VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933 DE LEÏDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 LEIDSOHE VOETBALBOND. De Zaterdag-middag Competitie. Het wedstrijdprogramma voor morgen middag luidt als volgt: le klasse: A.R.C. IQuick B. 1; F. Pacta I—S.L.F. 1. 2 e k 1. AL.R.C. IIQuick B. II (Lisse); Riji.sb. B. IIS.C.O. IL 2 e k 1. B: Terleede IIQuick B. III; O. Clubje 1Katwijkij I; SleutelsWov.- brugge I. 3 e kl. A: Woubrugge IIO. Clubje II 3 e kl. B: S.C.O. Ill—L.R.C. IV; S.L.F. III—O. Clubje III; Quick B. V— F. Pacta IV. J uniores: L.R.C. (a)S.C.O. (Lis- serdijk); F. PactaTérleed0: Katwijk Rijn-sb. B.; RouwkoopL.R.C. (b.) De wedstrijden vangen alle te half vier aan. CRICKET DE VIJFDE TESTMATCH. De vijfde testmatch tusschen Austra lië en Engeland is gisteren te Sydney aangevangen. Australië scoorde 296 voor vijf wickets. Bradman 4, O'Brien 61, Mac Cabe 73, Darling 66 not out, Ri chardson 0, Woodfull 14, en Oldfield 13 not out. Extra's 21. Nog aan bat moeten Lee, O'Reilly, Alexander en Ironmon ger. Het Engelsohe elftal is als volgt sa mengesteld: Jardine, Wyatt, Allen, Sut- cliffe, Leyland, Hammond, Paynter, Ames, Verity, Larwood en Voce. ZWEMMEN Recordverbetering L. Korpershoek. Gisteravond heeft L. Korpershoek van de Rotterdamsche Zwemclub in het Oostelijk zwembad te Rotterdam het Ned. record op de 500 meter schoolslag, dat op zijn naam stond met 8 min. 17 4/5 sec. gebracht op 8 min. 2 sec. DAMMEN Damclub „Gezellig Samenzijn*. De uitslagen der voortgezetten borden wedstrijden luiden: Klein—A. Jansen 02 \V. ter HaarBrondt 20 G. Jansenv. Balakum 20 GoddijnFhilipse YeelenturfGeerlings 11 A. DubbeldemanBousie 02 A. BonteStipdonk 0—2 G. Dubbeldamv. Rakkum 11 W. LovinkG. Jansen VeelenturfTh. Lovink 20 Stipdonkv. Bakkum 11 BILJARTEN NEDERLANDSCHE BILJARTBOND. De Competitie. De uitslag van den wedstrijd Caland- R'damL. B. B.-viertal voor a-fd. der comp. N. B. B. 2e ronde luidt: B. Teegelaar (200) L.B. 3. 189 22 36 8.59 J. Kruijer (200) C. 200 22 24 9.09 A. Speijer (200) 200 20 30 10.00 P. v. Buren (150) 142 19 33 7.46 G. M. Teegelaar (150) 97 27 13 3.59 B. Beenenga (150) 150 27 33 5.55 A. Verstraaten (150) 113 20 IS 5.65 J. Schoonheijt (150) 150 20 22 7.30 A. Speijer (200) 173 29 22 5.96 J. Kruijer (200) 200 29 28 6.89 B. Teegelaar (200) 200 13 50 15.39 P. v. Buren (150) 102 12 22 8.50 A. Verstraaten (150) 150 29 27 5.17 B Benen ga (150) 132 28 18 4.74 G. M. Teegelaar (150) 131 15 32 8.73 J. Schoonheijt (150) 150 15 45 10.00 Caland 2 punten; L. B. B. 0 punten. RECHTZAKEN LEIDSOHE BILJARTBOND. De Extra-Competitie. De uitslag van den wedstrijd Laken II—O. G. L. B. B. luidt: Gr. poor de extra comp. J. Pauw (115) O.G. Hl 36 7 1.69 N.N. (89) 't Gr. L. 89 36 17 2.47 J. Gressie (74) 69 36 20 1.91 I. v. d. Wijngaard (89) 89 36 15 2.47 D. Piket (69) 69 58 4 1.18 N. N. (69) 67 57 11 1.17 J. de Ru (56) 56 48 7 1.16 W. v. d. Wijngaard (68) 64 47 6 1.36 't Gr. La-kcn 1 punt; O. G. 1 punt. LUCHTVAART Postvliegtuig door zwermen vogels verhinderd te landen. Uit Bulawayo (Rhodesia) wordt ge meld: Zwermen vogels hebben de lan ding verhinderd van het postvliegtuig „City of Delhi" op het vliegveld te Sa lisbury. De piloot vreesde, dat de vogels tus schen zijn propellers zouden geraken en hem dan tot een onverhoedsche noodlan ding zouden dwingen en daarom ging hij zeer laag vliegen. Doch de vogels bleven dicht om de machine heen vliegen, zoodat de piloot, teneinde raad, een schot met zijn pis tool loste, waarop de vogels in snelle vlucht wegvlogen en de ma-chine veilig kon landen. DE MOORDZAAK ESCHAUZIER. ROND EEN BRIEFJE. (Vervolg). Dr. Hesselink betwist deze opmerkingen en wijst op een aantal kenmerken van echt heid. Een tweede vraag, aldus spr., is deze: ertoont het briefje teekenen van valsch- heid, b.v. lasschen, retouches e.d.? Dr. v. Ledden Hulsebos meent een aantal teeke nen van vervalsching te hebben gevon den, doch spreker kan die conclusie^ niet deelen. Wat de L. van Loe betreft, in het Maleisch Post-scriptum, die volgens dr. v. Ledden Hulsebos niet de normale L. van het schrift van den heer E. zou zijn, ver klaart spr., dat die letter, al zou deze iets afwijken van den normalen, zeer wel door den heer E. aldus werd geschreven. Ook de afwijking van de g van gulden, die aanvan kelijk als een j zou zijn neergezet en daar na van een rond haaltje zou zijn voorzien, is geenszins in strijd met het echte schrift. Spr. erkent, dat op den eersten indruk het briefje anders kan schijnen dan het gewone schrift van den heer E. De advocaat-generaal: Waar u dit er kent, moet u tevens erkennen, dat het ee-n vervalsching kan zijn. Dr. Hesselink: Bij microscopische be schouwing blijkt het de eigenschappen van het schrift van den heer E. te dragen. Snr. toont dit nader uitvoerig aan. De president: Dus u komt tot de conolu- sie, dat het briefje door den heer Esohau- zier is geschreven? Dr. Hesselink:'Ja, meneer de president. President: Ik maak er opmerkzaam op, ten eerste, dat het briefje pas zeer laat uit het costuum van K. voor den dag zou zijn gekomen en ten tweede, dat het zak boekje zioh nog bevond op het lijk van den heer E. Hoofdcommissaris van 't Sant herhaalt zijn verklaring, dat, indien het blaadje, waarop het geschrevene staat, uit het beek je zou zijn gescheurd, voordat hij het boekje had gezien, hij dit blaadje zou hebben gemist. Hij heeft daaruit echter niet dat blaadje gemist. President (tot verdachte Konings): Blijft u bij uw verklaring, dat u het endossement op de kwitantie aan Heldring en Pierson niet geschreven hebt? Verdachte Konings: Ja, meneer de pre sident. President: Dr. Hesselink heeft daarom trent verklaard, dat het wèl door u ge schreven kan zijn. Vervolgens wordt de deskundige ge hoord, die eveneens tot de conclusie is ge komen dat 't. potloodbriefje uit het zak boekje geschreven is door den heer E. en dat. het vloeiend, regelmatig en zonder onderbrekingen is geschied. President: Is het.naar uw meening niet mogelijk, dat het vervalsoht is door iemand die voldoende materiaal, o.a handschrift., van den heer E. tot zijn beschikking had en die de kunst van het maken van verval- schingen verstond Dr. van .Waegeningh antwoordt zeer be slist, dat zulks ten aanzien van dit brief je niet mogelijk is. President: Verdachte K. heeft de dos siers, waarin brieven van den heer E. voor komen, in het Huis van Bewaring eenigen tijd ter inzage gehad en hij zou de letters enz. van het schrift van den heer E. dus hebben kunnen nabootsen. Dr. Van Waegeningh zet verder uiteen, dat het geperforeerde blaadje uit het boekje moet zijn gescheurd en dat het pas daarna moet zijn beschreven. Immers, wa re dit niet het geval, dan zouden op hot volgende blaadje in het boekje sporen van den druk der potloodletters aanwezig moe ten zijndat is echter niet het geval. Voorts dragen diverse letters kenmei'ken van onder gelegen hebbende verticale hout nerven van een tafel of zoo. Hier en daar zijn de letters door die nerven ietwat be- invloed, hetgeen verschil met het gewone origineele schrift van den heer E. kan ver klaren. De deskundige wijst verder op een aan tal strepen enz., door dr. Van Ledden Hul sebosch aangebracht op de reproducties van het briefje en betoogt naar aanleiding daarvan dat dit peuterwerk is, dat hij niet van dr. Van Ledden Hulsebosch had ver- waoht. Spr. acht K niet in staat zulk een brief je, als hier is geschreven, te produceeren, en demonstreert dat o.a. aan de hand van het origineele schrift van den heer E. Ook het uiteenloopen van de strepen op de handteekeningen van den heer E., welke streep op het briefje verder van den naam zou zijn verwijderd dan gewoonlijk bij diens handteekening bewijst niets tegen de echtheid, daar spr. dit bosohouwt als een vrijheid van beweging bij het schrij ven. Dr. van Waegeningh herinnert verder aan een onderzoek naar de vervalsching van 100-pondbiljetten, die hier door aller lei deskundigen voor echt waren gehou den, doch waarvan alleen de Bank of Eng land onmiddellijk de valsohheid ontdekte, o.a. aan de letter K van het woord Bank. Dat was werkelijk buitengewoon bedriege- lijk knoeiwerk. Spr. zou op het oogenblik niet kunnen zeggen, hoeveel blaadjes uit het boekje waren gescheurd; hij vindt het echter wel opmerkelijk, dat de politie-autoriteiten verklaren, dat bij het vinden van het boek je op het slachtoffer er slechts één blaadje uit miste. President: Daarvan heeft de hoofdcom missaris een zeer logische verklaring ge geven. Verder is het zeer vreemd, dat K. nooit eerder over het briefje, waarop de schuld bekentenis van den heer E. Voorkwam, heeft gerept. Dr. van Waegeningh houdt zijn opvat ting staande, dat het briefje echt is en voegt daaraan toe, dat het de sporen, oa. GR00TE SORTEERING 19 - 39 - 59 ets. een vouw draagt, van geruimen tijd in een vestzak verborgen te zijn, geweest. De advocaat-generaal mr. De Visser zou gaarne van den deskundige dr. Schrijver (dr. Van Leddem Hulsebosch is helaas ver hinderd) vernemen of hij daarmee instemt. Dr. Schrijver betwist dit én zegt, dat 't briefje dat allicht scheuren e.d. zou ver- toonen. Dr, van Waegeningh: Die zijn er! Mr. Rourlier: Dr. Schrijver heeft het briefje zelf nooit gezien. Dr. Schrijver: Reeds na twee dagen kun nen de bedoelde scheurtjes aanwezig zijn. Dr. van Waegeningh leest nog een schriftelijke verklaring voor van een des kundige in Maleisoh, den heer Jaepers te Arnhem, oud-onderwijzer aan de inland- sche school te Probolingo en oud-leeraar in het Maleisch van» een H. B. S. die ver hinderd is heden te verschijnen welke verklaring hierop neerkomt, dat het Malei- sehe onderschrift op het briefje gewone al- ledaagsche passartaal is. Te 1 uur-wordt pauze gehouden. Te 2.10 wordt de zitting heropend. Afgezien wordt van het verhoor van den heer Mulder, kassier van de firma Hel dring en Pierson, als getuige. Dr. Schneikert, privaat-docent aan de Universiteit te Berlijn, als deskundige ge hoord, verklaart in te stemmen met het oordeel van dr. Hesselink uit Arnhem. Spr. geeft een schets van zijn studie en loopbaan als grapholoog en schriftkundige en van zijn verbintenissen bij rechterlijke colleges. Wat het onderhavige briefje betreft, spr. is spoedig tot zijn conclusie gekomen, om dat de echtheid z.i. vrij gemakkelijk aan toonbaar was. Wel geeft hij toe, dat het briefje meer rustig geschreven moet zijn dan het gewo ne schrift van den heer E., doch hierbij speelt de stemming van den schrijver een rol; het meer langzame, als 't ware letter- voor-letter schrijven is te verklaren o£ grond van die stemming cn óp grond van de geringe aimetingen van het blaadje pa pier. Er zijn volgens dezen deskundige geen positieve kenteekenen van vervalsching aanwezig. Ook het onderschrift stemt met het karakter van het briefje overeen. Men moet wel. bedenken, dat -het handschrift van den meiisch. geen mechanisch product is en dat psychologische invloeden ham weerspiegeling in het handschrift kunnen vinden, zoodat dit onderlinge verschillen kan toonen wanneer men het met hand schrift van denzelfde op andere tijdstip pen onder een andere stemming geschre ven, vergelijkt. Bij een verdere demonstratie door dezen deskundige van de kenmerkende eigen schappen van het handschrift van den heer E. ten aanschouwe van president, raadsheeren, advocaat-generaal en verde digers, verklaart dr. Scheihert op een vraag van mr. Nederveen, dat op het brief je te 'vinden afwijkingen van het wone schrift van den heer E. niet buiten het kelder van diens normale schrift val len. Dr. Robert Saudek, uit Londen, vaat-geleerde, verklaart, dat hij tot een vaste conclusie is gekomen. Hij heeft zoo wel van dr. Hesselink als van dr. v. Led den Hulsebosch de rapporten bestudeerd naar aanleiding van een in September j.l. door dr. H. tot hem gericht verzoek een reeks van graphologische kenmerken van overeenstemming met het schrift van den heer E. gevonden in het briefje. Met absolute autoriteit kan geen des kundige iets verklarenhet blijft een zoo geperfectioneerd mogelijk zooken naar de waarheid. In elk schrift komt een zekere ruimte va.n verschillen voor. Wanneer een hand teekening abosoluut identiek is aan een andere, dan is er eerder aanleiding om van een reproductie of nabootsing te ge wagen dan wanneer er geringe verschil punten zijn aan te toónen. Bij potloodschrift gaat het om den aard van het potlood, de afmeting, de onder laag enz. Het schrijven in kleinere letters omdat, men slechts een klein stukje papier zijn beschikking heeft, verlangzaamt het tempo van den schrijfarbeid. Niemand is in staat met een zelfde snel heid verklein schrift te schrijven als hij met normale schrift kan verwerken. Kenmerkende neerhalen in het schrift van den heer E. zijn niet in het schrift van verdachte K. te vinden. Daartegen zijn er we-1 verscheidene kenmerken van eerst genoemd schrift op het kalenderblaadje te rinden. Wanneer men drie boomen op één ziet staan, dan is dat nog geen overtuigend bewijs, dat. die boomen daar door men- schen en niet door de natuur zijn geko men, doch wanneer men er 24 op een rech te lijn ziet staan, dan kan men met abso lute overtuiging aannemen, dat men met menschenwerk te doen heeft. Ook in het schrift van den heer E. en in dat van het briefje zijn zooveel overeenko mende kenmerken, dat het niet aanneme lijk is, dat het een vervalsching zou zijn. En wat de endosseering op de kwitan tie betreft, indien deze door Konings is ge schreven, dan is er geen sterker bewijs, dat het kalenderblaadje niet door K. is ge schreven. Spr. kent de details van deze zaak niet. Hij heeft alleen uit de ochtendbladen ver nomen wat hier gisteren is behandeld. Slechts heeft hij het verzoek van mr. Ne derveen ontvangen om den oorsprong van het schrift op kwitantie en agendablaadje te onderzoeken. De president geeft een toelichting van de zaak ten gerieve van. dr. Saudek en ijst er op, dat Konings niet wegens ver valsching van een agendabriefje wordt vervolgd, doch dat de verdediging en ver dachte met dit briefje voor den dag zijn gekomen teneinde den verdachte eeniger- mate te ontlasten. Vernomen hebbende, dat de heer E. een rheumatisohen rechterarm had, verklaart dr. Saudek, dat dit zeer in overeenstem ming is te achten met eenige typische af wijkingen van het gewone schrift van den heer E. vergeleken met dat op het blaadje. Mr. de Visser: Waaruit verklaart u, dat de heer E., die het blaadje aan beide kan ten had kunnen beschrijven, met dien rheu matisohen arm zooveel moeite zoi,i hebben aangewend om met, kleine lettertjes op één kantje te schrijven? Dr. Saudek zegt, hier geen afdoende verklaring te kunnen geven. Dr. J. P. L. Hulst, deskundige uit Led- den, komt tot de algemeene conclusie, dat het briefje meer is te beschouwen als een ocht, door den heer E. geschreven stukje, dan als een vervalsching. De politie-inspecteur Waltmann, als des kundige gehoord, concludeert, dat het brief je niet door den heer E. doch door K. is geschreven. buitengewone regelmatigheid van het schrift op het briefje komt in het ge wone schrift van den heer E. niet voor. Ook de stijlheid van de letters is kenmer kend verschillend. Mr. Nederveen vraagt, hoe de heer Walt mann als deskundige is aangewezen. Spr. heeft daarvan geen verklaring in de dos» '?rs gezien. Mr. De Visser: Bij groote politiekorpsen heeft men deskundige inspecteurs op be paalde gebieden. Zo neemt de heer Walt mann bij de Haagsche politie een eervolle plaats in. Mr. Nederveen: Het- is voor het eerst, dat- ik van dit instituut van deskundigheid onder-ambtseed kennis neem, wellicht om dat ik van een kleine plaats kom, DE DOODSOORZAAK. Dr. R. R. Roohant wordt vervolgens nogmaals gehoord. Mr. De Visser vraagt hem of in verband met het vinden van den schoen, die uit de. kist stak volgens den getuige B. de moge lijkheid bestaat dat de heer E. in die kist nog kan hebben geleefd. Dr. Rochant: Vijf minuten na net brengen van de prop in den mond kan hij nóg geleefd he,bben, dooh niet langer, zoo dat de heer E. reeds overleden moet zijn geweest toen hij in de kist in het pakhuis was opgesloten. Mr. Bourlier vraagt of dr. Röohant kan verklaren, dat de dóód door het "touw"öm den hals is veroorzaakt. Dr. Roohant acht dit mogelijk - doch geenszins zeker. Eenige discusie ontstaat over de dikte van de groeven, door het touw om den hals veroorzaakt. Verdachte K. vraagt nog of dr. R. thans van meening is, dat de dood door het touw kan zijn veroorzaakt, terwijl hij den vori- gen keer zou hebben verklaard, dat de dood moest zijn veroorzaakt of door de prop, of door het touw. Dr. Roohant: Of door beide tezamen. Intusschen kan één der oorzaken den dood ten gevolge hebben gehad. Dr. van Rijssel, die met dr. Rochat het sectie-onderzoek verrichtte, acht het even eens waarschijnlijk, dat de prop de lucht wegen geheel heeft afgesloten. Dr. Hulst acht de positieve aanwijzingen van dood door verstikking niet groot. Een mogelijkheid i-s er dat de heer E. door schrik zijn weerstandsvermogen heeft ver loren. Te 6.25 wordt de ziting geschorst tot he denochtend tien uur. Het getuigenverhoor wordt dan voortgezet. DOODSLAG TE 0SS. Voor de rechtbank te 's Hertogenbosch heeft terecht gestaan de 30-jarige koop man L. v. d. E. te Oss, ter zake, dat hij op 29 December 1932 opzettelijk J. Dijk te Oss met een revolver heeft dood geschoten. Verdachte verklaarde niet te weten, hoe hij tot zijn daad was gekomen. Hij had van Dijk gevraagd niet meer bij zijn vrouw to komen. Zijn vrouw ging eenigë dagen weg, doch toen zij terug was, kwam van Dijk ook weer. Deze heeft hem geslagen en verdachte raakte er door overstuur. Het is best mogelijk, dat hij toen geschoten heeft De agent van politie Verreyt verklaarde, dat verdachte tot hem gezegd heeft: „Zet me maar in de kast; ik heb van Dijk dood geschoten maar ik kon er niets aan doen' Verdachte verklaarde nader ter zitting, dat hij het wapen geladen gekocht, had. De inspecteur van politie van Kempen beschouwt de vrouw als de meest schuldi ge in het drama. Verdachte zorgde goed voor zijn gezin en staat moreel gunstig be kend. Men heeft nooit last met hem ge had. Getuige bevestigt, dat het s-lachtoffe: een broodmes in de hand had. De vrouw van verdachte verklaarde, dat van Dijk - ~s binnengekomen; zonder meer sloeg hij naar man. Toen hoorde zij schie ten. Zij gelooft niet, dat haar man de re volver was gaan halen. Van Dijk had ge dreigd niet met de vlakke hand tegen ver dachte te zullen optreden. Zoowel verdachte als getuige hadden van Dijk de deur gewezen. Haar man is al tijd best voor haar geweest, zij niet zon best voor hem. Daags te voren had getui ge aan van Dijk nog gevraagd niet meer te komen, want anders zou er wat gebeu ren. De caféhouder A. v. d. "Wielen verklaar de, dat verdachte den bewusten dag twaalf glazen bier bij hem had gedronken. Hij dronk anders nooit zooveel. Getuige L. v. ZeelandWenting had vier schoten gehoord en verdachte, die zeer overstuur was, hooren zeggen, dat.hij naar de politie ging. Nadat nog eenige getuigen waren ge hoord, werd verdachte nader ondervraagd. Hij verklaarde zioh niet meer te herinneren wat er gebeurd was, daar hij geheel over stuur was toen van Dijk hem had geslagen. Het O.M. merkte op, dat verdachte tweemaal op het politiebureau omstandig heeft verteld wat hij gedaan had. Daarom i-s het vreemd, dat hij zich nu niets herin nert. Spreker achtte het bewijs overigens gemakkelijk geleverd- Va-n Dijk had zich met andere dan gewone bedoelingen dien dag moed ingedronken. Verdachte staat gunstig bekend. Wat er vooraf is gegaan rechtvaardigde echter nooit van Dijk neer te schieten. Van noodweer is geen sprake. Een veohtpartij is niet voorafgegaan. Ter zake van doodslag eischte spreker 2 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. E. van Zinnicq Berg- mann, meende, dat er wel sprake van noodweer kan zijn. Verdachte h,oudt van zijn vrouw en toen man en vrouw ver zoend waren, kwam van Dijk er weer tus schen. Men heeft een broodmes gevonden. Volgens pleiter zijn de vrouw, het huis en het eergóvoel van verdachte aangerand en daartegen heeft deze zich willen verweren. Verdachte moet in heftige -gemoedsbewe ging gehandeld hebben, wat volgens Noyon strafbaarheid uitsluit. Is de rechtbank het niet met pleiter eens, dan verzoekt hij een psychiatrisch onderzoek om den ge moedstoestand van verdachte te beoor- deelen. Uitspraak over veertien dagen. MISHANDELING. Gisteren heeft de vierde kamer der rechtbank te Amsterdam uitspraak ge daan in de zaak tegen J. K., die zich te verantwoorden heeft gehad ter zake van wederspannigheid en mishandeling van een ambtenaar in functie. Op 5 December was er een opstootje voor het huis van een ambtenaar van Maatsohappelijken Steun, in de Pretoriastraat te Amsterdam. Een agent van polibie maande tob doorloopen aan, doch het- publiek drong telkens op nieuw op. Verdachte had den agent een stoot in den buik gegeven; hij werd dien tengevolge veroordeeld tot 21/2 maand ge- 'angenisstraf met aftrek van de voor- loopige hechtenis. Het. O. DL had twee maanden gevangenistraf geëisoht, zonder aftrek van de voorloopige hechtenis. SIGARENAUTOMATEN. De Haarlemsche gemeenteraad heeft eénigep tijd. geledenhetbes-luit.genomen, om het aanbrengen van sigarenaut omaten buiten de sigarenwinkels te- verbieden, voornamelijk om het roökèn door je-ugdigo personen te beletten. De heèr B. in de Kruistraat plaatste eohter toch een derge lijke automaat. Proces-verbaal volgde. De kantonrechter veroordeelde verd. tot 3. boete. De rechtbank heeft gisteren het vonnis van den kantonrechter bevestigd, evenwel zonder opleggen van straf. LETTEREN EN KUNST VAN EEDEN. In de „Msfb" geeft Frans Erens interes sante herinneringen uit „Vervlogen jaren'' waaraan we hier reeds eerder een fragment ontleenden. Thans veroorloven we ons het volgende citaat, waarin Erens spreekt over „een bijna onmerkbaar af- stooten, dat werd gevoeld in den omgang met Van Eeden". Daardoor ontstond een -scheur en over die scheur heen moesten zijn vrienden hem steeds opnieuw de hand reiken, waarbij dan toch een gevoel van onbehaaglijkheid over bleef. Er bestaat bij sommige Katholieken de meening, dat hij om zijn overgang tot het Katholicisme van zijn vroegere vrienden is vervreemd. Dit is geheel onwaar. Do vervreemding was een uitvloeisel van zijn karakter; zij bestond reeds lang vóór dien tijd en is in de meeste gevallen van hem zelf uitgegaan. Hoewel ik over het algemeen op dez9 plaats niet op persoonlijkheden wil ingaan, heb ik gemeend hierbij een uitzondering te moeten maken, omdat sommigen van een later gekomen geslacht personen en toe standen, die zij niet voldoende kennen, ver keerd hebben beoordeeld. In tegenstelling met sommige meenin gen geloof ik, dat v. Eeden's overgang tot het Katholicisme echt was. Door een per soonlijke aanraking heb ik die meening niet kunnen bevestigen, want hoewel ik de eenige Katholiek wa-s van den ouden vrien denkring, heeft hij vermeden mij in dien tijd te ontmoeten. Toch waren wij nooit gebrouilleerd geweest. Ik geloof, dat, mocht er in zijn bekeering ooit een bijmotief zijn geweest, uit zijn Katholicisme in de prac- tijk van het zieleven langzamerhand alle vreemde mengsels zijn verdwenen. Het is duidelijk gebleken, dat hij licht en vrede had gevonden. Had ik vroeger persoonlijk met hem daarover kunnen spreken, dan zou ik waarschijnlijk zijn mentaliteit van tp.en hebben kunnen doorgronden. Zoo herinner ik mij, dat ik in 1904 in Pa rijs Toorop ontmoette, die daar het portret schilderde van den ex-president Steyn van den Oranje Vrijstaat. Toen wij'samèn in een concert zaten in de Rue de Tournon, zei de schilder op eens tegen mij: „Zeg Erens, ik ben ook Katholiek.'' Dat was voor mij een verrassing, want ik voelde het als een oprechte bekentenis. Niets kan opwegen tegen de evidentie van een persoonlijke uiting."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1933 | | pagina 10