DE GEDEKTE TAFEL.
Hoewel wij natuurlijk het er allen over
eens zijn, dat een mensch eet om te le
ven en niet leeft om te eten, heeft een
maaltijd en vooral de warme maaltijd
in het huisgezin altijd een groote plaats
ingenomen. En terecht, want dikwijls is
het diner de tijd van den dag, waarop
de heele familie zich verzamelt en waar
op men met elkaar van gedachten kan
wisselen over de gebeurtenissen, die
dien dag hebben plaats gehad.
Daarom zal een verstandige huisvrouw
er steeds zorg voor dragen, dat zij aan
tafel goed gekleed is, zelfs al heeft ze
nog zoo'n druk huisgezin, want ach, een
anoere japon aantrekken is een kwestie
van enkele minuten en de uitslag is zoo
verrassend. Ook een opgekamd kapsel
en verzorgde handen maken den goeden
indruk volkomen. A1& de moeder zich
aanwendt om zioh voor tafel te verzor
gen, leeren de kinderen dit van zelf,
vooral als men zooiete als gewoonte
maakt. Komen de kinderen dan eens bij
andere menschen of gaan zij uit logee-
ren, dan geven ze door deze netheid een
goeden indruk van de opvoeding, die ze
thuis genieten.
Maar behalve onszelf en de spijzen, is
ook de tafel zelf een belangrijk onder
deel van het diner. De spijzen opgediend
op keurige schalen, waar geen scheu
ren in zitten of stukjes af gestooten zijn
en die geplaatst worden op aardige
matjes, die het aanzien der tafel ver-
vroolijken, zijn een lust voor de oogen.
Een zeer belangrijk onderdeel is ver
der het glaswerk en de vorken, lepels
en messen. Het glaswerk behoeft tegen
woordig heelemaal niet uit duur kristal
te bestaan, daar de verschillende glasfa
brieken de laatste jaren het gekleurde
glas in den handel brengen, ontworpen
door bekende kunstenaars en in een prij6.
die voor iedere beurs*het koopen moge
lijk maakt.
Het bestek, dat kan bestaan uit zil
ver, of opgelegd zilver heeft verschillen
de uitvoeringen, zooals de teekening er
u eenige laat zien. De vorken en messen-
heften zijn natuurlijk precies eender uit
gevoerd. Ook van vlekvrij metaal wor
den deze voorwerpen meer en meer ge
maakt, terwijl de roestvrije messen de
huisvrouw een massa werk besparen. Zoo
werkt alles meer om de tafel een ver
zorgd uiterlijk te geven, waarbij vooral
een paar bloomen niet mogen worden
vergeten, maar men moet er aan denken,
dat de ruiker niot te groot mag zijn,
omdat deze storend werken zou voor de
verschillende familieleden.
ZWARE FIGUREN EN WAT ZIJ
MOGEN DRAGEN.
Zij mogen nooit opzichtige kleuren
kiezen voor hun japon of mantel, ook
geen in het oog loopende patronen, rui-
j ten noch bloemen, en nooit een al te
buitensporig model. De stof, die zij voor
een japon of mantel kiezen, dienen effen
te zijn en liefst nog in een gedekte kleur,
zooals beige, donker blauw, bruin, zwart
en vele tinten groen.
Zij moeten veel garneering vermijden.
Eenvoud is voor zware figuren in de
eerste plaats geboden. Waar dit geldt
voor de kleur en het patrooo der stof. is
dit evenzeer geldig voor de garneering.
Plooien, strooken, schitterende gitversie
ringen enz. zijn uit den booze. Daarom
wil dit nog niet zeggen, dat de dame met
een zwaar figuur, er alleen maar streng,
ja zelfs stijf moet uitzien. Met smaak en
gezond verstand valt veel te bereiken als
de regels van eenvoud maar opgevolgd
worden.
Draagt een dame met een zwaar figuur
een stemmige japon, welke noch door
kleur, noch door model opvalt, dan kan
een sierlijk vest of een ingezetten voor
baan van afstekende kleur zijde of een
kraagje met bijbehoorende manchetten,
de vroolijke toon zijn en het heele aan
zien der japon verlevendigen.
EEN PELLERINE JAPON.
Meer en meer zion wij de pellerine toe
gepast, hetzij als kraag, half genomen
als schouderklep of, zooals teekening
No. 536 U laat zien, aaneengeknipt met
het vest, dat tot over het middel komt.
Op den rug loopt de kraag geheel door.
De halsafwerking is V-vormig met een
heel smal omgeslagen randje. Het vestyw
heeft aan iederen kant drie maal drt*
kleino parelmoeren knoopjes. De heele
omtrek van kraag en vest wordt afge
biesd met een schuin, heel smal bicsjp.
Als materiaal voor de japon is genomen
gebloemde zijde, terwijl de kraag van
effen witte zijde is gemaakt. Het mid
delstuk is geheel glad aansluitend. De
rok heeft een aansluitend bovengedeelte,
dat tot aan de knie reikt. Daarna wordt
er een klokkende strook aangezet, die
met een uitspringenden hoelr middenvoor
wordt afgewerkt, en die even groot is als
het gedeelte van het vest, dat onder do
ceintuur komt. Een smalle ceintuur sluit
met een aardige fantaaiegesp.
De zoom wordt vlak op den kant inge
slagen en gestikt, daarna weer ingesla
gen en opnieuw gestikt. De klok blijft
dan mooi vallen.
Bij een dergelijke zomerjapon draagt
men witte lederen handschoenen met een
tamelijk wijde kop, die iets gerimpeld
mag hangen. Men kan deze handschoe
nen zoowel dicht, als geheel openge
werkt krijgen. In plaats van wit kan men
de handschoenen koopen in oen van do
kleuren, die in de japon voorkomen. Is
uw beurs echter niet zoo goed gevuld,
dat U bij elke kleeding apart fren paar
handschoenen kunt koopen, dan doet U
het verstandigst witte te nemen, omdat
die overal bij gedragen kunnen worden.
Men draagt bij gekleurde handschoenen
meestal schoentjes en een tasch in de
zelfde kleur, bij witte handschoenen kan
men allerlei kleuren schoenen en ta6-
schen dragen.
Patroon van de japon verkrifgbaar
k 0.58 (Laan van Meerdervoort 45a,
Den Haag).
ONZE G0EDK00PE PA.nONEN.
Patronen in de maten 42—45 a 58 ct.)
kunnen per giro (125025) per postwissel
per brief worden besteld bij de Redac
trice Damesrubrick, Laan van Meerder
voort 45a, Den Haag. Maat en nummer
van het gcwenschte mode, s.v.p. duide
lijk vermelden! De gevraagde patronen
worden binnen drie k zes dagen aan de
aanvraagster toegezonden.
REIS- EN SPORTKLEEDING.
zakken een zelfde knoop is aangebracht
De halsafwerking bestaat uit een bobby
kraagje. Het manteltje valt ongeveer
tien centimeter over het middel en is
nauwsluitend. Juist in het middel is aan
iedere zijde een riempje met een gespje
aangebracht, waardoor het figuur nog
meer uitkomt. Het rugpand is geheel
glad. De mouw moet nogal ruim vallen en
heeft bij den pols ook een riempje met
gespje, waardoor de mouw bij den pols
naar verkiezing wijder of nauwer kan
worden gemaakt. Het mante.tje wordt
niet gevoerd of met heele dunne crêpe
de Uhine. Als het ongevoerd blijft wor
den alle naden van binnen met boorband
afgewerkt.
Patroon van het jasje verkrijgbaar
k 0.58 (Laan van Meerdervoort 45a,
Den Haag).
HOE MAKEN WIJ FILETS VAN
VISCH?
Van een visch met dik, hard vleesch
snijden we voorzichtig de bovenste laag
af zonder echter de graat te raken. Deze
stukjes visch beeten nu filets en wor
den als volgt behandeld. Eerst worden
ze goed afgewasschen, daarna afge
droogd en aan den kant waar het vel
heeft gezeten bestrooid met peper en
zout. Bij filets van tong vouwt men den
kant, die er altijd een beetje onoogelijk
uitzien naar binnen en bindt er een draad
omheen.
In een koekepan of broodstel doet men
wat boter, desgewenscht een gesnipperd
uitje en wat takjes peterselie en schikt de
filetjes naast elkaar in de pan. Meu
druppelt er wat citroensap overheen,
en bedruipt ze daarna met water, wijn,
bouillon of gesmolten boter, zooals het
recept aan geeft, totdat de filets onder
liggen. Men brengt nu alles even aan den
kook en verder moeten ze langzaam gaan
smoren op de plaat van het fornuis of
in den oven. In dit laatste geval moet
men een deksel op de slede leggen of
een met boter besmeerd papier omdat
de filets vochtig moeten blijven. Als de
visch gaar is, wordt het kooknat door een
zeef gegoten en men maakt er de saus
van, volgens het aangegeven recept.
Inplaats van met citroen kan men de
filetjes met roode wijn smoren, in plaats
van water en wijn kan men ze ook in en
kel boter smoren. Men dient ze dan op
met Hollandsche eiersaus, kappers-, gar
nalen- of oestersaus. Als men de visch
wil paneeren, gebruikt men paneermeel,
gestampte beschuit of in de oven ge
droogd oud brood, dat fijn gemaakt
wordt.
Ora platte visch gemakkelijk van do
graat te ontdoen, gaat men als volgt te
werk.
Ongekerfde tongen en andere visch
wordt niet te gaar gekookt, men haa't
ze voorzichtig uit het kooknat en laat
ze koud worden. Nu neemt men voorzich
tig de filets van de graat en legt ze op
een schotel; het visohwater wordt warm
gemaakt en over de visch heen gegoten
om ze warm te maken. Wanneer men de
visch opdient, wordt het water afgego
ten en de saus er overheen gedaan.
EEN AARDIG SCHORT.
Als wij onze dochters tegenwoordig
bezig zien, valt het op, dat er bijna geen
schorten meer gedragen worden. En
toch, wat een besparing van de jurken
Zoowel voor de reis als bij het beoefe
nen van verschillende takkeD van sport
hebben wij speciale en vooral sterke
kleeding noodig. Vooral als we reizen
per auto en zoo mogelijk per open wa
gen, hebben wij niet alleen een warmen
reismantel en een regenmantel noodig,
maar ook ons ondergoed en japon moe
ten op de reis berekend zijn. Daarom is
een gekleede japon, of een japon gegar
neerd met strooken en de moderne pof
mouwen voor de reis niet geschikt. Het
best voldoet een overhemdsblouse, waar-
overheen een eenvoudige pull-over wordt
gedragen, terwijl een plooirok of een
voetvrije klokrok, liefst met een zak er
in voor onzen zakdoek, daarbij het go-
heel voltooit.
No. 534 laat U een zeer eenvoudige,
doch doelmatige pullover zien. Men kan
hiervoor verschillend materiaal gebrui
ken, b.v. fluweel, peau de peche, woden
stof, tricot of men kan de pull-over zelf
breien. Als U daarvoor wol hebt uitge
zocht, zet U het aantal steken op fcot
U den onderkant van het patroon kunt
bedekken. U breidt dan verder juist vol
gens het papieren patroon, terwijl U
mindert of meerdert, waar het patroon
breeder of smaller wordt.
Wat de kousen betreft, de kousen
rechts op de teekening zijn echte sport
kousen, sterk en toch niet te warm aan
de voeten. Men kan ze in allerlei aardige
kleursamenstellingen krijgen en met ver
schillende patronen. Het best is het pa
troon niet te groot te nemen, zoodat men
niet het idee krijgt van heeren sport
kousen.
De linkerkous is van ragfijn zijden
weefsel met een in de lengte openge-
werkten rand. Men ziet ook veel de ge
heel ajour-geweven kousen, die op een
fijn netwerk lijken. Men doet goed op
reis voldoende paren dunne en dikke
kousen mee te nemen. Een onontbeer
lijk iets is eveneens een klein naaidoosje,
waarin stopzijde van de kleuren kousen,
die men bij zich heeft, een paar naalden,
wat gewone en sluitspelden en een paar
kleuren naaizijde, zoodat wij onderweg
niet afhankelijk zijn van een kamermeis
je in het hotel, waar wij afstappen.
Valt er nu een klein gaatje in uw kous,
of is er een trontje in een van uw klee-
dingstukken, dan is dit in een ommezien
verholpen en wordt erger voorkomen.
Patroon van het pull-over verkrijgbaar
k 0.58 (Laan van Meerdervoort 45a,
Den Haag).
HET KORTE MANTELTJE.
Bij het dragen van rok en blouse hangt
ten nauwste samen het manteltje, dat er
bij hoort. Natuurlijk kunnen wij onder
een langen mantel alles dragen, zoowei
een japon als een rok en blouse maar
om nu bij eenige rokken, die men heeft
geen bijpassende manteltjes te hebben
en daardoor aldoor in een mantelpakje
te loopen, kan men een kort jasje aan
schaffen, van fluweel maar toch in hoofd
zaak van peau de suède of peau de
peche gemaakt. Van wollen stof voldoen
deze manteltjes niet zoo, omdat er veel
van het aparte dan juist verloren gaat.
Afbeelding No. 537 is een manteltje van
tabakskleurige peau de suède. De voor
panden sluiten middenvoor met acht
mooie knoopen, terwijl als op de beide
en een voorkomen van vlekken is een
schort. Als zoodanig heeft het dan ook
in den loop der jaren zijn sporen zeker
wel verdiend. Het eenvoudige witte
schort met een vierkante pas en daar
onder diepe plooien, lange mouwen en
een ceintuur was jaren geleden het schort
dat de meisjes op school droegen. Ook
in het rood zag men deze vaak. Daarna
kwamen verschillende fantasie-schort
jes, waarvan model 535 U een voorbeeld
geeft. Het is van beige linnen, versierd
met banden, welke in verschillende kleu
ren geweven zijn. Het lijfje heeft aange
knipte mouwtjes, terwijl het klokkende
rokje met een oploopende punt is vast
gehecht aan het bovenstuk van het
schort. Een paar rondgeknipte zakken,
eveneens met de geweven band afgezet
geven aan het schort iets vlugs. De
meisjes mogen alleen niet te veel dingen
in de zakken stoppen, omdat de hoeken
dan gauw inscheuren. Het schort sluit
van achteren bij den hals met twee
knoopjes en om het middel met een
strik.