24ste Jaargang DONDERDAG 11 MEI 1933 No. 7505 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week Mf 2.60 per kwartaal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geillustreerd Zondagsblad ia voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geillustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededoelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit VIER bladen. V Twee gevaarlijke wereld- - machten. Het Communisme is verderfelijk maar: het heidensch Kapitalisme, de plutocratie is óók slecht! Beiden zijn ten slotte kinderen der duisternis, beiden schuwen het licht. In het orgaan van het Apostolaat des Gebeds „De Heraut van het H. Hart", dat door de Paters Jesuïeten wordt ge redigeerd, komt in de aflevering van Maart een uiterst belangwekkende be schouwing voor van den Nijmeegschen hoogleeraar prof. dr. Jac. van Ginneken SJ. over het Aziatisch communisme, de Amerikaansche plutocratie, en het Euro- peesche katholicisme, door den schrijver de drie mondiale concurrenten genoemd, welke in dezen tijd de wereldmarkt be- heerschen. In krachtige taal schetst prof. v. Gin neken de wreedheid en hardheid van het Communisme, waarvan het Socialis me de eerste tamme begin-phase is. Maar dan schildert de schrijver- ook de minstens even verderfelijke, invloeden, welke van de plutocratie uitgaan: De tweede wereldmacht, die ons bedreigt, en waaronder Europa reeds eenige tientallen van jaren half ge knecht gaat, is de technische Mam mon, de gekapitaliseerde wereld der Staal-, Petroleum- en Rubber- trusts de beurs beheerscht daar alles het rijk der Uebermenschen en geldmagnaten. Dat is de Ameri kaansche plutocratie van machine en geld, de koortsachtige wereld van het draaistaaltempo, van de dy namische almacht of het volmaakte doelzekere kunnen in de nuchtere, steenharde, onverbiddelijke werke lijkheid. Het Europeesche liberalisme en kapitalisme hebben hiervoor in mak ke geleidelijkheid den weg gebaand. Het is waarlijk geen wonder, dat de socialisten zoo tegen het kapitaal, en de communisten zelfs tegen 't geld als zoo danig gekant zijn; want de schijnheilige machtsaanmatiging, die door de ontaar ding van den persoonlijken eigendom en door de verwording van het geld moge lijk is geworden, schreit ten hemel om wraak, zegt de schrijver onomwonden. Aan plutocratie is de wereldoorlog te wijten, en ook een verderfelijke uit was als het communisme is aan de plu tocratie ontsproten. Toch zijn deze beide gevaarlijke we reldmachten: plutocratie en communis me, geestelijk aan elkaar verwant, is er karakter-overeenkomst, diepe wezensver wantschap tusschen beide stelsels. BINNENLAND DR. SCHAEPMAN'S GEZEGDE GELDT NIET MEER! In de te Ter Heuzen gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen heeft., sprekende over de gevolgen van de Land bouwcrisis, de voorzitter, het lid van Gedep. Staten, de heer J. A. van Romper, herinnerd aan een geestig en typisch ge zegde van wijlen Dr. Schaepman. In Zeeuwsch-Vlaanderen, op het eind der vo rige eeuw het woord voerende, had de groote katholieke staatsman ten aanzien van de landbouwers gezegd, dat zij welis waar zeer dikwijls geschoren worden, maar niettemin toch steeds wol blijven behou den. Thans, aldus de heer van Romper, is mij medegedeeld, dat in Zeeuwsch-Vlaanderen de tijd is afgesloten, waarop dit woord van den doctor zou van toepassing zijn. Het valt te vreezen, dat de landbouwcrisis, on danks de energie der boeren, hier nog vele slachtoffers zal vinden, niettegenstaande allen steun, die aan den landbouw geschon ken wordt. „Tijd". TWEEDE KAMER FORMEELE WERKZAAMHEDEN. Ook de tweede bijeenkomst der nieuw- gekozen Kamer, die van gisteren, was ge heel aan formeele werkzaamheden gewijd. Allereerst bracht de commissie tot het on derzoek van de geloofsbrieven der gekoze nen rapport uit, en wel bij monde van haren voorzitter, den heer M. Bongaerts. Uit dit rapport bleek, dat er ook bij de jongste verkiezingen weer eenige ongerechtigheden zijn begaan. Zoo waren in Den Haag in Den Haag nog wel! de stembussen to klein, tengevolge waarvan tussohen de stemming door de stembiljetten in verze gelde zakken moesten worden overgeschud. Voor de A.R. lijst was er verkeerd geloot in de kieskringen, die daarvoor in aanmer king kwamen. De voorletters van den heer Schaper waren verkeerd en klopten met met die van zijn geboortebiljet enz. enz. In geen enkel geval echter konden de ge- maakten fouten invloed uitoefenen op het resultaat, en, wat den heer Scha-per aan gaat, was de commissie van oordeel, „dat aan de identiteit van den betrokkene geen twijfel kon bestaan", wat wel niemand zal betwisten. Zoo stelde de commissie dan ook voor 97 gekozenen toe te laten; van de heeren Kupers en de beide Indische communisten waren de geloofsbrieven nog niet binnengekomen. De beëediging der aanwezige leden had vervolgens plaats: ook aan de linkerzijde legden verschillende leden den eed af, oa. de heeren Ebels (V.D.), ds. Faber (S.D.A.P.), Dr. Vos (Vrij heidsbond), met gedekten hoofde, en ook mr. Vervoorn, die de plaats van den heer Braat bezet. Op de nominatie voor de voorzittersbe noeming werden vervolgens geplaatst de heeren mr. van Sokaik No. 1, met 84 van de 92 uitgebrachte stemmen en 8 stemmen blanco, Schaper met 62 van de 91 stemmen No. 2, en Slotemaker de Bruine met 57 van de 91 stemmen No. 3. Vrijdag a.s. komt de Kamer opnieuw bij een voor het trekken der afdeelingen en de verkiezing der afdelingsvoorzitters. DE KABINETSCRISIS. Het Ned. correspondentiebureau meldt: De antwoorden, door den heer Colijn van de verschillende fracties ontvangen, hebben nader overleg met enkele frac ties noodzakelijk gemaakt, hetgeen gis termiddag heeft plaats gehad. De „Res." schreef gisteren: „Er gaan op dit oogenblik zeer ern stige geruohten, dat de heer Colijn in zijn opdracht om een parlementair Ka binet te formeeren, niet zou zijn geslaagd' en dari ook vrij spoedig de opdracht zal teruggeven. De „Avondpost" meende he denmorgen de mislukking reeds als vrij zeker te kunnen berichten. Intussohen zijn, naar wij van zeer be trouwbare zijde vernemen, deze geruch ten zeer voorbar:g en zijn zelfs de on derhandelingen niet alleen nog niet be ëindigd, maar kan met een mogelijke gunstige wending in den loop van den dag nog eenigszins rekening worden ge houden. Intusschen is het niet voor betwisting vatbaar, dat de heer Colijn, bij zijn po ging om een parlementair Kabinet te vormen, steunende op de drie rechtsche groepen benevens de liberalen en vrij zinnig-democraten op zeer krachtige te genstand is gestuit. Terwijl de heer Co lijn niet voornemens scheen te zijn, om wanneer hij in zijn oorspronkelijken op zet niet zou slagen, te trachten op een smallere basis, bijv. alleen met de recht sche partijen of met behulp der vrijz.- democraten een Kabinet te formeeren. Niettegenstaande een anti-rev. blad als de „Rotterdammer" Maandagavond nog een poging in die richting als ge- wenscht bepleitte. De heer Colijn schijnt echter een dergelijk parlementair Kabi net niet te prefereeren. Dit laatste moet wel buitengewoon betreurd worden. Want. al blijft natuur lijk practisch de mogelijkheid open, dat na den heer Colijn een ander met deze taak wordt belast, na een mislukking van de taak van den heer Colijn, wordt de vorming van een parlementair Ka-bi- net ook voor een anderen formateur, die immers weer aangewezen is op de steun van den heer Colijn, eigenlijk onmoge lijk". NIEUWE DIRECTEUR RIJKS WATERSTAAT. Bij Koninklijk Besluit is benoemd tot directeur van den Rijkswaterstaat mr. J Draaijer te - Den Haag, referendaris bij het Departement van Waterstaat. ONZE VERHOUDING TOT DUITSCHLAND. HET NIEUWE VERDRAG. Voor leden en genoodigden van den Kring Utrecht der Algemeene R.-K. Werk- geversvereeniging hield dr. Kortenhorst Woensdag in hotel „Terminus" te Utrecht een inleiding over de economisch verhou ding van Nederland en Duitschland mede in verband met het verdrag van 27 April. Spreker ging ifa hoe sinds de aanvulling van het handelsverdrag en de afsluiting van het Nederlandsch-Duitsche Douane- en Credietverdrag beide van 26 November 1925, de handelspolitieke verhouding tus schen beide landen zich heeft ontwikkeld en hoe langzamerhand de Nederlandsche handelspolitiek zich heeft aangepast aan de gewijzigde omstandigheden. De voorspelling in 1926 gedaan, dat het verdrag met Duitschland een keerpunt zou blijken te zijn in de Nederlandsche handelstractatenpolitiek, is in alle opzich ten bevestigd. Tot 1925 was deze politiek geheel geba seerd op do meestbegunstigingsclausule. Noodgedwongen heeft Nederland daar naast het reeiprociteitsbeginsel tegenover Duitschland in toepassing gebracht. In 1925 kon nog gesproken worden van een coïncidentie, doordat de onderhandelingen over wijziging in een handelstractaat be nut worden om ook nog incidenteel an dere economische vragen ter sprake te brengen: de verlenging en de rente van het crediet aan Duitschland. de hoogte en de fixatie van een aantal Duitsche invoer rechten en de steenkolenpositie. Ruilhandel. In 1933 droegen de onderhandelingen een ander karakter. Toen werd zonder eenig protest van Nederlandsche zijde met Duitschland ruilhandel gedreven, los van eenic meestbegaastiginsstractaat. Deze- kentering der denkbeelden is wel typeerend. Terwijl in 1926 het douane- en crediet verdrag algemeen zeer onbevredigend werd genoemd en de onderhandelaars bit tere verwijten te hooren kregen, wordt het traetaat van 1933 door de belangheb benden nog vrij bevredigend genoemd, ondanks het feit, dat de exportvoorwaar den vergeleken bij 1926 zeer veel slechter geworden zijn. Werd in 1926 in sommige kringen het échec toegeschreven aan de ondeskundig heid der onderhandelings-commissie, die toen uitsluitend uit ambtenaren bestond, in 1933 hoeft de samenstelling der Neder landsche delegatie slechts sporadisch cri- tiek uitgelokt. Wanneer desondanks het resultaat ob jectief zeer vernederend voor ons land is geworden, dan ligt dit trouwens even min als in 1926 niet aan de onderhande laars, maar aan het Nederlandsche sys teem. Ook ons land heeft de gelegenheid voor bij laten gaan om tijdig bij de onderhan delingen over de internationaal als juist erkende onderhandelingsobjecten te be schikken om den internationalen goederen ruil binnen het steeds enger wordend be stek, nog zooveel mogelijk in stand te houden. Het nationalistische Duitschland begon bet standpunt in te nemen, dat het eiken import vanuit Nederland wel missen kan. Elke afwijking van dat standpunt was een concessie. Kat en muis. Duitschland ging tot onderhandelen over nadat het eerst alle maatregelen had genomen, om met Nederland het spel van kat en muis te kunnen spelen. De rechten op onze voornaamste exportpro ducten van land- en tuinbouw, als kaas. eieren, spek en groenten werden vooraf prohibitief gemaakt en eerst toen werden de onderhandelingen begonnen. Duitsch land had de leiding genomen en behield die tot het bittere einde. Nederland had als ruilobject niets dat met de Duitsche outillage vergeleken kon worden. Het werd een gevecht tusschen een pantsér- kruiser en een vrachtschip. Onze onderhandelaars konden op het gebied van onze invoerrechten geen con cessies doen; de deviezenclearing had een wapen kunnen zijn, doch het was onge bruikt op het departement blijven liggen, de crisisinvoerwet was zeer uitdrukkelijk niet met handelspoliteke middelen gehan teerd, het internationaal traetaat i.z. in- vierverboden bond eenzijdig Nederland en niet Duit-schland, contingenteering van Duit-sche steenkolen had niet plaats ge grepen. Terwijl Duitschland aan de conferen tietafel plaats nam als kooper van Neder landsche producten, had Nederland bij voorbaat afstand gedaan van zijn sterke positie van kooper van Duitsche prouc- ten. Als zoodanig had Nederland een zeer sterke plaats kunnen bezetten. Immers stond de zaak aldus: in het eerste kwar taal van 1933 kocht Duitschland van Ne derland voor 55.100.000 R.M., terwijl omge keerd Nederland van Duitschland voor 135.400.000 R.M. kocht. De verhouding stond dus ongeveer als 2 tot 5. Nederland was in die periode Duitschlands beste klant. Immers volgde Frankrijk als nummer twee met een import van 99.3 millioen, Rusland met 88.9 millioen on Engeland met 88.3 millioen. Nederland verwaarloosde zijn handelspolitiek. Nederland plaatste zich niet tegenover Duitschland als wederzijdsche koopers en verkoopers, doch had door jarenlange ver- waarloozing van zijn handelspolitiek zijn positie van crediteur in het geding ge bracht. Spreker meende, dat in de tegenwoor dige verhoudingen de positie van credi teur wel de zwaarste was, die denkbaar was. Dat ondanks alles er van de onderhan delingen nog iets terecht is gekomen dan ken wij aan de omstandigheid, dat do Duitsche regeering blijkbaar groote waar de hechtte met het oog op de interna tionale conferentie van Londen het rentetype van haar leeningen te verlagen. Daar had Duitschland iets voor over. Spreker stelt echter de vraag, of die po sitie wederom aanwezig zal zijn, wanneer op 31 Dec. van dit jaar het thans bereikte accoord weer afloopt. Wanneer Duitsch land er dan reeds in geslaagd is het rente- type van zijn buitenlandsche schulden tot 4 pet. te verlagen heeft het Nederland sche onderhandelingsmiddel zijn kracht verloren. Met verwijzing naar het standpunt door dr. Stuoks op 25 April tegenover de Ne derlandsche persvertegenwoordigers in Zwitserland uiteengezet over de economi sche tractaten door Engeland resp. met Duitschland, Denemarken en Argentinië gesloten, betoogde dr. Kortenhorst, dat de basis der in de toekomst te sluiten trncta- en seeds meer zal uitgaan van de gedach te: do uit des en wel in den vorm van goederenruil. Reeds in de door Duitschland verleende concessies zit dit beginsel opge sloten, doordat bepaalde contingenten te gen bepaalde lagere rechten zullen worden toegelaten. Zoolang de Ouchy-gedachte niet inter nationaal als rechtsgeldig is erkend^ en gelijktijdig, wederzijdsche economische ontwapening niet mogelijk zal zijn, zal het internationaal ruilverkeer georganiseerd dienen te worden door een stelsel van goe derenruil. De structuurwijzigingen, die bezig zijn zich te voltrekken, eischen een volledige beheersching door de regeeringen van alle factoren, die het aanpassingsproces kun nen beïnvloeden, zoowel wat de productie als wat den im- en export betreft. Deze politiek is een staatkundige, eco nomische en sociale noodzakelijkheid. „Tijd." HET LOONEND MAKEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ. MAATREGELEN VAN DE NEDERL. V AR K ENSCENTR ALE. De export van bacon. Met ingang van 15 Mei a.?. heeft de Ned. Varken seentrale de prijzen, welke door haar voor de varkens worden be taald, met 1 cent per K.O. geslacht ge wicht verhoogd. Dit is do derde prijs- verhooging, welke door de centrale bin nen een korten tijd wordt ingevoerd. Hiermee heeft de Ned. Varkensoen- trale weder een belangrijken stap ge daan in de richting van het loonend maken van de varkenshouderij. De ge middelde prijzen, welke thans betaald worden, komen neer op ongeveer 16 cent per pond levend gewicht. Uit het oog mag echter niet verloren worden, dat de varkens van goede kwaliteit heel wat meer opbrengen. Met deze verhooging der varkonsprij- zen gaat gepaard een verlaging van do heffing, welke betaald moet worden voor de varkens, welke voor binnen- landsoh gebruik geslacht worden. Deze heffing wordt met ingang van 15 Mei teruggebracht van 10 tot 9 oent per K.G. geslacht gewicht. Vertrouwd mag worden, dat dit het gebruik van var- kensvleesch hier te lande ten goede zal kómen. Het ligt voorts in het voornemen van de Varkenscentralc in den loop van de eerstkomende wekenpl.m. 150.000 var kens extra af te nemen en deze varkens voorloopig in te vriezen. Dit zullen var kens zijn van een gewicht bove" 05 K.G. levend. Deze varkens zullen dus even eens tegen de nieuwe verhoogde prijzen worden afgenomen. De bedoeling van VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Het Congres van het Duitsche Arbeids front. Groote rede van Hitier. (2de blad). Duizenden on-Duitsche boeken verbrand (2de blad). Paraguay heeft thans Bolivia den oor- log verklaard. (2de blad). BINNENLAND. Overleden is oud-minister van Gijn. (Ie blad). V De geruchtmakende schilderijendief stal van het kasteel Nijenrode opgehel derd Verscheidene arrestaties o,a. van den kasteelbewoner. (Laatste Berichten). Wapensmokkelhandel in Den Haag ontdekt. (Gem. Ber., 3de blad). Nog geen licht in het drama te Mid- delb'eers. (Gom. Ber., 3do blad). De te Utrecht verdronken (Gem. Ber., 3de blad). koetsier. dezen maatregol is het te veel aan var kens boven hot. z.g. zoutersgewioht, dat op dit oogenblik aanwezig is, uit de markt te nemen. Hierdoor zal hot mo gelijk worden de varkens, welke als ba con naar Engeland gezonden worden, togen een lager gewicht af te nomen, hotgoen weder tot gevolg hoeft, dat een grooter aantal varkens naar Engeland kan worden geëxporteerd. GEEN PRESENTIEGELD VOOR HAARLEMS WETHOUDERS? In hot reglement van orde is een artikel opgenomen, waarbij de Haarlernscho wot- houdors zijn uitgesloten van het presentie geld voor het bijwonen van de raadsverga deringen. Toen Gedeputecrdo Staten aanmerking maakten op hot bewuste art. 8 tweede lid, dienden B. en W. vorig jaar oen voorstel in om aan dien uitzonderingstoestand een einde te maken, omdat de bejwiling in strijd was met de wet. Do gemeenteraad verwierp dit voorstel echter bij besluit van 9 November 1932, niet omdat het don wet houders die paar gulden niet gunde, maar kennelijk om 'een beslissing van do Kroon uit te lokken. Het collego van Gedeputeerde Staten ontving daarna een brief van den minister van Binnenlandsche Zaken, waarin deze meedeelt, dat naar 's ministers meoning de beslissing, genomen bij K. B. van 15 Juni 1854, juist moet worden geacht, omdat de betrekking van wethouder is een commis sie, welke door den raad aan eenige leden uit zijn midden is opgedragen, en waarvoor do wethouders een op zichzelf staand jaar wedde genieten. Do overweging, dat aan het K. B. voor den tegen woord igen tijd geen voldoende gezag meer behoeft te worden toegekend, is volgens den minister in haar algemeen heid onjuist. Naar aanleiding van dit ministerieel schrijven stelden B. on W. Woensdag voor aan de uitnoodiging van Ged. Staten tot wijziging van het reglement te voldoen; zoodat de wethouders dan wèl presentiegeld zouden ontvangen. Edoch do raa<l verwierp ook dit voor stel gistermiddag met 283 stemmen, om zooals de jurist Byvoet (r.k.) zoido een definitieve beslissing van de Kroon uit te lokken in deze staatsrechtelijk interes sante kwestie. „Tel." SPOORWEGPLANNEN TE AMSTERDAM. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft bericht ontvangen van den minis ter van Financiën, dat hij geen bezwa ren heeft togen do uitvoering van do spoor wegplannen voor Amsterdam-Oost. De burgemeester, die in do zitting van gistermiddag van dit feit modedec- ling deed, voegde er aan toe, dat de plannen betreffende dc uitvoering zoo spoedig mogelijk aan den gemeenteraad zullen worden voorgelegd, zoodat het werk zeer spoedig zal kunnen beginnen. Na jarenlange onderhandelingen zal dus thans met spoed een einde kunnen worden gemaakt aan de misstanden, die op verkeersgebied in Oost hcerschen. De omvangrijke werken zullen tevens een beduidende opleving van de werk-, zaamheid in verschillende vakken met zich brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 1