DE ONBEWAAKTE OVERWEG
DE ZILVERKONING
ZATERDAG 31 DECEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
NEERLAND's HONDERDJARIGEN
ONS LAND TELT 17 HONDERD-
MEER JARIGEN.
Het is de gewoonte om bij het eind van
ieder jaar een overzicht te geven van alle
belangrijke feiten en gebeurtenissen, wel
ke in den loop van dat jaar hebben plaats
gevonden. Tot de belangrijkheden, welke
aan het eind van dit jaar mogen worden
vermeldt, behoort zeker ook wel het feit.
dat Nederland onder zijn ongeveer acht
millioen inwoners er een zeventien-tal telt.
dat den respectabelen leeftijd van honderd
jaar is gepasseerd. Aan het eind van ver
leden jaar herbergde ons land 21 honderd
en meer-jarigen. Hoewel er in den loop
van dit jaar verschillende personen den
honderdjarigen leeftijd hebben bereikt,
staat daartegenover, dat er ook verschil
lende van hen zijn overleden. Onder deze
17 hoogbejaarde personen zijn er twee. die
den ouderdom van 103 jaar hebben bereikt,
alsmede een tweetal, dat 102 jaar oud is
geworden. Dan volgt een trio van 101 jaai,
terwijl de overige tien in den loop van
1032 hun honderdsten verjaardag mochten
vieren. De stad Groningen kan er zich op
beroemen de oudste inwoonster van on»
land te herbergen, n.l. de weduwe Postema
Tjadens, die 29 Maart a.s. 104 jaar oud
hoopt te worden. Deze oude dame is al
wel bijzonder kras. Nog korten tijd vóór
haar 103den verjaardag kon men haar nog
bijna dagelijks in de straten van Gronin
gen zien. Zij wandelde daarbij achter 'n wa
gentje, dat haar tot" steun diende. Zij werd
geboren te Aurieh in Oost-Friesland en ia
tweemaal gehuwd geweest. Op haar volgt
in leeftijd mejuffrouw Jeltje Boonstra
Staphorsius te Leeuwarden, die sinds ja
ren in het Diaconessenhuis der Ned. Herv.
Gemeente aldaar wordt verplegd. Mej.
Boonstra heeft n.l. 3 October j.l. haar
103en verjaardag gevierd. Aan belangstellen
den, die haar met haar laatsten verjaardag
kwamen feliciteeren, vertelde het oudje,
dat zij zich nog zoo gezond en vroolijk ge
voelde, als zij „nog maar" honderd was. In
anciënniteit volgen nu mej. van Weers
Eskens te Den Haag en de heer Ouwen-
broek te Rotterdam, die beiden in het af-
ge'oopen jaar 102 jaar oud zijn geworden.
Ook deze twee honderdjarigen zijn beiden
nog zeer kras, als is eerstgenoemde, mej.
van Weers te Den Haag, al sinds enkele
jaren aan haar kamer gebonden. De heer
Ouwenbroek daarentegen maakt als het
weer het toelaat nog geregeld zijn wande
lingetje. De drie 101-jarigen zijn de heer
C. J. Braber te Steeenbereen, mej. de wed.
J. M. DamenUnuncx te Breda en mevr.
de wed. K. F. WisdomSchmidt te Den
Haag.
De volgende tien personen hebben in den
loop van 1932 den honderdjarigen leeftijd
bereikt: mej. de wed. A. van Ham—de
Vries te Sebaldeburen (gem. Grootegast
in Groningen), mej. de wed. W. P. Peters
v. d. Wint te Velsen. mevr. de wed. J.
de LiefdeOverakker te Riiswijk (Z.-H.).
mej. de wed. J. OomenHorrevoets te
Alphen (N.-Br.); mej. JansenBouwmees
ter te Neerbosch bii Nijmegen de heei
Lambert van de Winkel, afkomstig uit
Neeritter (L.) en thans wonende te Kesse-
nich (Belgisch-Limburg), mej. de wed. J.
Stegink—Snijder te Vriezenveen, mej. de
wed. J. v. d. Molen te Noordlaren (Gron.)
mevr. de wed. S. ten HaveMulder te
Zuidbroekmevr. de wed. M. Homan—
Laaracker te Amsterdam.
Uit dit overzicht blijkt wel, dat over
het algemeen het zwakke geslacht het in
het uithoudingsvermogen van het ster
kere wint, daar de meeste honderd- of
meerjarigen alle dames zijn. Slechts een
drietal heeren zijn er in geslaagd den hon
derdjarigen leeftijd te bereiken. In het af-
geloopen jaar zijn acht honderdjarigen
overleden. Hieronder was ook de weduwe
MapiéePrechter te Maastricht, die
eenige weken voor haar lOöden verjaardag
in het ziekenhuis Calvariënberg overleed.
Zij was de oudste inwoonster van ons land.
In den oudeidcin van 103 jaar overleed
mevrouw de vfo. P. J. Slogtmanv. d.
Graft te Den Haag. Enkele weken geleden
overleed te Amsterdam kort voor haar
In 1932 29 dooden en 29 gewonden
De onbewaakte spoorweg-overwegen m
ons land hebben zich zachtjesaan een be
ruchtheid verworven. Als ooit een bezui
nigingsmaatregel bij het publiek antipa
thiek is geweest dan is het wel deze. Vroe
ger waren de spoorwegondernemingen wet
telijk verplicht alle overwegen te doen be
waken, hetgeen natuurlijk een zware fi-
nancieele last bet eekend e. In 1922 bracl.t
de spoorwegwet verlichting aan de Spoor
wegondernemers door de bepaling dat
voortaan bij algemeenen maatregel van bo
stuur ontheffing zou kunnen worden ver
leend van de verplichting tot het afsluiten
van overwegen. Als gevolg hiervan is sinds
dien de bewaking van een groot aantai
overwegen opgeheven, zoodat er thans
zelfs tweemaal zooveel onbewaakte als be
waakte overwegen zijn. Het laat zich in
denken, dat ondanks de duidelijke waar
schuwingen, welke bij eiken overweg woi-
den geplaatst, ongelukken niet langer te
vermijden waren Wij willen op gezag van
de Ned. Spoorwegen gaarne aannemen, dat
het grootste deel' der ongevallen aan eigen
roekeloosheid of onoplettendheid te wijten
was, maar er zijn zeker ook slachtoffers
gevallen doordat het uitzicht op de spoor
baan belemmerd was of door andere on
fortuinlijke omstandigheden. Zij, die den
bestaanden toestand blijven verdedigen of
ten minste tolereeren onder het motief, dat
het publiek maar moet leeren, laden dan
ook wel een zware verantwoordelijkheid
op zich. Want een bezuiniging, die jaarlijks
gekocht moet worden met tientallen men-
schenlevens, is moeilijk te verdedigen, ook
niet met een beroep op de schuldvraag. De
doodenlijst vertoont een bijna onafgebro
ken stijgende lijn; in 1925 maakte de an
bewaakte-overweg 11 dooden en 18 gewon
den; in 1926 resp. 17 en 17; in 1927 resp
20 en 27; in 1928 resp. 23 en 15; in 1929 resp.
22 en 27; in 1930 „slechts" 11 dooden en 25
gewonden; in 1931 tenslotte vielen er 44
dooden. Wanneer wij thans de droeve ba
lans van het afgeloopen jaar 1932 opmaken,
dan komen we tot de slotsom, dat de dood
op den onbewaakten overweg weer 23
slachtoffers cischte. voorts dat er 11 men
schen zwaar en 18 licht werden gewond:
2 paarden gedood en 2 gewond en tenslotte
63 schapen en 2 honden werden gedood.
Om den lezer een zoo zuiver mogelijk in
zicht te geven in de omstandigheden die
van deze ongevallen te oorzaak waren, la
ten wij hier het droeve relaas volgen van
een aantal der meest noodlottige gevallen.
Allereerst blijkt dan, dat op 6 Januari do
60-jarige heer H. de Corte door zijn doof
heid (dus buiten zijn schuld) op den onbe
waakten overweg bij Deurne werd overre
den en onherkenbaar verminkt Op 9 Ja
nuari werd op den overweg te Maastricht
het totaal vermorzelde lijk gevonden van
den 42-jarigen G., die niet. wel bij het hoofd
was. Op 25 Januari werd te Duivendreehr
een 30-jarige fietser gegrepen, zonder dat
de machinist iets merkte en 600 meter mee
gesleurd. Bij de Haar weid op 4 Maart een
luxe-auto uit Leersum geheel vernield, door
dat den bestuurder, den heer van Dijk, het
uitzicht werd belemmerd door het wacht
posthuisje. Een merkwaardig staaltje was
het ongeluk, dat op 23 Maart den handels
reiziger F. uit Utrecht trof, die op den
Waterlooschen weg te Apeldoorn den over
weg passeerde, terwijl in de verte een trein
103den verjaardag mevrouw de wed. C. B.
Stas -Poulquet, die de oudste inwoonstei
van de hoofdstad was en op 2e Kerstdag
j.l. 103 jaar oud zou zijn geworden. De we
duwe P. Kroes te Ferwerd, mej. de wed. M.
M. WallaartSprenger te Alkmaar, de
heer Martinus Adamse te Veere en mevr
de wed. Alb. Stokvis te Geffen zijn allen
in den ouderdom van 101 jaar overleden,
terwijl mej. S. J. Hoekstra te Irsum ruim
honderd jaar is geworden.
naderde. Met de rustige zekerheid, dat het
gevaar achter den rug was, passeerde hij
een tweede overweg, doch moest toen erva
ren. dat hij zich leelijk had vergist en de
trein op deze baan reed en niet op de
eerst-gepasseerde! Het uitzicht op de
tweede spoorbaan was hem bovendien door
een wachthuisje belemmerd. De bestuurder
moest tusschen de brokstukken van zijn
wagen worden uitgezaagd en naar het zie
kenhuis worden vervoerd. Het was de der
de maal. dat hij door den trein werd over
reden! Een zeer droevig ongeval had
plaats op 11 April op den beruchten over
weg bij de halte Zuidplaspolder op de lijn
GoudaDen Haag, waar eveneens het uit
zicht door een dubbele woning wordt be
lemmerd. De tuinder P. van Vuuren uit
Capelle aan den IJsel werd met zijn auto
gegrepen en werd tezamen met zijn 5-jarig
dochtertje gedood. De man was met de ge
vaarlijke situatie aldaar niet bekend. Niet
minder noodlottig was het ongeluk op 12
April in het z.g. Allee te Meppel, waar twee
kleine meisjes, die alle aandacht hadden
voor een goederentrein, niet op den uit
tegenovergestelde richting naderenden
sneltrein letten en zoodanig werden ver
morzeld, dat de ouders de lijkjes slechts
aan de kleeren konden herkennen. Een an
der geval, waarbij zeker niet van roeke
loosheid sprake was: op 19 Mei fietste de
15-jarige F. Horsinge te Loon in een on
weersbui, waarbij bovendien het zand door
den wind werd opgejaagd. De jongen zag
den trein niet, omdat hij voorover gebogen
op zijn rijwiel zat en werd door de locomo
tief gegrepen en gedood. Een tragisch on
geval was ook dat op 21 Juni: toen de ó9
jarige A. Kleyn te Schiedam, die doofstom
was, bij den Laanslootscheweg door den
trein van Hoek van Holland werd gedood.
Te Geleen werd op 28 Juni de heer Jan
sen uit Schimmert met zijn auto gegre. en
en op siag gedood. Op 23 Juli werd te Goor
de 33-jarige J. Wieimering, die eenige we
ken later in het huwelijk zou treden, op
zijn fiets 50 Meter meegesleurd en gedood.
Nauwelijks een week later viel er weer eeu
slacht'oflcr, de 50-jarigo arbeider Poffert.
die te Vroomshoop 300 Meter werd mede-
gesleurd en gedood. Acht kinderen bleven
ouderloos achter, toen op 22 Augustus ïun
vader, de heer Schel uit Rosmalen met zijn
fiets onder den trein geraakte. Op 10
Augustus had bij Echt een zeer droevig
ongeval plaats, waarbij een 50-jarige
schaapherder werd gedood en bovendien
63 schapen en twee hen. ershonden om .e»
leven kwamen. Op 14 Augustus geraakte
te Bunnik de 22-jarige K. van N. juist op
den overweg met zijn hengel bekneld tus
schen zijn fiets, waardóór hij voor den snei-
frein kwam te vallen en op slag werd ge
dood. Eigen scnuld? VVèl in hooge mate roe
keloos was een autobestuurder uit Eindho
ven, die op 9 September to Drunen niet op
den naderenden trein lette, hoewel het uit
zicht geheel vrij was. De auto werd vei-
nield, doch beide inzittenden ontkwamen
als door een wonuer aan den dood. De 54
jarige A. Vroegindewei te Rotterdam
kwam op 19 September door weiielend over
steken op den overweg bij het Roode Hei
onder de electrische tram en moest dit
met den dood bekoopen. Op den beruchten
overgang te Onnen bij Meppel hadden op
24 September zelfs twee ongevallen plaats,
doordat eerst een fietser en later een auto
bestuurder door huisjes en struikgewas den
trein niet zagen aankomen en slecats uuur
terzijde tegen een hek op te rijden net
veege lijf konden redden. Op den niet min
der beruóhten overweg aan den Zwarteweg
te Gouda waren dit jaar weer verscheidene
ongeval.en to betreuren. Het meest nood
lottig was wel dat op 18 October, toen de
30-jarige mej. J. v. Eyk uit Reeuwijk door
den hevig striemenden regen den trein niet
opmerkte en te pletter reed. Het ergste
maakte het wel de overweg te Kethel, cbe
1%. W. K
VERKEERSTEEKENS VOOR
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
op 21 Oct. den 48-jarigen motorrijder W.
Schruyer uit Rotterdam het slachtoffer
maakte en daarmede het lugubere record
vau 10 dooden vestigde 1 Op 7 November
werd de 35-;<arige J. de Boer uit Borgemeer
op den overweg nabij Farm&um met zijn
fiets door de tram gegrepen en gedood.
Op denzelfden overweg te Echt, waar in
Augustus een herder met 63 schapen werd
geuood, had op 22 November een ontzet
tend ongeluk plaats, dat de gebroeders A.
en H. Delsing uit Echt door eigen onop
lettendheid het leven kostte. Een beruchte
overweg is ook die te Hillegersberg, waar
op 30 November het zooveelste ongeluk ge
beurde, dat weliswaar door een toeval geen
menschenlevens eischto, maar waarbij een
verhuisauto uit Winschoten werd meege
sleurd en in elkaar gedrukt. Een dag later
reed de chef-veldwachter R. Klaassen der
gemeente Maartensdijk zich met zijn motor
fiets op uen overweg bij de Hollandscüe
Rad mg tegen den trein te pletter. Op dt.
Nicolaasavond had een vreeselijk ongeval
plaats op den overweg te Zijpe bij Beha
gen, het vierde reeds op dezelfde plek!
Hoewel het uitzicht ge..eel vrij was, roed
de heer P. Ero uit Alkmaar met zijn auto
tegen den trein op. De wa^en we.d geheel
vernie.d, terwijl de bestuurder zwaar weid
gewond. Nog erger was er aan toe een der
gezusters ter Bruggen uit Heiloo, die
hoogst zorgwekkenuen toestand naar
ziekenhuis weid ver voord. Haar zuster
kwam er met lichte verwondingen af. Aan
eigen roekeloosheid was het ongeluk te
wijten, dat op 7 December den voerman
D. B. te Bailo trof, die ondanks het nade
ren van een trein nog trachtte over te ste
ken, waardoor zijn wagen werd vernield.
Hij kwam er zeli met den schrik en een
ve.diend proces - verbaal af. Ook Nootdorp
is berucht om zijn gevaarlijke overwegen,
waarvan er éen, n.l. die bij den \eenwog
op 31 October een doode eisci.te. Een chauf
feur van de Vios-autobus-onderneming, lie
als bezadigd zijnde bekend staat, reed met
een luxe-auto tegen de locomotief. Do 50-
jarige bakkersknecht W. uit Den Haag,
die gevraagd had mee te mogen rijden,
werd uit de auto geslingerd en op slag
gedood. De chauffeur werd slechts liciit
gewond. Dezer dagen viel het 29e slacht
offer, de 87-jarige J. Oudhof, die bjj net
oversteken van den spoorweg ter hoogte van
het z.g. Klaphek, nabij den Zeeweg te
IJmuiden-Oost, door den electrischen trein
werd gegrepen en onmiddellijk gedood.
Deze droeve feiten wij noemden
slechts de voornaamste schijnen nog
steeds weinig indruk to maken op de spoor
weg-autoriteiten. Wij lezen althans, dat het
in het voornemen ligt om zeer binnenkort
ook den derden overweg in meer genoemde
gemeente Nootdorp onbewaakt te laten.
De Vios-Mij. achtte het dan ook niet lan
ger verantwoord om haar busdienst op het
traject DelftLeidschendam te handhaven
en zag zich genoodzaakt om Ged. Staten
om ontheffing van de concessie te verzoe
ken tegen hetzelfde tijdstip, waarop de oe-
waking van dezen overweg zal worden op
geheven. Op een verzoek van het gem.be-
stuur van Gouda om den bewusten overweg
bij den Zwarteweg onder bewaking te stel
len, kreeg men van de directie der Ned.
Spoorw. een antwoord, dat „alle ongeval
len op bedoelden overweg moeten worden
toegeschreven aan onoplettendheid der
slachtoffers", zoodat do direotie geen aan
leiding kon vinden de afsluiting te herstel
lenWij zullen dus het volgend jaar
opnieuw de balans moeten opmaken....
STAAT HET IN DE
STERREN
ASTROLOGEN MAKEN GOEDE ZAKEN
door
Dr. H. van Voorde.
Wij hebben in hot wonderlijk, doch tra»-
gïsch verloop van de crisis leeren wear
schen. En tegen het tijdstip, dat de jaar®»
wisseling nadert verdichten deze wenscheo
zioh tot ware wensch-cumplexen. Men be
graaft maar al te graag zijn niet vervulde
wonschen en plant op dit massagraf weer
al te spoedig nieuwe. En of dit alles niet
genoeg is, vindt er op onze bonte wereld
een geheel leger menschen zijn bestaan
door voor anderen tegen klinkenden munt
een blik in de toekomst te werpen.
Waarzeggers en waarzegsters, met
koffiedik of kaarten werkende, maar ook
zioh hullend in een geheimzinnig waas van
p8eudo-wetenschappelijkheid, vinden maar
al te grif hun klanten onder de door do
wereld-ellende getoisterden.
Een zeer bijzondere plaats onder do
waarzeggende gemeente nemen do astro
logen in. Zij werken aan de hand van ho
roscopen, zij rekenen en goochelen met _d®
teekenen uit den dierenriem, doen zich
vanzelfspreknd voor als streng-weton»
ohanpelijke lieden en stellen prognosen.
Onder de 1001 voorspellingen, die voor het
jaar 1932 zijn gedaan, zijn er misschien een
of twee werkelijk uitgekomen. Maar wat
bewijzen di© twee voor de waarde van de
astrologie? Niets!
In Europa verschijnen enkele doziïnen
astrologische tijdschriften, in Duitschland
alleen al 24. die elke week op grond van
sterre-consteilaties het blauw van den he
mel naar beneden orakelen. De goedgeloo»
vige lezers hebben immers lees-materiaal
noodig. Het aantal astrologische vereeni-
gingen en clubs is legio, ze bestrijden el
kaar dikwijls onderling, maar hebben toch
dit ééne gemeen; ze voorspellen, voorspel
len. voorspellen....
Wat voorspellen zij Dat wij aan het
keerpunt van oen nog niet overzieno ont
wikkeling staan, dat het binnenkort, naar
het zich laat aanzien, weer beter zal wor
den, dat niets zoo heet gegeten wordt als
het opgediend wordt, dat wij ook het vol-
gendo jaar niet ran ongelukken ver
schoond blijven, dat aardbevingen, watcr-
catastrophen en andere natuurrampen zul
len plaats vindon Heeft men daar nu do
sterren voor noodig? Weet men dan nog
niet, dat ook zonder de herauten van liet
uitspansel de wereld verder gaat? Natuur
lijk weet men dat, maar wil het graag
zwart op wit lezen. Vooruit dan maar!
In de astrologisoho Ebertin-kalendcr
heeft een zekere Alfred Werner zich bezig
gehouden de lotgevallen van Duitschland
in het jaar 1933 te beschrijven. Hij meent,
dat de algemeene stemming „ernstig cn
werkzaam" zal zijn.
„Het volk werkt verder, ofschoon zonder
eenige verdienste". „De algomeene stem
ming zal meer tevreden zijn dan tot nu
toe. do regeering lijdt onder vuige intri
ges". Zoo langs zijn neus weg schrijft Wer
ner: „Er sterven opvallend veel personen
uit regeeringskringen, waarvan velen als
slrchtoffer van een gifmoord". Nu zoo erg
zal het wel niet worden.
„Bij het bankwezen zullen ernstige onre
gelmatigheden ontdekt worden, zoodat do
regeering hierin aanleiding vindt dit web-
i telijk te retrclen. Het eerste gedeelte van
den zin willen we graag golonvon. Worner
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van
ALFRED WILSON BARRETT.
(Nadruk verboden).
4)
HOOFDSTUK III.
Er viel een stilte in de zaal, toen het ge
zelschap de bar verliet om naar den strijd
tusschen Denver en Corkett te gaan zien.
De mannen van de renbaan waren er fel
op om zoo iets prikkelend mee te maken.
Luidruchtig kwamen ze de biljartzaal bin
nen, druk sprekend en al weddend om
trent den afloop van den wedstrijd. Tubbs
zelf verdween van achter de toonbank en
ging nu elders zijn plichten waarnemen.
Slechts één der bezoekers bleef zitten...
de kalme man, die tevergeefs getracht had
den Londenaar zijn geld te doen wegste
ken. Hij zette zich in een hoekje, trok
een avondblad naar zich toe en keek het
onverschillig in.
Een licht gerucht deed hem opkijken. De
deur van de bar ging zachtjes open en het
hoofd van een ouden man kwam te voor
schijn. Het was een eigenaardig hoofd,
vrij groot, met een breed, bleek gezicht,
getooid met een lange witte baard en bak
kebaardjes, maar de bovenlip was gladge
schoren.
De oogen waren zeer licht, met een
melkachtigen tint, met het witte haar ga
ven zij hun eigenaar een vriendelijk, arge
loos voorkomen. .Geheel daarbij passend
droeg de oude man voorzoover dat to
zien was door de halfgeopend deur een
zwarte wijde jas en zijn hoofd was gedekt
door een zwarte vilthoed met een breeden
rand.
De kalme man in de bar hield zijn krant
voor zijn gezicht toen de ander naar bin
nen keek en hij bleef zoo zitten totdat de
man verdwenen was. Uitgenomen een
kreet, die af en toe weerklonk uit de bil
jartbaai, lag er weer stilte over de golag-
kamer.
Eenige minuten herhaalde zich dezelfde
pantomime, maar ditmaal trok zij zich niet
terugeen lichte, snelle stap weerklonk
bij de deur, die naar de straat leidde en
een flinke verschijning tra-d binnen.
De nieuwe bezoeker vormde een groot
contrast met allen, die dezen avond in de
bar waren geweest; hij was onberispelijk
gekleedvan zijn keurigen hoed tot de lak
neuzen van zijn fijne schoenen, v?n de
witte das, die helder afstak tegen de flu-
weelen kraag van zijn welgesneden jas tot
de toppen van zijn handschoenen. Het was
iemand van omstreeks veertig jaar, flink
en welgebouwd. Zijn trekken waren regel
matig en min of meer zwaarmoedig. Hij
had zwart haar, dat aan de slapen begon
te grijzen. Zijn tint was bleek, zijn kaak
krachtig, zijn mond spotachtig en iet of
wat wreed van uitdrukking. Wanneer men
de nieuw-aangekomene aankeek, kon men
niet ontkomen aan het gevoel, dat men
op zijn hoede moest wezen, zonder dat men
wist waarom.
De nieuwe bezoeker scheen den ouden
man in de deuro-ening niet te zien. Hij
wandelde rechtstreeks naar de zi.de van
de bar, waar de kalme man geleund' zat
met de krant voor zich uit en als per on
geluk schopte hij hem tegen den voet. De
krant ging omlaag en twee paar oogen ont
moetten elkander. In beider oogen kwam
een blik van herkenning. De groote man
liet zijn monocle uit zijn oog vallen en
vroeg:
„Nog wat nieuws in de krant?"
„Ik veronderstel, dat je al weet. dat Blue
Ribbon vandaag gewonnen heeft?"
„Zoo. Ik wed nooit
„En dat ze die vent te pakken hebben
die dien juweelendiefstal bij Lady Fairford
gepleegd heeft Kijk, hier staat het. Het
interesseert je mischienEigenaardig: het
schijnt dat de dief een heele meneer was,
net zoo keurig gekleed als jij."
„O ja, hoe is 't mogelijk", zei de nieuwe
bezoeker terwijl hij mijn monocle weer op
haar plaats bracht en rustig den ande-
aankeek. „Wat een brutalitit van die ke
rels
Do man met de monocle ging langzaam
naar de ander© zijde van de bar, nam een
lucifer, waarmede hij een sigaret aanstak
alvorens de krant te gaan lezen. Hij was
nu vlak bij den ouden man aan de deui
van de bar, maar hij liet op geen enkele,
manier blijken, dat hij hem gezien had. De
oude man scheen toch ergens verheugd
over te zijn. Toen nieuwe kreten nit 'de bil
jartzaal opklonken, kwam hij naderbij eu
fluisterde: Beste jongen, ik ben blij, dat
je gekomen bent
De „beste jongen" verroerde geen lid;
hij sloeg zijn oogen niet eens op. Zelfs zvn
sigaret bewoog nauwelijk tusschen zijn
lippen, maar eenige kort afgebeten woor
den bereikten de ooren voor welke ze be
stem 1 waren:
„Als je me nog eens aanspreekt in het
openbaar, zal ik je den nek omdraaien,
oude idioot."
De oude man keek angstig.
„M'n beste jongen", betoogde hij heesch
fluisterend, zaken zijn zaken en er is een
gevalletje, dat een heel fortuin voor ons.
allemaal kan beteekenen een zak vol
diamanten in Hatton Garden. Geen risico
en geen gevaar is er aan verbonden. Dood
gemakkelijk
„Hoe komen we er binnen
„Nou we breken door den muur van het
huis er naast. En om in dat huis er naast
te komen, beste jongen
„Wil je nu -ophouden met je verduiveld
gesnater", gromd© de man met de mono
cle, die schijnbaar nog steeds verdiept was
in zijn krantje. „Zie je dien vent aan den
anderen kant van de bar? Dat is Sam Bax
ter, de detective."
„Baxter, de detective?"
„Ja, stommeling; kijk nu niet naar
hem. Hij heeft me herkend cn hij zal
me straks stellig volgen. Ik moet zien hem
van het spoor af te brengen."
Het lawaai uit de biljartzaal was grooter
geworden, terwijl bij sprak en nu vloog de
deur met een ruk open en Corkett vloog
de bar weer binnen, zijn gezicht nog opge
wondener dan eerst. Een groepje gesticu
leerde en schreeuwende mannen volgden
hem. sommigen met een glas in hun hand.
Tubbs kwam bedrijviger dan ooit achter
de toonbank, schonk ormieuw champagne,
bang iemand over te 6laan.
Toen hij Tubbs in d© gaten kreeg,
schreeuwde Corkett:
„Ha, Tubbs, weer gewonnen, jongen. Ik
heb hem eigenhandig gemaakt, hoor."
Tubbs glimlachte hem goedaardig toe.
„Wat heb ie trewonnen. Arry?"
„Dat spreekt v~~7nlf. H:: m-a' te er n;etr
van! En nu heereV, vervol-'e h" de b~-
doorkiikende, laat ons vroolijk zijn. Voor
uit, drink op, allemaal. Vooruit. Ik heb
mijn geld als een gentleman verdiend en ik
geef het als een gentleman uit ook. Wat
gebruiken jullie?"
De man met de monocle cn zijn bejaar
de kennis waren een oogonblik gestoord,
toen de drukke bende naar de toonbank
drong. Do eerste fronste de wenkbrauwen
en wilde heengaan, toen de andor fluis
terde:
„Zie je dat jonge ventje, dat juist bin
nenkwam? Ik heb ontdekt, dat hij slaapt
in het huis. waar wi.i in wilden, Hij is be
diende bij den man, die daar kamers heeft;
zijn slaapkamer is boven. Als we nu met
hem in contact konden komen
„Houd je mond toch. En luister eens
naar mij. Jij ontlast dien dwaas van zijn
bankpapier, terwijl ik Baxter's aandacht
t-ek. Wanneer die bediend© platzak is kan
je best met hem in aanraking komen
„En kom jij daar dan zoodra liet don
ker is, beste jongen Het adres is Hatton
Garden 11."
..Waar is d© oude Briton?"
De oude man grijnsde zachtje. „Hij zal
er ook wezen", antwoordde hii.
.,In orde. Coombe..En nu zullen we Sam
Baxter er eens in Wen tijden. Ik zal
hem leelijk aan het lijntje houden.
Hij zette biin monocle beter in zijn oog,
keek de zaal rond om te zien, waar zijn
handschoenen waren en vond ze op de
1 wear hij ze neergelegd - "1
hij de deur opende, riep hij; ..Hé, knaap,
een rijtuig
Do deur ging achter hem dicht, maar
nauwelijks was ze gesloten of de man,
aangeduid ?ls Barter, verliet zün plaats bij
de toonb-"»1- en g'ng evp-m"-* d<» «t-aat op.
(Wordt vervolgd)