GASTRONOMISCHE GENEUGTEN tê0M sdSSBBBh VkUmStotfw 'kiftlefiHcffen 9< VRIJDAG 7 APRIL 1933 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 15 MENU: Sti«kboonen met muizenstroop. Knoflook en rottende uien. Termietenlarven in pekel. Chineesche eieren. Durian. (De schrijver van dit artikel dr. E. C., een speciaal kenner van het verre Oosten, deelt hier zijn amusante gastronomische er varingen in den Maleischen archipel mede). Wetenschappelijk gesproken is de mensch een omnivoor, d.w.z. hij eet zoowel dierlijk als plantaardig voedsel. Van de wonderlijke lekkere beetjes, die hij door zijn mond naar de maag voert, kan de Europeaan zich echter absoluut geen juist begrip maken. Zoo werd ik eens door een Chineeschen handelaar, die juist met twee van zijn land- genooten het ontbijt gebruikte, zeer beleefd uitgenoodigd om aan het eenvoudige maal deel te nemen. Van de huisdeur uit gezien scheen het mij slechts uit langwerpige ra dijsjes te bestaan, waarvan men wel de bla deren, maar nog niet de wortelen afge sneden had. Zoo beleefd mogelijk bedankte ik voor He uitnoodiging en verzocht den Chineezen zich bij het eten niet door mij te laten storen. Toen ik het roode gerecht ondertusschen eens nauwkeuriger bekeek, ik dat het heel jonge ^nuisjès waren, die er nog rood uitzagende ^ele mannen pakten ze bij den staart, trok- ;en ze door een donkere saus, van suiker stroop, brachten ze dan mot een handige beweging naar den mond, waar ze even met de tanden vastgehouden werden en slikte ze dan met zichtbaar welgevallen in, zooals de Europeesche fijnproever zijn vette oesters of z.g. snippenhersens. Nu, over den smaak valt niet te twisten. Vat men alles, wat in deze of gene streek der aarde als delicatesse geroemd en gege ten wordt echter eens samen en beschouwt men het dan van wetenschappelijk stand- punt dan blijkt toch, dat al deze uitge kochte lekkere beetjes en voedingsmiddelen .spijzen zijn, die in chemische en biochemi sche betrekking veel overeenkomst met al- Kander hebben. Dc delicatesen van alle volkeren onder scheiden zich heelemaal niet doördat zij •bijzonder rijk zijn aan licht verteerbaar eiwit of andere stikstofverbindingen van hooge voedingswaarde, noch doordat zij bui tengewoon prikkelend werken op het ze nuwstelsel van den mensch of op de spijs- fvertering. Dit geldt evengoed voor de „pi- dan" en „hiecidan" het brei of olieachtig fijngemaakte stinkende, maar gemakkelijk Verteerbare kippenei der Chineezen als |voor onze kievits- en meeuweneieren, even- vjgoed voor de insecten, larven en zekere wormsoorten, die tegenwoordig nog dooi vele natuurvolken met veel smaak veror berd worden, als voor onze oesters en de ingewanden van den krans vogel (dubbele lijster) die door sommige fijnproevers ah leen uitgezochte lekkernij beschouwd wordt. Volgens den bekenden „toujuors per -drix' houden lekkere hapjes op lekkerbeet- jes te zijn, wanneer men ze dagelijks ge nieten kan. Zoo zouden b.v. gekookte kip- tpeneieren bij ons en bananen in de tropen als delicatessen beschouwd worijen, als z niet tot het dagelijksch voedsel behooi ■den. Indertijd zag ik, hoe een inboorling uit het hooggebergte van Java, tot mijne gro te verbazing heerlijk smeelde van termieti larven, die in de pekel zwommen, maar ^ater zei ik mij mezelf, dat die bruine lui Kch daarmee eenzelfde eiwitrijke embry- ens ijs lieten smaken als wij blanke menscheD genieten van onzer zóer gezochte i kaviaar. Het is trouwens opvallend, hoe- tyveel Maleiers direct dol zijn op sommige Europeesche delicatessen. I. Er was een oude, beste Batakker, die mij in het hoogland van Sumatra vergezel de en wiens grootvader, naar hij me ver- de, in zijn geboorteland nog billende t-1' den had deelgenomen. Dezen bruinen man liet ik eens kreeft in blik proevpn, die hij zoo heerlijk vond, dat ik hem vast beloven moest, eenige blikjes voor hem mee te brengen, als ik later nog eens ooit in zijn dorp zou komen. Opmerkelijk vooral van physiologisch standpunt beschouwd is verder ook de buitengewoon groote voorliefde van haast alle volkeren der aarde voor bepaalde krui den, die bijzonder rijk zijn aan alcoholische •elverbindingen en die door de chemici als allyle aangeduid worden zooals onze en preisoorten de mierikwortel en de mosterd. Het is alleen te wijten aan de ver fijnde of over-verfijnde cultuur, dat de be woners van enkele Europeesche landen, die vroeger groote liefhebbers van uien of knof look waren, dit thans niet meer gebruiken. Zoo toont ons de Noorsche Edda de „edele" knoflook als heilzame en lievelingsspijs der koningen en helden en in het keizerlijk Rome, waar knoflook en uien in hoogere kringen wegens hun onaangename geur in discrediet gekomen waren, betaalden de rijke brassers voor 'n Afrikaansche variant de stinkende alantswortel letterlijk hun gewicht in goud. In de warme lander van Afrika en Azië worden allylrijke stinkboonen uit de familie's Parkia, Leu- caena en Pithecolobuin door de inboorlin gen zeer gaarne gebruikt als ingrediënten bij de bereiding der spijzen. En de boomvrucht, waar alle kleurlin gen en ook veel Europeanen zoo verzot op zijn, de Durian, die in den Indischen archi pel groeit heeft dit wel op de eerste plaats te danken aan haar allylverbindinpen, die oral te kennen zijn aan den doordringen den scherpen reuk van knoflook en rotten de uien. De groote Engelsche natuurvor- soher Wallace vindt den heerlijken smaak van deze vrucht eenvoudig onbeschrijflijk en hij uit zijn geestdrift in de volgende woorden: „Durian eten is werkelijk een genot, dat alleen reeds een reis naar het verre Oosten loontTypisch is het in ieder geval, dat niet alleen alle planteneters maar ook alle zoogdieren, die overigens uitsluitend vleesch eten, hartstochtelijke liefhebbers van de durianvrucht zijn. Alle volkeren der aarde hebben in de keuze en de toebereiding van hun spijzen een aparten smaak. Deze richt zich even zeer naar de klimatische gesteltenissen en de producten die de natuur daar voort brengt als naar den stand der beschaving der menschenrassen. Ongetwijfeld wordt de smaak der geheele menscheid door be paalde biochemische wetten geleid, die ge baseerd zijn op de neiging tot zelfbehoud en de gezondheid van ieder individu afzon derlijk, al heeft men dat nog niet in bijzon derheden kunnen vaststellen. Zoo is het nog niet lang geleden dat men eigenlijk niet goed verklaren kon, waarom de blad en komkommersalade door heel veel men sehen niet als lekkernij beschouwd werd, als hij niet dagelijks gegeten kon worden. Thans weet men, dat hij weliswaar zeer arm is aan eigenlijke voedingsstoffen doch daarentegen als rauwe kost buitengewoon rijk is aan die stoffen, welke zoo gewichtig zijn voor het leven en de gezondheid van den mensch en die men zeer juist met den naam vitamine aanduidt. Hoogst interes sant is het te zien in welke mate het ver stand van den mensch zijn smaak m vloed t. Is het geen vooroordeel van vele Eu peanen die besliste liefhebbers zijn a garnalen (z.g. „krabben") en blauwe m selen, deze „zwijnen" onder de krabben mosseldieren, dat zij met weerzin naar de kleurlingen zien, die verzot zijn op het vleesch van den reuzenkever, die toch al leen maar plantaardig voedsel tot zich neemt. Men heeft zich thans ook hier laten verleiden tot het eten van jong paarden- vleesch; dat onze Germaansche voorvade ren terecht zeer smakelijk vonden. Gebraden vleesch van verschillende aap soorten heb ik zonder vooroordeel gege ten cn niet onsmakelijk gevonden, maar ik heb 't niet over me kunnen verkrijgen om het vleesch van den Siamang (Siamanga Syndatyks) die reeds to de mensch-apen gerekend wordt, te eten, evenmin als dat van den „vliegenden hond" een reusachtige vleermuis die ik niet alleen door vele Chineezen, maar ook door Europeanen als een uit?_v~ 'e IC' r- i'-~ hoorde roemen. Let menu der roofdieren thoe leeuwen en tijgers ZICH VAN GROENTE VOORZIEN. Zestig pond vleesch per couvert. Vele menschen hebben er een afschuw van om naar roofdieren te kijken, wanneer deze hun maaltijd nemen. Keeds geruimen tijd voor zij hun voedsel ontvangen - en zij kennen dit tijdstip juist -- zijn de dieren opgewonden en onrustig, komt eindelijk het ©ogenblik, dat de oppaseer het groote stuk bloederig vleesch in de kooi werpt, dan be- reikt deze opwinding haar hoogtepunt. Een s ag met de klauwen, een ruk aan het stuk ■vleesch en reeds ligt het geheel van elkan der gescheurd voor het dier, dat zich, nu ■weer heelemaal rustig, aan het genot van deze spijze overgeeft. Het roofdier dat zich in vrijheid bevindt, komt natuurlijk lang zoo gemakkelijk niet aan den kost. Een leeuw moet, om te kunnen leven, minstens iedere week twee grootere dieren bemaeh- tigen en in gevangenschap in den die- rentuin of circus krijgt hij ongeveer 10 h 15 I pond vleesch per dag. Het is den leeuw niet j zoozeer te doen om een beest te dooden, hij wil zich slechts voedsel verschaffen n koning der woestijn is nel wanneer hij ergens een pasgeboren dier vindt dat juist door een jager neergelegd is en dat hij op z'n gemak kan verorberen, dit zijn echter zeldzaamheden, waar niet op te rekenen valt. De jongere leeuwen, die nog in het be zit zijn van hun volle kracht en scherpe zintuigen, maken gaarne hun buit onder wilde dieren, die met heele kudden gaan drinkengiraffen, antilopen of ze- bras.... Midden uit deze kudden rooven zij hun prooi. Doch zulke overvallen ge.uk ken niet altijd, want juist deze dieren zijn buitengewoon schuw en waakzaam; heeft de leeuw dus tegenspoed op z'n jacht dan blijft hem niets anders over dan zich met allerlei k ein gedierte tevreden te stellen: is hij al te hongerig dan versmaadt hij zelfs de jacht op muizen niet. Verschillende na- tuurvorsehers beweren zelfs gezien te heb ben, dat leeuwen en tijgers sprinkhanen eten natuur.ijk alleen wanneer er geen enkel ander wild in de buurt te vinden was, waarop hij goedschiks jacht zou kunnen ma ken. Zijn er echter dorpen in de nabijheid, waar inboorlingen hun kudde hebben, dan versmaadt de leeuw zulke kleine fijne hap jes nietdan sluipt hij naar dc tamme kudden, die 's nachts meestal bijeenge bracht worden in kampen die omgeven zijn met stekelige doornen webben. Een hongerige leeuw springt zelfs over 'n hooge schutting heen om z'n prooi te be machtigen. Beladen met het doode dier springt hij dan weer over de omheining te- halve de tijger, geen enkel ander dier ter jreld zoo gemakkelijk nadoet. Heeft de leeuw zijn buit in veiligheid ge bracht dan begint hij zijn maaltijd.... eerst rukt hij de ingewanden uit het lichaam van zijn s.achtoffer en eet die op.... Datzelfde doet ook de tijger en de handelwijze van deze twee groote roofdieren is niet zonder eenigen grond. De darmen van deze plan- t-enetende dieren zijn altijd gevuld met plantaardig voedsel en daar de roofdieren geen enkele manier hebben om aan vege tarisch voedsel te komen, en dit toch noodig hebben terwille van gewichtige minerale zouten, moeten zij op die manier in de be hoefte aan „groenten'' voorzien. Leeuwen en tijgers doen overigens in dit geval hetzelfde wat men ook bij de Congo- Negers kan waarnemen, wanneer zij tot verbazing van den Europeeschen jager met groote gulzigheid den nog dampenden inhoud van de maag van e>en pasgeschoten Nij.paard opeten. Sjechts zelden zal de leeuw uit harts tocht een mensch opeten: de tijger is op dit punt veel gevaarlij'ker. In den regel zijn het alleen slechts oudere leeuwen, die zich, door lange ondervinding wijs geworden, ook zon der uoodweer aan menschen vergrijpen. On der de tijgers bevinden zich daarentegen veel liefhebbers van menschenvleesch. Van af het oogenblik dat de tijger ingezien heeft hoe gemakkelijk hij een ongewapend mensch overweldigen kan, is geen mensch meer voor hem veilig. Hier en daar worden de streken, waarin deze „menscheneters" rondzwerven zóó gevaarlijk dat men kort geleden op eenige trajecten van den Indi schen spoorweg (nadat reeds enkele baan wachters en wisselwachters tijdens hun dienst gedood waren) baanwachtershuisjes opgericht heeft, waarin men beveiligd is tegen tijgers; dit zijn uit beton opgetrok ken huizen, die bij naderend gevaar met sterke getraliede deuren gesloten kunnen worden. De vraatzucht van een tijger is zoo ge weldig, dat het voor hem een kleinigheid is om achter elkaar 60 pond vleesch te ver slinden. Is er water in de nabijheid, dan onderbreekt hij nu en dan zijn maaltijd om eens te gaan drinken; is hij eenmaal ver zadigd, dan vervalt hii in een diepen slaap. In slechte tijden stilt de tijger zijn hon ger met kleine dieren en schrikt er zelfs met voor terug de stekels van het stekel varken te eten: en hij slikt kikvorschen en hagedissen evengoed als visschen en schild padden, ofwel hij maakt jacht op apen, waarvan hij het vleesch ook graag lust. Leeuwen en tijgers eten bij kwellende hon ger ook de lijken van menschen en dieren wat intusschen slechts uiterst zeldzaam waargenomen werdhet komt ze fs voor dat zij hun doode soortgenooten opeten. Vraatzucht gepaard met vermetelheid maken ook het luipaard tot een geduchten roover, die voor den mensch zeer gevaar lijk is. Hij schrikt er niet voor terug, om de dorpen der inboorlingen binnen te dringen en het vee te dooden, dikwijls veel meer. dan hij kan verslinden; hij besluipt de anti- lopenkudden, valt jakhalzen en honden aanen in Indië behoort het luipaard zelfs tot de menscheneters; als zoodanig is hij even gevaarlijk als de tijger. Daarnaast doodt hij echter ook met het grootst genoegen kippen kikvorschen of hagedissen, doch dat laatste alleen in tijd van nood. Soms haalt hij de vruchten uit den oliepalm die er uit zien, alsof zij plui men hebben en uit wier vrucht vleesch, dat een hoog vetgehalte heeft, de palmolie ge perst wordt. In den dierentuin krijgt het luipaard da ge'ijk 4 k 5 pond vleesch. Tot de roofdieren van Afrika worden ook twee soorten van. honden gerekend, wier maaltijden al heel eigenaardig samengesteld zijn; het zijn de aard wolf, een familielid van de hyena en de oorhond. Beide voeden zich haast uitsluitend met insecten en ver dienen daarom niet, dat men hen met den Iroofdieren'' betitelt, waartoe zij echter systematisch wel gerekend moeten orden. Een echte hyena-maaltijd sto.len ij ons altijd als zeer weerzinwekkend voor, ij denken er aan hoe het leelijke dier nachts aan de lijken knaagt want de hyena's zijn nachtdieren. Gewoonlijk zijn er echter geen lijken ter beschikking; wan neer zij echter met haar fijnen reukzin op grooten afstand een lijk bespeurt, ze fs al is dit in den grond begraven dan beteekent dit voor haar het uitzicht op een heerlijke versnapering. Daar de hyena lichamelijk niet zeer lenig en bovendien ook laf is, vormt bet gevonden kadaver voor haar de ..gedekte tafel"; overigens stelt zij niet veel hooge eischen en s.echts wanneer ze heele maal mets anders vinden kan, sluipt zij tot in de nabijheid der dorpen en smult daa.r heel smakelijk aan den afval, die de men schen daar neergeworpen hebben. De wolf heeft smaak in alle rfioge ijke gerechten, die er in de verschillende jaar getijden te krijgen zijn. In den zomer zijn z'n maaltijden in den regei tamelijk geva rieerd, omdat hij ook visschen, slangen en meikevers eet, dan weer gaarne eens vegetariër leeft van de akkers mais of paar aardappels snoept. In den winter drijft de honger hem op jacht op alle mogelijke dieren. Dan sluiten de wolven zich aaneen en maken ze in heele troepen jacht op a.les, t onder hun bereik komtop runderen en paarden en tenslotte vallen zij ook men schen aan. In het Noordep vervolgen zij de trekkende rendieren op de hielen en waar zij een troep veldmuizen aantreffen, die kleine knagers. die vaak troepen van dui zenden vormen, zijn zij, zooals de Russi sche ontdekkingsreiziger Islawm geconsta teerd had, in de nabijheid. Ook in gevan genschap wordt er rekening mee gehou den, dat zij gaarne vleesch eten. Dagelijks ontvangen zij 4 k 5 pond vleesch te eten. TT"" ■MOUSSEUHE «.schecMe «ivcrUZUDE diverse dessins SïKSÏÏ-rïi* i'ïi. w 70 cM breedlU'e' 1mpr|MÉ ma' TPAVlSAunikl«'en'70c - 32 SHAiAUH^H^aS- ZIJOEN LINDEN un> 32« hê«^rpr,ch!.—'45' 70 cM- tt>t? go cM. bemberg öu ...,.49 dTOBRALCOMe.ecM,70.M55< hovv^>^60« ^be'zude 60 El»".. SLOOPEN 0.40 0.34 0.28 18' 1 LAKENS ongebleekt katoen. ay«»c 2 persoons 1.05 0.78f 2 LAKENS congolinnen, 2 pers. «vkc 1.08 0.86#2 LAKENS graslinnen 1 pers. «c 0.95©d 2 persoons 1.1089' LAKENS gefestonneerd, <f GC 2 persoons 1.353 DAMES FLANELLEN 0.45 0.362© HEEREN FLANELLEN --c dubbele borst 0.85 0.75 DAMES HEMDEN 0.42 0.37 2S' HEEREN HEMDEN ongebleekt 0.78V GRASLINNEN HEEREN HEMDEN 0.80 INTERLOCK PANTAl£>NS EN BORSTROKKEN TRICOT HEEREN PAliTA EN BORSTROKKEN reclame an de verstandige huisvrouw, die weet dat 'n bijzondere aanbieding bij VAN MOORSEL ook haar bijzonder kan meehelpen, om de kosten vari kleeding ën huis houding te drukken CREPE SPIRAAL zuiver wol. 80 centimeter breed^d TWEED FANTASIE leuke A-c kleuren, 70 centimeter breed 2d PEPITA - voor damesrokjes. 1 90 centimeter breed.. CREPE CONDELE - pracht- kleuren, 90 cM. breed 40' 65' AFGHALAINE spec, reclame, diverse kleuren, 130 cM."tjreed OÖ CREPE SPIRAAL div. kleuren, OAC 130 cM. breed©5# ENGELSCHE MANTELSTOF OAC 140 cM. breed ©v CREPE FROISSE in alle mode- AOc kleuren, 140 cM. breed DIAGONAAL VISCHGRAAT voor Voorjaarsmantels «f 140 cM. breed i«2d CREPE CROQUEL zeer «a A modern, 140 cM. breed... J •*IU DIAGONAAL aardige voor- A «a jaarstintenI «OU ZIJDEN MANTELVOERING diverse kleuren, 80 cM. breed DIAGONAAL MANTEL- --c VOERING 80 cM breed4d FLAMISOL mod. mantelstof, at 140 cM. breed l«lw KAMEELHAARdiv. kleuren, 4 -A 140 cM. breed lidU CREPE FRISSE 140 centi- «a meter breed CRÊPE DE CHINE alle mode- -Qc tinten, 90 cM. breed*§0 CRÊPE GEORGETTE pracht RQC kleuren. 90 cM. breeddO BEDRUKT CREPE DE CHINE mooie kleuren en dessinsOd CREPE GEORGETTE IMPR. „c zeer qhique dessinsm d BORKEN CREPE mooie A kleuren, 90 cM. breedi2d FLAMINGO diverse kleuren, 90 cM. breed d ZIJDEN CRAOUELE streep. -Qc garneerartikel. 70 cM. breed d9 ZIJDEN CRAOUELE aparte Q-< kleuren, 90 cM breed 5fd 1 ONG GEBLOEMD CRETONNE -Ac aardige dessins, 70 cM. breed 1 2 GESTR. LANDHUISSTOF j-c zich verzadigen. Het grootste genot voor rug. Dat zijn krachttoeren, die hem, be- KOOPT BIJ ONZE ADVERTEERDERS 120 cM. br. 0.24, 80cM.br. IMIT. HANDWEEFSTOF div. kleuren, 1 20 cM. breeddd ETAMINE 90 centimeter br. 0.20, 0.15 0.10 GORDIJNVOERING AAc diverse kleuren, 120 cM. br. LOOSTIJK 140cM.br. 0.24 4Ac 120 cM. breed GEMAAKTE BEDDEN- A TIJKEN 2-pers. 1.70 1-pers. I .dd 7' EBLEEKT [9O cM b£cd017 70 cM. br 150 cM. COMGOUHHEN JHHEH 4. breed LIHUEN ale prijs- [jWEELAHEL On Jbeke 16' FLA SCHEfLA^70cM.l9't s V/ERKDOEKJES4 MESSEHOO^o^ o2s17« I OOG^STOF-r^ylö' l c^o^'fc.1.35 1 onopge""3"' aXEHS T Af ELL A A l2oXlbO '-Sr '5 eTTEH 0 40 0.26 0.22T SR\ToRMST°f --.26 24' BOTERMARKT 19

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 7