Het oude jaar in de buitenlandsche politiek
Een miserabel jaar, dat weinig vooruitgang bracht
ZATERDAG 31 DECEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
ZESDE BLAD PAG. 21
DE POLITIEK GECONCENTREERD RONDOM DE GROOTE VRAAGSTUKKEN VAN
DE OORLOGSSCHULDEN EN DE ONTWAPENING
Overzicht over de gebeurtenissen in alle werelddeelen
l'Histoire se repète, zegt het bekende
Fransche spreekwoord, de geschiedenis
herhaalt zich.
De hemel beware ons echter, wanneer de
geschiedenis van het afgeloopen jaar zich
in het komende moet herhalen.
Wij staan thans op het punt om dien
„oplichter" van 1932, want wat is
iemand, die veel belooft, maar je tenslotte
op geraffineerde wijze weet uit te persen,
anders dan een oplichter? om dat nxa-
laise-jaar met veel knal-effect weg te ja
gen. Voor enkelen van ons zal het oude
jaar voorspoed hebben gebracht, velen zal
het zeker op andere wijze gelukkig hebben
gemaakt, maar over de meesten heeft het
armoe, narigheid, zorg en verdriet, achter
uitgang in zaken, faillissementen en dwang
bevelen uitgestort.
Ook in de internationale politiek is het
een miserabel jaar geweest. Laten wij ho
pen, dat 1932 een jaar geweest is van
zaaien in tranen, waarvan wij in 1933 in
vreugde de oogst mogen maaien.
Wij zullen er niet verder over filosofee
ren, doch de feiten hun taal laten spreken.
Meer dan ooit heeft zich in het afgeloo
pen jaar de geschiedenis der diverse landen
gegroepeerd rondom de groote vraagstuk
ken, welke zoowel onderling als met de
politiek der staten ten nauwste samenhan
gen.
De gevolgen van den wereldoorlog zijn
op een langdurige crisis van ongekende
diepte en omvang uitgeloopen. De herstel
betalingen en de voldoening der oorlogs
schulden hebben enorme goudophoopingen
veroorzaakt in Frankrijk en Amerika en
hebben Duitschland volkomen uitgemergeld,
hetgeen den wereldhandel totaal in de war
heeft gestuurd. Dit proces van wanorde is
nog verhaast door de oprichting van hooge
tariefmuren, waartoe het eene land na net
andere overging, tenslotte ook Nederland.
En nu zij er eenmaal zijn, houden zij het
herstel tot meer normale verhoudingen in
hooge mate tegen.
Ondanks toenemende depressie en ma
laise kunnen de staatsregeeringen maar
geen afstand doen van hun dure bewape
ningen, ofschoon .de belastingbetalende
volken het geld liever voor wat anders za
gen besteed. Gebeurtenissen zooals in
Mandsjoerije en in het Chacogebied in Zuid-
Amerika werken echter niet mee om het
vertrouwen tusschen de volkeren te ver-
grooten, terwijl ieder land voor zich wel
graag ontwapening ziet, maar zijn eigen
machtspositie daardoor niet verminderen
wil, integendeel probeert te verstevigen
Om de allesbeheerschende invloed van
de twee groote problemen, nl die van de
oorlogsschulden en van de ontwapening,
zullen wij deze in ons jaaroverzicht voorop
doen gaan.
DE OORLOGSSCHULDEN EN HET
HERSTEL.
Europa leefde bij den aanvang van het
jaar 1932 onder de geruststellende werking
van het Ho'over-moratorium, dat evenwel
niet die uitwerking op het economisch as
pect van de wereld heeft gehad, welke men
ervan verwacht had, omdat als een zwaard
van Damocles de vraag steeds hangen
bleef: zal het moratorium worden verlengd
en zoo niet, wat dan?
Amerika's president Hoover had in prij
zenswaardige ijver wel het initiatief tot
dit uitstel van betaling genomen, maar al
spoedig bleek, dat de volksvertegenwoordi
ging der Vereen. Staten daarmede alles
behalve ingenomen was en geenszins van
plan was om op den ingeslagen weg door
te gaan.
DE NIEUWE PRESIDENT DER V. S.
ROOSEVELT.
De staten van Europa, die den oorlog ge
wonnen hadden, kwamen voor de kwestie te
staan, wat zij met de overwonnenen (prac-
tisok alleen Duitschland) moesten doen,
daar zij hun oorlogsschulden aan Amerika
betaalden van het geld. dat zij zelf van
Duitschland ontvingen. Het was duidelijk,
dat Duitschland ineengestort was en daar
mede was het geheele gebouw der onder
linge schuldeilbetaling eveneens ingestort.
Het probleem was niet zoo gemakkelijk.
Was men aanvankelijk van plan om de
conferentie, welke tot het uitpuzzelen van
deze kwestie te Lausanne zou bijeenkomen,
in Januari te houden, dat plan moest wor
den opgegeven en de conferentie kwam
eerst half Juni bijeen onder voorzitter
schap van MacDonald.
De conferentie zette forsch in. Direct
na de opening van de plenaire zitting op
17 Juni deelde MacDonald mede, dat de
Engelsche, Fransche, Italiaansche, Japaai-
sche en Belgische regeeringen waren over
eengekomen, om voorloopig het per 1 Juli
afloopende Hoover-moratorium voor on be
paalden tijd te verlengen, een verklaring,
die groote sensatie te weeg bracüt.
Duitschlands betalingsonmacht werd door
de mogendheden erkend en er gingen ver
scheidene stemmen op, om maar een groote
spons te halen door alle schulden. Er kwam
opeens hoop in aller harten, nu zou de cri
sis spoedig voorbij zijn. Frankrijk kwam
echter al spoedig roet in het eten gooien,
door zich tegen schrapping zonder meer te
verzetten. Wanneer Duitschlands schuld
werd kwijt gescholden, zou Frankrijk het
grootste verlies lijden en dat wilde de toen
malige Fransche minister-president Herriot
niet toestaan, zonder dat er voor Frankrijk
een schadeloosstelling aan verbonden
werd. Men noemde dat iets minder duide
lijk „de kwestie in grooter verband be
zien". Op 20 Juni werd daarop de conferen
tie voor onbepaalden tijd uitgesteld, ten
einde verder onderling te beraadslagen.
Negen dagen later besloot men een bureau
te vormen bestaande uit een president en
één vertegenwoordiger van elk der uitnoo-
digende mogendheden. De kwestie moest
in voortdurend gtrooter verband bezien wor
den, want de economische situatie van de
geheele wereld was ermee gemoeid. Te
Lausanne kon men echter wegens de afwe
zigheid van Amerika niet verder gaan dan
tot de regeling van de schuldenkwestie met
Duitschland: het groote probleem van het
wereldherstel zou besproken worden op de
economische wereldconferentie, waaraan
wij op het oogenblik nog niet toe zijn.
Begin Juli werd de wereld verbiijd met
het bericht dat te Lausanne algeheeie
overeenstemming was bereikt. Het scheen
te mooi om waar te zijn. Duitschlands
schuld werd vastgesteld op 3 milliard goud-
mark, een luttel bedrag vergeleken bij wat
dit land vroeger had moeten opbrengen.
Men juichte evenwel te vroeg, want een
paar dagen later werd bekend, dat deze
overeenkomst pas geratificeerd zou wordeu
wanneer een bevredigende regeling met
Amerika was bereikt.
Die bevredigende regeling is er nog al
tijd niet. Men herinnert zich die lijdens-
historie nog heel goed, want ze dateert van
de laatste twee maanden.
Direct na de verkiezingen in Amerika
stuurden Engeland, Frankrijk en Belgié
verzoeken naar de Ver. Staten om her
nieuwd uitstel van betaling op 15 Decem
ber, hetgeen geweigerd werd, daar het Con
gres daartoe niet geneigd bleek. Engeland
betaalde op 15 December, doch Frankrijk
en België weigerden. Het wachten is thans
op de ambtsaanvaarding van president
Roosevelt in Maart a.s. en het optreden
van het nieuwe Congres. Voorbereidende
onderhandelingen zijn reeds gaande.
Andere merkwaardige gebeurtenissen op
dit gebied zijn de conferentie te Stresa
(economisch herstel van Zuidoost-Europa)
in September en het verdrag van Ouchy
van 18 Juli tusschen Nederland, België eD
Luxemburg. Ook dit verdrag, met een
juichkreet ontvangen, is nog niet geratifi
ceerd
HET ONTWAPENINGSVRAAGSTUK.
Staat op het gebied van de schulden
kwestie dus nog alles op losse schroeven,
dat is nog in sterker mate het geval met de
Ontwapening.
Het begin was vol goeden moed. Op 2
Februari werd de Ontwapeningsconferentie
onder voorzitterschap van den Engelsch-
man Henderson te Genève geopend en
nimmer was er zulk een illustere vergade-
VON PAPEN.
ring bijeen gezien. Ongeveer 60 regeerin-
gen waren vertegenwoordigd en waar je
liep, struikelde je over een minister. Uit
heel de wereld kwamen petities binnen om
de gedelegeerden aan te sporen hun vre
deswil te toonen en in daden om te zet
ten. Van deze petities was die der Neder -
landsche Dagbladpers met haar twee mil-
lioen handteekeningen kwantitatief de
grootste.
Frankrijk begon al spoedig met een ont
wapeningsplan in te dienen, het plan-Tar-
dieu, waarvan de markantste voorstellen
waren: internationalisatie van de burger
lijke luchtvaart en de verplichting om
zware artillerie, linieschepen en duikbooten
ter beschikking te houden van den Vol
kenbond. Al vrij spoedig bleek ook hier de
juistheid van het spreekwoord Zooveel
hoofden, zooveel zinnen. Het regende ont
wapeningsplannen. De Duitsche rijkskanse
lier dr. Briining wees er op, dat Duitsch
land reeds ontwapend was en dus het voor
beeld gegeven had, en dat het dus logisch
was, dat de andere mogendheden op de
zelfde wijze ontwapenden volgen© de richt
lijnen van het vredesverdrag van Versail
les. Hier kwam de eisch van Duitschland
om rechtsgelijkheid reeds om den hoek
kijken.
Bij het einde der algemeene beschouwin
gen op 25 Februari kon men drie richtingen
onderscheiden*
MGR. IGNAR SEIPEIL t
le. Het Fransche standpunt van veilig
heid vóór alles en een gewapende Volken
bond.
2e. Het Duitsche standpunt, dat de be
wapening geleidelijk moet worden vermin
derd.
3e. Een groote groep van gedelegeerden,
die de moreele ontwapening op den voor
grond plaats-en.
Na een fiksche Paaschvacantie nam de
conferentie op 21 April een resolutie aan,
waarin het principe der kwalitatieve ont
wapening werd aanvaard, d.w.z. dat het be
zit of gebruik van bepaalde bewapenings-
categoneën óf voor alle staten moet wor
den verboden óf dat deze wapenen door
een internationale overeenkomst moeten
worden geïnternationaliseerd. Die bepaal
de bewapeningscategorieën vormen de
aanvalswapenen. Wat valt daaronder? Ein-
dclooze commissie-vergaderingen over het
begrip ,aanvalswapenvolgden.
Op 22 Juni kwam opeens een radicaal
voorstel van president Hoover uit de lucht
vallen, dat een einde aan het gezeur wilde
maken en daarom maar botweg voorstelde
om alle bewapening met een derde te ver
minderen. Typisch was toen de wijze, waar
op de mogendheden probeerden dat plan
van zich af te schuiven, zonder Amerika
voor het hoofd te stooben. Het plan is nog
altijd „hangende".
Een maand later werd de conferentie
verdaagd en werd in verband daarmee be
sloten de bewapeningsstilstand, welke op
29 September zou eindigen, te doen voort
duren. Binnen de vier maanden moest de
conlerentie weer bijeen geroepen worden.
Dat is ook gebeurd; de conferentie kwam
wel bijeen, doch het werk bleef stil liggen,
omdat Duitschland inmiddels had meege
deeld, dat het niet zou meedoen, zoolang
niet voldaan was aan zijn eisch van rechts
gelijkheid. Na veel vijven en zessen is er
in December tenslotte een formule gevon
den, waarop de Duitsche regeering (dat
was intusschen het kabinet-van Schleicher
geworden) bereid bleek naar Genève te
rug te keeren.
Volgend jaar gaan we verder; er liggen
al weer nieuwe plannen zoowel van Fran
sche als van Engelsche zijde gereed, zoo
dat er weer stof genoeg is om hot jaar
vol te praten.
DUITSCHLAND.
Duitschland heeft in het afgeloopen jaar
een politieke crisis meegemaakt, welke et
telijke malen het Duitsche volk naar de
stembus heeft gedreven.
Rijkskanselier dr. Briining had in den
aanvang van het jaar verkiezingen om den
presidentszetel willen vermijden en voorge
steld, dat de rijksdag eenvoudig den ambts
tijd van von Hindenburg zou verlengen. De
Duitsch-nationalen en Hitlerianen weiger
den echter en schoven Hitier als candidaat
naar voren. Deze bezat echter nog niet
eens de Duitsche nationaliteit en werd
daarom in Brunswijk tot Duitscher gebom
bardeerd. Op 13 Maart had de eerste ver
kiezing plaats en behaalde noch Hinden
burg noch Hitler (die ver achterbleef) de
absolute meerderheid. De verkiezingsstrijd
liep zeer hoog, bij de Nazi's werden huis
zoekingen verricht, omdat men hen van
omwentelingsplannen verdacht, een botsin
gen tus©chen communisten en Nazi's wa
ren aan de orde van den dag, zoodat de
rijksregeering met Paschen een Godsvrede
moest afkondigen. Bij de tweede stemming
op 10 April werd von Hindenburg met 53
pet. der stemmen tot president herkozen;
Hitier behaalde 37 pet; Vlak daarop werd
een noodverordening afgekondigd, waarbij
de nationaal-socialistische leger-formaties
(de S. A. en S. S.-mannen) algemeen verbo
den werden. Het zou niet lang duren, want
op 30 Mei moest dr. Brüning, die den pre
sident .aiet wenschte te volgen m zijn stre
ven om de Oost-Pruisische jonkers er bo
ven op te helpen, zijn ontslag indienen en
eenige dagen later werd von Papen tot
rijkskanselier benoemd en werd de rijks
dag ontbonden.
Von Papen begon direct krachtige eco
nomische maatregelen te treffen, doch
meende aan den anderen kant de teugels
wat te moeten laten vieren door het ver
bod der S.A. en S.S. weer op te heffen.
Hiermede begonnen de kloppartijen op
nieuw, zoodat op 28 Juni werd overgegaan
tot de uitvaardiging van een nieuwe nood
verordening, waarbij het dragen van uni
formen en het vergaderen in de open lucht
verboden werd. Ondanks deze maatrege
len bleef de herrie voortduren als gevolg
van de eigenaardige houding der Pruisische
regeering.
Von Papen greep hier met forsche hand
in en zette eenvoudig de Pruisische regee
ring af. Hij zelf werd commissaris van Prui
sen. Pruisen liet het er met bij zitten on
diende een aanklacht in bij het Staatsge-
rechU'hof te Leipzig.
In deze sfeer hadden de rijksdagverkie
zingen van 31 Juli plaats, welke voor de
Hitlerianen een verdubbeling van hun ze
telaantal meebrachten (nJ. 230 tegen 107
in den vorigen rijksdag). Het aantal poli
tieke moordpartijen verdubbelde in gelij
ke mate, zoodat bij noodverordening van
9 Augustus de doodstraf werd gesteld voor
de meest ernstige gevallen.
Deze noodverordening was nog geen twee
uren oud of een paar nazi's slachtten op
beestachtige wijze een communist af en
werden deswegen door de rechtbank te
Beuthen ter dood veroordeeld. Om dit von
nis is heel wat te doen geweest, het werd
tenslotte gewijzigd in een mildore straf.
Op 30 Augustus werd de nieuwe Rijksdag
geopend door de communiste Clara Zetkin
en het duurde niet lang of hij werd in de
zeer bewogen zitting van 12 September
weer door von Papen ontbonden. Nieuwe
verkiezingen volgden op 6 November, waar
door weinig verandering werd gebracht in
den stand der partijen. Alleen liepen do
Nazi's terug van 230 tot 195 zetels, waar
door zij geen meerderheid met het Cen
trum konden vormen en derhalve wat ge
matigder werden in hun optreden. Ondanks
de uitslag van de verkiezingen probeerde
von Papen te onderhandelen mot de par
tijen, hetgeen hem niet gelukte, zoodat hij
het tenslotte beter oordeelde maar heen te
gaan (17 Nov.). Hitler meende kans te zien
om rijkskanselier te worden en probeerde
het met Hindenburg op een accoordj-e te
gooien, maar ook dat mislukte en zoo werd
generaal von Schleicher de opvolger van
von Papen. Onder dit kabinet boekte
Duitschland zijn succes inzalce de rechtsge
lijkheid op het gebied van bewapening.
FRANKRIJK.
De Fransche politieke geschiedenis loopt
grootendeels parallel met die van de groote
problemen.
Overigens kenmerkt het Fransche sbaat-
PATTL DOUMÜR' t
kundige leven zich door groote wisselval
ligheid.. Het begon op 12 Januari al met
een minister-crisis, toen het kabinet-Laval
zijn ontslag indiende, en reods den vol
genden dag werd opgovolgd door een
nieuw kabinet-Laval. Een maand later op
16 Febr. duikelde dit ministerie echter en
werd vervangen door het kabinet-Tardieu,
dat het uithield tot 11 Mei. Na een voor
Frankrijk zeer langdurige crisis werd op
4 Juni het ministerie-Herriot gevormd, dat
het leven zou laten in December, toen do
Fransche Kamer do betaling aan Amerika
weigerde. Thans is Paul Boncour aan hot
bewind.
Vervolgens had in Mei een ontijdige pre-
ARISTIDE BR I AND 1
PROF. PICCARD IN ZIJN GONDEL.