24ste Jaargang DONDERDAG 8 JUNI 1933 No. 7527 3)0 Öou/ta/nt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 oent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geillustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 oent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geillustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. „Het eene bevrijdende woord" DE WERELD-WERKLOOSHEID Op een landelijke bijeenkomst van de Vrijzinnige Christelijke Jeugdcentrale de eerste te Soesterberg is een openlucht voorstelling gegeven van een speciaal voor dit doel geschreven openluchtspel van An- thonie Donker: „Maar wij....?" Als onderwerp voor dit tooneelspel is gekozen het meest brandende probleem van onzen tijd, n.l. de werkloosheid. De „Maasbode", die dit openluchtspel recenseert, kan er niet veel lof voor vinden en spreekt van „zwevend geraisoneer", van „lauwe woorden" en van een „woorden stroom", om te besluiten: En tot slot moet het ons van 't hart, dat het ietwat pijnlijk was te consta- teeren met hoeveel angstvalligheid ieder reëel heenwijzen naar iets hoo- gers dan de bekende ethische wassen beeldengalerij was vermeden. In dit epel van de vrijzinnig Christelijke Jeugd had niemand van de daardoor vooral zoo arme misdeelden den euve len moed, met zijn eigen gewone woor den desnoods, een klein gebedje te stor ten. Het eene bevrijdende woord is in den woordenvloed vergeten. Hier i®, helaas, getypeerd de droeve geesteshouding van talloozen, óók van ve len, die zich Christenen noemen. „Iederreëel heenwijzen naar iets hoo- gers" wordt gemist. Och ja, wij zijn er diep van over tuigd, dat wij de werkloozen maar piet een voudig mogen „heenwijzen naar iets hoo- gers", al is dit iets reëels, een w e r- k e 1 ij k h e i d, die ver boven het stoffe lijke verheven is. Wij moeten alles doen wat mogelijk is, om de werkloosheid zelf te bestrijden en de gevolgen van de feitelijk bestaande werk loosheid zooveel mogelijk te verzachten. Dat is een taak en plicht van oeconomen en sociologen, van staatslieden, van regeer ders en bestuurders. Dat kan ook een taak en plicht zijn van vele particulieren in hun particuliere maatschappelijke verhoudingen. Christus-zelf heeft het voorbeeld gege ven, toen Hij van de menschen, wien Hij het Evangelie predikte, niet vroeg, om hun honger maar te vergeten, doch hen eerst 'spijzigde, alvorens zijn prediking te ver volgen. Maar, vooropgesteld onze plicht, om in den maatschappelijken wantoestand en veler stoffelijken nood zooveel mogelijk verbetering en leniging te brengen mag toch niet ontbreken wat in het hierboven geciteerde genoemd wordt „het eenebe vrijdende woord". Het bevrijdende woord, dat opent het lichtende verschiet van geestelijke waar den, die ieder mensch zich kan verwer- De maatschappij is vol van sombere ver schijnselen, die den mensch kunnen neer drukken en ook feitelijk honderdduizenden hebben neergedrukt al ligt er misschien nog over de oppervlakte van hun leven wat opgeplakte goud-schijn van genoegens en vroolijkheid. Dat sombere verschijnsel van de werk loosheid, in zijn vele vertakkingen, raakt niet alléén het levensbestaan en de levens vreugde van hen, die er direct het slacht offer van zijn geworden Juist in dézen tijd is het daarom zoo noo- dig, dat de zenuwen van het geestelijk le ven sterk blijven, opdat dat leven niet in éénzakke en verschrompele, maar veer kracht behoude tegen de aanslagen van tegenslag en teleurstelling. Het dagblad, dat iederen dag weer op nieuw de lezers het nieuws voorzet van een ontredderde, een ontwrichte samenleving, mag en moet toch ook 'ns in zijn kolommen „heenwijzen naar iets hoogers", dat iets reëels is, een werkelijkheid, die ver boven het stoffelijke verheven is. En dan verwijzen wij naar een genees middel voor den enkeling èn voor de ge meenschap met een versregel van Guid-- Gezelle: „Och, leer mij, armen dwaas, hoe dat 'k bidden moet". Het eene bevrijdende woord! DE DIEPERE OORZAAK. Cijfers van het bureau te Genève. Reuter meldt uit Genève: In zijn rapport aan de Internationale Arbeidsconferenlie spreekt Harald Butler, de directeur van het Internationaal Arbeidsbureau, ook over den terugslag van de economische crisis op het sociale leven en constateert, dat de wereld den derden winter met een groote werkloosheid heeft doorgemaakt. De ingekomen .statistieken wijzen uit. dal de werkloosheid over het eerste kwar taal 1933 nog eerder een stijgende dan een dalende richting vertoont, waardoor men in bijna alle landen ter wereld, aanzien lijke middelen moet opbrengen tot onder steuning van de werkloozen. In Engeland bedroegen deze uitgaven in het jaar 193132, de uitgaven der ge meentebesturen niet meegerekend, 120 mil- lioen pond sterling, in Duitschland 2338 millioen Rijksmark, in Frankrijk 652.5 mil- lioen franc, in Zwitserland 37.9 millioen francs, in Amerika alleen voor de maand September 50 millioen dollar. Deze reusachtige lasten, die een der meest' karakteristieke kenmerken van de crisis zijn, hebben echter nog grootere om wentelingen verhinderd. Butler betoogt verder, dat de werkloos heid evenwel niet uitsluitend aan de crisis te wijten is, want in 1928, dus toen de we reld zich in den grootsten na-oorlogsohen bloei verheugde, waren er al niet minder dan tien millioen werkloozen. Ook na de oplossing van de crisis zal er nog een zeker aantal werkloozen over blijven, want de werkloosheid vindt haar diepere oorzaak in de structuur van de industrie zelf, zooals de verandering in de geografische verdeeling der verschillen de industrieën, de toepassing van nieuwe uitvindingen en het voortschrijden der techniek, waardoor met een geringer aan tal arbeiders meer kan worden geprodu ceerd. Ook wijst Butler er op, dat de crisis de rationalisatie bevorderd heeft, daar zij tot- een vermindering der productiekosten heeft geleid. Het rapport besluit, dat de hoofdkwestie die om een oplossing vraagt, deze is: het herstel van het evenwicht tusschen de pro ductie en den verkoop, als het eenige radi cale middel tegen de werkloosheid. BINNENLAND MINISTER COLIJN NAAR LONDEN. Ter .bijwoning van de Economische Conferentie. Naar wij vernemen, zal de Minister-Pre sident, dr. H. Colijn, leider der Nederland - sche delegatie ter Economische conferen tie, zich Zaterdagochtend via Vlissingen naar Londen begeven ter bijwoning van de opening der conferentie op Maandag a.s. Het ligt in de bedoeling van Minister Colijn eiken Zaterdag naar Den Haag te rug te keeren en dan op Dinsdagavond den gewonen Ministerraad te presideeren, waarna hij zioh des avonds met de Har- wioh-boot weer naar Engeland zal bege ven. DE OPVOLGER VAN MINISTER VERSCHUUR ALS KAMERLID. Men zendt ons de volgende motie toe: „De R. K. Kiesvereeniging „Gelijk Recht" te Franeker, in buitengewone vergadering bijeen in het R. K. Vereenigingsgebouw aldaar op Dinsdag 6 Juni 1933. Van meening, dat volgens billijkheid de Kamerzetel van Minister Verschuur bezet moet worden door een vertegenwoordiger der Kieskring Groningen en Leeuwarden dat daarvoor niemand anders in aanmer king kan komen dan de heer IJ. Keestra burgemeester van Culemborg, die in bijna alle Katholieke Kiesvereenigingen van Groningen en Friesland candidaat is ge steld en bij de Partijstemming op 5 Maart in genoemde Kieskringen ruim 1700 stem men op zich vereenigde, terwijl noch de heer van der Weijden, noch de heer de Kok eenige relaties in het Noorden heb ben; spreekt de stellige verwachting uit, dat het bestuur van den Frieschen Bond alle pogingen bij het Partijbestuur zal doen om den heer Keestra aan te wijzen als opvolger van Minister Verschuur; en besluit deze motie toe te zenden aan het bestuur van den Frieschen Bond. aan het Partijbestuur en te publiceeren in de Katholieke Pers" Deze motie werd met op *1 na algemeene stemmen aangenomen. Wij hebben gisteren reeds een ingezon den stuk geplaatst, waarin werd betoogd, dat Friesland geen billijkheidsoverwegin gen kan aanvoeren, om den heer Keestra io DE STRIJD TEGEN DEN GODSDIENST IN SPANJE Terwijl het aan de Spaansche religieusen voortaan verboden zal zijn om onderwijs te geven en de wet aan de gemeenten ver biedt om de bijzondere scholen te subsi dieeren, worden overal in Spanje met ver lof van de plaatselijke autoriteiten com munistische scholen gesticht. Naar aanlei ding van de opening van een dergelijke Communistische school te Se villa schrijft „EI Debate": Bij de openingsplechtigheden waren, behalve een wethouder der stad, ook verschillende leden van revolutionaire stu dentenorganisaties aanwezig. In zijn toe spraak beloofde de radicale wethouder, dat hij aan den gemeenteraad zou voorstel len om aan deze Communistische school een subsidie te verleenen. de plaats van den heer v. d. Weyden te schuiven. Dat het Kiesreglement of de Sta tuten der R. K. Staatspartij in deze aan het Partijbestuur eenige dwingende be voegdheid zouden geven, is ten eenenmale uitgesloten. DE 40-URIGE WERKWEEK. MEERDERHEID VAN DEN HOOGEN RAAD VAN ARBEID VOOR WETTELIJKE VERKORTING VAN DEN ARBEIDSTIJD. De Hooge Raad van Arbeid heeft rap port uitgebracht in zake wettelijke verkor ting van den arbeidsduur ter beperking van de crisis-werkloosheid. In dit rapport zegt de Raad ten aanzien van de principieele kwestie het volgende: De Raad is. er zioh van bewust, dat, in dien hij ten slotte Uwe Excellentie advi seert tot he', treffen, van een wettelijken maatregel, welke het opleggen van een ver korten arbeidstijd aan bepaalde bedrijfs takken zal mogelijk maken, hiermede over een bezwaar wordt heengestapt, dat voor sommigen principieel is en hetwelk tegen een gedwongen 40-urige werkweek zou kun nen worden opgeworpen. Men zou zich na melijk kunnen afvragen, of een dergelijke inbreuk op de persoonlijke vrijheid van den individueelen arbeider nog wel geoorloofd i6, nu het immers niet gaat om arbeidsbe scherming in engeren zin, doch uitsluitend, om het tewerkstellen van werklooze arbei ders. Wat zou de rechtsgrond voor de Overheid zijn in een dergelijk geval? Be treedt zij hier niet een terrein, waarvan zij verre behoorde te blijven, aangezien hot uitsluitend van de betrokkenen behoort af te hangen, of zij al of niet korter zullen werken dan een algemeen als „normaal" erkende arbeidstijd meebrengt? Hef oordeel der meerderheid. De Raad is in meerderheid van oordeel, dat voor deze bezwaren van principieelcn aard niet moet worden uit den weg gegaan. Het algemeen belang is bij een verminde ring der werkloosheid in den huidigen om vang en in de bestaande omstandigheden in zoo groote mate betrokken, dat reeds daarin de Overheid bij het eventueel dwin- i gend opleggen van een 40-uren week een voldoenden rechtsgrond kan vinden. In een crisistijd als thans worden maatregelen noodig, waartoe men in normale tijden mot spoedig aanleiding zou vinden. Bovendien dient men niet uit het oog te verliezen, dat reeds in verschillende gevallen in de so ciale wetgeving over dergelijke bezwaren is heengestapt. Herinnerd zij in dit ver band aan het verbod van nachtarbeid van den alleenwerkenden bakkerspatroon en de I verplichte winkelsluiting. Zooveel te meer i® het bij crisismaatregelen verdedigbaar, i om aan de persoonlijke vrijheid sterke rem men aan te leggen. Tegenkanting. Eenige leden kunnen zich met het boven staande betoog niet vereenigen. Zij achten het niet geoorloofd, ook al zou de maatre gel op zichzelf een nuttige uitwerking heb ben, een arbeider te verbieden meer dan 40 uur per week te werken. Een dergelijke aantasting der persoonlijke vrijheid schept gevaren, ook op staatkundig gebied, wel ke men, gezien de ervaring, niet mag on derschatten. De argumentatie der voor standers, dat in onzen tijd maatregelen noodig zijn, die men in normalen tijd niet zou nemen, is niet te aanvaarden, aange zien op deze wijze iedere maatstaf gaat ontbreken, waarnaar de toelaatbaarheid van het ingrijpen der overheid kan worden afgemeten. Aantasting van het vertrouwen is daarvan het onvermijdelijk gevolg. Burgemeester van Nieuwkuyk. Bij Kon. besluit is aan C. F. van den Broek op zijn verzoek, met ingang van 20 Juni 1933, eervol ontslag verleend als bur gemeester van Nieuwkuyk. NEDERL. BLOEMBOLLENKWEEKERS. CENTRALE. Men meldt ons: Ter voorbereiding van de uitvoering der maatregelen, welke op grond van de Landbouw-crisiswet 1933 ten aanzien van het bloembollenbedrijf zullen worden genomen, is opgericht de Neder- landsche Bloembollenkweekers Centrale, gevestigd te Haarlem, Parklaan 87, tel. 16262. Krachtens genoemde wet zal een Kon. Besluit worden uitgevaardigd dat o. m. de teelt van bloembollen slechts aan hen, die aangesloten zijn bij genoemde Centra le zal toestaan. Er worde op gewezen, dat het wensche- lijk is, zich thans reeds voor aansluiting bij deze Centrale aan te melden, opdat stag natie in de uitvoering der maatregelen worde voorkomen. De aansluiting aan de Centrale brengt voor den betrokkene geen kosten met zich mede. Credietverleening Bloemenkweekers. Bij beschikking van den Minister van Economische Zaken en Arbeid is benoemd tot lid, tevens onder-voorzitter van de Centrale Commissie van Advies voor de uitvoering van de credietverleening ten be hoeve van bloemenkweekers te Aalsmeer en Haarlemmermeer K. I. B. A. de Coster te 's-Gravenhage. ALBERT VAN DER KALLEN, t In de St. Agatihakerk te Zandvoort werden gistermorgen de II. Uitvaartdien sten opgedragen voor de zielerust van den heert Albert van der Kallen in leven di recteur-hoofdredacteur van „De Gelder- lande^ De pastoor der parochie, de zeereerw. heer C. Wijnker droeg de gezongen H Mis van Requiem op met assistentie van den zeereerw. heer pastoor J. Niehus uit Aerdenhout en den weleerw. heer A. Riet veld kapelaan te Zandvoort. Onder de aanwezigen waren o.m. de heeren mr. Wierdcls, commissaris van „De Gelderlander", Vlooswijk en van de Broek, resp. tijdelijk hoofdredacteur en tij delijk directeur van „De Gelderlander", Bruysten, directeur-hoofd-redacteur der „Residentiebode", namens do Katholieke Ncd, Dagbladpers, Henny, voorzitter en mr. Veenhoven, secr. van de Ned. Dag blad-pers, baron van Lamsweerde, namens de Ned. R.-K. Journalisten vereeniging, Laudy, hoofdredacteur van de „Tijd", van Term, hoofdredacteur van de „Limburger Koerier en vele anderen. Omstreeks elf uur werd het stoffelijk overschot per auto naar Nijmegen ver voerd, waar op het R.-K. Kerkhof aan den Daalschen weg aldaar de begrafenis plaats had. Omstreeks half drie arriveerde de lij-k- auto aan de pont en sloten de verschil lende volgauto's zich aan voor den laat- sten tocht, naar het kerkhof. Te Nijmegen waren 's morgens twee stille H. H. Missen opgedragen, eene in de parochiekerk aan den Doddendaal en een in de dekenale kerk in de Augustij nenstraat, welke missen door deputaties van het personeel van de Gelderlander en vele Nijmeegsche autoriteiten en vrien den en bekenden van den overledene wer den bijgewoond. Bij de begrafenis op het R.-K. Kerkhof aan den Daalschen weg werd het duide lijk met hoeveel verschillende banden de overledene aan de maatschappij verbonden was. Uit alle rangen, standen en groepen waren belangstellenden aanwezig om hem hun laatsten groet t-e brengen. Aan het graf merkten wij o.a. op het voltallig college van commissarissen van de Gelderlander, t.w. de heeren mr. Wierdels, Dobbelmann, Daniels, van Campen en Bo de wes en het voltallig personeel van de „Gelderlander". Verder talrijke vertegenwoordigers uit de journalistieke wereld en uit het Nijmeeg sche organisatie-leven, de heeren Kuipers en Dosker namens de Kath. Directeuren, de heeren Zwetsloot en Thomassen na mens de Katholieke Journalisten, enz. Zeer vele bloemstukken en kransen dek ten de baar. De absoute op het kerkhof werd ver richt door pater L. A. J. Kliiken O.F.M. Nadat vijf Onze Vaders en Weesgegroe ten voor de zielerust van den overledene door de aanwezigen geknield waren gebe den, dankte de oudste zoon de heer mr W. v. d. Kallen voor de zeer groote be langstelling. Het is niet de wensch van mijn vade geweest, zeide spr., dat aan zijn graf zou worden gesproken en wij hebben dezen wensch te eerbiedigen. Ik wil dan ook niet anders doen, da<n mededeclen, wat nxijn i Dit nummer bestaat uit twee bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het Vier-mogendheden-pact is gisteren te Rome geparafeerd, nadat Duitschland zijn bezwaar had ingetrokken. (2de blad). De Ontwapeningsconferentie verdaagd tot 27 Juni. (2de blad). Kerkvervolging ook in Albanië. (2de blad). Zullen de oorlogsschulden aan Amerika op 15 Juni a.s. worden betaald? (2de blad). BINNENLAND. Drie boerderijen te Appeltern afgebrand. (Gem. Ber. 3de blad). Slachtoffers van warmte en water. (Gem. Ber. 3de blad). Geheimzinnige brand te Megen. (Laat ste Ber.). Schoenfabriek te Kaatsheuvel afgebrand. (Laatste Ber.). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De Olympische Spelen zullen in 1936 te Berlijn worden gehouden (3de blad). vader op zijn grafsteen gebeiteld wenschto en dat typeerend is geweest voor gansch zijn leven: het psalmvers „Quod credidi pronuntiavi", wat ik geloofd heb, heb ik beleden. Wat hij geloofd heeft, zijn katholiek geloof, dat hem in merg cn been zat, heeft hij beleden in alle omstandigheden van zijn leven, in zijn journalistieke werk zoo wel als in den huiselijken kring. Laten wij in plaats van hem met woor den te gedenken, nog een Onze Vader voor hem bidden." Nadat dit Onze Vader door allo aanwe zigen was medegebeden, verlieten zij met een laatsten groet aan het graf het kerk hof. EEN KRANIGE NEDERLANDER. PATER FELICIANUS SMITZ. Als aalmoezenier in Brazilië'. Het zal maar aan zeer weinigen bekend zijn aldus de „Volkskrant" dat bij den laatsten opstand in Brazilië een onzer landgenooten zich op bijzondere wijze heeft onderscheiden door zijn stoutmoedig optre den en onbaatzuchtige toewijding. Ten spijt van zijn bescheidenheid willen wij hem even aan de lezers van dit blad voorstellen. Wij bedoelen pa-ter Felicianus Smitz, een Venrayei van geboorte, thans missionaris in Brazilië, broeder van pator Smitz, Ka pelaan te Leiden. Gedurende drie maanden heeft de pator in de grootste ontberingen cn gevaren de Braziliaansche regeeringstroepen gevolgd cn bijgestaan. Wellicht zullen deze interessante lotgeval len nog wel gepubliceerd worden in een van de periodieken der Minderbroeders; wo willen echter bier enkel maar geven het of- ficieele stuk der regeering, waaruit genoeg zaam blijkt, hoezeer zijn werk en opoffe ring op prijs wordt gesteld. Dagorder van het lüe bataillon. 7 October 1932. Aan den zeereerw. pater' Felicianus Smitz, die de hulpmiddelen van den gods dienst en steun verleende aan de noodlij denden van het bataillon, die doo-r zijn fij nen takt van omgang een trouwe vriend werd van ons allen, en ons innam door zijn optreden en handelwijze, bemind als hij was door geheel het bataillon, die met gelatenheid, onbaatzuchtigheid en moed de ruwheden van dezen veldtocht verdroeg, die ons door zijn tegenwoordigheid en raad gevingen den geestelijken bijstand ver leende, welke we allen noodig hadden. Aan pater Felicianus, tweeden luitenant, benoemd door zijne excellentie den gene raal commandant der te infanteriedivisie, de heel bijzondere dankbetuiging en lof prijzing. welke deze afdeeüng, waarover ik de eer heb het bevel te voeren, met alge meen gevoelen uitspreekt. w.g. HUGO, commandant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1