DONDERDAG 13 APRIL 1933 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 11 BRIEF UIT PORTUGAL FAMILIE, SCHOOL EN KERK IN DE NIEUWE GRONDWET. LISSABON. 10 April 1933. Portugal waar men in den laatsten tijd betrekkelijk weinig van gehoord heeft, is op 19 Maart een nieuw stadium van haar wetgevende geschiedenis ingetreden. Op dien dag immers is de militaire dictatuur na 'n bijna zevenjarige periode (die begon op 28 Mei 1926) beëindigd. Door *n volksstemming werd een nieuwe grondwet ingevoerd, dié in velerlei opzicht buitengewoon interessant is. Deze nieuwe grondwet is een tame ijk omvangrijk docu ment dat uit 21 Hoofdstukken en 142 ar tikelen bestaat. Om met het slot te beginnen: de slot bepaling brengt een interressant nieuwtje in zooverre dat om de tien jaar een grond wetsherziening moet plaats vinden. Deze periode kan tot 5 jaar worden beperkt, wanneer de nationale vergadering (het Po litieke Parlement) met twee derden der gel dig uitgebrachte stemmen een desbetref fend besluit neemt. Verder kan een her ziening op korteren termijn volgen, wan neer de President, gehoord den raad van State de bestaande nationale vergadering de bevoegdheid geeft van het wetgevende lichaam De eerste nationale vergadering zal zonder meer bevoegdheid hebben om wijzigingen in de grondwet aan te bren gen: zij kan dus de grondwet die bij Ple bisciet van 19 Maart werd aangenomen in een of ander punt hérzien. Er zijn dus vol doende waarborgen geschapen, dat de nieuwe grondwet sctepel genoeg is en aan gepast kan worden aan de nieuwe grond wet en aan de ontwikkeling der nieuw ge schapen toestanden. In artikel 71 wordt gezegd dat de Sou- vereiniteit uitgaat van de natie en uitge oefend wordt door de volgende organen: Het Staatshoofd, de Nationale Vergade ring, de regeering en de gerechtshoven. De Staatspresident wordt door het volk ge kozen. Hij wordt terzijde gestaan door een raad van State, waarin o.m. zitting heb ben, het hoofd der regeering, do President der Nationale vergadering en de Voorzit ter van de Beroepskamer. Deze raad van State moet bijvoorbeeld gehoord worden als aan de Nationa'e Vergadering de be voegdheid zou worden gegeven om wijzi ging te brengen in de grondwet. Op de eerste plaats moeten de beroepskamérs in het leven worden geroepen, die echter nog slechts een adviseerende bewoegdheid be zitten en wier zittingen niet openbaar zijn. In de grondwet is verder een artikel opge nomen waarbij aan de regeering de be voegdheid wordt verleend om een noodver ordening uit te vaardigen, doch evenwel met dien verstande, dat de Nationale Ver gadering de noodverordening moet goed keuren. In verband met het feit dat Portugal bij deze grondwetsherziening onwillekeurig den invloed moest ondergaan van do on zalige grondwet van het naburige Spanje is het wel van belang om te vernemen hoe huisgezin, kerk en school in de nieuwe Portugeesche grondwet behandeld worden. Het is in ieder geval een verblijdend ver schijnsel dat men in Portugal meer waar de gehecht heeft aan de fundamenteele beteekenis die aan deze factoren gehecht moet worden in verband met de nauwe samenwerking tusschen Volk en Staat. El Debate schreef dat deze bepalingen over de positie van het huisgezin in de nieuwe grondwet zeer karakteristiek zijn. Artikel 11 b.v. zegt letterlijk: De Staat waarborgt de stichting en verdediging van 'het huisgezin, als bron en verdere ont wikkeling der rassen, als eerste grondslag voor de opvoeding, voor de sociale tucht en eensgezindheid en als fundament van iedere politieke orde door samenvatting en vereeniging in parochie en gemeenten. In verband met deze grondstellingen wordt aan de gezinshoofden een beslissenden in vloed gegeven op de samenstelling van paroehieele en gemeenteraden. Artikel 42 bevat nog een verdere con sequentie: daar wordt immers vastgelegd, dat er op gebied van opvoeding en onder wijs een nauwe samenwerking moet be staan tusschen huisgezin en staat. In het grondwet-ontwerp had men aan de gezinshoofden een zeer ver strekkend politiek privilege gegeven, dat zij alleen den staatspresident zouden mogen kiezen. In het definitieve ontwerp heeft deze bepa- ling echter een dusdanige wijziging onder gaan, dat thans alle kiezers aan de verkie zing van den President kunnen deelnemen. De voornaamste bepalineen over school en kerk zijn de volgende. Het bezoek der la gere school is verplichtend. De openbare, d.w.z. de regeeringsscholen zijn godsdienst loos zij zijn zooals in de grondwet luidt „onafhankelijk van iedere godsdienstige belijdenis. Maar van den anderen kant zijn bijzondere scholen toegelaten, en de staat kan aan de Bijzondere scholen subsidie geven, wanneer zij aan bepaalde eischen voldoen. Zoowel de private als openbare uitoefening! van den godsdienst is voor iedereen vrij, zooals in de grondwet staat bepaald: „de godsdienstige belijdenissen zijn vrij om zich overeenkomstig hun eigen statuut te organiseeren". De Staat erkent de kerkgenootschappen die rechtspersoonlijkheid kunnen verkrij gen. Scheiding van kerk en staat blijft be staan en het thans geldende Concordaat gehandhaafd. Weliswaar krijgen de kerk hoven ook een meer wereldlijk karakter, maar de geestelijken zijn vrij in het uit oefenen van de Liturgische handelingen en ceremoniën. Het is wel opmerkelijk dat de bepalingen van de grondwet niet zeer veel afwijken van de grondwet van 1911. Im mers in artikel 10 van die grondwet werd 'bepaald dat de Jezuïeten het land moesten verlaten en dat de Religieuse Congregaties niet meer bij het onderwijs werkzaam mochten zijn. Paasch-gepeinzen door Fr. MUCKER MANN SJ. Enkele witte sneeuwklokjes, een paarse crocus, 'n ijdele narcis en op beschutte plaateen een Maartsch viooltje, dat is alles wat er voor Paschen bloeit. Het is nog meer nawinter dan lente, en toch begint de na tuur al wederom te ontwaken. Zorg vooral dat U dit schouwspel niet ontgaat, want het is méér dan een feest. Ieder bloempje daarbuiten is een vreugdebode en allen ver kondigen in sti.te dat na den winter de len te komt, iedere bloera beteekent een over winning op het pessimisme. Juist in de prille lente is het uitrollen van de teere bloemblaadjes als het ware een economisch vraagstuk. Nog hangen er sneeuwwolken in de grijze lucht en op een stralenden zon neschijn volgen niet zelden weer Maartsche buiten. Zou het niet wijzer zijn, het knopje maar ingehuld te houden, in plaats van het bloot te stellen aan wind en weer 1 Die al lereerste kinderen der lente hebben veel moed. Zij gelooven in de lente. Zij zijn op timisten. En daarin hebben ze gelijk. Zij weten, dat zij de komende groote lente periode moeten aankondigen. Zij zijn de eerste getuigen van het wonder, dat telken- jare geschiedt. Hoor maar eens hoe Goéthe hierover mijmert: De natuurWij zijn door haar omgeven en omstrengeldOngevraagd en - onge- noodigd neemt zij ons op in den kringloop van haar dans en sleurt zij ons voort, tot wij vermoeid zijn en aan haar arm ontval len. Wij leven temidden van haar en ken nen haar niet. Zij bouwt en verwoest onver moeid voort en haar werkplaats is uog door niemand betredenZij leeft in hare kin deren, en waar is de Moeder?.... Hare kinderen zijn ontelbaar, maar zij heeft lie velingen, die zij vertroetelt en aan wie zij heel veel opoffert. Goethe loofde niet alleen de natuur, maar evenzeer haar dood, die slechts het middel is, om te herwaken tot een nieuw leven. En juist hierin is Goethe zoo ever moedig, hierin toont hij zijn werkelijkheids zin. Hij begrijpt dat de dood de bron is van nieuwe levens. Gaan onze gedachten hierbij niet vanzelf uit naar ons volk dat in nood verkeert. Hoeveel nieuwe levenskiemen worden juist thans niet uitgeplant? Hoort men niet vaak, van menschen, wien het heelemaal niet goed gaat, en die toch dezen tijd groot en schoon vinden Zouden ook zij niet meer met heimwee terugdenken aan den tijd, toen zij 5s morgens, 's middags en 's avonds onbekommerd aan tafel zaten, en zoo shun leven doorbrachten? Gij zit daar als een ongeduldige meike ver, dat voel ik wel. Gij hebt geen tijd en heft uw zware vleugelschilden alsof het er nu op los zal gaan; wie weet, waarheen! O, zoo, hebt ge den verhuiswagen besteld? Wacht even, die komt vandaag nog niet. Laat maar staan wat staat, en wees nog eens gelukkig in uw oude huis. Denk eens aan de vreugdevolle uren, die je daarin be- .leefd hebt, aan de kinderen, die daar ge boren werden, aan de vrienden die U kwa men begroeten, en ook aan de lieve din gen die zij meebrachten. En dan, het is uw eerste huis. Het was met bloemen versierd, toen het jeugdig paar er zijn intrek nam. Hoe het ook zij, bekijk niet alles enkel en alleen van uit het gezichtspunt der hooge of lage huurprijzen. Doe minstens wat gij kunt, om hier nog eens het Paaschfeest te vieren en laat uwe buren daaraan deel nemen, dat is te zeggen, zij die met Paschen geen bezoek zullen krijgen van de Paasch- haas, want ook deze is een kapitalist en houdt het met de betere standen. Iets goeds brengt het verhuizen altijd wel mee Er zijn altijd wel hoekjes die gewoon lijk niet uitgeveegd worden. Er zijn rommel- kamertjes, die nooit opgeruimd worden. Er zijn muizengaatjes, waar het wemelt van allerlei ongedierte. En zoodoende kan een verhuizing ook wel eens nuttig zijn, en men zou haast wenschen, dat alle huishoudens in Staat en Kerk waarin een muffe lucht h^ngt, eens gingen verhuizen. Alleen ter wille van de frissche lucht! Ook de bureaucratie mocht wel eens een vernieuwingsproces ondergaan. En niet minder de groote actetassen. En de droog zolders der archieven. En de zetels der raadsleden. O, als daar maar eens een len te kwam, al was het desnoods maar het prille voorjaar. Ik ben niet tegen het sys teem, ik ben alleen voor frissche lucht in alle systemen. Soms zie ik ook liever een vaasje met bloemen dan een inktstol. Al staat er maar een boterbloempje in-, het is toch altijd wat anders dan een bloknoot en vloeipapier. Lente, Paschen en Opstandig behooren eenvoudig tot het menschenleven. Maar stil, wij zijn nu eenmaal aan den gang, en willen ook eens in meer intieme hoekjes kijken. Er zijn voorjaarsmenschen en win- tersche menschen. De eerste zijn altijd vroolijk de andere altijd ijzig. Het is, als of dat laatste soort geboren is bij een tem peratuur van 12 graden onder nul en de andere in warme zonneschijn. Deze winter- sche menschen hebben alle geloof in het Paaschfeest opgegeven. Zij weten niet meer, wat opstanding is. Zij zijn brompot ten die hun plicht doen, maar geen alle lujazangers.... „Menschen", zeg ik, „stoot het venster van uwe ziel open. De wereld is veel warmer dan gij denkt. De menschen zijn tegenover u alleen maar zoo ijzig, om dat gij ook altijd bevriest en dienovereen komstig kijkt. Het venster dus open! Er is daar in uw huis ongetwijfeld een en ander opeengepakt wat wel eens uitgelucht mag worden. Kunt ge het zelf niet vinden, dan roept ge den priester te hulp, die de schuil hoeken van uw ziel kent, die daarvan ver stand heeft. Het is nu immers Paschen. Het moet minstens lente zijn. Kunt gij nu niet langer kou lijden, nu de zon dag aan dag een steeds -grooteren boog beschrijft en als een overwinnaar over den winter triomfeert. Wilt gij dan niet meer weten, dat er een zon is? Wanneer ons oog niet voor de zon geschapen was, zegt Goethe, hoe zou het dan het licht kunnen zien? Zeker, wanneer het donker is, of het oog heeft zijn gezichtsvermogen verloren, wat baat dan de zon? Deze ervaring hebben wij ook opgedaan. Er zijn arme menschen, die hun nood blij moedig dragen. Zij behooren tot de onzicht bare orde der leerlingen v. d. H. Francis- cus. Als men met hen in gesprek komt, dan ervaart men een onoverwinbare le vensvreugde. En met deze vreugde weten zij ook wat te bereiken. Hier en daar noo- digt men hen uit, wijl het vroolijke en aan trekkelijke menschen zijn. Bij nauwkeurig toezien blijkt deze vreugde zeer diep in hunne zielen te zitten. Zij is als een bloempje op Gods weide, die daar ligt, of schoon velen dat niet wil.en weten. Daar is het altijd lente. Daar is de Verrezen Heiland tuinman. Het onkruid wordt er uitgeroeid, en zon en regen en aarde doen hun werk. Al wat er goed is in Staat, Kerk, Huis en hof wordt door zulke men schen gedaan. Het zijn Paaschkinderen, de broeders en zusters van de Lente. Roep de zonneschijn, laat den tuinman binnenkomen en vo.gens het oude gebruik ook de Paaschkaas. EEN MONNIKENREPUBLIEK. DE RUSSISCHE ATHOS. In het jaar 922 fctichtte de H. Sergius op de Wahamo-eilanden in het Ladogameer een Russische kloostergemeenschap, die, wat hare inrichting betreft heel veel over eenkomst vertoonde met de kloosters van den heiligen, berg Athos, zoodat de volks mond haar dan ook met „De Russische Athos" betitelde. In de jaren voor den oor log, toen de Russische kloosters nog niet verwoest werden en de monniken nog niet werden mishandeld kwamen er heel veel pelgrims naar de Walamoeilanden. Zoeken de zielen uit alle rangen en standen van het van Rus.and vonden hier troost en opbeu- van Rusland vonden hier troost en opheu- ring. Terecht prijkte dan ook boven de poort van het Sergiewoklooster op Walamo het volgende opschrift: „Hier. straat 't kruis van Golgotha, hier is een tehuis voor allen die geen onderdak meer hebben" want allen, die met ©en bezwaard gemoed aan de huisjes-der k.uizenaars klopten, vonden genezing en troost voor hun gewonde zie len. Nu is de Russische Athos een mon nikenrepubliek die in de vergetelheid ge raakt is. Sedert de 'Rlissische revolutie be hooren de Walamo-eilanden alsmede de kloostergemeente Sergiewskaja tot het grondgebied van Finland en het klooster moet een zwaren strijd voeren om in stand te blijven. Het klooster op Walamo heeft den kloos terregel die deze H. Sergius had opgesteld en den Grieksch-Katholieken Ritus steeds in eere gehouden. Noch revolutie noch po litieke inmenging vermochten eenige veran dering te brengen in den kloosterregel der monniken. De regeering van Finland heeft reeds herhaalde malen pogingen aangewend om het bestuur der kloostergemeenschap te reorganiseeren en het beheer der kloos tergoederen en het bestuur over de eilan den aan een regeeringsambtenaar op te dragen. Ook. vorderde de Finsche regeering dat allo bewoners van het klooster de landstaal van de Republiek Finland zouden aanleeren. Doch al deze maatregelen leden schipbreuk op de onverzettelijkheid der monniken en de Regeeringscommissie die was uitgezonden om deze regeeringsbeslui- ten te doen uitvoeren kon on verrichter zake naar Finland terugkeeren. De Sergiewo-kloo6rergemeen8chap is verdeeld over veertig eilanden: op ieder eiland woont een evengroot aantal kluize naars. Voor den oorlog vonden duizenden arbeiders werk op de uitgestrekte landerij en van het klooster. Thans moeten 275 klui zenaars noodgedwongen het land bewerken daar de regeering anders de rechten van het klooster wil beperken. Ondanks dat al les is de kloostergemeenschap niet in moei lijkheden gekomen of verarmd. Integendeel zij is nog steeds een van de rijkste kloosters van den Grieksch-Katholieken Ritus. Omdat het klooster zoo verafgelegen was en reeds spoedig door Finland werd be schermd, is de gruwelijke storm der Rus sische revolutie zonder schade aan te rich ten langs het Sergiewo-klooster heenge gaan. In de talrijke kloosterkerken worden schitterendo Ikonen bewaard die met gou den en zilveren platen bedekt en met tal rijke diamanten en edelsteenen versierd zijn. In de sacristieën worden prachtige kerk sieraden tentoongesteld, gouden kelken, kostbare paramenten en voorwerpen die voor den liturgischen eeredienst bestemd zijn, en die hun weerga in Europa niet vin den (behalve dan on den Athos). In de een zame en goed onderhouden uitgestrekte bosschen liggen hier en daar verspreid de stille woningen der kluizenaars en slechts hoogstzelden ontmoet men hier een vreem deling. In tegenstel'ing met do kloostergemeen schap op den heiligen berg Athos verrich ten ook vrouwelijke religieusen in het Ser giewoklooster op Walamo behalve hun godsdientiee oefeningen ook hun gewonen arbeid in den stal en in de keukenandere bezigheden mogen zij in het klooster niet verrichten; in het klooster op den berg Athos hebben vrouwen zelfs eeen toegang tot de terreinen van het klooster. Sedert den tijd dat de H. Sergius deze kloo6tergemeenschao stichtte zijn de regels en gebruiken van dit klooster niets veran derd: ook het stipt naleven van den kloos terregel heeft men steeds trouw nageko men. En, waar in het hedendaagsche Rus land de kerken en kloosters hun bezittingen en hun oolitieke invloed bima totaal verlo ren hebben, daar is het Walamo-klooster van den H. Sergius in het hooge Noorden een zeldzaam overblijfsel van Oostersch kerkelijk leven en van echte Russische mys tiek. Voor den oorlog en ook nog tijdens de oorlogsjaren kreeg dit klooster steeds nieu we novicen toegevoerd uit Rus'and. Door de revolutie zijn de Walamo-eilanden totaal geisoleerd en geheel afgescheiden van het oude moederland. Maar thans komen zich geen nieuwe monniken meèr aanmelden en zoo zal binnen afzienbaren tijd ook dit laat ste bolwerk van Russische kerkelijke cul tuur verdwenen zijn. WA7 ANDERE BLADEN SCHRIJVEN: OP WITTE DONDERDAG. Uit de Gelderlander: Er zijn een groot aantal intenties, die wij bij onze bezoeken aan het ter aan bidding uitgestelde H. Sacrament kun nen aanbevelen: de opheffing van den noodtoestand der werkloosheid, waar door talloozen tot de bitterste armoede, en tot de verdorfelijkste niotsdoenerij worden veroordeeld, het wolslagen van de verkiezingen, m deze dagen, nu ccn geest van atheïsme, en een vervaarlijk communisme dreigend den kop opsteken, het welslagen van het werk der missio narissen in alle landen dor gebieden, die door de Congregatie tot voortplan ting des geloofs worden bestuurd, de be keering van de hedendaagsche beschaaf de heidenen, die hoe langer hoe driester tegen de Kerk optreden, kracht voor de katholieken kunnen wij vragen, in lan den waar de vervolging woedt, in Rus land, in Spanje, en in Mexico, wij moe ten bidden om licht voor onze Oostelijke broeders, die door de nieuwe politieke gebeurtenissen in de moeilijkste omstan digheden zijn geraakt. Wij moeten bid den voor Onzen H. Vader, den Paus, en voor het welslagen van het heilig jaar, voor de geestelijkheid, en voor alle re ligieuzen, voor de glorie van Gods Kerk, en voor den vrede der volken. DAT ALLEN ééN ZIJN. Een verblijdend teeken tusschen allo splitsing en verdeeldheid bereikte do T ij d van de overzijde van het Kanaal: Uit Engeland komt het belangrijke nieuws, dat do aartsbis schoppen van Can terbury en York. de hoofden der Engel- sche kerk, in overeenstemming met doa wensch der kerkvergaderingen van 1923 en 1930, een groot comité hebben inge steld met de opdracht, om het contact en de relaties der Kerk van Engeland met a de Roomsch-Katholieko Kerk, b. de Oostersch-Ort.hodoxe kerken, c. de Assyrische kerk, de Koptische on Abes- svnische kerk, de Syrisoh- Orthodoxe (Jacobiti-sche) kerk en haar dochterkerk in Zuid-Britseh-Indië en de Armeensche kerk, en d. de Protestantsch-Evangelische kerken op het continent, tot een voor werp van zorg te maken, ter zake zoo wel te adviseeren als te handelen en lit oontaet en deze relaties te bevorderen. Opmerkelijk is. dat in de instelling cn fcaakbepaling dezer commissie de Roomsch-Katholieke Kerk het eerst ge noemd wordt, de Protestantsche kerken het laatst. Het comité heeft tot voorzitter ontvan gen den aartsbisschop van Canterbury, tot vice-voorzitter den aartsbisschop van York. Het telt een geheele rij van bis schoppen als leden, mede tal van voor aanstaanden in de Engolsehe kerkelijke beweging, o.a. ook lord Dickinson, lord Hugh Cecil, enz. en beteekent dus een officieele en belangrijke stap der En- geleche staatskerk ter bevordering der oenheid ébe weging. Op het oogenblik valt nog geenszins de ontwikkeling van het nieuwo initiatief te voorzien. Maar onvetwijfeld zullen allen, die do eenheidsbeweging volgen met werkdadig© liefde, hun gebeden vor- dubbelen: „ut omnos unum sint". WAT NTET TN HET VOLK TE VINDEN IS. In de (A.-R.) Rotterdammer le zen wij: „Het is hoocst interessant de spre kers van verschillende ricMing op het verViezinor8pad gade te slaan. Al luisterende vanct men zoo nu en dan klanken op, die men van be paalde personen niet verwachten zou of althans niet in dien vorm. Zoo kwam mr. Jan Duys to Hoorn te soroken over „De Zeven Provin ciën". Deze socialistische leider drukte zich wel heel sterk uit over de misdadige woeling: „De geschiedenis met de Zeven Pro vinciën is totaal ontoelaat baar en een socialistisch ministerie zou dit evenmin hebben ge duld, al was het mogelijk anders op getreden. Een gezag dat tegen zooiets niet optreedt is openkool." Over de communisten heette het o.a.: „Dc communisten schreeuwen nu moord en brand, doch dan wil spr. herinneren aan het bloedige gebeuren te Kroonstad, nu twaalf jaar geleden, waar de muiterij door do Sovjet word onderdrukt ten koste van een bloed bad van moer dan 10.000 dooden, en hoe dit destijds door Lou dc Visser in De Tribuno werd verheerlijkt. Er is echter zooveel lafheid onder de so ciaal-democraten tegenover de com munisten, omdat ze bang zijn voor burgerlijk te worden uitgemaakt." Inderdaad, en daarom is het socia lisme onbetrouwbaar en dringen deze „lafaards", als het er op aankomt, de socialistische steeds meer in de rich ting, waartegen de leiders vóór de verkiezingen waarschuwen. Nog een derde uitlating, die ongewild het regeerincsbeleid verdedigt, moge vast gelegd worden: „De heer Bneevliet aldus mr. Duys is een opruier, wat hij zelf crke"t. en de regeering heeft dus het recht van preventieve hechtenis. Men kan hem tegen storting van tien mille vrij laten, doch behoeft dit niet te doen." Waaruit men dus mag afleiden, dunkt ons, dat de regeering rekenen mag op den steun van mr. Duys,, in dien zij te eenige^ tijd bij de Kamer voorstellen indienen zou om de actie van „opruiers" als Snoevliet radioaal onmogelijk te maken." HET BISSCHOPPELIJK VERZOEK. In de Volkskrant wijst K. (het Ka merlid Kuiper) er op, dat het wel sterk moet hebben getroffen, dat de Hoogw. Bis schoppen van Nederland, dit jaar gezamen lijk oenzelfde Vastonmandement hebben uitgovaardigd. En hij vervolgt dan: „De regel, waarop wij ons geen uit zondering herinneren, is toch, dat onze kerkvorsten in hun jaarlijksch Vasten- mandement hun eigen vermaningen en aansporingen tot hun onderhoorigen richten. Dat dit jaar hot geheele Episcopaat met grooten aandrang eenzelfde ver maning tot de katholieken riohtte, hoeft deze stellig een diepe betee kenis. Het is vooral do „bijzondere ernsti ge vermaning" in verband met de a.s. Kamerverkiezing en het „allerdrin gendst" verzoek: „Bewaart uw oen heid", dat op alle katholieken een eere plicht legt, en ons in de komende wo ken helder voor oogen moet staan. Do eenheid bewaren blijft ook nk April gelden, maar tot op den dag dor Kamerverkiezing is het van urgente en van beslissendo boteekenis. En het is zoo noodig om op deze al lerdringendste bisschoppelijko verma ning de aandacht te blijven vestigen, omdat er onder ons, helaa-s, zijn die tot ontrouw aanzetten en doen alsof het Doorl. Episcopaat geen duidelijke aan sporing tot handhaving der politieke oenheid zou hebben gegeven." De schrijver laakt dan de bedriegclijke redeneeringen, waarmede men tracht de vermaning van do Bisschoppen niet tot haar bedoeling te doen komen. „Met sophistisehe (bedriegclijke) re- dfineeringen wordt gepoogd dc duide lijke bewoordingen van het allerdrin gendst verzoek der Hoogw. Bisschop pen om do politieke oenheid te bewa ren, geheel en al te ontzielen en in eigen voordeel uit te loggen. Wij noemen dit niet minder dan een sinister (rampzalig) bedrijf, omdat het een poging is om do hoogst ernstige on eerbiedige bedoelingen der Hoogw. Bisschoopon te verijdelen en voort» het begin van politieke verdeeldheid onder ons katholieke volksdeol uit te breiden en aan te moedigen. Dc katholieken, spéciaal de katholie ke arbeiders, die tot dit snoode bedrijf bijdragen, moeten goed weten wat zij doen. De kopstukken, de eigenlijke drij vers, weten grootendcels zeer goed wat zij doen cn moeten het maar met hun eigen geweten uitmaken. Maar de arbeiders dio onder bun suggestie zijn gekomen, dienen zich af te vraten, of zij mogen meehelnen zoo lijnrecht teven het allerdringendst verzoek der Hoogw. Bisschoppen in te gaan. Eerst hooft Z. TT. dc Paus zelf van uit Rome tot de Nederlandsche katho lieken de vermaning gericht: zorgt dut u vóór alles, béven alles en óndanks alles uw eenheid bewaart. Op 't voetspoor van don Heiligen Vnder komen do Nederlandsche Bis schoppen ons bijzonder ernstig en al lerdringendst verzoeken: Bewaart uw eenheid. Kunnon en mogen wij. katholieken, daar nu een andere gevolgtrekking uit maken dan déze: Als Paus on Bis schoppen ons zoo dringend vermanen, dan moeten er wel zeer voorname fptesteli'ke en zedelijke goederen mco gemoeid zijn. Kunnon en mogen wij katholieken dan tot een ander besluit komen dan dit: Als Paus en Bisschoppen van de politieke verdeeldheid in ons katholiek volksdeel zoo groote gevaren vreezen, dan mogen wij voor deze eerbiedwaar dige en gezagvolle vermaningen niet doof blijven. Dan gaan wij als katholieken in ge weten niet vrij uit als wij die verma ningen in don wind slaan, on in feite ons verzetten tegen hetgeen het hoog ste kerkelijk Gezag ons zoo allerdrin gendst verzoekt. In Nederland houdt het kerkelijk Gezag zich zorgvuldig buiten alle vraagstukken of twistpunten op het gebied der practische politiek, maar des te meer beteekenis heeft daarom het. allerdringendst verzoek: Bewaart uw eenheid. Dit verzoek zou niet in dezen drin genden vorm gekomen zijn, a.ls er geen voorname redenen waren ge weest van geestelijken en zedelijken aard, die nauw samenhangen met de dreigende omstandigheden van dezen tijd en met geheel de godsdienstige en cultureele positie van ons katholiek volksdeel in Nederland." KOOPT BIJ ONZE ADVERTEERDERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 11