Vijftig jaren geleden in het Verre Oosten DE LEIDSCHE COURANT DE LUCIFERS-BRUG DE TWEE MACHTEN AVONTUREN VAN EEN VROUW OP HAAR WERELDREIZEN ROND 1900. In de volgende vertellingen schetst de 70- jarige vrouw van een bekend groot-industrieel en consul in Hamburg, de avonturen, die zij op haar wereldreizen ondervond. Men heeft haar vaak het verwijt gemaakt, dat zij nooit iets uit haar wereldreizen en de vele avonturen, die zij toen meemaakte, gepu bliceerd heeft. Maar haar leven is tot aan den dood van haar man, geheel aan hem gewijd geweest. Het groote leed, dat over ons allen gekomen is, werd voor mij aanleiding tot het schrijven der volgende vertellingen. Momenteel geldt het meer dan ooit, elkander wederzijds te steunen, op te vroolijken. Ik hoop daarom, met dit schrijven jong en oud een vluchtige ontspanning te bereiken. Mijn ouderlijk huis stond in Hamburg en er zijn heerlijke herinneringen voor mij aan verbonden. Wanneer ik nu als 70-jarige aan de opvoeding van toen terugdenk, dan lijkt me die gewoon bekrompen. Tot mijn 18e jaar groeide ik als het ware in een broeikas op, angstvallig bewaard voor iedere ruwe aan raking van het leven. Des te zwaarder was het daarom voor mij, dat ik op 18-jarigen leeftijd mijn man reeds naar Oost-Azië volgen moest, waar hij een der grootste export-huizen op gericht hath In 1885, direct na het huwelijk, verlieten wij het vaderland om ons in Marseille per Messagerie Maritime in te schepen. Het inter nationale leven, het 10.000 ton groote stoom schip, dat alles maakte op mij een fantasti scher indruk. j De groote zeehaven: Port Said. In de eerste haven, Port Said, gingen wij aan land. Natuurschoonheid biedt deze plaats niet. Het was meelijwekkend, te zien, hoe hier schoolonderricht gegeven werd. Bij een gloeiende hitte hurkten de kinderen, dicht tegen elkander gedrukt, in een enge keet op de zandige straat. De gezichten waren met vliegen bedekt en het scheen den onder wijzer een bijzonder genoegen te doen, om ieder kind, dal de dieren verjagen wilde, een flinke klap met een langen bamboestok te geven. In een groezelig restaurant dronken wij dikke koffie, bovendien zagen wij kleurige danseressen met waggelende buiken, wat nu juist geen aesthetisch effect maakt. Het Suez-kanaal, dat wij nu bereikten, maakte een imponeerenden indruk. Het leek mij een onmogelijkheid, dat het 1 stoomschip, deze smalle, door menschenhan- den gebouwde, watergeul zou kunnen doorva ren. Ik verheugde mij in de stralende zon, die zich in het blauwe zeewater weerspiegelde. Plotseling zag men niets. Een ondoordring bare nevel omhulde het schip. De machine stopte en toen voeren wij zoo langzaam mo gelijk terwijl de sirenen begonnen te huilen en de scheepsklokken bim-bamden als blaffende henden. Aangstwekkendl Plotseling stopten wij. Vlak voor ons dook «en reuzen scheepsromp op. Met een vluggen draai zwenkten wij in een der vele verwijdin gen van het kanaal. Het aanhoudend klingelen der klokken en het fluiten der sirenen werkte storend. Aan slapen viel niet te denken. Eigenaardig: Wan neer het stoomschip gelijkmatig vaart, is men ongevoelig voor het briesen van den storm en het stampen der machine; dwingt de nevel tot langzaam varen of zelfs tot stoppen, dan maakt het minste gedruisch u nerveus. Den volgenden morgen vroeg hoorden wij commando-roepen en fluitsignalen. Wij storm den naar boven, en het was een betooverend schouwspel, hoe aan den horizon de vurige zonneschijf uit de diepte van het water om hoog rees en zegevierend den dichten nevel sluier in flarden rukte. De dauw omhulde de witte zandwoestijn met een zilveren sluier. Colombo. Na een warme reis bereikten wij Colombo. Een diep blauwe hemel welfde zich boven de woedende golven in de haven. Het uiteenzetten in de kleine bootjes ging met groote moeilijk heden gepaard. Sissend en schuimend om spoelden ons de geweldige golven en druipend bereikten wij den oever. Thans ging de droom mijner jeugd in ver vulling. Ik aanschouwde een echt sprookjes land. Het is schier onmogelijk, de heerlijke be- toovering der onvergetelijke tropenpracht te beschrijven. Hoe rood glinsterde de kiezel der wegen en de eerbiedwaardige oude boomen, getooid met tallooze bloemen, gloeiden purper in de zon. Gele orchideeën rankten zich als gouden ketenen door de breede bladeren der palmen, en witte, slanke lelies, omfladderd door blauwe vlinders, vormden een feërieke kleuren-symphonie. Voor de uit bamboe gevlochten hut ten hurkten vrouwen, in bonte doeken gehuld, terwijl naakte, bruine kinderen in 't rond speelden. Aan het groene water van de zee vlakbij, die bedekt was met lotusbloemen, zat een toovenaar en liet melancholische wijzen weerklinken, om de slangen uit de korven te lokken voor den dansl Al dit geroezemoes van stemmen vervulde de lucht als een geluidloos murmelen en sprookjesachtig was de heldere lucht, die niet. door stof vertroebeld werd. Maar geen gebraden duiven, zooals in hel sprookjesland, vlogen ons in den mond. Een hoogst prozaïsche, tweewielige Jinzikscha bracht ons naar het hotel. Dicht aan de zee, omspoeld door hooge golven, lag de witte zuilenbouw in de gloeiende zon. Wat een schittering in de reeds hel verlichte zaal! De tallooze tafels versierd met de vreemdste bloemen, bonte orchideëen en donkerblauwe bloemen wisselden af met roode kelken. Van het plafond waaiden groote waaiers ons koel te toe in deze tropische hitte. De tallooze, in 't wit gekleede Indiërs gleden geluidloos door de menigte. Alle naties waren vertegen woordigd. De Parisiennes trachtten Engeland te overvleugelen in kostbare toiletten. Een Maharadja met witten tulband, die versierd was met een vederbos en een groote brillant, was door een schaar Siameeschen omgeven. Haar bont gekleurde hooggesloten gewaden deden mij werkelijk sympathiek aan. De eerste sterren, overstraald door het Zui- der-kruis, fonkelden dra aan den hemel. Den geheelen tuin was nu verlicht door tallooze eleclrische lichten en triomfeerden over het plotseling gedoofde daglicht. Den volgenden, gloeiend heeten nacht onder het net werden wij geplaagd door tallooze muskieten. Was dit nu Colombo, dat men eens hield voor het paradijs? Toen wij den volgenden morgen onzen thee nuttigden, kreeg mijn man van den Indischen boy de boodschap, dat een dame hem wensch- te te spreken. Na geruimen tijd kwam mijn man opgewonden terug en vertelde mij het tiagisch lot van een bekoorlijke zendelinge, die met ons tot Colombo gereisd was. Aan boord had ik er dikwijls over gepeinsd, dat zij met een haar vreemden man een morgana tisch huwelijk aangegaan was, om onderweg onder den naam „Mevrouw" Schutz steun te hebben. De zendeling moest echter in de keuze van den echtgenoot dien haar ongekend in In- dië tot vrouw gegeven werd, eenigszins voor zichtiger zijn! Na den eersten nacht bleek reeds dat het kind in handen van een slecht individu gevallen was. Zij smeekte daarom mijn echtgenoot om be scherming. Hij bracht haar naar den consul, dien wij kenden en die de arme vrouw direct in zijn huis nam. Een treurig slot van mijn sprookjesland, maar een onvergetelijke Sag in Kandy stelde mij schadeloos... Daar zijn heerlijke tempels aan het Boeddhisme gewijd, waarin juist in deze dagen een heilig feest gevierd werd. Een phantastische pracht werd hier overal ten toon gespreid. Al klinkt het ook grotesk, het gold de hul diging van den heiligen tand van Boeddha! Te midden van een schaar olifanten, met rood en goud bestikte dekkleeden, reed de priester, om het juichende volk de holle kies in een gouden bokaal te toonen. Alles ver drong zich in de gloeiende hitte rond het hei ligdom. Zelfs de Maharadja's volgden op hun kleine witte paardjes. Vóór den tempel had de eigenlijke plechtigheid plaats, hier ver wrongen de beroemde Indische duivelsdansers, met horens op het hoofd, hun ledematen in gedrochtelijke vormen, Intusschen voerden de Indische danseressen in witte sluiters gehuld, een verrukkelijken reidans uit. Een oorver- doovende muziek begeleidde deze dansen en wij waren blij, toen wij achter de idyllische maar beruchte haag der godin Deduga een veilig heenkomen vonden. Te midden van heerlijk geurende bloemen ligt de kleine tem pel, slechts door een magisch licht verlicht. De schoone, verleidelijke godin lokt de man nen hierheen en brengt ze den boozen God ten offer. Goddank, kon zij voor het zieleheil van mijn man niet gevaarlijk worden! Zij vertoon de zich alleen aan de geloovigen. Toen moesten wij naar Colombo terug, daar ons schip niet wachtte. Shanghai. Toen wij 's avonds laat in Singapore aan kwamen, werden wij voor de eerste maal om ringd door de zoo warme Overzeesche gast vrijheid. Evenals al wat nieuw was een zekere bekoring op mij uitoefende, voelde ik mij als jonge vrouw zeer vereerd, dat ons in het groote tusschen palmen gelegen huis der vrienden, direct twee kamers ter beschikking gesteld werden. Doch een nieuwe ontsteltenis zou me wach ten. Tegen het plafond der eetkamer schenen glinsterende hagedissen krijgertje te spelen. Alleen reeds de gedachte, dat ze in de soep zouden kunnen plonsen, deed me huiveren. Mijn gastheer stelde me echter lachend ge rust. Hij zou ze er wel weer uitvisschen. Er heerschte groote vroolijkheid onder ons gezel schap. Den volgenden morgen ging het verder. De volgende haven Hongkong, maakte met zijn reusachtige kantoorgebouwen den indruk van van Europeesche havenstad. Alleen de Chi- neezen met hun lange staarten, die onder luid geschreeuw met hun kango's door de men- schenmenigte drongen, herinnerden er ons aan dat we in het Oosten waren. De Europeesche wijk is tegen de hooge rot sen aangebouwd en 'n weelderigste planten groei siert de prachtige tuinen. Wij hebben in Hongkong in prachtige ge zelschappen verkeerd. Het is typisch hoe mij als jonge vrouw toen reeds opviel, wat een weelderig leven de Duilschers leiden. Zij be zaten de mooiste, grootste huizen en daar het voor den Europeaan steeds een tijdelijk ver blijf is, vindt men de eenvoudiger „Cottage" der Engelschen veel verstandiger, gezelliger en.goedkooper. Het vertrek van Honkong kon niet definitief vastgesteld worden. In de Chneesche Zee is het altijd weer slecht, deze keer niet uitge zonderd. Het was daarom een verkwikking voor niet erg zeevaste „sailors" toen 't rustige gele water van de Jangtsekiang ons opnam. Reeds vanuit het stoomschip ontdekten wij de witte tropenhelmen van de vrienden van mijn man en het was een heerlijke voldoening voor ons overal door alle naties warm ont vangen te worden. Een victoria met twee Chineezen achterop bracht ons naar hun huis. Shanghai is het Parijs van het Oosten ge noemd en de eene elegante inrichting volgt op de andere. Bijzonder aantrekkelijk waren de Week-end vaarten in de groote woningbooten op de Jangtse. Personeel en het fijnste eten werd meegenomen. De champagne stroomdeI Hoe gelukkig en blij hebben wij in 1883 van al dat schoons genoten! Het was zeer hard, als vergrijsde vrouw in 1921 al dat leed en die vele vernederingen te moeten ondervinden en verdragen! Het Duitsche consulaat generaal en de Duitsche club waren in Shanghai, evenals over al elders, gesloten. Ook was het niet gastvrij, boven alle deuren der Engelsche hotels en Boarding Houses te lezen: „No Germans allowed!" Wij moesten in een Chineesch restaurant onzen honger stillen Wat zijn lucifers alledaagsche dingen zij worden aangestoken en weggeworpen En toch is geen ding ter wereld zoo gering, of er kon een geschiedenis mee verbonden zijn. Greta Wels werkte al jarén in een lucifers fabriek. Op 16-jarigen leeftijd was zij er ge komen. Nu was zij 20 en gedurende al die jaren had zij hetzelfde werk gedaan: zij ver pakte lucifersdoosjes in de bekende pakken. De doosjes stroomden naar haar en haar mede-werksters aan de lange tafel, toe, vlug en nauwkeurig vervaardigden de geroutineerde vingers de pakken en de, loopband voerde ze weer weg, ononderbroken als een eindelooze keten. In Greta's fantasie begonnen de lucifers hun verre reis rond de wereld, overal, waar men lucifers kocht. Greta was 'n knap meisje. Zij had regel matige gelaatstrekken, glanzend blond haar en donkerblauwe oogen. De langwerpige vorm van het gezicht deed veronderstellen dat zij ot haar voorouders uit het Noorden afkomstig waren. Ofschoon zij niet veel voor haar uiter lijk besteden kon, bewees zij in de zelf ver vaardigde kleeding toch smaak en een per soonlijk cachet en zoo zag zij er beter uit, dan men eigenlijk bij haar geringe inkomsten verwachten zou. In het schijnbaar gelaten kalm meisje, was een fantastische onrust verborgen. Ze had dit overgeërfd van haar vader, die ka pitein was geweest op een vrachtschip, voor dat hij in een storm voor de Zweedsche kust schipbreuk geleden en daarbij den dood ge vonden had. Greta's gedachten gingen bij voorkeur boven het alledaagsche uit. De lucifersdoosjes op de gladde loopband kwamen Greta soms als ge heimzinnige bruggen in de verte voor. Haar beelden en wenschen stuwde zij gedurende den arbeid naar verre verten, De richting was niet van zooveel gewicht.... als het maar ver weg was, naar het onbekende.... Greta's moeder was, toen zij de Jobstijding van de Zweedsche kust vernam, aan hartver lamming gestorven. Broers of zusters waren er niet. Was er Greta's tante niet geweest, een zuster van haar vader, dan had het meisje na den dood der moeder alleen gestaan. De we duwe nam haar bij zich. Wel moest Greta nu direct naar een betrekking omzien. Het kleine weduwen-pensioen was niet voldoende voor twee. Wcduwenpensioen en fabrieksloon werden bij elkaar gelegd en op deze manier ging het. Als ze 's avonds thuis was, de huiselijke be zigheden verrichtte, de kleeren en linnengoed in orde bracht en nog wat tijd over had, en ook niet te moe was, dan nam zij uit hun vroe gere bibliotheek gaarne een boek. Niet om haar weinige kennis te verrijken, waarom zou ze dat doen? Ze had nu opwekking en ontspan ning na haar geestdoodend werk noodig, Meestal nam zij een of ander boek over vreem de landen en onbekende volkeren, zooals haar vader die zeker op zijn scheepsreizen had lee- ren kennen. Maar was dit de eenige ontspanning en vreugde, die een jong meisje zich wenschen en gunnen mocht? Een meisje van dezen tijd? En zou zij nooit beminnen en bemind worden? Greta voelde zich zeer eenzaam. En toen zij zich op zekeren keer weer eens geheel verlaten voelde, had zij een zonderlin gen en sentimenteelen inval, waarover de an dere fabrieksmeisjes zeker gelachen hadden, wanneer zij het wisten. Maar Greta voerde 't heel stilletjes uit. Met haar vlot handschrift schreef zij 's avonds iets op een vel postpa pier en stopte het den volgenden morgen stil letjes in een der luciferspakjes. Het was een klein briefje voor het toeval geschreven maar.... ook vol verwachting: een brief naar de onbekende, lokkende wereld. En het pakje, waarin het gesloten werd -r- was het niet een der vele bouwsteenen, aan de on eindig lange brug, die dagelijks aan de pak tafel gebouwd werd? Op deze lucifersbrug zou Greta's brief ver trekken. „Het is te hopen", dacht zij, „dat de brief bij den juisten persoon terecht komt". En zij stelde zich daarbij een aardigen man voor, misschien een zeeman, een kapitein of een Joods. In een eenvoudig rijmpje had zij uiting gegeven aan haar plotselinge opwelling. „Luister!" stond groot boven aan op het blad papier en dan volgde: Wie dit pakket ontvangt. Ik vraag hem, mij te schrijven, Ik wil niet treurig blijven, Ik heb geen enkelen vriend op aard. Zij had met haar vollen naam, Greta Wels onderleekend en daarnaast het volledig adres der fabriek vermeld. En nu stak de brief in het pak lucifers, de riem vierde het van Gre ta's tafel weg: wie weet waarheen... Het pakket had echter geen haast: Het kwam met de andere in het magazijn der fabriek terecht en werd daar opgestapeld. De „luciferspost" heeft tijd noodig. Eindelijk, na weken, werden er weer verschillende wag gons luciferskisten verzonden en Greta's brief begon zijn ongewisse reis. Reeds lang had Greta haar inval vergeten. Wel had ze een tijdlang op antwoord ge wacht, maar daar dit uitbleef dacht de schrijf ster verder niet meer aan haar brief. Zij had ook andere zorgen: haar loon was gekort en ze kon wegens den slechten gang van zaken zelfs iederen dag haar ontslag uit de fabriek verwachten.... maanden verliepen. Toen zij den brief geschreven had, was het April ge weestnu begon October. Op zekeren morgen legde de bediende van het bureau een brief voor Greta op de pak tafel. „Voor mij?" vroeg zij verbaasd. Het was een brief uit het buitenland en aan Greta ge adresseerd. Zij zag het direct: er was een Amerikaansche postzegel op de enveloppe. Wie zou haar schrijven? Misschien iemand, die iets omtrent haar overleden vader wilde weten. Zij was buitengewoon benieuwd naar den inhoud van den brief maar op het oogenblik kon zij haar werk niet onderbreken. Onophoudelijk stroomden de lucifersdoosjes aan en lieten geen onderbreking toe. Groot was Greta's verbazing, toen zij den brief las, geschreven in haar eigen taal. Het was een schrijven op het briefje, dat zij in het pak lucifers gestopt had. „Waarde juffrouw Wels!" las zij. Ik heb uw brief, door u aan het toeval toevertrouwd ont- In mijn wijk heeft deze maand een ernstig relletje plaats gehad. Er had een overval plaats in het Poolsche consulaat door ruim vijftig Polen onder aanvoering van Russische en Fransahe com munisten. Die arme, voorzeker niet gelukkige land verhuizers hadden reden tot klagen, het zij z'oo. Maar dan ook dadelijk kwamen de communisten toegeschoten, om van het ge val een partij-zaak te maken en de sukkels op te hitsen tot daden van geweld. Dolk messen, scheermessen, ijzeren staven de den dienst bij het opstootje Op denzelfden dag vuurt een Italiaansch communist zijn wapen af op president Roo sevelt en verwondt den burgemeester van Chicago. Nog verschansen zioh op dienzelfden dag te Boekarest vierduizend arbeiders achter barricades, om zich' tegen de politiemacht te verzetten. Aan beide kanten: dooden, gewondeneen ware slachting. Dat alles is slechts een voorafschaduwing van het geweldig drama, dat zich in het verborgene voorbereidt. Teder \yeet, dat het streven van het bolseiwisme tot doel heeft de vernietiging van de huidige'maatschappij. Maar velen denken: dwaasheid! dat krij gen ze toch niet gedaan! Zij blijven glim lachen en schouderophalen. Ernstige lieden betreuren den belangrij ken voortgang, dien het communisme se dert twee jaar heeft gemaakt, en weten, dat het einddoel van Moskou is: de verdel ging op de wereld van allen godsdienst. De neutrale bladen wiegen liever hun lezers in slaap, dan dat ze hen den schrik op het lijf zouden jagen. Doch de brutale werkelijkheid dreigt. TTet wachtwoord van het bolsjewisme luidt: Weg met God en godsdienst! Alle gods dienst moet verdwijnen. Geen middel wordt geschuwd om het doe! te bereiken. Wel de hardste noot om te kraken is voor henhet katholicisme. Zooals, volgens hun evolutietheorie, de mensch-apen, eer zij tot den menschelijkfn vorm overeaan, den staart verliezen, moet het menschel ijk verstand, om zich te ver volmaken, allen godsdienst afzweren.. Het Christendom wordt beschouwd als hun onverzoenlijke vijand; door zijn tien gebo den ontrooft hef het volk alle genot en lest het den verfoeilijken last op van het tal rijk gezin Schrikt het woord bolsjewisme" de meerderheid af. dan aarzelen de versprei ders dezer wereldhervorming niet om in an dere gedaante, onder allerlei vermommin gen op te treden. Het gaat er om invloed uit te oefenen op de zwakken, de groote kinderen in de maatschappij, vooral: ma trozen, soldaten, werklui in den vreem dezich overal in te dringen waar woe lingen heerschenzich zelfs met Ghandi in verbinding te stellen.... storrabrigaden op te richten voor een kort maar beslissend conflict, dat hen de mac.ht in handen speelt. En daarna voert verwoede, wraak bare gestrengheid de heerschappij. Het voornaamste middel de hoogste ver vangen, Daar het gedicht dat ongetwijfeld door u zelf gemaakt is mij aangenaam trof, zend ik u een hartelijken groet. Misschien doe ik u daarmee een genoegen en troost ik u in uw eenzaamheid. Uw lucifers koop ik gaarne. Ik ben eigenaar van een drogisterij, die ik van mijn vader een Duitscher, geboortig uit Baden geërfd heb. Mijn zaak is goed, en de stad waar ik woon, is aardig. Zij heet Provi dence, en het is niet ver van hier naar den Atlantischen Oceaan...." Zoo schreef de Amerikaaische drogist. On der den brief stond zijn naam benevens die van de straat waarin hij woonde. Natuurlijk haalde Greta thuis de oude zee- en landkaart van haar vader voor den dag, om de stad te zoeken, die zoo'n schoonen naam droeg. Zij vond ze aan de West-kust van A.merika, niet ver van den Oceaan. Even van zelfsprekend was het, dat zij nog denzelfden dag dien brief beantwoordde. En evenals de drogist een en ander van zich zelf verteld had, deed Greta het nu van haar leven hoe zij op dien inval gekomen was.ze schreef over vader en moeder de oude tante bij wie zij thans woondeen over haar fabriekswerk. De brief vertrok.... Met groote spanning wachtte de schrijfster nu op antwoord, op een tweeden brief uit Amerika. En hij liet niet lang op zich wach ten. Ook de drogist vertelde van zijn ouders, familieleden en zijn werk.... Het was een groote, aardige brief. En niet lang daarna Greta had al reeds weer geantwoord kwam nog een ansicht kaart. een Zondagsgroet, van een badplaatsje aan den Oceaan, Zoo ging het een tijdlang ver derbrief volgde op brief de lucifers- brug in de verte was een levende brug van woorden geworden. En evenals ieder sprookje op werkelijkheid gebaseerd is zoo ook dit: Greta, de luci- lersnymph en de drogist kwamen elkander meer en meer nader, tot er eindelijk niets meer te schrijven vielalleen nog te han delen. William White, de jongeman, nam op een goeden dag plaats op een schip en reisde naar Greta. „Hier ben ik!" zeide hij en ik ga niet alleen En zoo gebeurde het. Mijnheer en mevrouw White wonen thans in Providence in de aardige stad, niet ver van den Atlantischen Oceaan. Zij drijven hun goede drogisterij en Greta verkoopt de luci fers, die haar vroegere collega's in het vader land verpakken. In de fabriek is de geschiedenis langzamer hand bekend geworden. Greta's uitvinding werd nagedaan: Vele jonge arbeidsters hebben reeds beproefd op dezelfde wijze hun geluk te zoeken en lucifers-bruggen naar verre oevers te slaan. Maar totnogtoe heeft nog geen twee de met den brief in het pak lucifers succes ge had. Het geluk komt zelden voor de tweede maal op dezelfde wijze waohting van het bolsjewisme is het kind. Het kind moet aan het gezin ontrukt, van allen godsdienst gespeend worden. Die beklagenswaardige kindsheid moet gevormd worden tot een keurcorps van den haat, samengesteld uit de edelmoedigsten van natuur, de vurigsten van hart, de meest begaafden van geest. Naar alle regelen der kunst richt men de hoofdleiders af der toekomstige stormtroe pen. Zoo mogelijk brengt men hen allen bij een in Rusland, om in die speciale atmos feer gedrild te worden en vervolgens, door drenkt van atheïsme, over de ongelukkige wereld losgelaten. Tot in de geringste bijzonderheden is de helsche methode bestudeerd, om de jonge hersenen te verstrikken: schandelijke las ter, lezingen, boeken, schouwburg, bios coop ten dienste van het goddeloos onder richt. In de hoogste klassen worden eere- prijzen verleend aan de leerlingen, die hot beste opstel leveren „anti-God". In enkele groote volksparken vindt men tusschen frissche, goed onderhouden ga zons en welverzorgde bloemperken een stuk onbebouwden, woesten grond. Als men de kinderen daarheen voert leert men hen, op de bloemen wijzend: Dat is het werk van het menschelijk vernuft, en dan de blikken der kleinen ves tigend op de distels en brandnetels van het onbewerkte land: Dat is al wat die zoogenaamde godheid doen kan! Men misvormt de woorden van 't Onze- Vader tot een afschuwelijke godslastering, die eindigt met: Vervloekt zij uw naam. Men verdraait den inhoud van de pauselij ke Encyclieken voornamelijk dienend tot mikpunt van hun spottenden afkeer, die over het christelijk huwelijk en de arbeids wetgeving. De aldus met alle wapenen uit hun arse naal toegeruste jongeren zijn de onderwij zers der volksjeugd. Voor naturalisatie wordt gezorgd, naar belang der natie, waarheen men hen zendt, om den fakkel van den aanstaanden wereldbrand te ont steken. Do fakkel spettert vonken, het vuur breidt zich uit. Reeds zijn alle werelddee- len aangetast. In Afrika mengen zich de aangesloten Mahomedanen onder de Mekka-gangers. Over het geheele gebied nagenoeg van Azië vlamt het in lichter laaie. De beide Amc- rika's zijn besmet, vooral Zuid-Amerika met zijn nieuwe republieken en ma$oiinie- ke loges, die een gunstig terrein bieden aan de bolswistisohe baccil. In het Noorden ontsnapt zelfs het gods dienstige, katholieke Canada niet aan de verderfelijke propaganda* duizenden brochu res worden er verspreid, die de geestelijken aanklagen al® slaven van het kapitaal. De Moscovieten hebben in Montreal een volks universiteit opgericht, vereeniigingen voor jongeren, kampeerclubs. Te Toronto, Win nipeg, Regina zijn hoofdzetels gevestigd van het partijbestuur. Wat Europa betreft, het behoeft de rest van de wereld niets te benijden. Duitsch- land, Engeland, Spanje, Bulgarije zijn over vloedig voorzien. Een kalm, rustig land als Nederland beleeft een plotselinge uitbar sting van revolutionair verzet op een harer schepen van het O.-Indisch eskader. Het katholieke België telt in Kamer en Senaat bijna evenveel socialistisch en communis tische afgevaardigden als katholieke zetels. Hoe treurig in Frankrijk, dat in dezen schrikaanjagenden toestand de belasting betalers door hun aan de Loge verpande vertegenwoordigers worden verplicht om 5330 millioen te schenken aan het openhaar onderwijs, wanneer zoovelen van die onder wijzers het bolsjewisme als hun ideaal hul digen en zij, oppermachtige heerschers op de Landelijke scholen, er het verzet voor bereiden en den opstand aanwakkeren, die van Moskou uitgaat tegen alle rechtmatig gezag en bezit. Moeten wij den uitslag vreezen Voor den katholiek is de uitslag van den strijd aan geen twijfel onderhevig. Lenin scheen er op zijn sterfbed een voorgevoel van te hebben. Sedert Juliaan de Afvallige heeft de H. Kerk andere over winningen behaald. Het wereldconflict, dat in een duel op leven en dood op de puim- hoopen van alle punten van den aardbol zich zal afspelen, belicht één keer te meer met tragischen gloed de leer van St. Pau- lus omtrent de macht der duisternis, tegen- j overgesteld aan de leer van Jezus Chris- i tus, het Licht der Wereld. De strijd herinnert ons ook de scherpe visie van den H. Augustinus in zijn Twee Steden. Weer opnieuw rijst aan den modernen gezichtseinder de groote synthese van het Boek der Openbaring: de Engel en het Beest, Stof'en Geest! Thans zijn het Moskou en het Pausdom, en achter hen, in het onzienlijke, Christus en Satan. Maar welke verwoesting en vernieling vóór de zegepraal, indien bij de nadering van den afgrond de maatschappij zich niet werpt in de armen van Hem, die heeft de Woorden des Eeuwigen Levens „Geld." PIERRE L.ERMITE. „Wilt u margarine van 50 of 60 cent?" „Wat is het verschil?" „Tien cent".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 12