DONDERDAG 13 APRIL 1933
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 11
BRIEF UIT PORTUGAL
FAMILIE, SCHOOL EN KERK IN DE
NIEUWE GRONDWET.
LISSABON. 10 April 1933.
Portugal waar men in den laatsten tijd
betrekkelijk weinig van gehoord heeft, is
op 19 Maart een nieuw stadium van haar
wetgevende geschiedenis ingetreden. Op
dien dag immers is de militaire dictatuur
na 'n bijna zevenjarige periode (die begon
op 28 Mei 1926) beëindigd.
Door *n volksstemming werd een nieuwe
grondwet ingevoerd, dié in velerlei opzicht
buitengewoon interessant is. Deze nieuwe
grondwet is een tame ijk omvangrijk docu
ment dat uit 21 Hoofdstukken en 142 ar
tikelen bestaat.
Om met het slot te beginnen: de slot
bepaling brengt een interressant nieuwtje
in zooverre dat om de tien jaar een grond
wetsherziening moet plaats vinden. Deze
periode kan tot 5 jaar worden beperkt,
wanneer de nationale vergadering (het Po
litieke Parlement) met twee derden der gel
dig uitgebrachte stemmen een desbetref
fend besluit neemt. Verder kan een her
ziening op korteren termijn volgen, wan
neer de President, gehoord den raad van
State de bestaande nationale vergadering
de bevoegdheid geeft van het wetgevende
lichaam De eerste nationale vergadering
zal zonder meer bevoegdheid hebben om
wijzigingen in de grondwet aan te bren
gen: zij kan dus de grondwet die bij Ple
bisciet van 19 Maart werd aangenomen in
een of ander punt hérzien. Er zijn dus vol
doende waarborgen geschapen, dat de
nieuwe grondwet sctepel genoeg is en aan
gepast kan worden aan de nieuwe grond
wet en aan de ontwikkeling der nieuw ge
schapen toestanden.
In artikel 71 wordt gezegd dat de Sou-
vereiniteit uitgaat van de natie en uitge
oefend wordt door de volgende organen:
Het Staatshoofd, de Nationale Vergade
ring, de regeering en de gerechtshoven. De
Staatspresident wordt door het volk ge
kozen. Hij wordt terzijde gestaan door een
raad van State, waarin o.m. zitting heb
ben, het hoofd der regeering, do President
der Nationale vergadering en de Voorzit
ter van de Beroepskamer. Deze raad van
State moet bijvoorbeeld gehoord worden
als aan de Nationa'e Vergadering de be
voegdheid zou worden gegeven om wijzi
ging te brengen in de grondwet. Op de
eerste plaats moeten de beroepskamérs in
het leven worden geroepen, die echter nog
slechts een adviseerende bewoegdheid be
zitten en wier zittingen niet openbaar zijn.
In de grondwet is verder een artikel opge
nomen waarbij aan de regeering de be
voegdheid wordt verleend om een noodver
ordening uit te vaardigen, doch evenwel
met dien verstande, dat de Nationale Ver
gadering de noodverordening moet goed
keuren.
In verband met het feit dat Portugal bij
deze grondwetsherziening onwillekeurig
den invloed moest ondergaan van do on
zalige grondwet van het naburige Spanje
is het wel van belang om te vernemen hoe
huisgezin, kerk en school in de nieuwe
Portugeesche grondwet behandeld worden.
Het is in ieder geval een verblijdend ver
schijnsel dat men in Portugal meer waar
de gehecht heeft aan de fundamenteele
beteekenis die aan deze factoren gehecht
moet worden in verband met de nauwe
samenwerking tusschen Volk en Staat.
El Debate schreef dat deze bepalingen
over de positie van het huisgezin in de
nieuwe grondwet zeer karakteristiek zijn.
Artikel 11 b.v. zegt letterlijk: De Staat
waarborgt de stichting en verdediging van
'het huisgezin, als bron en verdere ont
wikkeling der rassen, als eerste grondslag
voor de opvoeding, voor de sociale tucht en
eensgezindheid en als fundament van
iedere politieke orde door samenvatting
en vereeniging in parochie en gemeenten.
In verband met deze grondstellingen wordt
aan de gezinshoofden een beslissenden in
vloed gegeven op de samenstelling van
paroehieele en gemeenteraden.
Artikel 42 bevat nog een verdere con
sequentie: daar wordt immers vastgelegd,
dat er op gebied van opvoeding en onder
wijs een nauwe samenwerking moet be
staan tusschen huisgezin en staat.
In het grondwet-ontwerp had men aan
de gezinshoofden een zeer ver strekkend
politiek privilege gegeven, dat zij alleen
den staatspresident zouden mogen kiezen.
In het definitieve ontwerp heeft deze bepa-
ling echter een dusdanige wijziging onder
gaan, dat thans alle kiezers aan de verkie
zing van den President kunnen deelnemen.
De voornaamste bepalineen over school en
kerk zijn de volgende. Het bezoek der la
gere school is verplichtend. De openbare,
d.w.z. de regeeringsscholen zijn godsdienst
loos zij zijn zooals in de grondwet luidt
„onafhankelijk van iedere godsdienstige
belijdenis. Maar van den anderen kant zijn
bijzondere scholen toegelaten, en de staat
kan aan de Bijzondere scholen subsidie
geven, wanneer zij aan bepaalde eischen
voldoen. Zoowel de private als openbare
uitoefening! van den godsdienst is voor
iedereen vrij, zooals in de grondwet staat
bepaald: „de godsdienstige belijdenissen
zijn vrij om zich overeenkomstig hun eigen
statuut te organiseeren".
De Staat erkent de kerkgenootschappen
die rechtspersoonlijkheid kunnen verkrij
gen. Scheiding van kerk en staat blijft be
staan en het thans geldende Concordaat
gehandhaafd. Weliswaar krijgen de kerk
hoven ook een meer wereldlijk karakter,
maar de geestelijken zijn vrij in het uit
oefenen van de Liturgische handelingen en
ceremoniën. Het is wel opmerkelijk dat de
bepalingen van de grondwet niet zeer veel
afwijken van de grondwet van 1911. Im
mers in artikel 10 van die grondwet werd
'bepaald dat de Jezuïeten het land moesten
verlaten en dat de Religieuse Congregaties
niet meer bij het onderwijs werkzaam
mochten zijn.
Paasch-gepeinzen
door Fr. MUCKER MANN SJ.
Enkele witte sneeuwklokjes, een paarse
crocus, 'n ijdele narcis en op beschutte
plaateen een Maartsch viooltje, dat is alles
wat er voor Paschen bloeit. Het is nog meer
nawinter dan lente, en toch begint de na
tuur al wederom te ontwaken. Zorg vooral
dat U dit schouwspel niet ontgaat, want
het is méér dan een feest. Ieder bloempje
daarbuiten is een vreugdebode en allen ver
kondigen in sti.te dat na den winter de len
te komt, iedere bloera beteekent een over
winning op het pessimisme. Juist in de
prille lente is het uitrollen van de teere
bloemblaadjes als het ware een economisch
vraagstuk. Nog hangen er sneeuwwolken
in de grijze lucht en op een stralenden zon
neschijn volgen niet zelden weer Maartsche
buiten. Zou het niet wijzer zijn, het knopje
maar ingehuld te houden, in plaats van het
bloot te stellen aan wind en weer 1 Die al
lereerste kinderen der lente hebben veel
moed. Zij gelooven in de lente. Zij zijn op
timisten. En daarin hebben ze gelijk. Zij
weten, dat zij de komende groote lente
periode moeten aankondigen. Zij zijn de
eerste getuigen van het wonder, dat telken-
jare geschiedt. Hoor maar eens hoe Goéthe
hierover mijmert:
De natuurWij zijn door haar omgeven
en omstrengeldOngevraagd en - onge-
noodigd neemt zij ons op in den kringloop
van haar dans en sleurt zij ons voort, tot
wij vermoeid zijn en aan haar arm ontval
len. Wij leven temidden van haar en ken
nen haar niet. Zij bouwt en verwoest onver
moeid voort en haar werkplaats is uog door
niemand betredenZij leeft in hare kin
deren, en waar is de Moeder?.... Hare
kinderen zijn ontelbaar, maar zij heeft lie
velingen, die zij vertroetelt en aan wie zij
heel veel opoffert.
Goethe loofde niet alleen de natuur,
maar evenzeer haar dood, die slechts het
middel is, om te herwaken tot een nieuw
leven. En juist hierin is Goethe zoo ever
moedig, hierin toont hij zijn werkelijkheids
zin. Hij begrijpt dat de dood de bron is van
nieuwe levens. Gaan onze gedachten hierbij
niet vanzelf uit naar ons volk dat in nood
verkeert. Hoeveel nieuwe levenskiemen
worden juist thans niet uitgeplant? Hoort
men niet vaak, van menschen, wien het
heelemaal niet goed gaat, en die toch dezen
tijd groot en schoon vinden Zouden ook zij
niet meer met heimwee terugdenken aan
den tijd, toen zij 5s morgens, 's middags en
's avonds onbekommerd aan tafel zaten, en
zoo shun leven doorbrachten?
Gij zit daar als een ongeduldige meike
ver, dat voel ik wel. Gij hebt geen tijd en
heft uw zware vleugelschilden alsof het er
nu op los zal gaan; wie weet, waarheen! O,
zoo, hebt ge den verhuiswagen besteld?
Wacht even, die komt vandaag nog niet.
Laat maar staan wat staat, en wees nog
eens gelukkig in uw oude huis. Denk eens
aan de vreugdevolle uren, die je daarin be-
.leefd hebt, aan de kinderen, die daar ge
boren werden, aan de vrienden die U kwa
men begroeten, en ook aan de lieve din
gen die zij meebrachten. En dan, het is uw
eerste huis. Het was met bloemen versierd,
toen het jeugdig paar er zijn intrek nam.
Hoe het ook zij, bekijk niet alles enkel en
alleen van uit het gezichtspunt der hooge
of lage huurprijzen. Doe minstens wat gij
kunt, om hier nog eens het Paaschfeest te
vieren en laat uwe buren daaraan deel
nemen, dat is te zeggen, zij die met Paschen
geen bezoek zullen krijgen van de Paasch-
haas, want ook deze is een kapitalist en
houdt het met de betere standen.
Iets goeds brengt het verhuizen altijd wel
mee Er zijn altijd wel hoekjes die gewoon
lijk niet uitgeveegd worden. Er zijn rommel-
kamertjes, die nooit opgeruimd worden. Er
zijn muizengaatjes, waar het wemelt van
allerlei ongedierte. En zoodoende kan een
verhuizing ook wel eens nuttig zijn, en men
zou haast wenschen, dat alle huishoudens
in Staat en Kerk waarin een muffe lucht
h^ngt, eens gingen verhuizen. Alleen ter
wille van de frissche lucht!
Ook de bureaucratie mocht wel eens een
vernieuwingsproces ondergaan. En niet
minder de groote actetassen. En de droog
zolders der archieven. En de zetels der
raadsleden. O, als daar maar eens een len
te kwam, al was het desnoods maar het
prille voorjaar. Ik ben niet tegen het sys
teem, ik ben alleen voor frissche lucht in
alle systemen. Soms zie ik ook liever een
vaasje met bloemen dan een inktstol. Al
staat er maar een boterbloempje in-, het is
toch altijd wat anders dan een bloknoot
en vloeipapier.
Lente, Paschen en Opstandig behooren
eenvoudig tot het menschenleven. Maar
stil, wij zijn nu eenmaal aan den gang, en
willen ook eens in meer intieme hoekjes
kijken. Er zijn voorjaarsmenschen en win-
tersche menschen. De eerste zijn altijd
vroolijk de andere altijd ijzig. Het is, als
of dat laatste soort geboren is bij een tem
peratuur van 12 graden onder nul en de
andere in warme zonneschijn. Deze winter-
sche menschen hebben alle geloof in het
Paaschfeest opgegeven. Zij weten niet
meer, wat opstanding is. Zij zijn brompot
ten die hun plicht doen, maar geen alle
lujazangers.... „Menschen", zeg ik, „stoot
het venster van uwe ziel open. De wereld
is veel warmer dan gij denkt. De menschen
zijn tegenover u alleen maar zoo ijzig, om
dat gij ook altijd bevriest en dienovereen
komstig kijkt. Het venster dus open! Er is
daar in uw huis ongetwijfeld een en ander
opeengepakt wat wel eens uitgelucht mag
worden. Kunt ge het zelf niet vinden, dan
roept ge den priester te hulp, die de schuil
hoeken van uw ziel kent, die daarvan ver
stand heeft. Het is nu immers Paschen.
Het moet minstens lente zijn. Kunt gij nu
niet langer kou lijden, nu de zon dag aan
dag een steeds -grooteren boog beschrijft
en als een overwinnaar over den winter
triomfeert. Wilt gij dan niet meer weten,
dat er een zon is? Wanneer ons oog niet
voor de zon geschapen was, zegt Goethe,
hoe zou het dan het licht kunnen zien?
Zeker, wanneer het donker is, of het oog
heeft zijn gezichtsvermogen verloren, wat
baat dan de zon?
Deze ervaring hebben wij ook opgedaan.
Er zijn arme menschen, die hun nood blij
moedig dragen. Zij behooren tot de onzicht
bare orde der leerlingen v. d. H. Francis-
cus. Als men met hen in gesprek komt,
dan ervaart men een onoverwinbare le
vensvreugde. En met deze vreugde weten
zij ook wat te bereiken. Hier en daar noo-
digt men hen uit, wijl het vroolijke en aan
trekkelijke menschen zijn. Bij nauwkeurig
toezien blijkt deze vreugde zeer diep in
hunne zielen te zitten. Zij is als een
bloempje op Gods weide, die daar ligt, of
schoon velen dat niet wil.en weten. Daar
is het altijd lente. Daar is de Verrezen
Heiland tuinman. Het onkruid wordt er
uitgeroeid, en zon en regen en aarde doen
hun werk. Al wat er goed is in Staat,
Kerk, Huis en hof wordt door zulke men
schen gedaan. Het zijn Paaschkinderen, de
broeders en zusters van de Lente.
Roep de zonneschijn, laat den tuinman
binnenkomen en vo.gens het oude gebruik
ook de Paaschkaas.
EEN MONNIKENREPUBLIEK.
DE RUSSISCHE ATHOS.
In het jaar 922 fctichtte de H. Sergius
op de Wahamo-eilanden in het Ladogameer
een Russische kloostergemeenschap, die,
wat hare inrichting betreft heel veel over
eenkomst vertoonde met de kloosters van
den heiligen, berg Athos, zoodat de volks
mond haar dan ook met „De Russische
Athos" betitelde. In de jaren voor den oor
log, toen de Russische kloosters nog niet
verwoest werden en de monniken nog niet
werden mishandeld kwamen er heel veel
pelgrims naar de Walamoeilanden. Zoeken
de zielen uit alle rangen en standen van het
van Rus.and vonden hier troost en opbeu-
van Rusland vonden hier troost en opheu-
ring. Terecht prijkte dan ook boven de
poort van het Sergiewoklooster op Walamo
het volgende opschrift: „Hier. straat 't kruis
van Golgotha, hier is een tehuis voor allen
die geen onderdak meer hebben" want
allen, die met ©en bezwaard gemoed aan
de huisjes-der k.uizenaars klopten, vonden
genezing en troost voor hun gewonde zie
len. Nu is de Russische Athos een mon
nikenrepubliek die in de vergetelheid ge
raakt is. Sedert de 'Rlissische revolutie be
hooren de Walamo-eilanden alsmede de
kloostergemeente Sergiewskaja tot het
grondgebied van Finland en het klooster
moet een zwaren strijd voeren om in stand
te blijven.
Het klooster op Walamo heeft den kloos
terregel die deze H. Sergius had opgesteld
en den Grieksch-Katholieken Ritus steeds
in eere gehouden. Noch revolutie noch po
litieke inmenging vermochten eenige veran
dering te brengen in den kloosterregel der
monniken. De regeering van Finland heeft
reeds herhaalde malen pogingen aangewend
om het bestuur der kloostergemeenschap
te reorganiseeren en het beheer der kloos
tergoederen en het bestuur over de eilan
den aan een regeeringsambtenaar op te
dragen. Ook. vorderde de Finsche regeering
dat allo bewoners van het klooster de
landstaal van de Republiek Finland zouden
aanleeren. Doch al deze maatregelen leden
schipbreuk op de onverzettelijkheid der
monniken en de Regeeringscommissie die
was uitgezonden om deze regeeringsbeslui-
ten te doen uitvoeren kon on verrichter zake
naar Finland terugkeeren.
De Sergiewo-kloo6rergemeen8chap is
verdeeld over veertig eilanden: op ieder
eiland woont een evengroot aantal kluize
naars. Voor den oorlog vonden duizenden
arbeiders werk op de uitgestrekte landerij
en van het klooster. Thans moeten 275 klui
zenaars noodgedwongen het land bewerken
daar de regeering anders de rechten van
het klooster wil beperken. Ondanks dat al
les is de kloostergemeenschap niet in moei
lijkheden gekomen of verarmd. Integendeel
zij is nog steeds een van de rijkste kloosters
van den Grieksch-Katholieken Ritus.
Omdat het klooster zoo verafgelegen was
en reeds spoedig door Finland werd be
schermd, is de gruwelijke storm der Rus
sische revolutie zonder schade aan te rich
ten langs het Sergiewo-klooster heenge
gaan. In de talrijke kloosterkerken worden
schitterendo Ikonen bewaard die met gou
den en zilveren platen bedekt en met tal
rijke diamanten en edelsteenen versierd
zijn.
In de sacristieën worden prachtige kerk
sieraden tentoongesteld, gouden kelken,
kostbare paramenten en voorwerpen die
voor den liturgischen eeredienst bestemd
zijn, en die hun weerga in Europa niet vin
den (behalve dan on den Athos). In de een
zame en goed onderhouden uitgestrekte
bosschen liggen hier en daar verspreid de
stille woningen der kluizenaars en slechts
hoogstzelden ontmoet men hier een vreem
deling.
In tegenstel'ing met do kloostergemeen
schap op den heiligen berg Athos verrich
ten ook vrouwelijke religieusen in het Ser
giewoklooster op Walamo behalve hun
godsdientiee oefeningen ook hun gewonen
arbeid in den stal en in de keukenandere
bezigheden mogen zij in het klooster niet
verrichten; in het klooster op den berg
Athos hebben vrouwen zelfs eeen toegang
tot de terreinen van het klooster.
Sedert den tijd dat de H. Sergius deze
kloo6tergemeenschao stichtte zijn de regels
en gebruiken van dit klooster niets veran
derd: ook het stipt naleven van den kloos
terregel heeft men steeds trouw nageko
men. En, waar in het hedendaagsche Rus
land de kerken en kloosters hun bezittingen
en hun oolitieke invloed bima totaal verlo
ren hebben, daar is het Walamo-klooster
van den H. Sergius in het hooge Noorden
een zeldzaam overblijfsel van Oostersch
kerkelijk leven en van echte Russische mys
tiek.
Voor den oorlog en ook nog tijdens de
oorlogsjaren kreeg dit klooster steeds nieu
we novicen toegevoerd uit Rus'and. Door
de revolutie zijn de Walamo-eilanden totaal
geisoleerd en geheel afgescheiden van het
oude moederland. Maar thans komen zich
geen nieuwe monniken meèr aanmelden en
zoo zal binnen afzienbaren tijd ook dit laat
ste bolwerk van Russische kerkelijke cul
tuur verdwenen zijn.
WA7 ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN:
OP WITTE DONDERDAG.
Uit de Gelderlander:
Er zijn een groot aantal intenties, die
wij bij onze bezoeken aan het ter aan
bidding uitgestelde H. Sacrament kun
nen aanbevelen: de opheffing van den
noodtoestand der werkloosheid, waar
door talloozen tot de bitterste armoede,
en tot de verdorfelijkste niotsdoenerij
worden veroordeeld, het wolslagen van
de verkiezingen, m deze dagen, nu ccn
geest van atheïsme, en een vervaarlijk
communisme dreigend den kop opsteken,
het welslagen van het werk der missio
narissen in alle landen dor gebieden,
die door de Congregatie tot voortplan
ting des geloofs worden bestuurd, de be
keering van de hedendaagsche beschaaf
de heidenen, die hoe langer hoe driester
tegen de Kerk optreden, kracht voor de
katholieken kunnen wij vragen, in lan
den waar de vervolging woedt, in Rus
land, in Spanje, en in Mexico, wij moe
ten bidden om licht voor onze Oostelijke
broeders, die door de nieuwe politieke
gebeurtenissen in de moeilijkste omstan
digheden zijn geraakt. Wij moeten bid
den voor Onzen H. Vader, den Paus, en
voor het welslagen van het heilig jaar,
voor de geestelijkheid, en voor alle re
ligieuzen, voor de glorie van Gods Kerk,
en voor den vrede der volken.
DAT ALLEN ééN ZIJN.
Een verblijdend teeken tusschen allo
splitsing en verdeeldheid bereikte do T ij d
van de overzijde van het Kanaal:
Uit Engeland komt het belangrijke
nieuws, dat do aartsbis schoppen van Can
terbury en York. de hoofden der Engel-
sche kerk, in overeenstemming met doa
wensch der kerkvergaderingen van 1923
en 1930, een groot comité hebben inge
steld met de opdracht, om het contact
en de relaties der Kerk van Engeland
met a de Roomsch-Katholieko Kerk, b.
de Oostersch-Ort.hodoxe kerken, c. de
Assyrische kerk, de Koptische on Abes-
svnische kerk, de Syrisoh- Orthodoxe
(Jacobiti-sche) kerk en haar dochterkerk
in Zuid-Britseh-Indië en de Armeensche
kerk, en d. de Protestantsch-Evangelische
kerken op het continent, tot een voor
werp van zorg te maken, ter zake zoo
wel te adviseeren als te handelen en lit
oontaet en deze relaties te bevorderen.
Opmerkelijk is. dat in de instelling cn
fcaakbepaling dezer commissie de
Roomsch-Katholieke Kerk het eerst ge
noemd wordt, de Protestantsche kerken
het laatst.
Het comité heeft tot voorzitter ontvan
gen den aartsbisschop van Canterbury,
tot vice-voorzitter den aartsbisschop van
York. Het telt een geheele rij van bis
schoppen als leden, mede tal van voor
aanstaanden in de Engolsehe kerkelijke
beweging, o.a. ook lord Dickinson, lord
Hugh Cecil, enz. en beteekent dus een
officieele en belangrijke stap der En-
geleche staatskerk ter bevordering der
oenheid ébe weging.
Op het oogenblik valt nog geenszins
de ontwikkeling van het nieuwo initiatief
te voorzien. Maar onvetwijfeld zullen
allen, die do eenheidsbeweging volgen
met werkdadig© liefde, hun gebeden vor-
dubbelen: „ut omnos unum sint".
WAT NTET TN HET VOLK TE
VINDEN IS.
In de (A.-R.) Rotterdammer le
zen wij:
„Het is hoocst interessant de spre
kers van verschillende ricMing op het
verViezinor8pad gade te slaan.
Al luisterende vanct men zoo nu
en dan klanken op, die men van be
paalde personen niet verwachten zou
of althans niet in dien vorm.
Zoo kwam mr. Jan Duys to Hoorn
te soroken over „De Zeven Provin
ciën". Deze socialistische leider
drukte zich wel heel sterk uit over de
misdadige woeling:
„De geschiedenis met de Zeven Pro
vinciën is totaal ontoelaat
baar en een socialistisch ministerie
zou dit evenmin hebben ge
duld, al was het mogelijk anders op
getreden. Een gezag dat tegen zooiets
niet optreedt is openkool."
Over de communisten heette het o.a.:
„Dc communisten schreeuwen nu
moord en brand, doch dan wil spr.
herinneren aan het bloedige gebeuren
te Kroonstad, nu twaalf jaar geleden,
waar de muiterij door do Sovjet word
onderdrukt ten koste van een bloed
bad van moer dan 10.000 dooden, en
hoe dit destijds door Lou dc Visser in
De Tribuno werd verheerlijkt. Er is
echter zooveel lafheid onder de so
ciaal-democraten tegenover de com
munisten, omdat ze bang zijn voor
burgerlijk te worden uitgemaakt."
Inderdaad, en daarom is het socia
lisme onbetrouwbaar en dringen deze
„lafaards", als het er op aankomt, de
socialistische steeds meer in de rich
ting, waartegen de leiders vóór de
verkiezingen waarschuwen.
Nog een derde uitlating, die ongewild
het regeerincsbeleid verdedigt, moge vast
gelegd worden:
„De heer Bneevliet aldus mr. Duys
is een opruier, wat hij zelf crke"t.
en de regeering heeft dus het recht
van preventieve hechtenis. Men kan
hem tegen storting van tien mille vrij
laten, doch behoeft dit niet te doen."
Waaruit men dus mag afleiden,
dunkt ons, dat de regeering rekenen
mag op den steun van mr. Duys,, in
dien zij te eenige^ tijd bij de Kamer
voorstellen indienen zou om de actie
van „opruiers" als Snoevliet radioaal
onmogelijk te maken."
HET BISSCHOPPELIJK VERZOEK.
In de Volkskrant wijst K. (het Ka
merlid Kuiper) er op, dat het wel sterk
moet hebben getroffen, dat de Hoogw. Bis
schoppen van Nederland, dit jaar gezamen
lijk oenzelfde Vastonmandement hebben
uitgovaardigd. En hij vervolgt dan:
„De regel, waarop wij ons geen uit
zondering herinneren, is toch, dat onze
kerkvorsten in hun jaarlijksch Vasten-
mandement hun eigen vermaningen en
aansporingen tot hun onderhoorigen
richten.
Dat dit jaar hot geheele Episcopaat
met grooten aandrang eenzelfde ver
maning tot de katholieken riohtte,
hoeft deze stellig een diepe betee
kenis.
Het is vooral do „bijzondere ernsti
ge vermaning" in verband met de a.s.
Kamerverkiezing en het „allerdrin
gendst" verzoek: „Bewaart uw oen
heid", dat op alle katholieken een eere
plicht legt, en ons in de komende wo
ken helder voor oogen moet staan.
Do eenheid bewaren blijft ook nk
April gelden, maar tot op den dag dor
Kamerverkiezing is het van urgente
en van beslissendo boteekenis.
En het is zoo noodig om op deze al
lerdringendste bisschoppelijko verma
ning de aandacht te blijven vestigen,
omdat er onder ons, helaa-s, zijn die tot
ontrouw aanzetten en doen alsof het
Doorl. Episcopaat geen duidelijke aan
sporing tot handhaving der politieke
oenheid zou hebben gegeven."
De schrijver laakt dan de bedriegclijke
redeneeringen, waarmede men tracht de
vermaning van do Bisschoppen niet tot
haar bedoeling te doen komen.
„Met sophistisehe (bedriegclijke) re-
dfineeringen wordt gepoogd dc duide
lijke bewoordingen van het allerdrin
gendst verzoek der Hoogw. Bisschop
pen om do politieke oenheid te bewa
ren, geheel en al te ontzielen en in
eigen voordeel uit te loggen.
Wij noemen dit niet minder dan een
sinister (rampzalig) bedrijf, omdat het
een poging is om do hoogst ernstige
on eerbiedige bedoelingen der Hoogw.
Bisschoopon te verijdelen en voort»
het begin van politieke verdeeldheid
onder ons katholieke volksdeol uit te
breiden en aan te moedigen.
Dc katholieken, spéciaal de katholie
ke arbeiders, die tot dit snoode bedrijf
bijdragen, moeten goed weten wat zij
doen.
De kopstukken, de eigenlijke drij
vers, weten grootendcels zeer goed
wat zij doen cn moeten het maar met
hun eigen geweten uitmaken.
Maar de arbeiders dio onder bun
suggestie zijn gekomen, dienen zich af
te vraten, of zij mogen meehelnen zoo
lijnrecht teven het allerdringendst
verzoek der Hoogw. Bisschoppen in te
gaan.
Eerst hooft Z. TT. dc Paus zelf van
uit Rome tot de Nederlandsche katho
lieken de vermaning gericht: zorgt dut
u vóór alles, béven alles en óndanks
alles uw eenheid bewaart.
Op 't voetspoor van don Heiligen
Vnder komen do Nederlandsche Bis
schoppen ons bijzonder ernstig en al
lerdringendst verzoeken: Bewaart uw
eenheid.
Kunnon en mogen wij. katholieken,
daar nu een andere gevolgtrekking uit
maken dan déze: Als Paus on Bis
schoppen ons zoo dringend vermanen,
dan moeten er wel zeer voorname
fptesteli'ke en zedelijke goederen mco
gemoeid zijn.
Kunnon en mogen wij katholieken
dan tot een ander besluit komen dan
dit: Als Paus en Bisschoppen van de
politieke verdeeldheid in ons katholiek
volksdeel zoo groote gevaren vreezen,
dan mogen wij voor deze eerbiedwaar
dige en gezagvolle vermaningen niet
doof blijven.
Dan gaan wij als katholieken in ge
weten niet vrij uit als wij die verma
ningen in don wind slaan, on in feite
ons verzetten tegen hetgeen het hoog
ste kerkelijk Gezag ons zoo allerdrin
gendst verzoekt.
In Nederland houdt het kerkelijk
Gezag zich zorgvuldig buiten alle
vraagstukken of twistpunten op het
gebied der practische politiek, maar
des te meer beteekenis heeft daarom
het. allerdringendst verzoek: Bewaart
uw eenheid.
Dit verzoek zou niet in dezen drin
genden vorm gekomen zijn, a.ls er
geen voorname redenen waren ge
weest van geestelijken en zedelijken
aard, die nauw samenhangen met de
dreigende omstandigheden van dezen
tijd en met geheel de godsdienstige en
cultureele positie van ons katholiek
volksdeel in Nederland."
KOOPT BIJ ONZE
ADVERTEERDERS