„Dc beun van vera in u i t eerei resul ven, ra en land zich on ge kelk vera kan ven ever men kom tege daal als pral blus acht r 1: i o85 147 1206 1686 265 2437 3160 3759 4345 4683 5781 6225 C873 7342 8094 8723 9813 10831 11627 12806 13090 13622 14359 15434 1CC83 17247 17815 18796 20232 209G0 23 470 661 779 918 1167 1521 1678 1902 217U 2271 2407 2692 3005 3172 3491 3639 3793 39*7 3991 4150 4310 4835 4868 5136 5467 572. 5962 6262 G3U0 6/49 7118 7266 ',662 7906 8135 8411 8812 8977 9149 9322 9o05 9673 9772 10036 10246 10651 11U42 11358 11611 11797 11899 12068 12194 12450 12639 12925 13230 13376 13599 13848 13985 14195 14553 14791 15070 15267 15614 1576D 15973 1G304 16581 16898 17U37 17176 17482 17632 17937 13103 18330 18582 18827 19070 192G0 19440 19450 .9625 19932 -0369 >649 J788 DE LE1DSCHE COURANT TUINBOUWPRODUCTEN <1 ZIJN EVEN MOORDEND UITSCHE. dezelfde invoerrechten gelden als in 1932; voor druiven en aardbeien geldt het in voerrecht van 3 d. per 1 b. (ongeveer 0.24 per K.G.) voortaa.ii het goheele jaar door, terwijl wat aardbeien betreft, het invoer recht van 10 pet der waarde vervangen wordt door een recht van 3 pence per 1 b. 0.24 per K.G.), hetwelk op onzen export van vefsohe koude grond-aardbeien een vernietigende uitwerking moet hebben. Voor de glasaardbeien kan de export wel iswaar blijven bestaan. Onder ,dit invoer recht, maar voor do massa-export in Sep tember tot December is het totaal uifcge- sloen. Deze aardbeien-export is tevens een groote tegenvaller voor de K. L. M. Deze maatschappij had aan het vervoer van aardbeien naar Engoland een goede klandizie. De tendenz, welke voor de hier bespro ken artikelen merkbaar is> kan men voor alle artikelen, die met een specifiek recht belast zijn, duidelijk constateeren. Men kan veilig zeggen, dat de Engelsche in voerrechten, die in een jaar een uitvoer- teruggang bewerkten als hierboven werd uiteengezet, op den duur allen uitvoer naar Engeland zullen verhinderen. Als men zich do hoogte der Engelsolie invoerrechten even realiseert, blijkt dit ook zonneklaar. Een invoerrecht van 10 pet. van de waarde kan de Nederlandsche tuin bouw in den regel nog wel dragende specifiek Engelsche rechten reiken veel en veel hooger, vaak tot ver over de 100 pet. der veilingswaarde en brengen daardoor, bij de ook in Enigeland sterk gedaalde koopkracht do prijzen op de Engelsche markten op zoo'n hoog ni veau,- dat do consumptie daar snel terug loopt. Men had op het Centraal Bureau nog nagegaan, welke bedragen in 1932 betaald zijn geworden bij den invoer van onze pro ducten in Engeland. Bij artikelen die met 'n reeht naar het gewicht zijn belast, is die niet zoo moeilijk. Voor producten, die met een invoerrecht naar de waarde zijn belast, is de waarde bij uitvoer genomen. De waar de bij uitvoer uit ons land is natuurlijk la ger dan de waarde bij invoer in Engeland, zoodat de daarop gebaseerde cijfers aan den lagen kant zijn. De aan Engeland betaalde invoerrechten zijn volgens deze berekening geweest: voor versch fruit vruohtenpulp verseke groenten vr. aardappelen 577.000 623.000 4.357.000 140.000 Totaal 5.897.000 Op zioh zelf genomen is dit reeds een respectabel bedrag: bijna zes millioen gul den. Meer dan de regeering besohikbaar stelde voor steun aan den tuinbouw. Als deze invoerrechten niet betaald hadden be hoeven te worden, zouden onder overigens gelijke omstandigheden den Nederland- schen tuinbouw een grooter bedrag zijn toegevloeid, dan nu uit de steunverleening. Vergeleken echter bij de waarde der uit gevoerde producten krijgen de betaalde invoerrechten reuzen afmetingen; de waar de van het uitgevoerde versche fruit be droeg 1.540.000, de daarop betaalde rech ten 577.000, dus meer dan een derde. Het invoerrecht op vruchtenpulp is 25 pet. van de waarde. Bij versche groenten bedroegen de betaalde invoerrechten 4.357.000, terwijl de uitvoerwaarde 11.172.000 beliep; de Engelsche invoer rechten bedroegen derhalve hierbij bijna 40 pet. van de exportwaarde. De werkelijke groentenuitvoer is echter nog zwaarder getroffen. Engeland is een der grootste importlanden van uien. Deze zijn slechts met een recht van 10 pet. van de waarde belast. Schakelen wij dit pro duct uit, dan blijken de invoerrechten nog heel wat zwaarder tc drukken. Het blijkt dan, dat niet minder dan 54 pet. van de uitvoerwaarde moet worden voldaan bij den invoer in Engeland. Uit het bovenstaande blijkt, dat een ver lichting der Engelsche invoerrechten voor den Nederlandschen Tuinbouw als oen eer ste levensvoorwaarde moet worden be schouwd. Leidt tot vernietiging van onzen tuinbouw. Na een jaar onder de Engelsche tarieven te hebben geëxporteerd, is het duidelijk ge bleken, dat zij binnen korten tijd tot ver nietiging van onzen tuinbouwexport moe ten leiden. Het is goed, dat onze Regeering den Ne derlandsollén tuinbouw steunt, doch het. zou beter zijn, indien de Regeering de oor zaken die steunverleening noodzakelijk maken, en waarvan de hooge Engelsche in voerrechten een der allervoornaamste is, weet weg te nemen. Na deze uiteenzetting van mr. Niemöller voerden nog enkele aanwezigen het woord om speciale belangen te bepleiten. De hoer Wagenaar o.a. wees nog eens op het vraagstuk van de vroege aardappe len. Over ongeveer 14 dagen moet de ex port beginnen, maar niemand weet waar heen zij uitgevoerd moeten worden. De heer Kamstra, onder-voorzitter van de Nederlandsohe Vereeniging, vestigde, de aandacht er op, dat de Scandinavische lan den er in geslaagd waren met Engeland vrij gunstige handelsverdragen af te sluiten. Ook voor ons is er thans allo reden om met Engeland te gaan praten, temeer waar in do positie van de handelsbalans tusschen beide landen een wijziging is gekomen en deze voor beide zijden thans ongeveer ge lijk is. Ook moet niet vergeten worden dal Holland, na Australië, de belangrijkste af nemer per hoofd van Engelsche producten is. Hoe eerder wij met de Engelschen gaan onderhandelen, hoe beter. In aansluiting aan een vrij langdurige discussie, doelde de heer Valstar mode, dat het in do bedoeling ligt een adres nan do regeering to zenden met samenwerking van de organisaties van den handel, waarin de ze vraagstukken onder de aandacht der re geering gebracht zullen worden. IN HET ROODE „PARADIJS"» De mislukking der collectieve bedrijven. In vooraanstaande leidinggevende Sov jet/kringen maakt men zich voortdurend steeds grooter zorgen over de toestan den die er in de collectievo landbouw bedrijven hoer8chen. De Commissaris voor Landbouwzaken in Sovjet-Rusland, Jakowlew, heeft een inspectiereis ge maakt door het Oeralgebied en is bui tengewoon pessimistisch gestemd over de indrukken die hij daar gekregen heeft. Naar aanleiding van dit bezoek bevatten de Sovjetbladen thans uitvoe rige beschrijvingen waaruit duidelijk blijkt dat de groote bezorgdheid voor de collectieve bedrijven meer dan ge rechtvaardigd is: de landbouwbedrijven in het Ocral-gebied zijn totaal verwaar loosd; de directie der collectieve bedrij ven is een absolute mislukking gebleken. De meeste verordeningen bestonden slechts op papier. De directies hadden niet het minste verstand van een prac- tiseh beheer van de landerijen en den veestapel en in plaats van practisch werk werd alle tijd besteed aan statis tieken en grafische voorstellingen: heel het plan van den voorjaars-uitzaai is practisch geen roode cent waard en kon evengoed door een schooljongen zijn sa mengesteld. Vooral in do groote bedrijven is de toestand allerdroevigst gesteld. Over het grootste landbouwbedrijf in het Oeralgebied „Gigant" had de inspecteur het volgende rapport uitgebracht. In de vroege morgenuren als het werk reeds lang in vollen gang móest zijn, lagen de boeren nog te slapen, de paarden stallen waren vreeselijk vuil, de paarden zelf hadden geen voeder, het aantal voe derbakken is veel te klein. In plaats van hooi moesten de paarden vaak stroo eten. Overal werden de koeien op het veld voor de ploeg en wagen gespannen. Wat het gebruik van tractoren betreft op dat gebied heerscht de grootste ver warring; sommige bedrijven waar men ever voldoende trekkracht beschikte, kreeg men op zekeren dag 20 tractors thuisgestuurd, terwijl een ander bedrijf, waar men juist gebrek had aan trek dieren, geen enkpip tractor ontving. Ook die partijbestuurders die met den besten wil bezield waren zijn thans gevangen in den rompslomp van de bureaucratie. De directies en ambtenaren houden lang durige beraadslagingen, nemen besluiten en kondigen verordeningen af, maar practisch wordt er niets gewerkt. De tucht op het werk is buitengewoon slecht; de levensmiddelen voorziening is absoluut niet georganiseerd. De taak die verricht moet worden- heeft men nog nergens bereikt. De Ihspecteur van den Landbouw, Jakiwlew vertelt op heel plastische wijze hoe een werkdag in het collectieve bedrijf „Gigant" wordt besteed: De boeren komen om 9 uur op hun werk; tot 's middags 12 uur is men bezig met het klaar maken van het mid dageten dan wordt er gegeten en na den maaltijd wordt er een halve hectare omgeploegd, waarna men de dagtaak als geëindigd beschouwt, zoodat ieder een naar huis gaat. Uit heel het rapport blijkt dat men de grootste bedrijven wil bevoordeelen, terwijl de andere bedrijven aan hun lot worden overgelatendie moeten maar aangespoord worden door het voorbeeld der groote collectieve bedrijven. Uit de Landbouwwereld Varkensfokvereenigingen. Het verzet I tegen de Varkenscentrale is geluwd, is j trouwens niet zoo groot geweest als het j geschreeuw van de zijde van varkenshan delaars zou doen denken. Over 't geheele land hebben rond 1G00 personen geweigerd lid te worden van de V. C.: 1G00 van de ingevecr 308.000 varkenshouders, dus nog geen half procent. VaD die 1600 weigeraars waren G70 in Zeeland, de meeste in Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de smokkel handel welig tiert en de ongemerkte big gen een gewenscht object voor den smok kel zijn. Algemeen valt op te merken, dat er bij onze hoeren-varkenshouders waar deering komt voor de V. C. Al is de mes- ring nog niet loonend geworden, de erken ning komt, dat door de V. C. de prijzen op een hooger peil zijn gebracht. En wat vooral van belang is: men begint in tc zien, dat men het voor een deel zelf in de hand heeft om een hongeren prijs dan tot dusver voor zijn varkens te maken. Er wordt door do V. C. gelet op de kwali teit, en daarnaar uitbetaald. Vroeger ge schiedde dit niet, en had de boer er dus geen belang bij om het type varkon to ver beteren. Nu worden voor do uitbetaling do varkens in 5 prijzen ingedeeld: Klasse A, de beste varkens, .en klasse III C, de zach te varkens met weck spek, kunnen wol 6 cent per K.G. in prijs verschillen. 't Gevolg zal niet uitblijven/ Do boer gaat nu op twee dingen letten: op de sa- m e n s t e 11 i n'g van het voeder rantsoen, en hette fokenvar- kenstype. Hij komt tot het inzicht, en handelt daarnaar, dat niet te veel mais of meel van eiwitrijke koeksoorten moeten worden gevoederd, want dat daardoor te week spek wordt verkregen wat kan worden voorkomen bijv. door toevoeging van 10 pCt. cocoa meel. En dan gaat hij er zich op toeleggen. Hij zal, als hij zijn big gen niet koopt, zich een zeug aanschaffen, welke aan de gestelde eischen voldoen en voor bij een goed type beer toelaten. Wie zelf niet fokt, geve bij aankoop van big gen acht op heb fijne en de afstamming, waarom het aanbeveling verdient te koo- pen bij bekende, vertrouwde fokkers. Het is nu wens c hel ijk, dat de landbou wers, die varkens fokken en mosten, zich aansluiten bij een fok vereeniging; waar zulk een vereeniging nog niet bestaat, moet die zoo spoedig mogelijk worden op gericht. De omstandigheden leiden, neen, dringen er toe. Er moet in het fokken uni formiteit komen. Het varkensstamboek heeft in die richting al veel gedaan. In na volging van Denemarken, waar men ons ook in dit opzicht ver vooruit ie, heeft men ins ons land een 7-tal selectie-mcstorijen, waar nakomelingen van stamboekvarkens worden gemest en wordt nagegaan, welke aan de gestelde eischen voldoen en voor de mesterij kunnen worden aanbevolen. Premiën worden toegekend voor fokbecr- tjes van de goede soort. Zij, die nu in de gewenschte richting wil len gaan fokken, dienen wel te begrijpen, dat de stamboekfokkerij in de eerste plaats moet dienen om zelf goede kwaliteit var kens te kunnen afleveren, waarmee ook zonder verkoop van dieren voor de fokkerij grooter voordeden te verkrijgen zijn, dan met gewone varkens. Selecteeren van den Hoenderstapel. De kippenhouderij moet worden ingekrompen, 't is onvermijdelijk, willen we niet met onze eieren blijven zitten. Welke kippen moeten weg? Natuurlijk liefst de minst pro ductieve dieren. Maar hoe die te vinden! Men leest advertenties, waarin personen zich als deskundig aanmelden om de hen nen uit te- zoeken, waarvan de minste eieren te verwachten zijn. Kan men daarop ingaan? De Rijks-Pluimveeteeltconsulent te Beekbergen heeft op deze vraag als volgt' geantwoord: Aan het Rijks-Instituut, voor Pluimveeteelt aldaar heeft men een proef genomen met een 140-tal hennen. Deze waren alle op vainest gecontroleerd en werden nu naar u i t e r 1 ij k op den leg geselecteerd. Zoo kon de selectie vergele ken worden met de werkelijke productie. En wat was het resultaat? Dat men tot de conclusie moest komen, dat de vainest- controle op een fokkerij-bedrijf bij de selectie niet gemist kan worden! Wel viel aan het uiterlijk der dieren meestal te constateeren of de hennen op dat mo ment aan den leg zijn (iedere ervaren kippenhouder weet dat), doch hoe groot de leg reeds geweest is, of nog zijn zal, valt meestal niet te zeggen. Zieke dieren en de zeer slechte legsters, kan men er in den regel op deze wijze wel uitschiften, doch het wordt waarzeggerij, zegt de Con sulent, zoodra men verder wil gaan. Bestrijding van den runderhorzel. Of be strijding van deze huidparasieten noodig is? De schade is veelzijdig: le Vanwege de pijn, als er veel wormbuiten op den rug zitten, eten de dieren minder en do v o e- dingstoestand lijdt er onder; 2e. Het jonge vee wordt in zijn groei, tegenge houden. 3e. De melkproductie der koeien vermindert tengevolge van de pijn lijke wormknobbels. 4e. Het v 1 e e s c h rondom de wormbultcn wordt waardeloos, de huid verliest haar waarde voor de in dustrie vanwege de vele gaten, die er in zijn. 5e. Gedurende den zwermtijd der hor zels wordt de rust in de weide verstoord en neemt de melkgift af. De bestrijding kan geschieden door aan snijding en indrukking der wormbuiten, waarna de larven gedood worden; voorts door verwijdering met haaknaald en pin cet; door het onschadelijk maken der lar ven met oliën en zalven, in het laatste sta dium is dit echter met afdoende, waarom men thans een vloeibaar middel ge bruikt, horzeline, waartegen de lar ven niet bestand zijn. Dit middel is bij slechts éénmalige inwrijving ook goed te gen schurftmijten. Kalk en Thomasslakkenmeel. In 't Tijd schrift „Die Phosphorsiime" lazen we een artikel, waarin door dr. H. A. Wilhelm en dr. C. Krügel de grondbeginselen voor fos- forzuurbemesling worden geformuleerd. Zij spreken hierin als hun meening uit, dat voor een behoorlijke werking van *t f os- forzuur op zure gronden een toediening van kalk noodzakelijk is, cn conc'udce- ren verder: „In vele gevallen kan kalken en bemesten (met phosphorzuur) floor het toedienen van slakkenmeel gecombineerd worden. Hiermee wordt uitgesproken de groote waarde v. d. kalk, welke 't slakken- meel bevat en die men bij aankoop van het Thomasmeel als fosforzunr, als toegift, d. w. z. kosteloos bekomt. De neutralisee- rende werking van het slakkerrtneel staat dan ook. volgens dr. Wilhclmj, slechts „iets achter" bij die van ongcbluschte kalk. De praktijk spreekt zich nog gunstiger uit. De Rijkslandbouwconsulent dr. C. K. van Da alen te Utrecht schreef in een verhan deling over de beteekeuis van den ka-'r- toestand van den grond voor grasland:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7