ZATERDAG 27 MEI 1933
DE LFIOSCHE COURANT
DERDE B'.AD PAG. 9
HET VERLOOP DER
KABINETSFORMATIE.
EENSTEMMIGHEID IN DE
R.-K. KAMERFRACTIE.
I>e voorzitter der katholieke fractie in
de Tweede Kamer, prof. mr. P. J. Aalber-
se, heeft aan de ..Maasbode" eenige in
teressante mededeelingen gedaan over
het verloop van de kabinetsformatie, in
zoverre geheimhouding hem niet belette
te spreken. Aan dit interview is het vol
gende ontleend:
Wat mij en willicht velen eigenlijk
het meest interesseert, zoo begonnen we,
is het antwoord op de vraag, hoe het ge
komen is, dat dr. Colijn zijn aanvankelijke
opdracht, een parlementair Kabinet te
formeeren, niet heeft kunnen vervullen.
Dat antwoord is minder eenvoudig
dan men denken zou. Zelfs voor mij, die
toch alles van zeer nabij heb meegemaakt
zijn er nog verschillende punten, die om
opheldering vragen. De eerste, alles be-
lieerschende oorzaak van deze mislukking
is naar mijn meening het verkeerde begin
geweest. De formateur is begonnen met
een opzet, waarvan hij van te voren wist,
dat bij er niet in zou kunnen slagen.
Maar waarom is hij dan op die wijze
begonnen
Dat weet ik ook niet. Onmiddellijk
nadat dr. Colijn met de formatie was be
last, heb ik op zijn verzoek een lang on
derhoud met hem gehad. Wat wij bespro
ken hfbben, is natuurlijk niet in zijn ge
heel voor mededeeling vatbaar. Wel kan ik
dit zeggen, dat het voor den formateur
volkomen duidelijk was, dat de bezwaren
welke de Katholieke Kamerfractie vóór de
verkiezingen tegen eventueele meerder
heidsvorming door een samenwerking met
de Vrijheidsbondsche fractie had, ook na
de verkiezingen onveranderd door haar
werden gehandhaafd. Ik had dan ook
heelemaal niet den indruk, dat Colijn naar
een samenwerking van de 5 fracties zou
streven. Ons onderhoud had plaats op
Dinsdag 2 Mei. Gij begrijpt, hoe onaan
genaam mijn verrassing was, toen ik Vrij
dag daarop, als Voorzitter van de Katho
lieke Kamerfractie, het concept-Regee-
ringis-program van den formateur ont
ving met de vraag, of de Katholieke Ka
merfractie bereid was een door hem op de
aangegeven grondslagen te vormen Kabi
net in de komende parlementaire periode
steun te verleenen. In dezen brief kwam
ten slotte een p.s. voor, aldus luidende
„Een gelijke uitnoodiging is gericht aan
de Voorzitters van de A.-R. Kamerfractie,
C.-H. Kamerfractie, V.-D. Kamerfractie
en de Kamerfractie van den Vrijheids
bond."
Wat zegt u?
Ja, zoo werd dus, zonder eenige mo
tiveering, terloops in dat post scrip turn
meegedeeld, dat de formateur, hoewel we
tende, dat de Kath. Kamerfractie tot een
dergelijke samenwerking niet bereid was,
toch 't voornemen had, een Kabinet te
vormen op de basis van de 5 in het na
schrift genoemde Kamerfracties.
Maar professor, ik herhaal: waarom
deed Colijn het dan?
Daarop herhaal ik mijn antwoord,
dat ik dat niet weet. Het is natuurlijk,
zooals gij zegt, dat uw liberale collega's
hebben gemeend mogelijk, dat hij er op
gespeculeerd heeft, dat de Vrijheidsbond
sche fractie het aangeboden concept-pro
gram niet zou willen aanvaarden, of
eischen zou stellen, die hij niet zou kun
nen vervullen, zooals gij zelf al zegt, in
zake radio- of winkelsluitingswet bijv. In
dat geval zou dan Colijn, die van deze
scpecifiek liberale dingen niets schijnt te
willen weten, zijn goeden wil getoond
hebben en verder een Kabinet, berusten
de op de 4 andere fracties, hebben kun
nen vormen. Mogelijk is ook, dat hij er
op speculeerde, dat, als de Katholieke
Kamerfractie er maar voor gezet werd,
het odium op zich te nemen, dat zij oor
zaak zou zijn, dat 'n „Nationaal Kabinet"
niet tot stand kwam, zij nog wel onder het
Caudijnsche juk zou doorgaan. Mooht dit
het geval geweest zijn, dan heeft de for
mateur zich naar beide zijden vergist.
Voor zoover mij bekend is heeft de Vrijheids
bondsche fractie hoegenaamd geen be
zwaar tegen het concept-program ge
maakt en ook geenerlei eischen gesteld.
Wat de Katholieke Kamerfractie betreft,
deze heeft zeer ernstig de situatie overwo
gen, maar is bij haar vroeger besluit ge
bleven. In een uitvoerige nota heeft zij
aan den formateur, na de zaak in twee
langdurige vergaderingen besproken te
hebben, medegedeeld, tot welke opmer
kingen het concept-prog-am haar aanlei
ding had gegeven. In een begeleidenden
brief deelde zij meteen mede, „dat, hoe
zeer in de gegeven omstandigheden be
grijpelijk, het concept-program bijna over
de geheele lijn uiterst vaag is gehouden.
Zelfs wanneer in het op te stellen Regee-
ringsprogram aan de in bijgevoegde nota
aangegeven bezwaren en verlangens vol
ledig zou zijn tegemoetgekomen, moet
daarom voor onze Kamerfractie het ant
woord op de vraag: of zij bereid is een
door u op de in het aldus gewijzigde pro
gram aangegeven grondslagen te vormen
Kabinet, in de komende parlementaire pe
riode steun te verleenen, afhankelijk
worden gesteld, zoowel van de samenstel
ling van de meerderheid, waarop dat Ka
binet steunt als van het Kabinet zelf. Ten
einde een definitief antwoord op de ons
door u gestelde vraag te kunnen geven,
zullen wij gaarne van U vernemen:
1. hoe het concept-program zal luiden,
nadat door U is rekening gehouden met
de van de verschillende fracties ontvan
gen opmerkingen
2. hoedanig de samenstelling van de
meerderheid zal zijn, waarop het door U
te vormen Kabinet zal steunen, en van
het Kabinet zelf".
Op dezen brief, gedateerd 8 Mei 1933
is niet rechtstreeks een definitief ant
woord ontvangen. Wel hebben daarna nog
weer besprekingen tussohen den heer Co
lijn en mij plaats gehad. Mondeling heb
ik hem medegedeeld, dat de Kath. Kamer
fractie nog steeds op het standpunt stond
dat met het oog op de kleine meerderheid
(52) welke in de huidige Kamer de drie
groote rechtsche Kamerfracties met elkaar
kunnen vormen, het 't meest gewenscht
zou zijn, de Vrijzinnig-Democratische frac
tie in de meerderheidsvcrming te betrek
ken, indien met haar voldoende overeen
stemming over het program, en inzonder
heid over 's lands defensie, zou zijn te
bereiken.
De formateur schreef ons toen, dat hij
van plan was aan de Koningin ontheffing
van zijn opdracht te vargen. Mondeling
had hij mij medegedeeld, dat hij dan zou
adviseeren een Katholieken formateur
aan te wijzen om een rechts parlemen
tair Kabinet te vormen. Over dezen brief
vergaderde andermaal de Katholieke Ka
merfractie. Namens haar schreef ik toen
aan den heer Colijn 'n brief, dien ik wel
in zijn geheel zou willen zien opgenomen,
want daarin is, zij het kort, toch het ge
heele standpunt van de Katholieke Ka
merfractie, duidelijk uiteengezet.
Professor Aalberse reikte ons den brief
over, die als volgt luidde:
's Gnaven'hage, 12 Mei 1933.
Hoogeachte Heer. Colijn!
Na ontvangst van Uw geëerd schrijven
van heden, waarin U meedeelt, dat U voor
nemens is morgenvoormiddag aan Hare
Majesteit ontheffing te vragen van de U
verleende opdracht tot vorming van een
parlementair kabinet, heeft de Katholieke
Kamerfractie hedenmiddag vergaderd.
Algemeen werd Uw voornemen betreurd,
en was men van meening, dat het in het
belang van het land dringend gewenscbt
is, dat U alsnog de U gegeven opdracht
uitvoert, zoo noodig door de vorming van
een Reohtsch parlementair Kabinet.
Uwe meening, dat het beter ware, wan
neer hiervoor eén Katholiek formateur werd
aangewezen, kon men niet deelen. Alge
meen werd verklaard, dat men bereid was
een door U te vormen rechtsch parlemen
tair Kabinet te steunen.
Een Katholiek formateur heeft in de ge
geven omstandigheden al aanstonds dit te
gen, dat hij den schijn wekt, alsof hij op
een plaats gaat zitten, waarvan zijn frac
tie eerst U heeft afgedrongen.
Dat die schijn volkomen valsch zou zijn,
geeft U ongetwijfeld toe. De Katholieke
fractie heeft U volstrekt niet een spaak in
het wiel gestoken. U is, tot haar verwonde
ring, gaan draaien aan een wiel, waar
reeds, naar U bekend was,- een spaak in
zat.
De redenen, waarom de Katholieke frac
tie reeds vóór de verkiezing en daarna in
het advies, door haar voorzitter aan H. M.
de Koningin gegeven, verklaard heeft niet
met de Vrijheidsbondsche fractie tot vor
ming van een meerderheid te willen mee
werken, was drievoudig:
1. principieel: wij wensohen noch
met de S.D.A.P., noch met den Vrijheids
bond, buiten uiterste noodzaak samen te
werken, omdat dezer beginselen te ver van
de onze afliggen;
2. practisch: wij meenen, dat een
Kabinet op zoo breede, vijfvoudige basis
(65) niet sterker, maar zwakker staat, ©ener
zijds om het gemis aan homogeniteit, be
grooter naarmate de basis breeder is; an
derzijds ook, omdat een zoo groote meer
derheid het bij onpopulaire maatregelen al
te gemakkelijk maakt voor zwakke, of
vreesachtige naturen, om zich afzijdig te
houd en
en 3. politiek; wij achten het een
groote fout, wanneer thans alle niet-sor
cialistische partijen zich vereenigen. Daar
door komen de sociaal-democraten in een
uiterst gunstige positie, en worden zij in
een verkeerde richting gedrongen.
Dit waren onze, U tevoren bekende,
gronden, waarom wij op een basis van 5
niet konden sainenwerken.
U heeft gemeend, toch op die breede
basis te moeten beginnen, hoewel de mis
lukking U vooraf bekend was. Wij betreu
ren dit, ook omdat U daarvoor de Katho
lieke Kamerfractie onnoodig in een onaan
gename positie hebt gebracht. Juist daar
om ook stellen wij er prijs op, dat U thans
Uw pogingen niet opgeeft, maar doorzet,
ons daardoor gelegenheid gevende open
lijk te bewijzen, dat wij geen bezwaar had
den tegen een anti-revolutionair formateur,
noch ook tegen den persoon van Dr. Co
lijn. Ook daarom kunt U, als U een parle
mentair rechtsch Kabinet formeert, op
den kraohtigen en loyalen steun van de ge
heele Katholieke Kamerfractie rekenen.
Hebben wij Mr. de Geer niet eenstemmig
gesteund, toen de anti-revolutionaire frac
tie hem in den steek liet? Hebben wij Mr
Donner niet eenstemmig gesteund bij een
wetsontwerp, waartegen verschillenden on
zer toch zeer ernstige bezwaren hadden ge
uit, toen de Christelijk Historischen hun
steun weigerden?
Welnu, een even loyale en welwillende
houding kunt U van de Katholieke Kamer
fractie verwachten, als U, op een door ons
te aanvaarden program, een Rechtsch' par
lementair Kabinet formeert.
Ik handel dan ook volgens den eenstem-
migen wensch van de Katholieke Kamer
fractie, wanneer ik er bij U zoo sterk mo
gelijk op aandring: geef de formatie niet
op, maar tracht een parlementair Rechtsch
Kabinet te formeeren.
Met de meeste hoogachting.
Uw dw.
4w.g.) AALBERSE.
Dat is duidelijk. En wat gebeurde er
na dezen brief?
Ik heb dezen brief aan den formateur
persoonlijk overhandigd, en nog mondeling
toegelicht. Daarna ontving ik d.d. 15 Mei
van dr. Colijn, die intussoiien met de Anti-
Revolutionaire Kamerfractie had verga
derd, een uitvoerig antwoord. Dit mag ik
natuurlijk niet publiceeren, maar de conclu
sie ervan was, dat hij dankte voor de vrien
delijke bedoelingen en voor den door de
Kamerfractie toegezegde steun aan een
door hem te vormen Kabinet, maar dat hij
toch tot zijn leedwezen moest berichten,
dat hij een Kabinet alleen steunend op de
reohtsche groepen, niet in staat achtte de
reuzentaak te volbrengen, die voor ons ligt,
althans niet een Rechtsch Kabinet, dat on
der zijne leiding zou staan.
Niet onder zijn leiding? Onder een an
deren leider dus?
„Inderdaad, in verband met het vroeger
besprokene moesten wij dezen slotzin zoo
begrijpen, dat de heer Colijn nu aan de
Koningin zou adviseeren een katholiek als
formateur aan te wijzen. Over deze mede
deeling heeft de Katholieke Kamerfractie
toen weer vergaderd. Zij stond toen voor
deze keuze: ofwel een parlementair Ka
binet steunende op de 5 fracties, ofwel een 1
reohtsch parlementair Kabinet. Zij meende
op haar vroeger genomen en wel overwogen
besluit niet terug- te kunnen komen, ik
deelde dit weer op 16 Mei schriftelijk aan
den formateur mede. Deze heeft daarop
aan de Koningin ontheffing gevraagd van
de opdracht een-parlementair Kabinet te
vormen.
Mag ik U even in de rede vallen? Als
ik goed geteld heb, heeft de Kath. Kamer
fractie dus vijf maal over deze zaak ver
gaderd? De liberale pers heeft dit uitge
speeld als bewijs van de groote oneenig-
heid, die er in de Kath. Kamerfractie over
deze zaak zou hebben geheerscht. Is daar
nu iets van waar?
Eigenlijk heb ik, evenals ieder lid van
onze fractie, wier reglement op dit punt
zeer streng is, groot bezwaar mededeelin
gen te doen uit hetgeen in de Kath. Kamer
fractie is gesproken. Uiteraard en ook vol
gens het reglement, zijn deze besprekingen
steeds geheim. Maar ik mag op Uw vraag
toch wel dit antwoorden, dat tot mijn
groote vreugde gebleken is, dat de nieuwe
Kamerfractie van 28 evenals haar voor
gangster van 30 led én het bewijs heeft ge
leverd, na goede voorliohting en ampele be
spreking tot een eenstemmig besluit te
kunnen komen. Enzoo is het ook ge
weest in al die v ij f vergade
ringen! Dat er zoo-dikwijls vergaderd
werd, lag vooral hieraan, omdat er telkens
iets nieuws kwam, en als Voorzitter wou
ik niet handelen zonder mij vooraf te ver
gewissen, of hetgeen ik noodig of wensche-
lijk achtte, ook door al de leden der Kath.
Kamerfractie werd gedeeld. Alle praatjes
over meeningsversohil, verdeeldheid en ac
tie van een trouwens alleen in de ver
beelding van liberale redacties bestaanden
linkervleugel zijn dus niets meer dan
praatjes!
Maar er is toch geen opdracht gege
ven tot vorming van een Rechtsch Kabi
net? Wel heeft in de bladen gestaan, dat
Mr. de Geer en U nog eens door de Konin
gin zijn gehoord vlak voor de tweede op-
draoht aan dr. Colijn. Kunt U daaromtrent
nu ook niet iets meedeelen, want volgens
mij, en wellicht ook veel anderen, kan hier
juist een gewichtig keerpunt in het verloop''
der zaak hebben gelegen. Men vraagt zich
b.v. af, waarom werd op dit moment geen
katholiek of c. h. staatsman met de for
matie belast?
Mr. Aalberse maakte een handbeweging
als een verkeersagent, die ons buiten de
wanden gebood van het vertrek, waar als
het ware constitutioneel silentium is gebo
den. Maar zijn relaas vervolgend, zei de
oud-Minister
Dit is nu een van die moeilijke pun
ten, waarop ik bij het begin van ons ge
sprek al heb gezinspeeld. Ik acht mij niet
gerechtigd ook maar iets mee te deelen
van hetgeen op den Ruigenhoek is bespro
ken. Ik kan U alleen zeggen, dat ik juist
op dien dag op het allerlaatste oogenblik
kennis kreeg van het voor mij beslissend
feit, dat de Anti-Revolutionaire Kamer
fractie, niet bereid was, ook maar eenige
verantwoordelijkheid voor het optreden
van een Rechtsch Kabinet te aanvaarden,
en dat ook geen van haar leden in zulk een
Kabinet zou zitting nemen. De fractie van
dr. Colijn zou alleen bereid zijn zu.k een
Kabinet te steunen, zooals ook Lohman
indertijd het Kabinet-Kuyper had gesteund.
Daarmee was de door u geopperde moge
lijkheid vervallen.
Staat dit feit werkelijk vast en zou
de anti-rev. fractie zulk een houding blij
vend hebben aangenomen?
Ik moet uw beide vragen bevestigend
beantwoorden.
Maar, is er dan heelemaal niet over
wogen tot een samenwerking tusschen de
4 partijen te komen, dus zonder de Vrij
heidsbondsche fractie?
Inderdaad is daar ernstig over ge
dacht, maar de formateur stond op het
standpunt, dat hij alleen een Kabinet, dat
op de 5 fracties steunen zou, kon formee
ren. Het is alles bij elkaar zeer te betreu
ren, dat de zaken zoo geloopen zijn. Naar
mijn vaste overtuiging was, hoe moeilijk de
omstandigheden ook zijn, thans de moge
lijkheid aanwezig voor de vorming van een
Parlementair Kabinet, hetzij steunende op
4 fracties, hetzij steunende op de 3 groote
fracties der Rechterzijde. De Katholieke
Kamerfractie was bereid, aan beide haar
volle medewerking en steun te verleenen.
Zelfs een parlementair minderheidskabinet
zouden wij aangedurfd hebben. Een aocoord
met de sociaal-democraten was in de ge
geven omstandigheden natuurlijk uitgeslo
ten. Het is dus volstrekt onhoudbaar, wan
neer in een deel der pers beweerd is, dat
de Kath. Kamerfractie er de schuld van
draagt, dat er thans weer een extra-par
lementair Kabinet optreedt.
Een extra-parlementair Kabinet? En
de formateur heeft gezegd: een Crisis-
Kabinet.
Ongetwijfeld, maar dit is eenvoudig
Eeuwfeest der
St. Vincentiusvereeniging.
Hemelvaartsdag had te Den Haag de
feestelijke herdenking plaats van het hon
derdjarig bestaan der vereeniging van den
H. Vincentius van Paulo. Zoowel uit de
massale belangstelling voor deze herden
king als uit de geestdrift waarmede zij
gevierd werd, bleek, dat deze honderd
jarige nog geenszins lijdt aan seniele afta
keling. Integendeel vertoonen zioh symp
tomen, die veeleer op e>en verjeugdiging
wijzen, met schitterende beloften voor de
toekomst. De feestviering droeg dan ook
terecht een opgewekt karakter.
De pontificale Hoogmis.
Des morgens droeg Z. H. Exc. Mgr.
Aengenent in de kerk van den H. Jaco
bus een pontificale Hoogmis op. Bij het
binnentreden der kerk werd Mgr. verwel
komd door een groep Graalkadetten en
-leidsters, die zich aam weerszijden van
't middenpad hadden opgesteld. Het zang
koor der parochie voerde de Missa in ho-
norém Sanctae Trinitatis uit van Perosi.
Aan het altaar fungeerden als Troondia-
kens Pastoor van Adrichem en Rector
Witteman, als Misdiaken pater v. Gorcum
S.J. en Rector Brink, terwijl de lagere
functies werden vervuld door de kapelaans
der paroohie en Scholastieken van het St.
Aloysius-collegie.
De middagbijeenkomst.
In het Gebouw.
Des middags werd in het gebouw voor
K. en W. de diocesane herdenkingsbij
eenkomst gehouden. De opkomst overtrof
alle verwachtingen. Een deputatie van de
Graal toonde door haar kleurige aanwe
zigheid, dat ook de St. Vinoentiu6vereeni-
giug de belangstelling heeft van deze
jonge vrouwen van de katholieke daad. Op
het podium bevond zioh te midden van
palmen en witte bloemen de bekende
beeltenis van St. Vincentius, den vriend
der straatjeugd en op even smaakvolle
wijze versierd het borstbeeld van Oza-
nam. Toen Mgr. Aengenent in de loge
versoheen, werd Hij het luid applaus be
groet. Bij Mgr. in de eere-loge hadden
plaats genomen Mgr. Taskin, Proost van
het Kathedraal Kapittel, Kanunnik Wes
terwoud, Plebaan en Kanunnik v. Dam,
Deken van 's-Gravenhage. De bijzondere
Raad van 's-Gravenhage was voltallig
aanwezig.
In de zaal bemerkten wij de zeereerw.
heeren pastoors Lucassen, Buitere, do
Jong, Jorna, Beyssens en v. Adriohem, als
ook de E.E. P.P. Jezuieten P. dr. Boret,
rector St. Aloysius Coll., P. Esser, rector
Huize Katwijk, P. dr. Duurkens, P. dr.
Wilde, P. v. Gorcum en P. v. d. Vlugt,
O.F.M. Het ontbrak dus niet aan veelzij
dige belangstelling, toen de president van
den Hoofdraad, jhr. mr. L. van Fisemne
het podium betrad en het woord nam.
Rede Jhr. von Fisenne.
Na dank gebracht te hebben aam Z, H.
Exc. Mgr. Aengenent voor de persoonlijke
deelname, legde spr. er dan nadruk op,
dat in de Vincentiusconferenties ieder
welkom is, die iets van zijn tijd en geld
een nadere aanduiding van het bijzonder
karakter, dat dit extra-parlementair Ka
binet zal hebben. Het is wat men kan noe
men een extra-parlementair Kabinet ad
hoe. Een Kabinet, dat vrijwel uitsluitend
tot taak zal hebben zich te bemoeien met
de crisis en alles, wat daaraan vast zit.
Overigens zal het te handelen hebben ge
lijk een zakenkabinet, het zal de loopende
en zich nieuw voordoende zaken hebben at
te doen. Ik verheug mij er zeer over, dat
de formateur er tenslotte in geslaagd is,
dit Kabinet in een zoo krachtige samen
stelling tot stand te brengen.
En hoe zal de houding van onze frac
tie zijn?
Natuurlijk zal tegenover dit Kabinet
onze houding dezelfde zijn als tegenover
het extra-parlementair Kabinet-Ruys de
Beerenbrouck. De Kath. Kamerfractie is
van oudsher reeds Schaepman beroemde
er zich op gouvernementeel geweest. Wij
zullen ons niet, na hetgeen gebeurd is, en
wat ook voor ons hier en daar nog eenige
ophe'dering zal behoeven, aan het voeren
van een kleingeestige of rancuneuze poli
tiek bezondigen. Drie van onze allerbeste
menschen zullen in dit Kabinet zitting ne
men. Het Kabinet kan er van verzekerd
zijn, dat de Kath. Kamerfractie, gelijk
steeds, ook thans een loyale houding zal
aannemen en ook evenals in de vorige pe
riode. den moed zal hebben om impopu
laire maatregelen, indien wij meenen, dat
deze in het belang van land en volk bo-
slistn oodig zijn, goed te keuren. Ik ben er
van overtuigd zei professor Aalberse
met na-druk dat aldus de houding zal
zijn van de geheele fractie. Maar, men zal
er weer steeds rekening mee moeten hou
den, dat wij nu weer een extra-parlemen
tair Kabinet hebben. De Kath. Kamerfrac
tie aanvaardt daarom geenerlei verant
woordelijkheid voor het optreden en de
werkzaamheid van dit Kabinet, maar al
leen voor het feit, dat zij er niet toe mee
werkt dit Kabinet ten val te brengen, zoo
lang daartoe geen overwegende redenen
zijn, en voor de daden van het Kabinet,
welke door haar blijkens haar optreden in
de Tweede Kamer uitdrukkelijk of stilzwij
gend zijn goedgekeurd. Natuurlijk zal in
de komende tijden bij de vraag, welke en
in hoever ioyale steun moet worden ge
boden. zeer zwaar mede moeten wegen de
uiterst moeilijke omstandigheden, waarin
dit Kabinet optreedt. Dit is dan ook de
reden, waarom ik respect heb voor de man
nen, die bereid zijn gevonden in dit Kabi
net zitting te nemen.
Zoo besloot professor Aalberse zijn
mededeelingen.
wil afstaan, zonder dat het standbegrip
bij de aanname tot lid een rol speelt.
Verder wees spr. op de nauwe samen
werking, die er steeds bestaan heeft tus
sohen Vinoentius-vejreoniging en geeste
lijkheid en de geestelijkheid in de per
soon van Mgr. Aengenent dankend voor
haar onmisbaren steun, vroeg spr. tevens
om mede te werken tot het oprichten van
Vincentiusconferenties daar waar het noo
dig en nog niet geschied is.
Na de overeenkomst geschetst te heb
ben tusschen den tijd van Ozanam en
onzen tijd, noemde spr. het Vincentiusle-
ger een der stevigste deelen van den dam,
door de R.-P. Organisaties opgeworpen
tegen de destructieve elementen.
Bijzondere nadrfuk legde spr. op dit
grondbeginsel der Vereeniging, dat het
heil der zielen doel, de stoffelijke hulp
middel is om tot het onstoffelijke verhe
ven doel te geraken.
Ten slotte sprak spr. de hoop uit, dat
frissche Vinoentiusactie de beweging sym
pathiek zou maken voor de jongeren en
dat deze feestda-g een spoorslag zou zijn
voor alle met woord en daad God in den
naaste te blijven dienen.
Rede pater H. de Greeve.
Deze spr. wees op de geweldige be tee
kenis van honderd jaren Vincentiuswerk,
ook al gaat een werk als dit voor de ge
schiedschrijvers schuil achter gebeurtenis
sen van den laatsten eeuw.
Maar dit schuilgaan is den Vinoentiaan
juist welkom. Deze immers verlangt geen
publicatie, geen ee«r, geen lintje. De ware
Vincentiaan heeft radicaal afgerekend
met de wijsheid van de wereld, doordat
hij zijn geestelijken steun zoekt bij den.,
arme.
Hierdoor vooral onderschat do Vincen
tiaan zich van de anderen, hij stelt- een
publieke daad van geloofs- en liefdebelij-
denis als Christenzijn hart is als het
ware „gelijkgeschakeld" met het Heilig
Hart van Jezus.
De liefdadigheid van den Vincentiaan is
geen dooddoener, geen afsohuiver: hij
geeft zijn heele persoon zonder te vra
gen om dank en loon.
Als priester brengt spr. hulde aan het
Vincentiusleger een keurkorps van lec-
kenapostelen, die voor de wereld wellicht
dwaas lijken, omdat ze niet knielen voor
den mammon, maar voor den arme. Ten
slotte is de eenige maat waarmede wij
God moeten toemetenzonder mate. En
daarom hulde aan U Vincentianen, want
dat hebt gij gedaan
Rede Mgr. Aengenent.
Z. H. Exc. Mgr. Aengenent sprak zijn
groote vreugde er over uit te kunnen deel
nemen aan de viering van een feest, dat
ons herinnert aan een eeuw werkzaam
heid, welke zoo geweldig veel groots in
de wereld heeft tot stand gebracht.
Vooral omdat ik, aldus Mgr., hierdoor
in de gelegenheid beu U nog eens nadruk
kelijk te wijzen op den geest van Ozanam
en de zijnen: leniging van «toffelijken nood
zeer zeker, maar alleen om den weg te ef
fenen voor verrijking met ideale hoogoro
goederen.
Spr, bracht hulde aan do St. Vincen
tiusvereeniging, die aan de wereld toont:
dat God leeft in de Katholiek Kerk.
In antwoord op een zinsnede uit de
openingsrede deed Mgr. toezegging, gaar
ne bereid te zijn, er toe mede te werken
om in alle paroohies, waar dit nog niiet
geschied is, tot de oprichting te geraken
van een Vincentius-conferentie.
Toen het stormachtig apla-us na deze
mededeeling eenigszins bedaard was,
sprak Mgr. nog den wensch uit, dat de
geest van Ozanam vaardig zou blijven in
de oonferenties van Zijn bisdom, en dat
ook in de toekomst het werk nog rijke
vruchten moge afwerpen.
Hierna sprak de President va/n den
Hoofdraad, jhr. mr. L. von Fisenne een
woord van darnk tot Mgr. Aengenent en
tot allen, die bun medewerking hadden
verleend aan het welslagen van deze schit
terend© bijeenkomst.
Een belangrijk deel in het succes van
de herdenking had de heer Th. v. Elferen,
die met zijn zangertjes, drie-stemmig ten
gehoore bracht: het Jubellied van A.
Aarts, O Sacrum Convivium van S. Ty-
chow en Haec Dies van P. Ruinst. Ook het
Mannenkoor onder leiding van den heer
A. Beyersbergen van Henegouwen droeg
veel bij tot het welslagen van de bijeen
komst. Vooral „Salutat-io" oogstte geest
driftig applaus. Ten slotte de hoer Frans
Haring, die den middag opluisterde met
orgelspel en ook de gezangen begeleidde.
LUCHTVAART
SCHOOLVIEGTUIG GEVALLEN.
De twee inzittenden licht gewond.
Op het vliegveld Eelde is gistermid
dag om vier uur een vrij ernstig vliegon
geluk gebeurd, dat, wat de inzittenden be
treft, gelukkig goed is afgeloopen.
Omstreeks genoemd tijdstip versoheen
boven het vliegveld een vliegtuig van de
K. L. M., een Koolhoventoestcl, gemerkt
F. K. 43, dat te twee uur van Schiphol was
opgestegen. Doordat de machine bij het
landen een verkeerde zwenking' maakte,
gleed het toestel af, tengevolge waarvan
het op een naast het vliegterrein gelegen
bouwland met den kop in den grond te
recht kwam. Het vliegtuig is nagenoeg
geheel vernield. De inzittenden, de leer
ling-vlieger Steensma en Eilders, beiden
van de Kweekschool voor de Zeevaart te
Amsterdam, kwamen er gelukkig slechte
met lichte verwondingen *f. Steensma,
die het neusbeen had gebroken, moest zich
onder geneeskundige behandeling stellen
en is naar het Academisch Ziekenhuis te
Groningen vervoerd. Eilders kon ter
plaatse worden verbonden.
I De heer Aler, chef van den vliegteohmi-
I sohen dienst der K. L. M., is in verband
met het ongeluk naar Eelde vertrokken.