MAANDAG 22 MEI 1933 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 BAROMETER. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht in den morgen van 22 Mei 1933, medegedeeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De Bildt. Hoogste barometerst.: 774.3 te Abisko. Laagste barometerst.: 770.3 te Biarritz. Verwachting tot den avond van 23 Mei: tot zwakke Oostelijke tot Noor- lelijke wind, helder jjj? tot lioht bewolkt, 5*- droog warm weer, later iets koeler. De diepe depressie die Zaterdag nog bij IJsland lag en haar invloed tot de Brit- sehe Eilanden uitstrekte is bijna verdwe nen, hooge drukking strekt zich uit van Portugal over de Britsohe Eilanden tot in Noord-Scandinavië en neemt nog in be- teelcenis toe. Een ondiepe depressie heeft in Zuid-Frankrijk onweer gebracht en trekt, nu naar Spanje, andere ondiepe de- .pressies brachten afkoeling in het Oost- zeegebied. In onze omgeving heersclit tot op tien km. hoogte Oostenwind; geheel Duitschland heeft zonnig weer alleen aan de Oostkust wordt de bewolking gemeld. De Britsehe Eilanden en Scandinavië heb ben koeler maar eveneens zonnig weer, be halve de omgeving van Skagerak, waar betrokken lucht en lichte neerslag voor komt. De algc...eene vooruitzichten blij ven gunstig voor fraai weer met iets min der warmte. LUCHTTEMPERATUUR. Temperatuur des middags te half drie 24.gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS «.a.: Van Maandagnamiddag 9.29 uur tot Dinsdagmorgen 4.24 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: Dinsdag 23 Mei voorin. 2.46 uur en nam. 3.03 uur. WATERTEMPERATUUR: Zweminrichting Hooge Rijndijk om 7 uur 19.5 en 12 uur 20 gr. C. Zweminrichting „De Zijl", om 7 uur: 18 eu 12 uur 18.5 gr. C. en H. M. de Koningin, en dat op de sec tievergaderingen de conclusies ongewijzigd waren aangenomen. Daarna was het woord aan Pastoor P. Boovers uit Haarlem voor liet uitspre ken van de rede. Rede Pastoor P. Roovers. Met den besten wil van de wereld kun nen wij niet ontkomen aan de waarheid, dat zoolang wij leven in een maatschappij we op elkander zijn aangewezen. Immers op oeconomisch gebied raken wij eikan ker dagelijks niet alleen nationaal, maar zelfs internationaal en komen wij samen tot een resultaat, wat wij niet meer bun nen missen. Op politiek gebied is liet al niet anders. Juist waar twee partijen vijandig tegen over elkander staan* daar zou de eigen lijke strijd niets beteekenen waar de saam hoorigheid in iedere partij ontbrak en al leen een chaos over de geheele nie zou het resultaat zijn. Had men beter begrepen, dat saamhoo righeid op politiek terrein de strijdkrach ten beter concentreert en was dat begrip en die verantwoordelijkheid in practijk ge bracht, wij waren bij dc j.l. gehouden ver kiezing eervoller uit den strijd gekomen en onze strijdmacht was zeker versterkt geworden. Op godsdienstig gebied is ook saamhoorigheid dure plicht. Geen strijd is feller en is zoo algemeen als de strijd tusschcn geloof en ongeloof. En het is ons allen bzekend, dat wie als Katholiek geboren wordt, een krijgsman in den dop is, zoodat wie zijn geloof niet verloochent steeds altijd het oorlogspad moet opgaan, tot de tanden toe gewa pend. Niet alleen actieve medewerking voor de Roomsche zaak is geboden maar alles wat onze zoo noodige saamhorigheid zou kunnen verknoeien, inoet met de grootste zorgvuldigheid worden vermeden. Óns past saamhoorigheid met alle stan den en leeftijden in dc Boomsche Kerk. Bij ons geen klasenstrijd. Strijden doen wij alleen naar buiten uit. Wij kunnen in de maatschppij mis schien op de hoogste sport staan, als Ka tholiek zijn wij aan anderen gelijk. De Kerk, onze moeder, maakt immers ook geen verschil, als zij ods genaden uitdeelt. De biechtstoel is voor dc armsten geen andere als voor de rijkslen en als zij noo- digt aan den hemeldisch. dan schikken zij allen aan, rijk en arm door elkander, en zij zet hot beste voor, wat zij bezit, maar het is dezelfde spijs. Wij worden door den vijand geprikkeld tot saamhoorigheid. Wij Katholieken heb ben altijd de benijdenswaardige eer gehad in dc volle belangstelling te staan bij onze tegenstanders. Ik overdrijf niet, als ik durf beweren, dat wanneer wij als Katho liek volk van de aarde zouden verdwijnen, onze vijanden veel pikant in hun leven zouden moeten missen. Men thast ons dikwijls aan in datgene wat ons bovenmate heilig en dierbaar is, en al laten wij veel over den kant gaan, in sommige gevallen stijgt het strijd vuur ons naar de wangen en kunnen wij samen veel bereiken op den tegenstander. Nu is het een feit, dat allerwegen voor al in Nederland zich een krachtig Kath. leven openbaart. Onze Moeder de H. Kerk verstaat de kunst zich te geven en zich^Je plooien naar de omstandigheden des tijds. Niet, dat zij iets van de waarheid prijs geeft, maar dat zij zich weet aan te pas sen aan de behoeften van hare kinderen. Wij behoeven onze kerken nog niet te huur te zetten, maar wij zouden met suc ces er nog wel localiteit bij kunnen gebrui ken, want een biddende en hongerende menigte roept om een huis, roept om een schaapstal om samenhoorig bij den Herder te zijn. Alles bij elkaar genomen ijn wij roepen to een intense saamhoorigheid Maar dat zal ons offers kosten, vooral persoonlijke offers. Maar wat hindert dat? Moeten wij dat ook niet op maat schappelijk gebied? Wij zullen moeten strijden, maar ook moeten lijden. Strijden met elkaar en lijden in ons persoonlijk be lang, als de gemeenschap daarmee gebaat is. En als wij nuiet meer strijden kunnen, als de vijand onze handen zou' knevelen en onze tong zou moeten zwijgen, dan kun nen wij nog lijden, dat kan de vijand ons niet afnemen. Lijden, zooals onze groote dichter Von del zijn helden laat zeggen in zijn scheone „Peter en Paul" Al stonden wij met hecole benden Gekerstend, blank in 't harrenas.... Voor de rede waren door een uitste kend geschoold koor eenige gezangen uit gevoerd. Ooor een jongenskoortje werden nu enkele liedjes gezongen, opgewekt en frisch van toon, maar die al te jongens achtig klonken in deze plechtige vergade ring en in dat kerkelijk milieu. Mgr. Aengenent besteeg hierna de ka theder. REDE VAN DEN BISSCHOP. Wanneer ik thans, aan het einde van deze zoo schitterend geslaagden dag eeni ge woorden spreek, dan is de bedoeling geen andere dan te wijzen op eenige prac- tisclie punten uit de heden behandelde stof, waardoor gij in uw leven zult gaan doen, hetgeen vandaag in theorie is be handeld. Dan wil ik wijzen op enkele verschijnse len, die niet stemmen tot blijdschapop verschijnselen, die, waar ik hoop, naar aanleiding van dezen Katholiekendag, zullen verdwijnen. Ik wil niemand een verwijt maken. Ik wil spreken als een vader tot zijn kinde ren, als een geestelijk vader, die in deze moeilijke tijden door God is aangesteld om uw geestelijke belangen naar beste weten te verzorgen. Op de eerste plaats wil ik er op wijzen, dat Katholieken ook saamhoorigheid moe ten toonen in hun organisaties van ont spanning. Op dat gebied bestaat onder Katholieken werkelijk een tekort. Ik be doel zeer in 't bijzonder de sport. Het is veel te weinig tot de diocesajien doorge drongen, dat het niet alleen zeer ge- wenscht, maar ook noodzakelijk is, dat de Sport veel meer sympathie ontvangt dan tot nu toe. 't Is jammer en droevig het te moeten constateeren, maar het is een feit, dat vele Katholieken niet genoeg begrijpen, dat het dringend noodig is, om de sport te organiseeren op Katholieken grond slag, niet alleen om daardoor de sport beoefenaars verwijderd te houden van al wat sohadelijk is, maar ook en vooral om de sport positief dienstbaar te maken aan de hoogere belangen der ziel. Het is niet te ontkennen, dat vele Ka tholieke neutrale sportverenigingen steu nen, hetzij door lidmaatschap, hetzij door financieele steun, hetzij door hun sympa thie. Ik, als Bisschop van dit diocees, vraag met alle aandarng, die in mij is, dat deze mentaliteit moge veranderen en de Katholieke Sport steeds grooteh moge worden. En onder katholieke sportvereeniging versta, ik niet iedere sportvereeniging, die zich Katholiek belieft te noemen, doch al leen die vereeniginigen, die Kerkelijk zijn geauthoriseerd en wier statuten dooi- den Bisschop zijn goedgekeurd. Z.g. „vereenigingen van Katholieken" hebben niet de siympathie van den Bis schop. Zulke vereenigingen staan niet op den waren grondslag. Ik vraag de ouders, hun kinderen te verbieden, lid te worden van neutrale of andere vereenigingen, wier statuten door den Bisschop niet zijn goed gekeurd. Een tweede opmerking wilde Mgr. ma ken op 't gebied van het openbare leven. De laatste maanden heeft men het meer malen gehoord, hoe zoowel Z. H. de Paus als de Bisschoppen van Nederhmd dringend dat Katholieken hebben aangespoord hun eenheid te bewaren, ook op politiek ter rein. Toen ik het voorrecht had door den Paus in audiëntie te worden ontvangen, heb ik afzonderlijk verschillende zaken met Z. EL mogen bespreken. Afzonderlijk heb ik met hem gesproken over het gods dienstig leven in Nedei-land; afzonder- 1 ij k over de sociale organisaties; afzon derlijk ook over het politieke leven in ons vaderland, en speciaal wat het politie ke leven betreft, heeft de Paus gezegd, dat ik zijn woorden in het openbaar moest overbrengen, dat de Katholieken van Ne derland hun eenheid moesten bewaren vóór alles, boven alles, na alles en tot eiken prijs. En Z. H. legde er de nadruk op, dat ik deze woorden zou uitdragen naar buiten en in zijn naam aan de Katholieken van Nederland zou mededeelen. De Bisschoppen hebben in him Vasten- mendement om die eenheid verzocht en vandaag nu de saamhoorigheid onder de Katholieekn wordt besproken wil ik met bizonderen nadruk de aandacht erop vesti gen, waarom de eenheid op politiek terrein zoo geboden is. Louter en alleen om deze eenvoudige en voor ieder te begrijpen reden: wanneer onze eenheid afbrokkelt en versplintert, komen uw eigen hoogste geestelijke en godsdienstige belangen is gevaar. Dat is de eenige reden, waarom ik zoo op een heid aandring maar dat is dan ook een zeer belangrijke reden. Niet omdat ik de meening zou zijn toe gedaan, dat verschil van meening op poli tiek terrein niet toelaatbaar is. Men kan toch niet veronderstellen, dat ik niet zou weten, wat verklaard is door de Pausen, n.l. dat binn enhet raam der Kerk verschil van inzicht mogelijk is. Meeningsverschil len mits niet in strijd met geloof en ze den, zijn bestaanbaar en toelaatbaar. Maar op ieder gebied van menschelijk handelen zijn wij verplicht een op zioh toe laatbare vrijheid prijs te geven, wanneer de uitoefening van die vrijheid gevaar zou opleveren voor onze hoogste belangen, onze godsdienstige belangen. En nu zijn in onze tijden de omstandig heden zóó, dat versplintering onzer politie ke eenheid een groot gevaar vormt voor onze hoogste belangen. Daarom handelt ieder ontoelaatbaar, die versplintering tot stand brengt en zich afscheidt van de een heid. Mgr. verklaarde niet als scheidsrechter tusschen de verschillende politieke meenin gen te willen optreden. Niet als politicus heb ik gesproken, maar als Bisschop, ter veiligstelling van uw hoogste belangen, vooral van die uwer kinderen in de toe komst. Op een ander verschijnsel wilde mgr. nog wijzen. Er zijn Katholieken, die aan de af brokkeling der politieke eenheid wel niet meedoen,maar die door woox-d en geschrift het vertrouwen ondergraven in de leiders, van wie velen vijf-en-twintig jaren en meer him beste krachten hebben gegeven. Die verdienstelijke mannen worden verguisd en als nietswaardigen betiteld. Het is een droevig verschijnsel deze ondergraving van het vertrouwen in man nen, die door jarenlang werken getoond hebben goede Katholieken te zijn en zoo vooruitstrevend te zijn als onder de gege ven omstandigheden mogelijk was! Degenen, die op de leiders afgeven, ver geten twee dingen: Ten eerste dat wij, Katholieken, slechb9 een derde van de bevolking uitmaken, zoo dat wie ook aan het roer zou komen het voor iedereen onmogelijk zou zijn, de idealen, die wij als Katholieken mogen heb ben, te realiseeren. Ten tweede vergeten dezulken, dat ons vaderland niet alléén de crisis zal kunnen oplossen. Men kan nationaal alleen trach ten de toestanden, die gevolg zijn van de crisis, te verbeteren. Ten slotte wilde Mgr. wijzen op een an der gebrek aan saamhoorigheid en wel de saamhoorigheid tusschen leeken en pries terschap. Die saamhoorigheid is niet zooals wij haar wenschen. In den laatsten tijd kan men er getuige \an zijn, hoe op de Pries tersstand wordt afgegeven; de mensohelij- ke gebreken die natuurlijk ook den priester eigen zijn worden vergroot en veralgemeend. Dit is een droevig en on rechtvaardig verschijnsel. Droevig want wanneer de saamhoorigheid tusschen pries- tesr en volk verdwijnt, dan graven wij ons eigen graf. Het is steeds een roem van de Kerk in Nederland geweest, die hartelijke eenheid, die tusschen priesters en volk heerschte. Onrechtvaardig want ik mag wpl zeggen en ik w i 1 het vandaag ook zeggen, dat het mijn vaste overtuiging i6, dat wij door Gods genade in ons vaderland bezitten een priesterstand, waarop wij trotsch mogen zijn. (Applaus). Als Bisschop van dit diocees met meer dan 1000 priesters durf ik verklaren, dat deze priesters diep doordrongen zijn van hun taak, tot eer van God en tot heil der zielen. Onrechtvaardig is het de fouten der priesters te vergrooten en niet te zien, hoe zij dag en nacht hun herderlijk werk met groote toewijding verrichten onder alle standen der maatschappij. I ikwil hier een protest uitbrengen tegen die aanklachten, en verklaren, dat onze priesters zijn menschen, bezield met een heilige ijver voor God en het heil der zielen. Ik uit den wensch, dat het saamhoorig- heidsbesef tuschen volk en priesters van dezen dag af moge toenemen in kracht en dat de vrucht van dezen Katholiekendag moge zijn, dat de aanhankelijkheid van het volk voor den priester versterkt wordt. En ook wensch ik, dat op 't gebied van sport en openbaar leven onze eenheid in de toe komst geen lacunes meer zal vertoonen. Versterkt uw eenheid, besloot Mgr., op alle terrein, dan kunnen wij ervan verze kerd zijn, met behulp van God; deze ern stige tijden goed te zullen doorkomen. (Langdurige toejuichingen). De voorzitter, de heer Heerkens Thijs- sen, sprak een woord van dank en sloot hierna de Twaalfde Dioc. Katholiekendag. (Ongecorrigeerd). Katholieken-vervolgingen...' bestaat niet! Overal in.de wereld kan men constatee ren, dat de Katholieken, als zij niet één maar onderling verdeeld zijn, geen be- teekenenden invloed kunnen uitoefenen, geen hun toekomende positie innemen, ja. worden genegeerd, achtergesteld en óók vervolgd, gruwelijk vervolgd. Gruwelijk vervolgd ooh kom; praatjes! Praatjes zegt de socialistische pers van Zaterdagavond. Een katholiek blad had opgemerkt, dat, waar de socialistische pers nu een protest boycot tegen „Hitler-Duitschland" voert, zij toch ook 'ns tegen de vervolging van Katholieken moest protesteeren. En naar aanleiding daarvan schrijft de „Vooruit" een stukje met het opschrift: „Praatjes", waarna 't blad de vraag stelt: „Tegen welke vervolging?" 't Is brutaal! Niet alleen wordt nagela ten te protesteeren tegen de vervolgingen van katholieken, maar zelfs het feit dier vervolgingen wordt ontkend!.-... Tegenover deze houding onzer beginsel tegenstanders blijkt toch wel de noodzake lijkheid onzer eenheid in eigen kring, onzer practische saamhoorigheid En wij veroorlooven ons hier te wijzen naar wat gisteren door onzen Bisschop op den Katholiekendag te Delft is gesproken Commentaar op diens woorden zou de duidelijkheid en klaarheid ervan slechts kunnen schaden. STADSNIEUWS STICHTING LEIDSCH BORGSTELLINGFONDS. Woekerbestrijding: een dankbaar werk. In de onder voorzitterschap van mr. P. A. Pijnacker Hordijk gehouden ver gadering van het Bestuur van de Stich ting Leidsch Borgstellingfonds heeft de secretaris, de heer P. A. van Aggelen, directeur van de Gemeentelijke Hulpbank (Gem. bank van leening en geldsohiet- bank) verslag uitgebracht over de werk zaamheden van het fonds over 1932. Aan dit verslag is het volgende ont leend: Het jaar 1932 is voor de Stichting Leidsch Borgstellingsfonds wederom een werkzaaim jaar geweest. Het fonds heeft vele economisch zwakken in hun moeilijken levensstrijd kunnen s'teunen. Deze wijze van woekerbestrijding is een dankbaar werk. Het fonds behoefde ook dit jaar slechts in enkele gevallen als borg te betalen, waaruit blijkt, dat degenen, voor wie het fonds borg heeft gestaan, dit ook ten volle waard waren. In de samenstelling van het Bestuur kwam eenige veranderirng. De heer prof. mr. D. v. Blom verzocht, wegens onverwachte vermeerdering van werkzaamheden, ontslag als bestuurslid. Dit ontslag is hem op de meest eervolle wijze verleend. Het is het Bestuur een behoefte ook in dit verslag prof. v. Blom hartelijk dank te zeggen voor den grooten steun, welken het niet alleen bij de totstand koming, maar vooral ook in het eerste levensjaar van het fonds, toen door hem het Voorzitterschap werd bekleed, van hem heeft mogen ondervinden. Deze steun en de aangename samen werking zullen bij ons Bestuur in onver zwakte herinnering-: blijven. Prof. dr. J. H. Boeke werd tot lid van ons bestuur benoemd. Het Dagelijksoh Bestuur kwam 24 maal bijeen. De secretaris hield eiken Zaterdag middag van 35 uur spreekuur in het gebouw Nieuwsteeg No. 4. Door het Dag. Bestuur werden 512 (v. j. 529) schriftelijke aanvragen voor een borgstelling behandeld. Alle aanvragen werden nauwkeurig onderzocht. 423 (v. j. 426) aanvragen voor een borgstelling tot een gezamenlijk bedrag van 37790.— (v. j. 36563,50) werden ingewilligd. Het grootate aantal der aanvragers bestond uit fabrieks- en vakarbeiders. AGENDA LEIDEN. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 22 tot en met Donderdag 25 Mei Hemel vaartsdag) a.s. waargenomen door apo theek: W. Pelle, Kort Rapenburg 12, tel. 594; van Vrijdag 26 tot en met Zon dag 28 Mei nemen waar de apotheken: G. H. Blanken, Hoogewoerd 171, telef. 502 en D. J. van D'riesum, Mare 110, tel. 406. Ten einde een geldleening mogelijk te maken, werden derhalve vele gezinnen, die door omstandigheden als ziekte, ge zinsvermeerdering, verhuizing, handels- geld, aanschaffing van kleeding, bedde- goed, ledikanten, vernieuwing van huis raad etc. op een bepaald tijdstip geld noodig hadden en credietwaardig waren, aan een borgstelling geholpen. Het bestuur heeft ook dit jaar meer malen de behulpzame hand kunnen bie den aan personen, die gebukt gingen onder financieele verplichtingen, welke zij op zioh hadden genomen. 89 (v. j. 100) van de schriftelijke aan vragen voor een borgstelling moesten worden afgewezen, omdat: le. de aanvrager niet credietwaardig was; 2e. de reden waarvoor men een borg stelling noodig had, niet beantwoordde aan het doel der Stichting; 3e. de aanvrager geen ernstige pogin gen had gedaan, om een borg te vinden. Past op de woekeraars! Dat deze waarschuwing nog steeds niet overbodig is, bleek wederom uit een ergerlijk geval van woeker, waar voor in het verslagjaar bemiddeling werd ingeroepen. Iemand leende 12 jaar geleden een bedrag van 60.en moest hiervoor elke maand 6.aan rente betalen, zonder dat echter de hoofdsom ver minderde. Het was het slachtoffer niet mogelijk de hoofdsom in eens terug te betalen, zoodat hij 12 jaar lang doorging met iedere maand de 6.rente te betalen of wel in totaal 864. De geldleener kon ook de rente niet meer betalen en de geldschieter gaf de zaak in- handen van een rechtskundig bureau, ondanks dat hij voor 60. geleend geld ƒ864.had terugontvan gen. Op de geteekende schuldverklaring stonden de voorwaarden van leening niet vermeld. De schuldverklaring werd elke maand vernieuwd. De vordering werd toen in een on schuldig kleed gehuld; er werd slechts 5 pet. rente bedongen. Onnoodig te zeggen, dat, zoodra wij met dit geval in kennis werden gebracht, wij er onmiddellijk een eind aan hebben gemaakt. Valsche schaamte had het slachtoffer er van weerhouden deze zaak eerder met zijn superieuren of met ons te be- spreken. Gelukkig, dat de Geldsohieterswet aan deze praktijken een eind kan maken. Op het uitoefenen van het geldschie- tersbedrijf zonder vergunning van Bur gemeester en Wethouders staat niet minder dan twee jaar gevangenisstraf en tien duizend gulden boete. Voor alles is evenwel noodig een be hoorlijke medewerking van het publiek. De woeker, die de duisternis zoekt, zal wel talrijke nieuwe vormen trachten aan te nemen, om daardoor de werking van de wet te ontgaan. Men schrome niet deze gevallen ter onzer kennis te brengen. In het begin van het jaar 1932 werd door enkele leden van ons bestuur het initiatief genomen om te komen tot een Landelijke vereeniging voor woekerbe- strijding. Dit had tot gevolg, dat onder leiding van mr. v. d. Bergh op 30 April 1932 is opgericht de Nederlandsche Vereeniging voor Volkscredietwezen en woekerbe strijding. Het doel van de vereeniging is te be vorderen: a. dat, waar hier to lande het niet- commercieele volkscredietwezen niet of op onvoldoende wijze is georganiseerd, hierin voor - zooveel noodig worde voor zien; b. dat een zoo doeltreffend mogelijke uitvoering van de Geldschieterswet wor- de verkregen; c. dat overigens de woeker in al zijn vormen worde bestreden. Er werd tot ons, uit onderscheidene gemeenten, het verzoek gericht, om in- lichtingen te verstrekken over de wer- king van het Borgstellingsfonds, waar- aan wij steeds gaarne hebben voldaan. J Naar het voorbeeld van onze Stichting zijn reeds een aantal Borgstellingsfond sen opgericht. In het verslagjaar kwamen tot stand het Apeldoornsch-, het Nijmegensoh- en het Utrechtsch Borgstellingsfonds, ter wijl in den Haag, Groningen en den Bosch plannen zijn ontworpen om tot een Borgstellingsfonds te komen. De rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer G. A. Smit, sluit in ontvangst en uitgaaf met een 'bedrag van 2629.46, de kapitaalre kening met 23292.85. Voor de medewerking, welke het be stuur in het afgeloopen jaar in zoo rui me mate heeft mogen ondervinden, zegt het hartelijk dank. Wegens diefstal van kousen op de Zater- dagsche markt zijn door de politie aangehou den J. S, en P. B. uit Alphen a. d. Rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 2