Verkenningstocht rond het IJsselmeer. ZATERDAG 13 MEI 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 11 VOORHOUT. Woningbouwvereniging „Herman Boer- haave". Deze vereeniging hield Vrijdag avond haar algemeen© ledenvergadering in café „Boerhaave". De voorz., de heer v. d. Voet, opende de vergadering en riep den aanwezigen een welkom toe, in het bijzonder den burge meester als vertegenwoordiger van het ge meentebestuur. Vervolgens zette de voor zitter in het kort uiteen den toestand van de vereeniging, door de toenemende werk loosheid zijn sommige huurders niet in staat ten volle aan hun verplichtingen te voldoen, en, al heeft het bestuur over het algemeen geen reden te klagen, toch moe- ton de huurders er voor, trachten te zor gen, dat op de allereerste plaats iedere week de huur betaald wordt, het onmoge lijke wordt door de \ereeniging nooit ge vergd. De moeilijkheden zijn dan ook niet minder geworden voor de vereeniging, in tegendeel, al is de financieele basis zeer gezond. Het bestuur roept de medewer king van alle leden in, om dezen tijd van depressie zoo goed mogelijk te boven te komen. De notulen werden onveranderd vast gesteld. Hierna volgde het jaarverslag van den administrateur, den heer G. J. Heymeyer. Dit verslag was uit den aard der zaak ook al niet in majeur, de steeds groeiende huur achterstand heeft het be stuur met zorg vervuld, en het heeft veel moeite gekost, dit bedrag tot een mini mum te beperken, aan h<?t uitbreiden van woningbouw kon nu zeker niet gedacht worden. Het is ook niet mogelijk geweest de huur te verlagen, al kon in overleg met 1 het gemeentebestuur voor werkloozen in bijzondere omstandigheden genoegen ge nomen worden met een mindere huur, ech ter zonder daarmee de huur te verlagen. Het financieel resultaat over 1932 is niet bijzonder ongunstig, dit is echter uitslui-, tend te danken aan het feit, dat een groot bedrag aan huurschuld niet be- heofde te worden afgeschreven, daar de gestorte waarborgsommen hiervoor dek king gaven. Van de rekening en balans over 1932 vermelden wij het volgende: Ontvangsten huur 16.578.64. Uitgaven administratiekosten 747.67. Belasting, verzekering 1281.77. Onderhoud ƒ1075.34. Storting onderhoudsfonds f 1334.66. Bente ƒ11098.84. Afschrijving gebouwen ƒ852.29. Afschriiving huurschuld 519.50. Diversen fn 65. Er is dus een nadeelig saldo van 376.08. De balans over 1932 sluit met een bedrag aan bezittingen en schulden van 247261.34. Van het accountantsbureau was bericht ingekomen, dat rekening en balans in orde waren bevonden; Namens de verificatiecommissie deelde de heer v. d. Mey mede, dat de boeken door hem in orde waren bevonden. De voorzitter dankt den heer Heymeyer voor zijn nauw keurig beheer en besloten werd hem over 1932 décharge te verleenen. De heer v. d. Mey informeert of het niet moeeliik is van de werkloozen, die 1.50 huurtoeslag ont vangen, en met de huur ten achter zijn, de toeslag in te houden. De voorzitter deelt mede, dat er een regeling met het gemeentebestuur bestaat, het is echter de vraag of de toeslag nu van de steun kan worden afgetrokken. In de nieuwe verifi- oatiecommissie werden gekozen de hee- ren v. d. Mey, Augustinus en v. d. Laan. Hierna was de begrooting over 1933 aan de orde. Over de post onderhoud en re serve, die door het bestuur was begroot op 1100, ontspon zich een discussie tus- schen de heeren Heyemeyer en v. d. Voet, eerstgenoemde acht dit bedrag te laag, het is gewoonte om 1 pet. van de stich- tingskosten voor onderhoud te besteden, en om nu ineens van 2400 op ƒ1100 te gaan is niet aan te bevelen; al zullen na- tuurijk de kosten ook wel eenigszins ver laagd zijn, toch niet in zoo groote mate, dat een vermindering met meer dan de helft reden van bestaan heeft. Indien men het het bedrag niet toekomt, zal het onderhoudsfonds moeten worden aan gesproken, waardoor de financieele posi tie der vereeniging zwakker wordt. De voorzitter antwoordt, dat het niet in de bedoeling ligt uit de onderhoudskosten het exploitatie-tekort te dekken, het be drag is uitgetrokken met het oog op het bedrag, dat in 1932 noodig is geweest. Het is jammer dat men dit jaar geen reserves kan maken, maar daar is het nu toch de tijd niet voor, en de reserves zijn er toch om in tijd van nood gebruikt te worden. De heer de Bekker sluit zich aan bij den heer Voet, de tijden zijn veranderd, dus moet men de bakens verzetten. Nadat de heeren v. d. Voet en Heyemeyer hier over nog eens het woord gevoerd hadden, waarbij den heer Heyemeyer bij zijn be zwaren bleef, deelt de burgemeester als zijn meening mede, dat indien het bestuur met 1100 meent te kunnen volstaan, hij zich daarbij volkomen kan weerleggen. Geen enkel lichaam is thans in staat re serves te kweeken. De post werd ten slotte geodgekeurd. De begrooting 1933 sluit met een bedrag van 16863.40. Op voorstel van den heer de Bekker werd besloten een eventueel overschot t© storten in het onderhouds fonds De aftredende bestuursleden J. v. Kampen en B. v. d. Lubbe werden bij acclamatie herkozen. Thans was aan de orde verkiezing van een bestuurslid we gens het aftreden van den heer J. v. d Voet, die zich niet herkiesbaar stelde. De heer v. d. Voet deelt mede, dat hij noode afscheid neemt van deze functie, die hem zeei lief wasde samenwerking tusschen het bestuur was steeds goed, en in het bij zonder dankt hij den heer Heyemeyer voor den steun, dien hij steeds van hem ge noten heeft. Hij was bijzonder getroffen door het blijk van waardeering hem door het bestuur aangeboden in den vorm van een rookfauteuil. Als nieuw lid stelt het bestuur voor den heer Allard die zich be reid heeft verklaard, deze functie even tueel te willen aanvaarden. De heer Al lard werd hierna met algemeene stem men gekozen. Als nieuwe voorzitter werd gekozen de heer de Bekker en als secre taris-penningmeester de heer Allard. Namens het dagelijksch bestuur der gemeente, brengt de burgemeester den heer v. d. Voet zijn dank voor 't vede werk dat deze steeds in het belang der ver eeniging verricht werd, het gemeentebe stuur heeft dan ook met leedwezen gezien, dat de heer v. d. Voet afscheid gaat nemen Namens het bestuur spreekt nog de heer de Bekker, namens de leden den heer Warmenhoven, terwijl de heer Heymeyer nog een persoonlijk woord van dank tot den scheidenden voorzitter richt. De heer 7. d. Voet is door deze waardeerende woor den zee getroffen, 't spijt hem dat hij af- soheid nemen moet, doch zijn gezondheids toestand en andere werkzaamheden no pen hem hiertoe, hij zal echter indien dit gewenscht wordt, het bestur steeds met raad en daad terzijde staan. Hierna slui- tine. KOOPT BIJ HEN, DIE IN UW DAGBLAD ADVERTEEREN! RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK. Terecht stonden A. van E. en A. V., beiden uit Zegwaart. Alleen van E. was verschenen. Hun was bij dagvaar ding tenlaste gelegd, dat zij ieder een nikkelen heerenhorloge uit den winkel van een horlogemaker daar ter plaatse hadden gestolen. Verdaohte van E. be kende het hem tenlaste gelegde. Deze verdachte was reeds eerder met de Jus titie in aanraking geweest. V. was nog nimmer veroordeeld en daarom oischto de Officier van Justitie tegen E. oen maand gevangenisstraf en tegen V. oen geldboet e van 25 subsidiair 25 dagen hechtenis. De Politierechter veroordeel de v. E. tot 15 dagen hechtenis subsi diair 15 dagen v V. tot 25 subsidiair 25 dagen hechtenis. FAILLISSEMENTEN Uitgesproken: A. W. de Groot, caféhouder, Leiden. Our. mr. Tj. D. Schaper, Leiden. G. Sepers, timmerman en aannemer, Hazerswoude. Cur. jhr. mr. P. A. G. de Milly, Leiden. W Al AS If LEL BLADKy bLUlilJ AA DE KABINETSCRISIS. In de Maasbode, die, zooals men weet, prof. Aalberse, den leider van de II. K. Tweede Kamerfractie, onder haar me dewerkers telt, vonden wij Zaterdagavond een beschouwing over den huidigen stand van de kabinetscrisis, aan welke beschou wing wij het volgende ontleenen: „Zooveel staat op het oogenblik wel vaat, dat dr. Colijn een eerste poging heeft gedaan tot formatie van een par lementair Kabinet met als basis de drie rechtsohe partijen en de vrijzin nig-democraten en liberalen en.... dat deze poging is mislukt. Zij moest trouwens mislukken. Wij verklaren ronduit, niet te hebben be grepen, dat de formateur eenige hoop heeft gehad van te kunnen komen tut de samenstelling van een dergelijke regeering, die men wel ten onrechte als nationaal heeft willen aandienen. Welke redenen dr. Colijn ook moge gehad hebben, om op een dergelijk burgerlijk blok aan te stevenen, hij moest toch de meest volstrekte zeker heid hebben dat dit pogen geen succes kon hebben. Daaromtrent had de ka tholieke fractieleider in de Tweede Kamer niet den geringsten twijfel la ten bestaan. Een samengaan met de liberalen was onherroepelijk afgewe zen. Er dat om verscheidene redenen. Op de eerst plaats, omdat de katho lieken, wel gevoelend, dat er in de te genwoordige omstandigheden veel te zeggen was voor een werkelijk natio naal Kabinet, niet wen9chten mede te werken aan een quasi-nationaal Kabi net, een regeering onder valsche vlag. Dergelijke schijnvertoonning houd© men liever buiten ons politieke leven. De beschuldiging, dat de katholieken medewerking weigerden aan een n a- t i o n a a 1 Kabinet wijzen wij dan ook zoo uitdrukkelijk mogelijk af. De re- goering, waarvoor men hunne medewer king vroeg, kon niet als nationaal worden erkend. Vervolgens werd een samengaan met de liberalen afgewezen omdat dit nood zakelijk zou leiden tot ©ene door ge brek aan homogeniteit zwakke regee- rirtg. Daarvoor is de afstand speciaal tusschen katholieken en liberalen al te groot. Het is dan ook volslagen onbe grijpelijk, dat men het weigeren van de katholieken aan minder zakelijke motieven heeft toegeschreven. Ten slotte en voor ons komt dit bezwaar in belangrijkheid werkelijk niet op de eerste plaat© is van ka tholieke zijde bezwaar gemaakt tegen ©en burgerlijk blok uit zuiver politiek motief, n.l. omdat deze constellatie de verantwoordelijkheidsschuwe 8.D.A.P. in een al te gemakkelijke en voordee- lige positie zou plaatsen. Thans, zoo hopen wij, doet dr. Colijn een poging om te komen tot eon parle mentair Kabinet op andere basis. Mo ge hij slagen 1 Dat iemand anders, na de mislukking van don anti-revolutio nairen leider nog in staat zou zijn een hecht parlementair Kabinet te vormeu, is wel hoogst twyleiachtig. En voor ons staatkundig teven is he'. wel hoogst gewensoht, dat men ten minste thans niet zijn toevlucht behoeft te nemen tot eeu extra-parlementair Kabinet". Hier volgt nog een bosohouwing uit de Standaard, liet blad van den neer Co lijn, dat Zaterdagavond onder het opschrift „Niet haasten" het volgende schreef: „Een ietwat nerveuze stemming heeft zich de laatste dagen van velen mees ter gemaakt. Met angstige spanning vraagt men zich af, hoe het toch komu dat de kabinetsformateur nog maar altijd niet geslaagd is in de vorming van een kabinet. 2 Mei verleende H. M de Koningin dr. Colijn de opdracht, en nu schrijven wij 13 Mei. De formateur heeft dus welgeteld 10 dagen de op dracht in beraad. Het is misschien wol leerzaam voor de al te haastigen onder ons, even in herinnering te brengen hoeveel tijd er noodig was om reoente crises tot op lossing te brengen. In 1922 duurde de crisis van midden Juli tot midden September, dus twee volle maanden. De Vlootwetcrisis waa van veel lan- geren duur; zij strekte zich uit over het tijdvak van eind October tot 10 Ja^- nuari. Dus over ongeveer 2maand. De eerste crisis in 1025 trad 29 Juni in, en eindigde 4 Augustus, toen het kabinet-Colijn optrad. De tweede crisis in dat jaar duurde 4 maanden. De begindatum wua im mers 11 November 1925 en de eindda tum 8 Maart 1926. En ten slotte: voor de oplossing van de crisis in 1929 was ongeveer een maand noodig. Deze crisis, die begin Juli intrad, eindigde IQ Augustus. Gemeten naar de maat der vorige, is deze crisis met haar 10 dagen duo nog jong. Vandaar dat we boven deze asterisk schreven: niet haasten". DE KEBK ONDER DWANG! Het nationaal-socialisme, «ooals het zich in zijne ontwikkeling bij onze naburen ken nen doet, is dén voor ons land leerrijk ver schijnsel. Voor den Nederlander, die met de Duitsche toestanden beter op do hoog te is dan met de ltaliaaneohe, geoft het ©en duidelijke aanschouwing van wat het faa- ciame eigenlijk beoogt. Het leert hem o.a. zien het gevaar, dat het fascieine schept voor de vrijheid van de Kerk. Op dkt gevaar wyat do Standaard in oen artikel, waarin het blad tot de slot som komt: „Wij willen van hart© hopen, dat men in de Lutliersoho on in do Gere formeerde Kerken allerwoge hot ont- zetteiid gevaar zal zien. Dat do Ker ken, sterk in de gehoorzaamheid aan haren Koning en Heere, den grijparm van den Staat zullen terugwijzen. Dan bestaat de hoop, dat ook do nieuwe heersohers in DuitaohUuid zich zullen bezinnen. Want een vervolging van de Kerk, zooals die in Rusland geschiedt, is vreeslijk. Maar een vrijwillige onder werping der Kerk aan een ook revo lutionaire staatsmacht, dio hooi het leven opeisoht, is nog erger. Zullen degenen in ons land, die het Nationaal-Socialisme en Fascisme reeJe begonnen toe t© juichen, nu zien, wat deze macht werkelijk boteokcnt.1" „DE HOOGSTE WIJSHEID"' Het Huisgezin wijst er weer ©en* op, dat men ten onreohte bij beschouwin gen over de oplossing van tie crisis „geen of zoo min mogelijk geld uitgeven" als „do hoogste wijsheid" beschouwt: „De leus: bezuinigen, altijd meer be zuinigen tast het geldverkeer in zijn hartader aan en is stellig nog ver- dertelijker dan geldsmijterij. Maar hot is oen gemakkelijke lous voor de kortziohtiigen en voor een mi nister, die naar een sluitende begroo ting streeft lange den weg van het domme potlood, onverschillig voor do stukken die hij maakt". „DE ECHT-VROUWELIJKE VROUW". In het maandblad Vrouw en Ge meenschap maakt een inzendster deze wijze opmerking: „De vrouwenbeweging tal opnieuw een echt vrouwelijk geluid moeten doen hooren. De wereld mag eiechen do echt-vrouwelijke vrouw". De Avondpost schrijft hierbij om. hot volgende: „De vrouwelijke vrouw ia do vrouw, die het moderne feminisme don rug toedraait; die niet naar absolute ge lijkheid jaagt met den man; dio beseft dat haar plaats is in het gezin cn dio hier, en niet ginds, haar sociale taak vervult. De inzendster in het vrouwen-tijd schrift is met haar kreet om „de echt- vrouwelijke vrouw" op den goeden weg. Mogen haar oogen nóg verder open gaan. Want het is onze vaste overtui ging, dat een niet onbelangrijk deel van het verlies aan ideëele waarden in onze huidige samenleving een ge volg is van het feit, dat velo vrouwon niet meer staan waar zij allereerst hooren". Wat den deelnemers aan de Vijf-Pro vinciëntocht te wachten staat. Men heeft ons van jongsaf ingeprent, dat Medemblik een doode stad is, of juis ter nog, dat dit stedeke het minst belang rijke is van het trio. waarvan het met Hoorn en Enkhuizen deel uitmaakt. En we zijn er zóó aangewend deze voorstel ling van zaken zonder meer als school meesterswijsheid te aanvaarden, dat het ons moeilijk valt in het licht der jongste historie ons oordeel over „de doode ste den aan de Zuiderzee" te herzien en het tikkeltje nonchalante minachting, dat we aan den dag plegen te leggen, al3 we het zoo terloops soms even over de drie stad jes aan de West-Friesche kust hebben, prijs te geven. Want de totstandkoming van de afsluit dijk tusschen Holland en Friesland heeft tot nieuw leven gewekt, wat voor immer ten doode scheen te zijn opgeschreven! Zoo is het dan ook te verklaren, dat de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Medemblik, nu de nieuwe dijk binnen enkele weken voor het rij verkeer wordt opengesteld, de mogelijkheden, welke zich hier vooral op het gebied van toerisme openen, aanstonds heeft weten te benut ten. Dit heeft geleid tot de organisatie van een Vijf Provinciën Tocht, waarvoor men zich de medewerking heeft weten te verzekeren van de A. N. V. V., de A. N. W. B., de K. N. A. C. en de N. N M. V., alsmede van een aantal plaatselijke V. V. V.'ers. Deze tocht, welke is opengesteld voor automobilisten en bereiders van mo torfietsen en welke bedoeld is als een al gemeene propagandoistische toeristen- tocht, zal worden gehouden op 25, 26, 27 en 28 Mei a.s. De laatste datum valt samen met den eersten verjaardag van het slui ten van den afsluitdijk en den herdoop van Zuiderzée en IJsselmeer. Deze week is een aantal journalisten de gast geweest van het ijverige V. V. V.-be- stuur van Medemblik, dat den kranten- mensohen in de gelegenheid heeft gesteld om het 230 km. lange traject op een twee- daagsche reis te leeren kennen en het een en ander in oogenschouw te nemen, van wat den deelnemers aan den tocht te wachten staat. Deze perstocht mag in alle opzichten geslaagd heeten. Jammer, dat de weers omstandigheden, waaronder hij gehouden werd verre van fraai waren. Maar deze liggen dan ook buiteD de macht van de energieke organisatoren! Voor wat zij ge presteerd hebben, niets dan lof! Het is een ware zegetocht geworden. Overal werden wij op de meest hartelijke wijze ontvangen. Waar onze reiswagen zich in de dorpen vertoonde werden wij door de plattelandsbevolking toegejuicht en toegewuifd. Nadat voorzitter Poggemann in het Carltonhotel zijn reisgenooten om zich heen verzameld en welkom geheeten had, begaf het gezelschap zich naar het Munt- gebouw, waar de Amsterdamsche V. V. V. ,,'t Koggeschip" tegenwoordig zijn tenten heeft opgeslagen. Hier hield de heer Cha- bot een korte toespraak, waarin hij wees op het belang van goede samenwerking der verschillende V. V. V.'s. Hij sprak de hoop uit, dat binnen niet al te langen tijd een provinciale bond voor vreemdelingen verkeer voor Noord-Holland zal kunnen worden opgericht. Daarna begon de eigenlijke tocht. Na het IJ te zijn overgestoken gaat het in snel tempo door het wijde Hollandsehe polder land. In bonte rij trekken we de Water- landsche dorpjes langs. De groene weide- vlakten zijn vol jong vee, dat lustig rond springt. De vruchtboomen staan in bloei. De ontluikende lente siert het landschap allerwege. Via Monnikendam, Edam. Hoorn en Enkhuizen bereiken we Andijk, waar wij vanaf de dijk een blik werpen op den 40 H.A. grooten proefpolder. Alles ziet hier frisch en nieuw uit en de bedrijvigheid op dit aan de zee ontworsteld stuk land doet weldadig aan. We kruipen maar weer gauw in onzen wagen, want erg aanlokke lijk is het in den stroomenden regen aller minst. Dan nadert Medemblik. Aan de rand van Radboud's oude veste toont men ons het fraaie, gerestaureerd© kasteel dat zal worden ingericht tot Zuiderzeemu seum en dat binnenkort beter dan tot nu toe tot zijn recht zal komen, doordat men de leelijke bouwsels, welke het gebouw om geven, gaat sloopen, terwijl voorts in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel een recreatieoord zal worden geschapen in den vorm van wandelterrassen en plant soenen. Een bezoek aan Medemblik zelf loont zeer zeker de moeite. Liefhebbers van historische gebouwen en typische oude geveltjes kunnen er hun hart ophalen. Verheugend is het zeker, dat in de toe komst krachtig zal worden opgetreden te gen het ontsieren van datgene, wat het stadje zoo bekoorlijk doet zijn. Zoo maakt Medemblik toilet om de duizenden bezoe kers te ontvangen, die er op hun tooht naar de afsluitdijk ongetwijfeld zullen willen rondneuzen. Even buiten het stadje zien we het wit kalksteenen, reusachtige eloc- trische gemaal „Lely" oprijzen. Dit utili teitsgebouw is een bezoek evenzeer zeker waard. Dan schieten we den Wieringer- meerpolder in. Sinds onze vorige bezoeken is hier niet veel veranderd. De polder is nog voor het grootste gedeelte een trooe- telooze dorre vlakte, overwoekerd door weelderig kruidgewas. De roode draineer- buizen liggen er als waren zij uitgezaaid. Men is druk bezig met het graven van de greppels, waarin deze buizen zullen komen te liggen en van de slooten, waarin zij zullen uitmonden. Het vee loopt te grazen Hier en daar zijn wat spichtige boomstam metjes in den grond gezet, die heel wat van weer en wind zullen moeten verduren alvorens zij schaduw om zich heen ver spreiden. In Middenmeer en Slootdorp schiet men al aardig op met huizenbouw en wegenaanleg. Er wordt getimmerd en gehamerd, dat het een lieve lust is. Na een kort bezoek aan het ex-eiland Wieringen komt voor velen het hoofdmoment, dat de groote attractie van den tooht vormt: de afsluitdijk met toebehooren. Het koorts achtig tempo, waarin men vorig jaar in dezen tijd bezig was aan de werkzaamhe den voor de dichting van het laatste sluit gat, heeft thans plaats gemaakt voor een rustig voortwerken aan de algeheele vol tooiing van den dijk, dat doet denken aan het bijschaven van oneffenheden en het verzorgen van enkele details. Het gaat hier nog slechts om den „finishing touch" van dit majestueuze werk. Hier boven op het massale dijkge- vaarte, waarvan het einde zich oplost met zee en wolken, worden we ons nogmaals bewust van de tegenstelling tusschen do nieuwe zakelijkheid van den modernen tijd en de oude romantiek, zooals die spreekt uit de gemoedelijke knusheid der Noord-Hollandsche plaatsjes, met hun vele herinneringen aan lang vervlogen eeuwen. We suizen verder over den kaarsreohten betonweg, genietend van het prachtige vergezicht over het IJsselmeer. Het gras zaad, waarmede enkele weken geleden de hooge dijkkruin aan de Noordzijde is be zaaid, is reeds ontkiemd en zorgt voor 'n groene omzooming van het wit-grijze dijk- lichaam. Wie, als wij, de afsluitdijk reeds eenige malen heeft bezocht, begint er reeds zoo vertrouwd mee te raken, dat men hem eigenlijk als iets vanzelfspiekends is gaan beschouwen, alsof het een eenvoudige ar beid betrof, welke aan de totstandkoming ervan is ten koste gelegd. Zoo is nu een maal het leven.... Niet lang duurt het of de Friesohe kust doemt voor ons op. De torentjes en hui zenrijen teekenen zich als donkere vlokjes tegen den hemel af, hier en daar ook on derscheiden wc wat blinkende nlekkon wit zand. De schutsluizen van Kornwerdor- zand liggen al achter ons en eenige minu ten later bobben we den Friesehen boden onder onze voeten. De loco-burgemeoseter van Wonseradeel is ons tegemoet gereden en heet onB hartelijk welkom in zijn land. We moeten ons er goed van bewust zijn, inderdaad i cn ander land te vertoeven, een land met een eigen volk, een eigen taal, eigen zeden en gewoonten, een eigen bouwtrant ook. Hier zien we de groote Friesohe boerderijen, de Noord-Nederl and - sche stolphoeven en nog vele andere merkwaardige dingen. Als we op den weg langs de zeedijk aan landen, wekken de tientallen hekken, die hier het verkeer belemmeren (zij dinne om hot afdwalen van vee, dat op do ver kavelde dijkhelling graast te voorkomen) onze groote ergernis op. Het is alsof wij van de twintigste eeuw in de Middeleeu wen zijn thuisgeraakt. Geluk' i - na we, dat men maatregelen zal treffen, dat de hekken tijdens den Vijf-Provinciën Tocht geopend zullen zijn. Wij zijn gedwongen over het verdere deel van do tooht slechts kort te zijn. Het is ondoenlijk hier de vele toespraken en bogroeting'sredevoeringen, die van offi- cieele en andere zijde, tijdons onzen tooht zijn gehouden, weer te geven. Hoofdtoon was de leuze: „Kent Uw eigen land!" Het 1B ons wel heel duidelijk geworden, dat de plaatselijke V. V. V.'s meer en moer tot samenwerking goraken, en zonder het plaatselijk belang te verwaarloozen, er vooral op uit zijn om het locale belang on dergeschikt te maken aan het nationale. Er komt meer teckening en lijn in. het werk ten bate van het vreemdelingenverkeer en dit is eon verblijdend feit. Deze gedachte, om het algemeene toeris me te dienen, vertegenwoordigt dan ook do tooht, die op initiatief van de vereeni ging te Medemblik is uitgeschreven. Men kan haar afleggen in oen of meer dagen, met een maximum van vier. Hot is dus geenszins een snelheids- of betrouwbaar- heidsrit, integendeel men heeft ruim schoots gelegenheid de hoofdwegen te verlaten, dieper het land in te trekken cn nieuw© streken van nabij te leoren ken nen. Vooral het bekoorlijke Gaa»torland mot zijn groote afwisseling van uitgostrekto bosschen mot hoogopgaand geboomte, rui me weidevelden, zijn boroomdo kliffen en de onmiddellijke nabijheid van zee en mo ren, is een uitermate geschikt rustpunt om iets langer te toeven en krachten te ver zamelen voor de verdere reis. Hotelhouder Jane te Rijs, die woot vrienden te maken, heeft ons de prachti ge Zuid-Westhoek van Friesland laten zien en het was sleohts- noode, dat wij af scheid namen van onzen welgodanen gaat- heer. Het laatste deel van den tooht voert cms langs verschillende landschappen, langs Blokzijl, Vollenhove, Zwartsluis, Zwolle, Amersfoort en het Gooi om te Amsterdam den kringloop te sluiten. Reeds nu laat het zich aanzien, dat de tocht, welke men op elk willekeurig punt kan aanvangen (men vrage een reglement aan!), een groot succes zal worden. Wij kunnen niet nalaten, een ieder, die maar even in de gelegenheid is. den tocht te maken, op te wekken eraan deel te ne men. Men zal er geen spijt van hebben!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 11