HET VERLOOP VAN DE
KABINETSFORMATIE.
DINSDAG 30 MEI 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
ter te vinden, die stabieler is dan het
goud, tot dusver vruchteloos zijn geweest.
De door de foutieve behandeling van
de kwestie der oorlogskosten in het leven
geroepen financieele crisis heeft in haar
verder verloop de vertrouwenscrisis te
weeggebracht. Waarop is nu onze hoop
gericht? Enkel en alleen op de economi
sche wereldconferentie. Het bestuur van
de Int. K. v. K. heeft een uitgebreid rap
port voor deze conferentie voorbereid, dat
wij thans zullen bespreken.
Wanneer wij van de regeeringen der
geheele wereld eischen, dat zij eindelijk
daden zullen verrichten om de wereldcrisis
uit den weg te ruimen, dan doen wij dat
niet voor ons zelf. Wij doen dat voor de
honderden millioenen arbeiders, exployé's
waarvoor wij de verantwoording dragen,
wij doen het in de hoop, dat de voorstel
len, welke wij aan de regeeringen doen,
het verschrikkelijke getal van 30 millioen
werkloozen zullen verminderen, onze em-
ployé's, de werkloozen, maak ik tot Leit
motiv van dit congres.
CHINA
CHINA'S TWEEDRACHT.
Generaals in opstand tegen Nanking.
Volgens berichten uit Peking zijn en
kele Ohineesche generaals in opstand ge
komen tegen de centrale regeering te
Nanking. Zij moeten voornemens zijn, zich
onafhankelijk te verklaren en op het
noordelijk front tegenstand aan de Japan
ners te bieden.
De „christelijke" generaal Feng heeft
opnieuw verklaard, dat 'hij een leger van
150.000 man wil organiseeren om de Ja
panners te bestrijden. Feng verwijt Tsjang
Kai Sjek, dat hij zich tegen de Japanners
niet voldoende heeft verzet. Er moeten
plannen bestaan om te Peking een nieu
we regeering te vormen.
De regeering van Nanking bevestigt,
dat het verdrag voor den wapenstilstand
geen politieke voorwaarden vervat, zoo
dat er geen sprake is van een erkenning
der Japansche aanspraken.
Poeji zou liever in Peking resideeren.
Naar uit kringen der Mandsjoerijsohe
regeering verluidt, heeft rijksbestuurder
Poeji in een schrijven aan den keizer van
Japan den wensch uitgesproken, dat
Mandosjekoeo in plaats van Tsjangtoen
de „stad Peking tot hoofdstad zal krijgen,
daar Tsjangtoen niet geschikt ie als hoofd
stad van
BUITENL. BERICHTEN.
120 Menschen van zinkend schip gered.
Uit Houghton (Michigan) wordt gemeld:
De opvarenden van het stoomschip „George
Cox", bestaande uit 100 passagiers en de
bemanning zijn ternauwernood aan den
dood ontkomen, toen het schip zonk, na
dat het in een der meren aan den grond
was geloopen. Alle 120 opvarenden konden
in veiligheid worden gebracht.
ONTVOERD EN WEER
VRIJGELATEN.
Na betaling van 30.000 dollar.
Te Kansas-City hebben Zaterdagavond
twee bandieten de 25-jarige dochter van
den bankdirecteur McElory ontvoerd. Het
meisje was alleen thuis met een dienst
meisje en bevond zich juist in het bad. De
bandieten dwongen haar zich te kleeden
en met hen mee te gaan, terwijl zij bij het
dienstmeisje'de boodschap achterlieten, dat
zij 30.000 dollar losgeld verlangden. Zij
waarschuwden ernstig, de politie niet in
de zaak te mengen. De vader en de broer
van het ontvoerde meisje hielden zich aan
de aanwijzing van de bandieten, die zij
reeds den volgenden dag, Zondag, op een
eenzamen landweg ontmoetten en de ge-
eischte 30.000 dollar betaalden. Twee uur
later kwam het ontvoerde meisje ongedeerd
in de ouderlijke woning terug.
ZES BANDIETEN TE NANKING
TERECHTGESTELD.
In 't openbaar, ter afschrikking.
van duizenden
SPADA GEVANGEN.
De beruchte bandiet van Corsica.
De beruchte Corsicaansche bandiet An-
dré Spada, die bijna 12 jaar lang het eiland
Corsica terroriseerde, is in den afgeloopen
nacht nabij het dorpje Coggia op 15 K.M.
afstand van Ajaocio door de gendarmerie
gearresteerd. Hij gaf zich zonder slag of
stoot over.
Met deze arrestatie is Corsica bevrijd
van den stoutmoedigste uit het bandieten-
gilde, dat in de laatste dertig jaren oa.
ook den beruchten Bellacoscia en den niet
minder vermaarden, twee jaar geleden
neergeschoten Romanetti, heeft opgeleverd.
Om de figuur van Spada heeft zich in
den loop der jaren een atmosfeer van schrik
en mysterie geweven, die verscheidene ro
manciers stof voor hun boeken opleverde
en tal van journalisten naar Corsica lokte.
Sommigen hunner hadden zelfs de gelegen
heid met den fameuzen rooverhoofdman
een onderhoud te hebben, dat gewoonlijk
in een of andere rotsspleet plaats vond.
Onder bedreiging met vermoording door
zijn trawanten, welke hij in de verschillen
de dorpen van Corsica had, verplichtte hij
hen zijn verblijfplaats geheim te houden
voor de openbare macht. Als hun relaas dan
verscheen, was hij natuurlijk 6teeds weer
onzichtbaar.
De eerste moord van Spada, die hem er
toe bracht zijn toevlucht tot het maquis,
Corsica's vacht van struikgewas, te kie
zen ten einde zioh aan de aandacht te ont
trekken. dateert van 1922. Zijn slachtoffer
was destijds een der gendarmes die een
kameraad van hem kwam arresteeren. Op
zijn strafregister komen minstens 20 moor
den voor, waaronder 6 op ontrouwe vrien
dinnen en 10 op politiemannen.
Nadat zijn chef, Nonce Romanetti, in
1931 door een ingenieur, wien hij een groot
bedrag had trachten af te persen, was dood
geschoten, trad Spada als leider der Cor
sicaansche bandieten op met den titel „ko
ning van het maquis".
Zijn eigenlijke domein lag in het bosch
rijk gebied ten N.O. van Ajaccio, doch ook
de streek ten Z.O. van de hoofdplaats werd
bij voorkeur door hem geterroriseerd en
gebrandschat. Onophoudelijk werd hij door
gewapende mannen achterna gezeten, maar
alle hinderlagen die hem gelegd werden,
ontsnapte hij. Het was dan ook om Spada
met zijn intieme getrouwen te vangen, dat
begin 1932 uit Frankrijk een strafexpeditie
van eenige duizenden gendarmes, zélfs met
bergartillerie uitgerust, naar Corsica scheep
ging en het eiland doorkruiste zonder dat
echter deze campagne iets noemenswaards
opleverde. In de Fransche Kamer werd
toen de mogelijkheid geuit, dat de cam
pagne op aandrang van een der politieke
partijen was begonnen, wijl een andere po
litieke partij Spada als verkiezingsagent
in het Noordelijke Corsicaansche binnen
land gebruikte. Inderdaad is Spada vroe
ger eenige malen als verkiezingsagent op
getreden.
Sinds eenige weken ging in het Westen
van Corsioa de mare, dat Spada strijdens-
moe was en dat hij zich weldra zou laten
vangen.
Uit zijn nest. in de bergen versoheen hij
in het dorp Arbori. waar hij den indruk
maakte van aan godsdienstwaanzin te lij
den. Hij liep half naakt rond, met een door
nen krans op het hoofd en een crucifix op
zijn ontbloote borst, en knielde voor de ker
ken in gebed neer. Daar hij zijn geweer
steeds in den aanslag hield, waagde nie
mand het, hem te naderen. Het heette
daarna, dat hij naar Sardinië was uitgewe
ken. Dit bleek onjuist. In den nacht van 28
op 29 Mei verscheen hij plotseling, geheel
ongewapend in een gehucht nabij het dorp
Coggia en liet zich gewillig door den gen-
darmeriepost aldaar inrekenen.
Zijn proces belooft sensationeel te wor
den. Daar echter nog onlangs een zijner
beruchtste vrienden door de rechtbank te
Ajaccio tot slechts enkele jaren dwangar
beid is veroordeeld, wordt het niet uitge
sloten geacht, dat ook Spaxla althans zijn
hoofd zal redden. 5,Tel."
STOOMVAARTBERICHTEN
In
nieuwsgierigen heeft te Nanking de te
rechtstelling plaats gehad van zes beruch
te bandieten, die op klaarlichten dag een
brutalen roof-over val hadden gepleegd,
waarbij drie politiebeambten werden ge
dood.
De bandieten werden geëxecuteerd op de
plek, waar de misdaad had plaats gehad
en na afloop liet men de zes lijken op den
grond liggen als afschrikwekkend voor
beeld voor andere bandieten.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
JOHAN DE WITT (uitr.) pass. 27 Mei
Perim.
TANIMBAR (thuisr.) verfcr. 27 Mei van
Belawan.
TARAKAN vertr. 29 Mei van Amster
dam na- "r >a de Kaap.
KON. NED. ST00MB. MIJ.
AMAZON F arr. 28 Mei van Kopenha
gen te Gdynia.
BENNFT'°M fuftr.) vertr. 26 Mei van
Cr'lao.
EUTERPE arr. 29 Mei van Amsterdam
te Odense.
HER MES arr. 28 Mei van Alexandrië
te Piraeus.
LUNA vertr. 26 Mei van New York naar
West-Indië.
ORION arr. 28 Mei van Rethymno te
Calamata.
TITUS Algiers naar Antwerpen, pass.
29 Mei voorm. 11.30 uur Vlissingen.
EEN INTERESSANTE BRIEF VAN DR. COLIJN.
DUITSCHLAND
DUITSCHLANDS SCHULDENLAST.
Transfer-conferentie.
Gisteren heeft de president van de Rijks
bank, dr. Schacht, de transfer-conferentie
geopend met een rede over de transfer-
crisis. De conferentie heeft ten doel, mid
delen te beramen ter oplossing van de
moeilijkheden, waarmede Duitschland te
kampen heeft als gevolg van de overma
king der valuta, noodig voor den dienst
der buitenlandsche schulden, dus zoowel
wat de rente als wat de aflossing dier
schulden betreft.
De rede van dr. Schacht bracht de con
ferentie al terstond in het hart der moei
lijkheden. Aan het slot van zijn betoog
wees de Rijksbank-president er n.l. op, dat
na aftrek van het op 1 Juli a.s. vervallende
crediet der goud-discontobank, de rijks
bankreserve zal zijn gedaald tot beneden
de 300 millioen, zoodat de dekking dan tot
8% is gedaald. Het gevaar bestaat dus, dat
de rijksbank-reserve tot nihil ineenschrom
pelt, aldus spreker, die met deze woorden
eindigde:
„Als wij de gebeurtenissen verder hun
loop laten, ontstaat het gevaar, dat de
rijksbank den verkoop van rijksmarken in
het buitenland niet meer kan verhinderen,
dat wil zeggen, dan ontstaat er een offi
cieel disagio en beleven wij een nieuwe
waardevermindering van de rijksmark. Dit
zou een nog grootere catastrofe beteekenen
dan de inflatie van 1923, een catastrofe, die
de R'ijksbank niet mag toelaten en niet
voor haar verantwoording kan en wil ne
men".
DE CONFERENTIE DER DUITSCHE
BISSCHOPPEN.
De Fuldaër bisschops-conferentie is gis
teren te Fulda geopend. De conferentie
vindt dit jaar vroeger dan gewoonlijk
plaats. Alle bisschoppen waren, voor het
eerst 6edert 1905, tegenwoordig. Vroeger
waren de Beiersche bisschoppen slechts
door den kardinaal-aartsbisschop van
München vertegenwoordigd. Voor het be
gin van de conferentie werd in den dom
een H. Mis van den H. Geest opgedragen.
De beraadslagingen zijn geheim.
DEUTSCHE ALLGEMEINE ZEITUNG
IN BESLAG GENOMEN.
De avond-editie van de „Deutsche All-
gemeine Zeitung" is wegens het hoofdarti
kel, dat getiteld was „Broederstrijd'', door
den hoofdcommissaris van politie in be
slag genomen. Het blad is voor den tijd
van drie maanden verboden.
DE HERDENKING VAN DEN SLAG
BIJ SKAGERRAK.
De voorbereidingen voor het herdenken
van den slag bij Jutland, of, zooals deze
in Duitschland bekend is, den slag bij
Skagerrak op 31 Mei a.s. zijn in vollen
gang.
Vooral dit jaar wordt de herdenking op
feestelijke wijze gevierd.
Marine-organisaties in Berlijn zullen
groote bijeenkomsten beleggen.
De wacht bij Hindenburg's paleis zal
door oud-matrozen worden betrokken.
De politie-president van Berlijn, admi
raal von Levetzow die het bevel had ovër
den kruiser „Molkte" bij Jutland, heeft
verlof gegeven, den naam Kemper-Platz te
veranderen in Skagerrak-Platz.
OOSTENRIJK
CONGRES DER INT. K. v. K.
Plechtige opening te Weenen.
In de groote concertzaal te Weenen is
gistervoormiddag het congres van de In
ternationale Kamer van Koophandel door
den Oostenrijksohen bondspresident,
Miklas, geopend.
Bondspresident Miklas wees er in zijn
toespraak op, dat het congres zeer aan
belangrijkheid wint, daar het onmiddellijk
voorafgaat aan de economische wereld
conferentie te Londen, Alle onheil in de
wereld, dus vervolgde de president, vindt
zijn oorzaak daarin, dat men er te weinig
aan denkt hoezeer de eigen welvaart af
hankelijk is van de levensmogelijkheid van
de anderen.
In naam der Oostenrijksche regeering
opende bondskanselier Dollfuss vervolgens
de zitting met een rede, waarin hij er op
wees, dat het voor de regeeringen, die te
Londen zullen onderhandelen, van groot
belang is de meening van de hier bijeen
gekomen leidende persoonlijkheden op eco
nomisch gebied over de huidige positie der
economische toestanden te vernemen.
Vervolgens nam de president van de
Internationale K. v. K., Frowein, het
woord. Wat zijn de hoofdoorzaken van de
huidige crisis, zoo vroeg hij. Een kapitale
vergissing is de basis van de geheele na-
oorlogsohe mentaliteit, dat men honderden
millioenen, die in den oorlog alleen voor
vernietiging werden uitgegeven, als nor
male kapitaalsbeleggingen heeft be
schouwd, waarvan de opbrengst en de del
ging dezelfde konden en moesten zijn als
de opbrengst en delging van de beleg
gingen, welke ten dienste van de produc
tie zijn verricht. Uit deze hoofdfout is het
probleem der herstelbetalingen en inter-
geallieerde schulden ontstaan, een pro
bleem, dat wat de reparaties betreft, op
gelost, is en wat de intergeallieerde schul
den betreft, opgelost moet worden, wan
neer het economische leven van de be
trokken landen weer in orde is gebracht,
In vele landen wordt de gouden stan
daard als een oorzaak der crisis be
schouwd. Is dat juist? De eigenlijke taak
van den gouden standaard is toch, aldus
Frowein, de waarde te meten. Een waar
demeter moet de eigenschap hebben, zoo
stabiel mogelijk te zijn, en het schijnt mij
toe, dat alle pogingen om een waardeme
DE GAARKEUKENS VAN BILBAO.
Werklooze arbeiders boycotten te Bilbao
de gemeentelijke gaarkeuken®, uit protest
tegen de aangekondigde vermindering vaa
het aantal kostelooze maaltijden.
Op den eersten dag van den boycot
moesten niet minder dan 600 maaltijden
worden vernietigd.
Daar bedelarij in Spanje niet is toege
staan, hebben de werkloozen dus geen an
dere keuze dan honger te lijden.
Koopt bij hen,
die in UW dagblad
adverteeren
KON. PAKETV. MIJ.
ROGGEVEEN vertr. 27 Mei van Bang
kok naar Kaapstad.
TASMAN arr. 27 Mei van Kochsiohang
te Port Natal.
KON. H0LL LLOYD.
PERNAMBUOO (uitr.) vertr. 26 Mei v.
Las Palmas.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
SITOEBONDO (thuisr) vertr. 29 Mei des
midd. 12 uur van Marseille.
STOOMVAART MIJ. OCEAAN.
AGAMEMNON, Japan naar Rotterdam
arr. 2 9Mei te Singapore.
PATROCLUS vertr. 26 Mei van Yoko
hama naar Rotterdam.
PROMETHEUS vertr. 2T7 Mei van Li
verpool naar Java.
STENTOR arr. 28 Mei van Batavia L v.
Amsterdam te Londen.
De „Standaard" van Maandagavond be
vat de gevoerde briefwisseling tussohen de
heeren dr. H. Colijn en prof. P. J. M. Aal-
berse met betrekking tot de vorming van
een Parlementair kabinet.
Wij laten hier volgen, wat de „Stan
daard" mededeelt:
„Nu oen gedeelte van de gevoerde cor
respondentie, betrekking hebbend op de
niet geslaagde formatie van het parlemen
taire Kabinet gepubliceerd is geworden,
schijnt het géwenscht om ter vermijding
van misverstand, de geheele corresponden
tie publiek te maiken.
Zooals in de „Maasbode" van Vrijdag
avond werd medegedeeld, was dr. Colijn
den 12den Mei tot het besluit gekomen,
dat hij meende de formatie van een parle
mentair Kabinet te moeten neerleggen. Hij
gaf daarvan aan de vijf door hem geraad
pleegde fractieleiders kennis bij een schrij
ven van den volgenden inhoud:
's Gravenhage, 12 Mei 1933.
Den Hooggeleerden Heer
Prof. P. J. M. Aalber8e,
en 4 andere fractieleiders.
J. van Oldenbameveldtlaan 82,
's Gravenhage.
Hooggeachte Collega,
Ik heb de eer U hierbij te bevestigen de
reeds per telefoon gedane m^dedeeling dat
ik voornemens ben morgenvoormiddag aan
Hare Majesteit ontheffing te vragen van de
mij verleende opdracht tot vorming van een
parlementair Kabinet.
Zooals U bekend is, acht ik den toestand,
financieel en economisch, dermate ernstig,
dat alleen de breedst mogelijke saamwer
king van de parlementaire groepen uitzicht
biedt op genoegzaam zedelijken steun, óók
in het land, voor een Kabinet, dat zeer
drastische maatregelen zal hebben voor te
stellen.
Alleen wie zichzelf van deze saamwer
king uitsluit, behoort daarbuiten te worden
gelaten.
Nu de ■vorming van een Kabinet op den
gewensohten breeden grondslag mij niet
mogelijk blijkt, meen ik, hoewel de for
muleering van het mandaat ruimte laat
voor andere oplossingen, de ontvangen op
dracht te moeten neerleggen.
Ik veroorloof mij U te verzoeken aan deze
mededeeling geen publiciteit te geven vóór
ik U nader bericht heb doen geworden.
Gaarne Uw dw.
Als antwoord daarop kwam ran den voor
zitter der Roomsch Katholieke Kamerclnb
het reeds in de „Maasbode' gepubliceerd
schrijven, dat ook wij hieronder laten vol
gen:
(Daar wij dit schrijven reeds plaatsten in
ons blad van 26 Mei, laten wij het hier ach
terwege. Red. L. Ort.)
Dr. Colijn heeft daarna in een schrijven
aan mr. Aa-lbense nog eens de motieven, die
hom leidden tot het neerleggen van de par
lementaire formatie nader uiteengezet. Dit
schrijven volgt hieronder:
Hooggeachte Prof. Aalberse.
Veroorloof mij allereerst mijne erkente
lijkheid te betuigen voor de welwillende
gevoelens te mijnen aanzien, welke tot uit
drukking komen in Uw brief van 12 Mei j.l.
Ik stel zulks op hoogen prijs en gij wilt
U dat weet ik daarvan overtuigd
houden, ook zonder dat ik er in den broedc
over ga uitweiden.
Des te meer spijt het me, dat ik aan den
op mij uitgeoefenden aandrang om te po
gen een Kabinet te formeeren op den door
U aangegeven grondslag geen gevolg kan
geven.
Ik moge do gronden voor deze houding
nog eens schriftelijk uiteenzetten.
De toestand van het land is uitermate
critiek. Het vertrouwen wankelt. Reeds
hebben zich enkele paniekachtige verschijn
selen voorgedaan en met do mogelijkheid
van een algemeenen aanval op ons geld
wezen moet ernstig worden gerekend. Het
Rijksbudget met zijn tekort van ongeveer
270 millioen gulden op don gewonen dienst
voor 1934 1) waarvan, gelijk ook uit de
dezer dagen gepubliceerde becijfering van
Minister De Geer valt af te leiden, rond
125 millioen door bezuiniging zal zijn +-e
dekken èn de deplorabele toeshand van
verscheidene gemeenten roept een finan
cieel probleem van ongekenden omvang in
het leven. Hetzelfde kan worden gezegd
van den economisohen toestand, waarbij ik
met name denk aan de noodzakelijke om
vormingen die in ons bedrijfsleven niet te
vermijden zullen zijn.
Dit aJles om van andere overwegin
gen maar te zwijgen wijst heen naar een
taak die in omvang en aard ver uitgaat
boven hetgeen in meer normale tijden van
een Kabinet en een Kamermeerderheid
wordt verwacht
Bij den noodtoestand waarin het land
verkeert een toestand in wezen ernsti
ger dan die van Augustus 1914 heb ik
gemeend, dat een parlementair Kabinet
ad hoe, steunend op alle groepen die
bereid waren dien steun te verleenen, den
meesten waarborg bood voor het slagen
eener reddingspoging.
Bij de door mij gedane stappen heb ik
alleen buitengesloten wie zichzelf a priori
ongeneigd hadden getoond tot medewer
king. Het als het ware opzettelijk in de
oppositie dringen van parlementaire groe
pen die bereid waren mee de helpende
hand ter redding uit te steken kwam mij
daarentegen volstrekt ongeoorloofd voor.
Het i6 op deze gronden geweest, dat ik
mij gewend heb tot de 5 fracties om steuu
op de basis van een door mij ontworj»»*i
program.
Of ik dan ten eenenmalo over het hoofd
heb gezien, dat de R. K. Staatspartij zich
ongeneigd had gotoond de Liberale Ka-
mergroep als constitutief element in de
meerderheidsvorming te betrekken?
In geenen deele.
Uwe Kamerrode van November U. en
Uwe latere uitlatingen alle vóór de ver
kiezingen vallend hebben mijn volle
aandacht gehad. Datzelfde was het geval
met de adviezen door de raadgevers der
Kroon, na afloop der verkiezingen, aan
H. M. de Koningin uitgobracht, terwijl ik
zelf uiteraard mijne eigene interpretatie
had van den Hits lag der verkiezing en
van de daarmee samenhangende mogelijk
heden.
De spaak in het wiel waarvan gij ge
waagt is inderdaad niet onopgemerkt ge
bleven. Maar Uwe opmerking dienaangaan
de houdt geen rekening met de mogelijk
heid van verwijdering van zulke hindernis
sen, terwijl ik moeilijk aannemen kan, dat
Uwe uitlatingen vóór de verkiezingen be
doeld waren als een soort bindend voor
schrift voor een door de Kroon aangewe
zen formateur, die immers rekening be
hoort te houden zoowel met het karak
ter der verkiezingscampagne als met den
uitslag er van.
Ik meende en meen nog dat voor de
thans te vervullen baak een beroep moet
worden gedaan op do medewerking van al
len die van goeden wille zijn. Die taak is
toch eene bij uitstek nationale, doch door
het doel dat bereikt moet worden èn
door de diepgaande be boe ke nis der maat
regelen die noodig zullen zijn. Lof zoowel
als blaam moeten over zoo breed mogelij
ken kring worden verdeeld. Ieder die niet
zichzelf uitsluit behoort thans verantwoor
delijkheid te dragen. In Uwen gedachten-
gang wordt echter, naast degenen die zich
zelf uitsluiten, bij de reddingspogingen ook
een goedwillend volksdeel tor zijde gescho
ven.
Dit acht ik onjuist.
Behalve deze overweging van algemee
nen aard heb ik tegen de beperking van
den grondslag van het te vormen Kabinet
nog een tweede bezwaar.
Noch naar het getal (52), noch innerlijk,
zijn de 3 groepen der voormalige ooalitio
sterk genoog om een taak van dezen om
vang tot een goed oinde te brengen; om
de uitvoering er van tegenover een oppo
sitie van Liberalen, Vrijzinnig-Democraten
en Socialisten te verzekeren. Bij alle over
eenstemming zoodra diepere levensvragen
aan de orde komen, is de homogeniteit der
3 groepen in de latere jaren iu het alge
meen vrij sterk achteruitgegaan. Terwijl do
aan de orde komende vragen voorshands
allo buiten het terrein der diepere begin
selen liggen, dus daar waar de meoningen
soms nog al uiteenloopen.
Eene mislukking van een Rechtach
Kabinet, wellicht reeds in dit najaar, zou,
naast een mislukking van de reddingspo
gingen, bovendien politieke gevolgen van
verdere strekking hebben dan de val van
het Kabinet alleen. Die val zou, evenals
in 1923 en 1925, toch veroorzaakt zijn van
binnen uit en zou eene verdere saamwer
king der rechtsche groepen in anderen tijd
waarschijnlijk voor goed onmogelijk ma-
kon. Zelfs kan men verder gaan en zeggen,
dat aan het parlementaire stolsel in ons
land dan de genadeslag toegebracht zou
zijn.
Zulk een mislukking mag dus niet wor
den geriskeord. Met het oog op die politie
ke consequenties niet, maar evenmin met
het oog op lands belangen van het oogen-
blik. De herstelarbeid moet slagen en dat
slagen schijnt mij althans bij een kabinet,
der rechterzijde onder mijne leiding, niet
verzekerd. Daarvoor hoeft de demagogie in
Nederland te goed haar werk verricht.
Het was daarom, dat ik gestreefd heb
naar een parlementair Kabinet ad hoe,
dat op den breedst mogclijkcn grondslag
steunen zou.
Uw oohirijven van 12 dezer heeft in deze
zienswijze geen verandering kunnen bren
gen. Al erken ik gaarne do gebleken be
reidwilligheid Uwer fractie om de Minis
ters in het zittend Kabinet te steunen, U
zult mij moeten toegeven, dat do maatrege
len tot nu toe genomen, slechts kinderspel
zijn bij die welke nog genomen zullen moe
ten worden.
U derhalve dankend voor de uit Uw
brief sprekende vriendelijke bedoelingen en
voor den door Uwe fractie toegezegden
steun aan een door mij te vormen Kabinet,
op basis van een door U te aanvaarden
program, moet ik U tot mijn leedwezen be
richten, dat ik een Kabinet, alleen steu
nend op de Rechtsohe groepen, niet in
staat acht de reuzen-taak te volbrengen,
die voor ons ligt. Althans niet een Rechtsch
Kabinet, dat onder mijne leiding zou staan,
waarvoor ik de reden hiervoor reeds aan-
gaf.
Ik meen derhalve thans uitvoering te
moeten geven aan mijn voornemen, ver
meld in mijn brief van 12 Mei j.l. om aan
H. M. ontheffing te vragen van de mij ver
leende opdracht tot vorming van een par
lementair Kabinet.
Hoogachtend,
Uw dw. dr.
1) Te verminderen met rond 40 millioen
indien men besluit voor het tekort in het
leeningsfonds te leenen.