X|
ZATERDAG 8 APRIL 1933
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. o
IMT£ R PAR OCH IE E LE
WAT EEN GEZEL TOCH WETEN MOET
IX.
We gaan vandaag een begin maken met
dat tijdperk uit de geschiedenis, wat men
zou kunnen noemen: de stroom van de
dwaling tegen den steenrots van Petrus.
Zoo toch was de hervorming in haar resul
taat, ondanks de mogelijk goede bedoelin
gen der hervormers zelf. En wie thans de
gevolgen ziet van Luther's of Calvijn's stap,
bemerkt een hopeloos verdeelde massa, ge
spleten in allerlei „kerken" en „kerkjes".
Maar sterk, steunend op haar oorsprong
Christus, staat de H. Kerk en ondanks al
les is zij nog steeds het veilige strand, waar
de schipbreukelingen van onzen tijd rust,
redding en vrede vinden. Of anders gezegd,
zij, de Kerk, is de eenige plaats waar de
verwarde geest tot rust kan komen en waar
de zoekende ziel haar heil vindt.
Geschiedenis kennen is altijd nuttig en
daarom praten we eerst eens over de voor-
loopers der reformatie en stippen we eeni
ge oorzaken aan.
Ziet, we moeten nooit vergeten, dat er
inderdaad een reden 'wae tot verbeteren
of hervormen, zelfs wel meerdere redenen.
Maar de manier waarop dit gebeuren
moest, was helaas foutief bij de hervormers
dier dagen.
Een der eerste voorloopers van Luther
c.s. was Petrus Waldus, een koopman uit
de Fransche stad Lyon. Deze heer had eens
op reis de geschiedenis vernomen van den
H. Alexius en het rijke leven van dezen
voor de wereld onbékenden menseh maakte
op Waldus grooten indruk. Ernstig denker
als hij was, bestudeerde hij de H. Schrift
en maakte kort nadien, omstreeks 1175, het
besluit de wereld vaarwel te zeggen. Zijn
vrouw liet hij zijn grondbezit en zijn geld
verdeelde hij onder de armen.
Het volk prees Petrus Waldus om dit
besluit, maarhij zelf, en dat was een
grove karakterfout, werd hoogmoedig dpor
dien lof. Zijn geest wiekte niet uit boven
de detailstudie van door hem onbegrepen
deelen der H. Schrift, hij was te bekrom
pen van geest om de bijbelteksten te ver
staan. En zoo kwam het, dat hij met alle
kracht de apostolische armoede
in de Kerk wilde invoeren. En om die nood
zakelijkheid van volstrekte armoede te pre
diken, verzamelde hij-eenige volgelingen,
die den naamt droegen van Pauperus
de Lugduno (Armen van Lyon). Zij
heetten ook wel Leonisten, Sabatati, Hu-
miliari ete.; als u dus die woorden tegen
komt, weet ge wat wij bedoelen.
Zooata echter met zoo vele goed bedoel
de dingen zoo vaak gebeurt, was het op
treden van Waldus en de zijnen niet vi-ij
van ergernissen en het preeken zelfs niet
vrij van dwalingen. Het liep zelfs zoo heet.
dat ook de vrouwen vol vuur aan het pree
ken sloegen
De Aartsbisschop van Lyon verbood dan
ook het preeken en de „Sabatati" wendden
zioh tot Rome. Op de derde Synode van
Lateranen, in 1179, verscheen Waldus en
de Paus keurde wel goed de gelofte van
armoede, maar verzocht tevens dan pas te
prediken, als de Kerk zulks zou opdragen.
Voor een bepaalden tijd gehoorzaamde
Waldus, maar lang heeft hij het niet kun
nen uithouden. Spoedig daarna trok hij met
zijn volgelingen weer preekend van stad
tot stad het noorden van Italië in en om
streeks 121-2 traden zij op langs den Rijn
in Duitschland.
Toen zij daar optraden was de leer van
Waldus al sinds jaren veroordeeld, want
op de Synode van Verona, in 1184, werden
Waldus en zijn volgelingen in den ban ge
daan. Het verkeerde van hun leer zullen we
in het volgende artikel wat nader bezien.
S. M.
NIET ZOO SOMBER.
De tijden zijn donker en bet leven is
hard, dat weten wij allemaal.
Jonge menschen zien geen toekomst
meer; ouderen weten niet meer, waar ze
werk kunnen vinden.
Dat menschen, ondanks hun goeden wil,
in zoo n tijd wel een9 moedeloos worden is
best te begrijpen. En dat scherp afkeuren
is niet goed. We mogen, ja we moeten hen
wijzen op de eeuwigheid, omdat nu een
maal ons doel niet hier beneden ligt, maar
in een ander leven, van hoogere waarde.
Als er ooit een tijdperk is geweest, waar
in naastenliefde zoo hard noodig is, dau
toch wel nu. En in die practische en redden
de naastenliefde staan de katholieken ook
nu weer vooraan. In stad en dorp zijn die
helpende handen saamgebracht tot een or
ganisatorische kracht, waarin de liefde
triomfeert bij bet redden der maatschap
pelijke schipbreukelingen.
Zoo ook in onze vereeniging, waar deze
tijdsramp zoo droevig stemt en zoo fel
striemt onze goedwillende jonge menschen.
En we kunnen ook wel meedoen met die
kankerpitten, die elke patroon en de heeie
regeering hekelen, maarwat win je
daarmee? Niets anders dan oen dweep
zieke en onnadenkende groep menschen
met verhitte hoofden is dan het resultaat.
Wij schreeuwen en wij eischen niet, w ij
doen. Wij kankeren en leuren niet, maar
wij pakken zelf aan. Dat is de zoo
noodige practische naasten
liefde, waarvan zoo velen den mond vol
hebben, doch bet zoo jammerlijk niet doen.
Niet zoo somber, gij roomsche werkloo-
zen. Houdt moedig vol, weest sterk 1 Niet
zoo somber, gij roomsche menschen, tast
in uw beurs, koopt ons kampzegel
voor werkloozen! En gij stelt een
daad van blijde offerzin.
SEVERÜS.
ST. PETRUS LIEFDEWERK.
De vorige week vermeldden wij, dat
door den Nationalen Secretaris als nieu
we beschermeling in plaats van Paolo
Gjini, die nu op kosten van het Koninkrijk
Italië in Padua verder studeert ons is
aangewezen Joannes Villavaragen, een En-
gelsch-Indiër, die aan het Seminarie te
Kandy voor priester studeert.
Wij geven nu de vertaling van een eer-
sta schrijven van onzen nieuwen student.
Pauselijk Seminarie te Kandy (Ceylon).
Mijn beste weldoeners,
Het is met groot genoegen, mijn beste
eldoeners. dat ik de nen opneem om u een
naar woorden te schrijven vooreerst, zoo
als niet meer dan passend is, van dank,
ervolgens van wenschen, op de derde
nlaats om u te doen weten het geluk, dat
ik gehad heb met het laatste Kerstfeest en
ten laatsten van gebed voor uw welzijn in
1933.
Ik moge nog wenschen, dat deze woor
den, dood als ze zijn, toch mogen weerge
ven de werkelijke gevoelens van mijn
hart en zoo een blijk ziin van mijn aller-
besten dank, mijn oprecht gemeente wen
schen en vertrouwvol gebed te meer daar
ik vrees, dat ook u niet bent vrijgebleven
van de algemeene economische crisis, die
zeker een van de groote rampen is van
onzen tijd
Ik zon u willen vragen om met mi? den
goeden God, den Gever van alle goeds te
bedanken voor het vele, dat Hij mij in den
laatsten tijd heeft geschonken. Vooreerst
dit alleen maar om het te vermelden
met de onmisbare genade van Boven heb
ik met succes mijn laatste examen afge
legd. zoodat uw urd*>'-i<?e beschermeling nu
doctor is in do Wüsbeeeerte. Daarna heb
ik het groote genoeeen gehad miin ouder
lijk huis te Cape Comevin te bezoeken.
Dat was een mooi uitstapje, dat mii oude
herinneringen weer eens deed ophalen en
oude gevoelen? deed herleven en dat voor
mij een schoone gelegenheid was vmecere
vriendschappen vaster te maken. Mii bei
de ouders Ocddank nog in leven
heetten mij weitom en mijn zes broers en
drie zusters, zc-odat wij met z'n tienen
waren. Het was een blij weerzien in de
familiekring na een afwezigheid van vijf
jaren. Moge het mij gegeven zijn hen allen
weer te be-sroeten o" den grooten dag van
mijn H. Priesterwijding.
En bet laatste en meest beteekenisvolle
feit, waarvoor ik O.L. Heer niet dankbaar
genoeg kan zijn. is het volgende. Onmid
dellijk na mijn terugkeer uit Indië heb ik
op den 29en Januari 1.1. het voorrecht ge
had de Kruinso^erincr te ontvancen, waar
door ik vormelük ben ingelijfd in de
hiërarchie van de Kerk, een van haar gees
telijken ben geworden met al de privileges
daaraan verbonden en officieel opgenomen
onder de clerus van het Bisdom Kottar.
Als eens onze goede Moeder Maria, in
het huis van Elisabeth zoo kan ik nu te
recht zingen uit het bekende Magnificat:
Quia fecit magna, qui potens est. Groote
dingen heeft Hij met mij gedaan.
Ik ben nu besronnen met den eersten cur
sus Theologie. Bidt voor mij, dat ik nu ge
regeld mijn verplichtingen zoowel geeste
lijk als verstandelijk nakome.
Met de innigste gevoelens van dank
baarheid.
Uw toegenegenc in den Heer Jezus,
J. M. VILLAVARAGEN
RAAD VAN BESTUUR.
De vele zorgen bij beleggingen en finan
cieel beheer heeft de Raad van Bestuur
reeds lang doen uitzien naar een uitbrei
ding van haar College met iemand, die uit
hoofde van zijn dagelijksche werkkring ge-
ach kon worden haar nuttig van advies te
kunnen dienen in deze nu zoo bizonder
moeilijke aangelegenheden. De vorige
maand meent zij daarin te zijn geslaagd
door den heer Th. Bayer, wonende Witte
Singel 98, te verzoeken tot haar college
te willen tee te treden. De heer Th. Bayer,
die dit heeft aanvaard, werd in de verga
dering van Woensdag 1.1. met een enkel
woord door den V.-Praeses geïnstalleerd.
MAANDVERGADERING AFD.
GEZELLEN.
Dinsdag a.s. wordt de maandvergadering
van de Afd. Gezellen gehouden. Een der
leden van de Gezellen-vereeniging Schie
dam zal een propagandistisch woord spre
ken voor de a.9. Liduinadag van de Gezel-
len-vereenigingen in deze stad. Elk kenne
zijn plicht en kome op tijd. Aanvang 8.45
uur.
LIDUINA-DAG.
Nu van het jaar bij de herdenking van
het 5de eeuwfeest van het Zalig afsterven
van Liduina van Schiedam van alle zij
den pelgrimages worden georganiseerd
naar Schiedam, heeft het Locaal Senoriaat
Schiedam gemeend een dergelijke beevaart
ook te moeten organiseeren voor de Ge-
zellen-vereenigingen. Door het plaatselijk
comité is als dag daarvoor aangewezen
Tweeden Paaschdag, den lTden April.
Verwacht wordt een deelname van een
ongeveer 1000 Gezellen. Vanuit Rotterdam
trekt men met veel vlaggen en muziek op.
Kosten voor deelname zijn 15 cents, waar
bij komt voor Leiden een reisgeld van on
geveer 0.90.
Opgave voor deelname richte men aan
den Senior.
GEMEENTERAAD VAN KOUDEKERK
De Raad dezer gemeente kwam Donderdag
avond in openbare vergadering bijeen. Voorz.
is de burgemeester. Afwezig wegens ziekte de
heer Lieverse.
Na opening der vergadering door den voorz
met gebed, worden de notulen der vorige ver
gadering gelezen en onveranderd vastgesteld,
De voorz'. doet mededeeling van de plaats
gehad hebbende kasopname bij den gemeente
ontvanger, waarbij boeken en bescheiden in
orde werden bevonden. In kas was f 1818.77.
Hét kassaldo van het waterleidingbedrijf be
droeg 149.31.
Eenige ingekomen stukken worden hierna
voor kennisgeving aangenomen.
Op een adres van den heer R. Dorrepaal in
zake vergoeding voor riolen, wordt besloten
voor een 4-tal riolen ingaande 1 Januari 1933
een jaarlijksche vergoeding toe te kennen van
0.25 per stuk.
Van den heer J. Pieterman is indertijd een
adres ingekomen om verlaging van den huur
prijs zijner woning, tevens hulpkantoor der
Posterijen.
De voorz. zegt, dat B. en W. dit adres
thans opnieuw besproken hebben en de meer
derheid van het college is van oordeel, dat
de thans geldende huurprijs van f 375 ge
rechtvaardigd is. Het kantoor eischt ook veel
onderhoud. De voorz. gevoelt er persoonlijk
wel voor om de huur b.v. met f 25 te verla
gen, omdat men over het algemeen in de toe
komst tot verlaging van de huurprijzen zal
moeten overgaan, doch Diet omdat de huur
prijs op zich zelf te hoog is. Overigens kan
spreker zich wel met het standpunt der wet
houders vereenigen.
Op een vraag van den heer de Jong, ant
woordt de voorz., dat het verzoek gegrond is
op derving van inkomsten en andere uitgaven
van den kantoorhouder. De heer van der Lee
acht de huur aan den hoogen kant en zou
deze ook wel met 25 willen verlagen. Daar
entegen zijn de heeren van Egmond en van
der Sterre van oordeel, dat de huurprijs bil
lijk is, temeer daar hiervoor door het Rijk
nog f 125 aan den kantoorhouder vergoed
wordt en er dan nog slechts 250 overblijft.
Besloten wordt het verzoek af te wijzen.
Hierna wordt na toelichting door den voorz.
vastgesteld een besluit model D tot wijziging
van de begrooting dienst 1932.
Vervolgens komt ter tafel een voorstel van
B- en W. inzake verbouw postkantoor.
De voorz. zegt, dat B. en W. overeenkom
stig den wensch van den Raad een plan met
kosttenraming hebben doen opmaken, hetwelk
den leden ter inzage wordt gegeven. B. en W.
willen nu een geheel nieuwe cel inrichten.
Algemeen wordt het overgelegde plan afdoen
de beschouwd zoodat bij den nieuwen toe
stand de telefoongesDrekken onmogelijk meer
kunnen worden afgeluisterd. B. en W. vragen
hiervoor een crediet van 350, hetwelk z. h.
st wordt verleend.
Het kohier hondenbelasting dienst 1933
wordt hierna vastgesteld op f 293 en het sup
pletoir kohier dienst 1932 op f 14.50.
Thans brengt de voorzitter sprake een voor
stel van B. en W. om vooralsnog niet over te
gaan tot verdere bestrating van den Lage
Rijndijk.
De voorz. zegt, dat B. en W. het in verband
met den financieelen toestand van de gemeen
te thans niet aandurven om met een voorstel
tot verdere bestrating bij den Raad te komen.
De werkloozensteun eischt ongeveer f 400 per
week, terwijl bestrating slechts een zeer ge
ring object voor werkverschaffing zou betee-
kenen, daar er in verhouding tot de kosten der
materialen te weinig verloond wordt. Ook zijn
er op het oogenblik geen werklooze straten
makers. Zoodra mogelijk willen B. en W.
doorgaan; in Koudekerk is men er reeds voor
6 jaren aan begonnen, doch B. en W. willen
nu even aanzien. Nu is er nog gelegenheid om
de werkloozen bij beurten op den weg te
laten werken.
De heer Van der Lee kan het standpunt van
B en W. niet deelen. Spr. ziet hier wel een
object voor werkverschaffing en zou den
eisch willen stellen, dat het benoodigde mate
riaal uit de gemeente betrokken wordt, waar
door ook meerdere werkgelegenheid komt.
Ook de heer De Jong acht het object voor
werkverschaffing van geen beteekenis.
De voorz. bestrijdt uitvoerig de meening van
den heer Van der Lee, daarbij nog wijzende
cp het rijkssubsidie in de kosten van steun-
verleening, hetwelk vermoedelijk 50 pet. zal
dragen, terwijl bij eventueele tewerkstelling
slechts op een gering percentage gerekend zal
kunnen worden, terwijl het zelfs de vraag is,
of dit werk wel voor rijkssubsidie in aanmerJ
king komt.
Na eenige besprekingen wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen, met de stem van
den heer Van der Lee tegen.
Alsnu komt aan de orde een voorstel van
B. en W. om in beginsel te besluiten tot aan
koop van grond in gebruik als openbaren weg.
De voorz. licht dit voorstel uitvoerig toe.
De openbare weg behoort aan de verschil
lende eigenaren, terwijl het onderhoud des-
tiids door de gemeente is overgenomen. Het
bovengedeelte, n.l. puin en bestrating, behoort
aan de gemeente; deze toestand levert her
haaldelijk moeilijkheden op. Het ligt in de
bedoeling om te trachten, met de eigenaren tot
overeenstemming te geraken om den weg over
te nemen en tevens daarbij de berm te be
trekken, waardoor zij van de grondbelasting
worden ontlast, terwijl de gemeente dan zoo
mogelijk ook het pootrecht wil verkrijgen.
Spr. vraagt of de Raad hiertoe in beginsel
zal kunnen besluiten, opdat B. en W. met de
betrokken eigenaren kunnen onderhandelen
en later met definitieve voorstellen bij den
Raad kan worden gekomen.
De heer De Jong vraagt of het de bedoeling
is om tot wegverbreeding over te gaan, waar
op de voorz. antwoordt, dat het slechts de
bedoeling is om goed te maken wat vroeger
verzuimd is, n.l. den weg piet berm te koo-
pen, waardoor in de toekomst een beteren
toestand kan worden verkregen.
De heer Kok informeert naar de kosten en
zou het pootrecht vrij willen laten, terwijl de
heer Van der Lee de kwestie der erfdienst
baarheden ter sprake brengt.
De voorz. zegt het wenschelijker te achten
het pootrecht aan de gemeente te houden, om
dat de gemeente dan de wegen eenvormig kan
beplanten. Hierover valt echter te praten.
Voor overname zal wel iets betaald moeten
worden.
Na nog eenige besprekingen wordt het voor
stel van B. en W. aangenomen.
Hierna wordt tot lid van het stembureau
in de vacture D. Dorrepaal, waarvoor B. en
W. aanbevelen wethouder van Egmond, be
noemd de heer A. van Egmond met 4 stem
men. De heer Van der Sterre verkreeg 1 st.
en blanco 1.
Bij de rondvraag vraagt de heer Van der
Lee of men bij koop van grafruimten op de
nieuwe begraafplaats verzekerd kan zijn dat
men daarin ten allen tijde kan doen begra
ven, daar indertijd bij de sluiting van de oude
begraafplaats verschillende hierdoor gedu
peerd waren.
De voorz. zegt, dat hiervoor thans geen
vrees behoeft te bestaan. Er is een behoor
lijke ruimte en de orde laat niets te wen
schen over, terwijl zoo noodig geroyeerd kan
worden, hetgeen bij de oude begraafplaats
niet meer mogelijk was.
Tenslotte zegt de voorz., dat de heer G.
Dorrepaal verzocht heeft om voor het plaat
sen van de muziektent op zijn eigendom een
vergoeding van 10 per jaar te mogen ont
vangen. Daar hiervoor op het oogenblik geen
andere plaats beschikbaar is, stellen B. en W
voor, ingaande 1 Januari 1933 een vergoeding
van 2.50 per kwartaal toe te kennen. Aldus
besloten. .Hierna sluiting.
„Emma, heb jij gisteren mijn lakschoe
nen aan gehad?"
„Ja-a-a, maar alleen de overschoenen"
WAI ANDEBE BLADEN
SCHBIJVEN:
DE R. K. STAATSPARTIJ „EEN ON
WAARDEERBAAR GOED".
Wij hebben gisteren een en ander opge
merkt naar aanleiding van de radio-rede,
gehouden door den voorzitter van de R. K.
Volkspartij.
Het Huisgezin wijst ook op enkele
„minder gelukkige beweringen'', door den
heer Wesseling gedaan. En de driestar-
schrijver besluit zijn artikel:
Dezelfde voorzitter heeft nog andere'
minder gelukkige beweringen geuit.
Zoo, dat de katholieke pers de R. K.
Staatspartij gewillig ter zijde staat en
een willoos instrument in haar hand is.
Deze beschuldiging werpt op de jour
nalisten een blaam dien ze niet ver
dienen: zij zijn geen instrument, maar
volgen him overtuiging.
Een overtuiging, die jarenlang ook
de overtuiging van den voorzitter der
Volkspartij zelf als journalist is ge
weest.
En er is geen enkele reden waarom
de andere journalisten hun collega,
toen deze tot andere inzichten kwam,
hadden moeten volgen als zij nóg de
meening waren toegedaan, die hij in
een vroegere periode ook aanhing, dat
de Staatspartij als politieke organisa
tie der katholieken een onwaardeer
baar goed is.
Zoo verstaan het ook de Paus en het
Nederlandsche Episcopaat.
En nu geeft de voorzitter der Volks
partij aan den H. Vader en aan de
Bisschoppen wel alle titels die hun toe
komen, maar de kinderlijke eerbied
voor zoo eerbiedwaardig gezag zou wèl
zoo duidelijk worden gedemonstreerd
wanneer iets meer volgzaamheid werd
betracht ten aanzien van vingerwij
zingen, die geen tweeërlei duiding toe
laten.
De „vele tienduizenden", die de voor
zitter der Volkspartij reeds om zijn
vaan geschaard weet de stemmin?
van 26 April zal deze uitspraak nog
moeten waar maken zullen door zijn
radio-rede met met tienduizenden zijn
toegenomen: daarvoor wa^ ze te leeg
en te hol.
KALENDER DER WEEK
DE GOEDE WEEK.
ZONDAG 9 April. Palmzondag. In de
paLmwijding en de processie, welke, evenals
het uitdeelen der palmen behooren plaats
te hebben vóór de Hoogmis, viert de H.
Kerk Jesus' triomf. Voor een oogenblik ver
geet zij hare boetestemming om Christus
als haren Koning te huldigen door het her
denken en voor-oogen-stellen van Zijn glo
rievollen intocht binnen Jeruzalem.
Voor ons is de processie een opwekking
om aan Jesus' strijd en Lijden deel to ne
men, om eenmaal ook deel te hebben aan
Zijn zegepraal.
Mis: Domine. Geen Gloria. Credo. In de
stille H.H. Missen het Laatste Evangelie
van de palmwijding. Prefatie v. h. H. Kruis.
Kleur: Paars.
De H. Mis vormt een schrille tegenspraak
met den Hosanna-jubel uit de pa Lm wij dong.
De Introïtus stelt ons voor de verlaten
Heiland, in diepe vernedering en gehoor
zaamheid aan het kruis, Zijn Vader smee-
kend om hulp. Gehoorzaamheid, nederig
heid en geduld moeten ook onze gevoelens
zijn. (Epistel), waarom wij ook vragen ia
het gebed. Het is de wil des Vaders, dat
de Zoon zoo machteloos is tegenover zijne
vijanden. Daarom berust de Heiland daar
in. Het loon, de opname in den hemel, zal
niet achterblijven. Een aanmoediging voor
ons, als wij zien hoe dikwijle de braven
door God worden gekastijd en den zondaars
tevredenheid geschonken wordt (althans
uiterlijk (Graduale). Ons geloof is nu weer
versterkt en stelt ons in staat eerbiedig te
luisteren naar Christus' Lijdensklachten
(Tractus) en Hem te zien lijden. (Lijdensver
haal). In het Offertorium klaagt de van al
len troost verstoken Heiland hoe zij Hem
spijzigen met gal en Zijn dorst lesechon
met azijn. Maar hoe bitter de Lijdenskelk
ook is, als de Vader wil, dat Hij dien drin-
ke, Zijn H. Wil geschiede. (Cominuniu).
Geven wij ook ons geheel over aan den H.
Wil van God, dan zullen door ons Kruis
offer onze fouten gedelgd worden. (Post-
communio).
MAANDAG 10 April. Mis v. d. Maandag:
Judica. Geen Gloria. 2e gebed voor Kerk
of Paus. Geen Credo. Prefatie v. h. H
Kruis. Kleur: Paars.
DINSDAG 11 April. Mis v. d. Dinsdag:
Nos autem. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H.
Leo, Paus. Geen Credo. Prefatie v. h. H
Kruis. Kleur: Paars.
WOENSDAG 12 April. Mis v. d. Woens
dag: In Nomine. Verder alles als op Maan
dag.
DONDERDAG 13 April. Witte Donder
dag. Gedenkdag v. d. Instelling v. h. Al
lerheiligst Sacrament. Mis: Nos autem.
Gloria en Credo. Prefatie v. h. H. Kruis.
Kleur: Wit.
N.B. Men lette op de veranderingen in
de Canon (lijst der vaste gebeden) der H.
Mis, zooals die op den Witten Donderdag
staan aangegeven.
Do Liturgie van dezen dag spreekt van
vreugde en droefheid. Het kruisbeeld op
het altaar is met een witten doek bede Kt.
Het orgel wordt gespeeld tot en met do
Gloria, onder het bidden waarvan de kerk
klokken luiden. De priester is bekleed met
de witte kleederen van vreugde, want van
daag herdenken wij de instelling van he'
Allerheiligste Sacrament des Altaars, de
Eerste H. Communie der Apostelen en
hunne Priesterwijding.
Maar het afscheid des Heeren en het
droevig verraad van Judas maken dezen
dag tot een droevigen dag. En daarom
wordt de altaarschel vervangen door den
ratel, het orgel zwijgt evenals de kerkklok
ken tot aan de Gloria onder de Paaschmis
op Paasch zat er dagmo rge n. Nu Christus lij
den gaat, verstommen alle vreugdeklanken.
Het kruisbeeld blijft alleen staan voor het
geopende tabelnakel, verder is allee van
het altaar weg. Die ontblooting van het
altaar wijst er ons op, dat het onbloedig
Offer tijdelijk heeft opgehouden en dat ont-
kleede altaar is een sprekend beeld van
den verlaten Christus aan het krui9.
VRIJDAG 14 April. Goede Vrijdag. Sterf
dag van Onzen Heer Jesus Christus. Van
daag wordt geen H. Mis opgedragen. Al
onze aandacht dient gevestigd op het bloe
dig Offer van Calvarië. Onder de plechtig
heden de kleur: Zwart.
In de zinrijke en hoogst indrukwekkende
plechtigheden op den goeden Vrijdag be
doelt de H. Kerk ons voor oogen te stellen:
s aan het Kruis, opdat wij tot leedwe
zen gestemd, ons hart zóó bereiden, dat
wij de vrucht der verlossing deelachtig
worden. Doordringen wij ons diep van onze
schuld, van God-s rechtvaardigheid en bid
den wij om vergiffenis als vrucht van Chris
tus' Lijden.
ZATERDAG 15 Apri. Paaschzaterdag. Bij
plechtigheden de kleur: Paars. Bij de
wijding v. d. Paasclikaars en in de H. Mis
de kleur: Wit.
De plechtigheden v. d. H. Mis spreken
ons van het Geheim der Verrijzenis van
Christus, ons Hoofd en van de geestelijke
verrijzenis van Christus' Lichaam (wijding
h. nieuwe vuur en van de Paaschkaars)
^n ledematen (wijding van het doopwater).
In de twaalf profetiën wordt ons het tijd
perk voor oogen gesteld, waarin de Aarts
vaders van het Oude Verbond verlangend
uitzagen naar het nieuwe Rijk, dat Chrie-
tus, de Messias, stichten zou en het.
mensohdom nog niet deelachtig was aan de
genade der Verlossing. Aldus bereidt do
H. Kerk ons voor op de hernieuwing van
leven, welke zij viert in de heerlijke Paasch
mis (Epistel).
Deze H. Mis werd vroeger opgedragen
in den nacht van Zaterdag op Zondag.
(Zie gebed en de Prefatie van Paschen,
waarin moet worden ingevuld: vooral in
dezen nacht).
Alleluja! Lof aan God voor Zijne goed
heid uitstralend m de weldaad onzer Ver
lossing. (Tractus).
N.B. In de H. Mis weer de Psalm „Ju
dica" bij de voetgebeden. Geen Introïtus.
Onder het bidden van de Gloria luiden
altaarschel en kerkklokken. Geen Offerto
riumzang. Achter de „Lavabo" (het gebed
bij de handwassching) wordt weer gezegd
het „Gloria Patri'" (eere zij den vader).
Men lette ook op de veranderingen in
den Canon der H. Mis zooals die staan
aangegeven op Paaschzaterdag. Geen Agnus
Dei. Geen Postcommunio. Na de nuttiging
onmiddellijk de Vespers.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender v. h.
Bisdom, behalve:
MAANDAG. 2e gebed v. d. Z. Ma-reus
Fantuzzi.
WOENSDAG. 2e gebed v. d. Z. Angelus
van Chivas90.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, Pr.