet
werpt in de armen van Hem, die heeft de
Woorden des Eeuwigen Levens
„Geld." PIERRE L.ERMITE.
„Wilt u margarine van 50 of 60 cent?"
„Wat is het verschil?"
„Tien cent".