HET VERLOOP VAN DE KABINETSFORMATIE. DINSDAG 30 MEI 1933 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 ter te vinden, die stabieler is dan het goud, tot dusver vruchteloos zijn geweest. De door de foutieve behandeling van de kwestie der oorlogskosten in het leven geroepen financieele crisis heeft in haar verder verloop de vertrouwenscrisis te weeggebracht. Waarop is nu onze hoop gericht? Enkel en alleen op de economi sche wereldconferentie. Het bestuur van de Int. K. v. K. heeft een uitgebreid rap port voor deze conferentie voorbereid, dat wij thans zullen bespreken. Wanneer wij van de regeeringen der geheele wereld eischen, dat zij eindelijk daden zullen verrichten om de wereldcrisis uit den weg te ruimen, dan doen wij dat niet voor ons zelf. Wij doen dat voor de honderden millioenen arbeiders, exployé's waarvoor wij de verantwoording dragen, wij doen het in de hoop, dat de voorstel len, welke wij aan de regeeringen doen, het verschrikkelijke getal van 30 millioen werkloozen zullen verminderen, onze em- ployé's, de werkloozen, maak ik tot Leit motiv van dit congres. CHINA CHINA'S TWEEDRACHT. Generaals in opstand tegen Nanking. Volgens berichten uit Peking zijn en kele Ohineesche generaals in opstand ge komen tegen de centrale regeering te Nanking. Zij moeten voornemens zijn, zich onafhankelijk te verklaren en op het noordelijk front tegenstand aan de Japan ners te bieden. De „christelijke" generaal Feng heeft opnieuw verklaard, dat 'hij een leger van 150.000 man wil organiseeren om de Ja panners te bestrijden. Feng verwijt Tsjang Kai Sjek, dat hij zich tegen de Japanners niet voldoende heeft verzet. Er moeten plannen bestaan om te Peking een nieu we regeering te vormen. De regeering van Nanking bevestigt, dat het verdrag voor den wapenstilstand geen politieke voorwaarden vervat, zoo dat er geen sprake is van een erkenning der Japansche aanspraken. Poeji zou liever in Peking resideeren. Naar uit kringen der Mandsjoerijsohe regeering verluidt, heeft rijksbestuurder Poeji in een schrijven aan den keizer van Japan den wensch uitgesproken, dat Mandosjekoeo in plaats van Tsjangtoen de „stad Peking tot hoofdstad zal krijgen, daar Tsjangtoen niet geschikt ie als hoofd stad van BUITENL. BERICHTEN. 120 Menschen van zinkend schip gered. Uit Houghton (Michigan) wordt gemeld: De opvarenden van het stoomschip „George Cox", bestaande uit 100 passagiers en de bemanning zijn ternauwernood aan den dood ontkomen, toen het schip zonk, na dat het in een der meren aan den grond was geloopen. Alle 120 opvarenden konden in veiligheid worden gebracht. ONTVOERD EN WEER VRIJGELATEN. Na betaling van 30.000 dollar. Te Kansas-City hebben Zaterdagavond twee bandieten de 25-jarige dochter van den bankdirecteur McElory ontvoerd. Het meisje was alleen thuis met een dienst meisje en bevond zich juist in het bad. De bandieten dwongen haar zich te kleeden en met hen mee te gaan, terwijl zij bij het dienstmeisje'de boodschap achterlieten, dat zij 30.000 dollar losgeld verlangden. Zij waarschuwden ernstig, de politie niet in de zaak te mengen. De vader en de broer van het ontvoerde meisje hielden zich aan de aanwijzing van de bandieten, die zij reeds den volgenden dag, Zondag, op een eenzamen landweg ontmoetten en de ge- eischte 30.000 dollar betaalden. Twee uur later kwam het ontvoerde meisje ongedeerd in de ouderlijke woning terug. ZES BANDIETEN TE NANKING TERECHTGESTELD. In 't openbaar, ter afschrikking. van duizenden SPADA GEVANGEN. De beruchte bandiet van Corsica. De beruchte Corsicaansche bandiet An- dré Spada, die bijna 12 jaar lang het eiland Corsica terroriseerde, is in den afgeloopen nacht nabij het dorpje Coggia op 15 K.M. afstand van Ajaocio door de gendarmerie gearresteerd. Hij gaf zich zonder slag of stoot over. Met deze arrestatie is Corsica bevrijd van den stoutmoedigste uit het bandieten- gilde, dat in de laatste dertig jaren oa. ook den beruchten Bellacoscia en den niet minder vermaarden, twee jaar geleden neergeschoten Romanetti, heeft opgeleverd. Om de figuur van Spada heeft zich in den loop der jaren een atmosfeer van schrik en mysterie geweven, die verscheidene ro manciers stof voor hun boeken opleverde en tal van journalisten naar Corsica lokte. Sommigen hunner hadden zelfs de gelegen heid met den fameuzen rooverhoofdman een onderhoud te hebben, dat gewoonlijk in een of andere rotsspleet plaats vond. Onder bedreiging met vermoording door zijn trawanten, welke hij in de verschillen de dorpen van Corsica had, verplichtte hij hen zijn verblijfplaats geheim te houden voor de openbare macht. Als hun relaas dan verscheen, was hij natuurlijk 6teeds weer onzichtbaar. De eerste moord van Spada, die hem er toe bracht zijn toevlucht tot het maquis, Corsica's vacht van struikgewas, te kie zen ten einde zioh aan de aandacht te ont trekken. dateert van 1922. Zijn slachtoffer was destijds een der gendarmes die een kameraad van hem kwam arresteeren. Op zijn strafregister komen minstens 20 moor den voor, waaronder 6 op ontrouwe vrien dinnen en 10 op politiemannen. Nadat zijn chef, Nonce Romanetti, in 1931 door een ingenieur, wien hij een groot bedrag had trachten af te persen, was dood geschoten, trad Spada als leider der Cor sicaansche bandieten op met den titel „ko ning van het maquis". Zijn eigenlijke domein lag in het bosch rijk gebied ten N.O. van Ajaccio, doch ook de streek ten Z.O. van de hoofdplaats werd bij voorkeur door hem geterroriseerd en gebrandschat. Onophoudelijk werd hij door gewapende mannen achterna gezeten, maar alle hinderlagen die hem gelegd werden, ontsnapte hij. Het was dan ook om Spada met zijn intieme getrouwen te vangen, dat begin 1932 uit Frankrijk een strafexpeditie van eenige duizenden gendarmes, zélfs met bergartillerie uitgerust, naar Corsica scheep ging en het eiland doorkruiste zonder dat echter deze campagne iets noemenswaards opleverde. In de Fransche Kamer werd toen de mogelijkheid geuit, dat de cam pagne op aandrang van een der politieke partijen was begonnen, wijl een andere po litieke partij Spada als verkiezingsagent in het Noordelijke Corsicaansche binnen land gebruikte. Inderdaad is Spada vroe ger eenige malen als verkiezingsagent op getreden. Sinds eenige weken ging in het Westen van Corsioa de mare, dat Spada strijdens- moe was en dat hij zich weldra zou laten vangen. Uit zijn nest. in de bergen versoheen hij in het dorp Arbori. waar hij den indruk maakte van aan godsdienstwaanzin te lij den. Hij liep half naakt rond, met een door nen krans op het hoofd en een crucifix op zijn ontbloote borst, en knielde voor de ker ken in gebed neer. Daar hij zijn geweer steeds in den aanslag hield, waagde nie mand het, hem te naderen. Het heette daarna, dat hij naar Sardinië was uitgewe ken. Dit bleek onjuist. In den nacht van 28 op 29 Mei verscheen hij plotseling, geheel ongewapend in een gehucht nabij het dorp Coggia en liet zich gewillig door den gen- darmeriepost aldaar inrekenen. Zijn proces belooft sensationeel te wor den. Daar echter nog onlangs een zijner beruchtste vrienden door de rechtbank te Ajaccio tot slechts enkele jaren dwangar beid is veroordeeld, wordt het niet uitge sloten geacht, dat ook Spaxla althans zijn hoofd zal redden. 5,Tel." STOOMVAARTBERICHTEN In nieuwsgierigen heeft te Nanking de te rechtstelling plaats gehad van zes beruch te bandieten, die op klaarlichten dag een brutalen roof-over val hadden gepleegd, waarbij drie politiebeambten werden ge dood. De bandieten werden geëxecuteerd op de plek, waar de misdaad had plaats gehad en na afloop liet men de zes lijken op den grond liggen als afschrikwekkend voor beeld voor andere bandieten. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND. JOHAN DE WITT (uitr.) pass. 27 Mei Perim. TANIMBAR (thuisr.) verfcr. 27 Mei van Belawan. TARAKAN vertr. 29 Mei van Amster dam na- "r >a de Kaap. KON. NED. ST00MB. MIJ. AMAZON F arr. 28 Mei van Kopenha gen te Gdynia. BENNFT'°M fuftr.) vertr. 26 Mei van Cr'lao. EUTERPE arr. 29 Mei van Amsterdam te Odense. HER MES arr. 28 Mei van Alexandrië te Piraeus. LUNA vertr. 26 Mei van New York naar West-Indië. ORION arr. 28 Mei van Rethymno te Calamata. TITUS Algiers naar Antwerpen, pass. 29 Mei voorm. 11.30 uur Vlissingen. EEN INTERESSANTE BRIEF VAN DR. COLIJN. DUITSCHLAND DUITSCHLANDS SCHULDENLAST. Transfer-conferentie. Gisteren heeft de president van de Rijks bank, dr. Schacht, de transfer-conferentie geopend met een rede over de transfer- crisis. De conferentie heeft ten doel, mid delen te beramen ter oplossing van de moeilijkheden, waarmede Duitschland te kampen heeft als gevolg van de overma king der valuta, noodig voor den dienst der buitenlandsche schulden, dus zoowel wat de rente als wat de aflossing dier schulden betreft. De rede van dr. Schacht bracht de con ferentie al terstond in het hart der moei lijkheden. Aan het slot van zijn betoog wees de Rijksbank-president er n.l. op, dat na aftrek van het op 1 Juli a.s. vervallende crediet der goud-discontobank, de rijks bankreserve zal zijn gedaald tot beneden de 300 millioen, zoodat de dekking dan tot 8% is gedaald. Het gevaar bestaat dus, dat de rijksbank-reserve tot nihil ineenschrom pelt, aldus spreker, die met deze woorden eindigde: „Als wij de gebeurtenissen verder hun loop laten, ontstaat het gevaar, dat de rijksbank den verkoop van rijksmarken in het buitenland niet meer kan verhinderen, dat wil zeggen, dan ontstaat er een offi cieel disagio en beleven wij een nieuwe waardevermindering van de rijksmark. Dit zou een nog grootere catastrofe beteekenen dan de inflatie van 1923, een catastrofe, die de R'ijksbank niet mag toelaten en niet voor haar verantwoording kan en wil ne men". DE CONFERENTIE DER DUITSCHE BISSCHOPPEN. De Fuldaër bisschops-conferentie is gis teren te Fulda geopend. De conferentie vindt dit jaar vroeger dan gewoonlijk plaats. Alle bisschoppen waren, voor het eerst 6edert 1905, tegenwoordig. Vroeger waren de Beiersche bisschoppen slechts door den kardinaal-aartsbisschop van München vertegenwoordigd. Voor het be gin van de conferentie werd in den dom een H. Mis van den H. Geest opgedragen. De beraadslagingen zijn geheim. DEUTSCHE ALLGEMEINE ZEITUNG IN BESLAG GENOMEN. De avond-editie van de „Deutsche All- gemeine Zeitung" is wegens het hoofdarti kel, dat getiteld was „Broederstrijd'', door den hoofdcommissaris van politie in be slag genomen. Het blad is voor den tijd van drie maanden verboden. DE HERDENKING VAN DEN SLAG BIJ SKAGERRAK. De voorbereidingen voor het herdenken van den slag bij Jutland, of, zooals deze in Duitschland bekend is, den slag bij Skagerrak op 31 Mei a.s. zijn in vollen gang. Vooral dit jaar wordt de herdenking op feestelijke wijze gevierd. Marine-organisaties in Berlijn zullen groote bijeenkomsten beleggen. De wacht bij Hindenburg's paleis zal door oud-matrozen worden betrokken. De politie-president van Berlijn, admi raal von Levetzow die het bevel had ovër den kruiser „Molkte" bij Jutland, heeft verlof gegeven, den naam Kemper-Platz te veranderen in Skagerrak-Platz. OOSTENRIJK CONGRES DER INT. K. v. K. Plechtige opening te Weenen. In de groote concertzaal te Weenen is gistervoormiddag het congres van de In ternationale Kamer van Koophandel door den Oostenrijksohen bondspresident, Miklas, geopend. Bondspresident Miklas wees er in zijn toespraak op, dat het congres zeer aan belangrijkheid wint, daar het onmiddellijk voorafgaat aan de economische wereld conferentie te Londen, Alle onheil in de wereld, dus vervolgde de president, vindt zijn oorzaak daarin, dat men er te weinig aan denkt hoezeer de eigen welvaart af hankelijk is van de levensmogelijkheid van de anderen. In naam der Oostenrijksche regeering opende bondskanselier Dollfuss vervolgens de zitting met een rede, waarin hij er op wees, dat het voor de regeeringen, die te Londen zullen onderhandelen, van groot belang is de meening van de hier bijeen gekomen leidende persoonlijkheden op eco nomisch gebied over de huidige positie der economische toestanden te vernemen. Vervolgens nam de president van de Internationale K. v. K., Frowein, het woord. Wat zijn de hoofdoorzaken van de huidige crisis, zoo vroeg hij. Een kapitale vergissing is de basis van de geheele na- oorlogsohe mentaliteit, dat men honderden millioenen, die in den oorlog alleen voor vernietiging werden uitgegeven, als nor male kapitaalsbeleggingen heeft be schouwd, waarvan de opbrengst en de del ging dezelfde konden en moesten zijn als de opbrengst en delging van de beleg gingen, welke ten dienste van de produc tie zijn verricht. Uit deze hoofdfout is het probleem der herstelbetalingen en inter- geallieerde schulden ontstaan, een pro bleem, dat wat de reparaties betreft, op gelost, is en wat de intergeallieerde schul den betreft, opgelost moet worden, wan neer het economische leven van de be trokken landen weer in orde is gebracht, In vele landen wordt de gouden stan daard als een oorzaak der crisis be schouwd. Is dat juist? De eigenlijke taak van den gouden standaard is toch, aldus Frowein, de waarde te meten. Een waar demeter moet de eigenschap hebben, zoo stabiel mogelijk te zijn, en het schijnt mij toe, dat alle pogingen om een waardeme DE GAARKEUKENS VAN BILBAO. Werklooze arbeiders boycotten te Bilbao de gemeentelijke gaarkeuken®, uit protest tegen de aangekondigde vermindering vaa het aantal kostelooze maaltijden. Op den eersten dag van den boycot moesten niet minder dan 600 maaltijden worden vernietigd. Daar bedelarij in Spanje niet is toege staan, hebben de werkloozen dus geen an dere keuze dan honger te lijden. Koopt bij hen, die in UW dagblad adverteeren KON. PAKETV. MIJ. ROGGEVEEN vertr. 27 Mei van Bang kok naar Kaapstad. TASMAN arr. 27 Mei van Kochsiohang te Port Natal. KON. H0LL LLOYD. PERNAMBUOO (uitr.) vertr. 26 Mei v. Las Palmas. ROTTERDAMSCHE LLOYD. SITOEBONDO (thuisr) vertr. 29 Mei des midd. 12 uur van Marseille. STOOMVAART MIJ. OCEAAN. AGAMEMNON, Japan naar Rotterdam arr. 2 9Mei te Singapore. PATROCLUS vertr. 26 Mei van Yoko hama naar Rotterdam. PROMETHEUS vertr. 2T7 Mei van Li verpool naar Java. STENTOR arr. 28 Mei van Batavia L v. Amsterdam te Londen. De „Standaard" van Maandagavond be vat de gevoerde briefwisseling tussohen de heeren dr. H. Colijn en prof. P. J. M. Aal- berse met betrekking tot de vorming van een Parlementair kabinet. Wij laten hier volgen, wat de „Stan daard" mededeelt: „Nu oen gedeelte van de gevoerde cor respondentie, betrekking hebbend op de niet geslaagde formatie van het parlemen taire Kabinet gepubliceerd is geworden, schijnt het géwenscht om ter vermijding van misverstand, de geheele corresponden tie publiek te maiken. Zooals in de „Maasbode" van Vrijdag avond werd medegedeeld, was dr. Colijn den 12den Mei tot het besluit gekomen, dat hij meende de formatie van een parle mentair Kabinet te moeten neerleggen. Hij gaf daarvan aan de vijf door hem geraad pleegde fractieleiders kennis bij een schrij ven van den volgenden inhoud: 's Gravenhage, 12 Mei 1933. Den Hooggeleerden Heer Prof. P. J. M. Aalber8e, en 4 andere fractieleiders. J. van Oldenbameveldtlaan 82, 's Gravenhage. Hooggeachte Collega, Ik heb de eer U hierbij te bevestigen de reeds per telefoon gedane m^dedeeling dat ik voornemens ben morgenvoormiddag aan Hare Majesteit ontheffing te vragen van de mij verleende opdracht tot vorming van een parlementair Kabinet. Zooals U bekend is, acht ik den toestand, financieel en economisch, dermate ernstig, dat alleen de breedst mogelijke saamwer king van de parlementaire groepen uitzicht biedt op genoegzaam zedelijken steun, óók in het land, voor een Kabinet, dat zeer drastische maatregelen zal hebben voor te stellen. Alleen wie zichzelf van deze saamwer king uitsluit, behoort daarbuiten te worden gelaten. Nu de ■vorming van een Kabinet op den gewensohten breeden grondslag mij niet mogelijk blijkt, meen ik, hoewel de for muleering van het mandaat ruimte laat voor andere oplossingen, de ontvangen op dracht te moeten neerleggen. Ik veroorloof mij U te verzoeken aan deze mededeeling geen publiciteit te geven vóór ik U nader bericht heb doen geworden. Gaarne Uw dw. Als antwoord daarop kwam ran den voor zitter der Roomsch Katholieke Kamerclnb het reeds in de „Maasbode' gepubliceerd schrijven, dat ook wij hieronder laten vol gen: (Daar wij dit schrijven reeds plaatsten in ons blad van 26 Mei, laten wij het hier ach terwege. Red. L. Ort.) Dr. Colijn heeft daarna in een schrijven aan mr. Aa-lbense nog eens de motieven, die hom leidden tot het neerleggen van de par lementaire formatie nader uiteengezet. Dit schrijven volgt hieronder: Hooggeachte Prof. Aalberse. Veroorloof mij allereerst mijne erkente lijkheid te betuigen voor de welwillende gevoelens te mijnen aanzien, welke tot uit drukking komen in Uw brief van 12 Mei j.l. Ik stel zulks op hoogen prijs en gij wilt U dat weet ik daarvan overtuigd houden, ook zonder dat ik er in den broedc over ga uitweiden. Des te meer spijt het me, dat ik aan den op mij uitgeoefenden aandrang om te po gen een Kabinet te formeeren op den door U aangegeven grondslag geen gevolg kan geven. Ik moge do gronden voor deze houding nog eens schriftelijk uiteenzetten. De toestand van het land is uitermate critiek. Het vertrouwen wankelt. Reeds hebben zich enkele paniekachtige verschijn selen voorgedaan en met do mogelijkheid van een algemeenen aanval op ons geld wezen moet ernstig worden gerekend. Het Rijksbudget met zijn tekort van ongeveer 270 millioen gulden op don gewonen dienst voor 1934 1) waarvan, gelijk ook uit de dezer dagen gepubliceerde becijfering van Minister De Geer valt af te leiden, rond 125 millioen door bezuiniging zal zijn +-e dekken èn de deplorabele toeshand van verscheidene gemeenten roept een finan cieel probleem van ongekenden omvang in het leven. Hetzelfde kan worden gezegd van den economisohen toestand, waarbij ik met name denk aan de noodzakelijke om vormingen die in ons bedrijfsleven niet te vermijden zullen zijn. Dit aJles om van andere overwegin gen maar te zwijgen wijst heen naar een taak die in omvang en aard ver uitgaat boven hetgeen in meer normale tijden van een Kabinet en een Kamermeerderheid wordt verwacht Bij den noodtoestand waarin het land verkeert een toestand in wezen ernsti ger dan die van Augustus 1914 heb ik gemeend, dat een parlementair Kabinet ad hoe, steunend op alle groepen die bereid waren dien steun te verleenen, den meesten waarborg bood voor het slagen eener reddingspoging. Bij de door mij gedane stappen heb ik alleen buitengesloten wie zichzelf a priori ongeneigd hadden getoond tot medewer king. Het als het ware opzettelijk in de oppositie dringen van parlementaire groe pen die bereid waren mee de helpende hand ter redding uit te steken kwam mij daarentegen volstrekt ongeoorloofd voor. Het i6 op deze gronden geweest, dat ik mij gewend heb tot de 5 fracties om steuu op de basis van een door mij ontworj»»*i program. Of ik dan ten eenenmalo over het hoofd heb gezien, dat de R. K. Staatspartij zich ongeneigd had gotoond de Liberale Ka- mergroep als constitutief element in de meerderheidsvorming te betrekken? In geenen deele. Uwe Kamerrode van November U. en Uwe latere uitlatingen alle vóór de ver kiezingen vallend hebben mijn volle aandacht gehad. Datzelfde was het geval met de adviezen door de raadgevers der Kroon, na afloop der verkiezingen, aan H. M. de Koningin uitgobracht, terwijl ik zelf uiteraard mijne eigene interpretatie had van den Hits lag der verkiezing en van de daarmee samenhangende mogelijk heden. De spaak in het wiel waarvan gij ge waagt is inderdaad niet onopgemerkt ge bleven. Maar Uwe opmerking dienaangaan de houdt geen rekening met de mogelijk heid van verwijdering van zulke hindernis sen, terwijl ik moeilijk aannemen kan, dat Uwe uitlatingen vóór de verkiezingen be doeld waren als een soort bindend voor schrift voor een door de Kroon aangewe zen formateur, die immers rekening be hoort te houden zoowel met het karak ter der verkiezingscampagne als met den uitslag er van. Ik meende en meen nog dat voor de thans te vervullen baak een beroep moet worden gedaan op do medewerking van al len die van goeden wille zijn. Die taak is toch eene bij uitstek nationale, doch door het doel dat bereikt moet worden èn door de diepgaande be boe ke nis der maat regelen die noodig zullen zijn. Lof zoowel als blaam moeten over zoo breed mogelij ken kring worden verdeeld. Ieder die niet zichzelf uitsluit behoort thans verantwoor delijkheid te dragen. In Uwen gedachten- gang wordt echter, naast degenen die zich zelf uitsluiten, bij de reddingspogingen ook een goedwillend volksdeel tor zijde gescho ven. Dit acht ik onjuist. Behalve deze overweging van algemee nen aard heb ik tegen de beperking van den grondslag van het te vormen Kabinet nog een tweede bezwaar. Noch naar het getal (52), noch innerlijk, zijn de 3 groepen der voormalige ooalitio sterk genoog om een taak van dezen om vang tot een goed oinde te brengen; om de uitvoering er van tegenover een oppo sitie van Liberalen, Vrijzinnig-Democraten en Socialisten te verzekeren. Bij alle over eenstemming zoodra diepere levensvragen aan de orde komen, is de homogeniteit der 3 groepen in de latere jaren iu het alge meen vrij sterk achteruitgegaan. Terwijl do aan de orde komende vragen voorshands allo buiten het terrein der diepere begin selen liggen, dus daar waar de meoningen soms nog al uiteenloopen. Eene mislukking van een Rechtach Kabinet, wellicht reeds in dit najaar, zou, naast een mislukking van de reddingspo gingen, bovendien politieke gevolgen van verdere strekking hebben dan de val van het Kabinet alleen. Die val zou, evenals in 1923 en 1925, toch veroorzaakt zijn van binnen uit en zou eene verdere saamwer king der rechtsche groepen in anderen tijd waarschijnlijk voor goed onmogelijk ma- kon. Zelfs kan men verder gaan en zeggen, dat aan het parlementaire stolsel in ons land dan de genadeslag toegebracht zou zijn. Zulk een mislukking mag dus niet wor den geriskeord. Met het oog op die politie ke consequenties niet, maar evenmin met het oog op lands belangen van het oogen- blik. De herstelarbeid moet slagen en dat slagen schijnt mij althans bij een kabinet, der rechterzijde onder mijne leiding, niet verzekerd. Daarvoor hoeft de demagogie in Nederland te goed haar werk verricht. Het was daarom, dat ik gestreefd heb naar een parlementair Kabinet ad hoe, dat op den breedst mogclijkcn grondslag steunen zou. Uw oohirijven van 12 dezer heeft in deze zienswijze geen verandering kunnen bren gen. Al erken ik gaarne do gebleken be reidwilligheid Uwer fractie om de Minis ters in het zittend Kabinet te steunen, U zult mij moeten toegeven, dat do maatrege len tot nu toe genomen, slechts kinderspel zijn bij die welke nog genomen zullen moe ten worden. U derhalve dankend voor de uit Uw brief sprekende vriendelijke bedoelingen en voor den door Uwe fractie toegezegden steun aan een door mij te vormen Kabinet, op basis van een door U te aanvaarden program, moet ik U tot mijn leedwezen be richten, dat ik een Kabinet, alleen steu nend op de Rechtsohe groepen, niet in staat acht de reuzen-taak te volbrengen, die voor ons ligt. Althans niet een Rechtsch Kabinet, dat onder mijne leiding zou staan, waarvoor ik de reden hiervoor reeds aan- gaf. Ik meen derhalve thans uitvoering te moeten geven aan mijn voornemen, ver meld in mijn brief van 12 Mei j.l. om aan H. M. ontheffing te vragen van de mij ver leende opdracht tot vorming van een par lementair Kabinet. Hoogachtend, Uw dw. dr. 1) Te verminderen met rond 40 millioen indien men besluit voor het tekort in het leeningsfonds te leenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7