24ste Jaargang
UUNDERDAG 29 DECEMBER 1932
No. 7392
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
VOORNAAMSTE NIEUWS-
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 oent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 oent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver
krijgbaar tegen betaling van 50 oen per kwartaaL bij
vooruit betaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
Dit nummer bestaat uit DRIE
bladen.
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
bet dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES, van ten hoogst* 30 woorden, waarin ba
trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
BINNENLAND
EERSTE KAMER
De Eerste Kamer heeft gisteren o.m. de
volgende wetsontwerpen aangenomen:
voorschriften betreifende beslag op roereu-
de goederen enz., wijziging van de stortin
gen in de sociale verzekcringsfondsen en
wijziging in de Pensioenwet.
Het noodwetje van minister Terpstra,
waarbij o.m. den ongunsrtigen leerlingen-
schaal wordt ingevoerd, gaf aanleiding tot
bestrijding.
De katholieke afgevaardigde De Jong
meende echter, dat men den minister niet
de middeien mag onthouden, om het on
derwijs in stónd te houden; daarom wil hij
aich met het ontwerp vereenigen, ook al
heelt hij bezwaren op ondergeschikte pun
ten. De heer IJsselmuiden (ii.K.) was ech
ter minder toeschietelijk. Thans, zoo zeidc
deze senator, zijn er reeds klassen met 52
leerlingen, ;a ze lis meer dan 60 leerlingen.
Hij meent, dat de bezuiniging op het on
derwijs met op déze wijze mag worden ge
vonden.
De debatten worden nog voortgezet.
Maar de aanneming - van het wetsontwerp
schijnt wei verzekerd.
DE JEUGD EN DE WERKLOOSHEID.
Schrijven aan de Gemeentebesturen.
Aan de Gemeentebesturen is onderstaand
schrijven gericht:
In aans.uiting op het rondschrijven van
Z.E. den Minister van Binneulandsche Za
ken d.d. 18 November 1932 No. 2Ó810, Afd.
W. 8., inzake de ontwikkeling van werk-
loozen, zij het ons vergund U als Landelijke
Commissie ter bestrijding van de gevolgen
der Jeugdwerkloosheid, welke in bovenge
meld rondschrijven werd genoemd, als zijn
de de Commissie, waarmede het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken in zaken
als deze samenwerkt, beleefd het volgende
mede te deelen.
Onze Commissie heeft gaarne de taak
aanvaard om U desgewenscht van voor
lichting te dienen bij het organiseeren van
cursussen voor jeugdigen en is bereid, U
aan de hand van de gegevens in de brochu
re „Zorg voor Werklooze Jeugd'' te advi-
seeren, inzake voorzieningen in Uw ge
meente, welke uit den aard der zaak dienen
aangepast te zijn aan de omstandigheden
ter plaatse.
Zij stelt er, zoo dit nog noodig mocht
zijn, prijs op U, mede met het oog op het
geen ongetwijfe.d door Uw College ten
bate van de werkloozen zal worden gedaan,
als haar ervaring kenbaar te maken, dat
het dringend gewenscht is, de leeftijds
grens naar boven voor jeugdigen te stellen
op 24 en in het algemeen geen personen
van den leeftijd van 24 jaar of daar bene
den in te dee.en bij den ontwikkelingsar
beid voor werklooze volwassenen.
Het zij ons verder vergund U mede te
deelen, dat het in het voornemen der Com
missie ligt, in den loop van Januari een
bijeenkomst te beleggen voor alle betrok
kenen bij de leiding van den arbeid onder
jongere werkloozen. teneinde, door met
zorg uitgekozen sprekers, vanuit de prak
tijk de problemen te kunnen belichten, die
zich op dit terein voordoen.
Zij hoopt zeer, daarbij een vertegenwoor
diger van Uw Co.lege te kunnen ontmoe
ten. Nadere gegevens omtrent deze bijeen
komst zullen U nog tijdig worden geoznden.
De Landelijke Commissie ter bestrij
ding van de gevolgen der jeugdwerk-
looshied.
Prof. F. Frencken, (Kath. Jeugd Ver.),
Voorzitter; Meyer de Vries. Hoofdinspec
teur der Werkverschaffing; J. A. Berger,
(Ned. Verb. v. Vakvereenigingen); J. Dooy-
enwaard Azn., (Chr Werkgevers Centrale);
H. A. M. van Hoffen (Verbond van Nederl.
Wergevers); Ir. W. Maas Geesteranus,
(Centraal Overleg in Arbeidszaken voor
Werkgeversbonden); Mevr. Ir. M. C. van
Reeuwijk-Maus (Inspectr. v. d. Arbeid);
J. Schipper, (Chr. Nat. Vakverbond); A.
J. A. van der Steen, (Alg. R. K. Werkge
versvereniging); J. Veldman, (R. K Werk
liedenverbond); W. van Vliet, (A'damsche
Mij. voor Jongemannen); K. Vorrink, (Ar
beiders Jeugd Centrale); Drs. H. L. F. J.
Deelen. (Nederl. Jeugdl. Instituut), Secre
taris Mej. W H. Harttoff, (Nederl. Jeugdl.
Instituut), Adj. Secretaresse.
-
DE OORLOGSTIJD EN DE CRISISTIJD.
HET GEORGANISEERD OVERLEG.
Nu mr. J. Woltxnan, secretaris-generaal
van het Departement van Defensie en
voorzitter van de Centrale Commissie voor
Georganiseerd overleg in ambtenarenza
ken met 1 Januari a.s. 's Lands dienst gaat
verlaten, heeft het Ned. Corr. Bur. den
scheidenden hoofdambtenaar verzocht m
een onderhoud eenige beschouwingen te
geven en mededeelingen te doen over zija
arbeid in 's Rijka dienst.
Tri 1917 werd mr. Woltman aangezocnt
en daarna benoomd tot Hoofd der Juridi
sche af deeling van het Departement van
Oorlog, als opvolger van Jhr. mr. de Jon
ge, die tot Minister van Oorlog was be
noemd.
„Wij leefden toen", zoo vertelde de heer
Woltman, „in mobilisatietijd en het aan
tal voorschriften, dat het Departement
verliet, was legio. Voor een strijdlustige
natuur was het toen een genoegen om
hoofd der Juridische afdeeling te zijn.
Daar kwam nog bij, dat ik uitstekende me
dewerkers had. Velen der beste juristen
waren als reserve-officier op het Depar
tement te werk gesteld. Ik zal u eenige
namen noemen: mr. Wendelaar, de tegen
woordige burgemeester van Alkmaar, mr-
Nijpels, raadsheer in den Hoogen Raad,
prof. van Asbeck, nu hoogleeraar te Bata
via, prof. mr. Josephus Jitta en mr. Gose-
ling, leider van de 1L K. 6 taats partij. Het
was een waar genot met deze heeren sa
men te werken en ik behoud er de prettig
ste herinneringen aan. Mijn afdeeling was
te beschouwen als de vrije afdeeling aan
het Depaitement.
Hoe dikwijls het Reglement voor den
Departementalen Dienst (het z.g. „grijze
boek") is overtreden, zou ik niet kunnen
zeggen, maar het geschiedde herhaalde
lijk.
Hiertegenover stond echter een groote
werklust, die natuurlijk aan de productivi
teit ten goede kwam.
Van „achterstand" was op mijn afdee
ling nooit iets te bespeuren.
De jongere ambtenaren, vol ambitie voor
hun werk, veroorloofden zich meer vrij
heden dan de ouderen en zij werden daar
bij aangemoedigd door den minister van
oorlog, omdat de resultaten van hun werk
uitstekend waren.
Ik zelf mocht in 1922 de hooge functie
van secretaris-generaal aanvaarden, eerst
bij het Departement van Oorlog, later bij
het Departement van Defensie. „De hoog
ste ambtenaar van liet Departement
wordt de secretaris-generaal dikwijls ge
noemd. Zoo moest het zijn, maar zoo is
het niet altijd. De positie van den secre
taris-generaal hangt geheel van hemzeif
en van den minister af. Wettelijk is zijn
positie niet geregeld; hij moet zich zelf
de hoogste macht toeëigenen, daarbij ge
steund door den minister. Nergens is
vastgelegd dat de secretaris-generaal bo
ven de afdeelingshoofden staat. Toch
meen ik, dat alleen dan alle zaken op het
Departement goed kunnen loopen, wanneer
de secretaris-generaal zich boven de hoof
den der afdeelingen plaatst en wordt ge
handhaafd, omdat al het werk door zijn
handen moet gaan, alvorens het den minis
ter bereikt".
Vervolgens kwam het gesprek op het
georganiseerd overleg, uit welke commis
sie mr. Woltman ook is getreden. Hij was
van de centrale commissie als regeerings-
vertegenwoordiger de voorzitter met de
heeren ir. Dam me en Mastenbroek als zijn
medeleden.
„Ik was geroepen", zeide mr. Woltman,
„om overleg te plegen namens de regee-
ring met de vertegenwoordigers van uo
verschillende organisaties. Daardoor heb
ik kennis kunnen nemen van de verschil
lende stroomingen, welke er onder de
ambtenaren leven. Dit werk heeft mij met
altijd bevrediging gegeven, omdat de re
sultaten dikwijls te wenschen lieten. Of dit
ooit beter zal worden, betwijfel ik. Het is
te betreuren, dat de politiek steeds do
richting der adviezen aangeeft. De organi
saties beconcurreeren elkaar en de eene
durft niet voor de andere; vrees voor ver-
lieg van leden maakt objectieve behando-
ling van zaken meestal niet mogelijk.
Zoolang echter in ons land bij elke ver-
eeniging politiek epidemisch en chronisch
is, zal een betere toestand wel tot de vro
me wenschen behooren. Al zijn de resulta
ten die ik wenschte, niet altijd bereikt,
toch was het mij een genoegen, de verga
deringen te presideeren; bij groot verschil
van gevoelen is de verstandhouding tus-
schen de vertegenwoordigers der organisa
ties en mijn persoon altijd een zeer aange
name geweest".
Tenslotte kwam het gesprek nog op de
ervaringen van mr. Woltman als lid der
„Commissie- W elter".
„De heer Weiter heeft steeds het lands
belang voor oogen gehad en met opoffe
ring van persoonlijke belangen zijn beste
krachben gegeven om Neerlands financiën
te redden.
Do tijd zal helaas leeren, dat de com
missie-Weiter gelijk had en niet hare be
strijders. Er zijn er nog te veel, die niet
begrijpen, dat er nog veel meer bezuinigd
moet worden. Het is voor mij onbegrijpe
lijk, dat er nog leden van onze Volksver
tegenwoordiging zijn, die niet weten, of al
thans niet willen weten, dat er geen tak
van ons volksbestaan is, die een credit op
levert, waaruit volgt, dat elke uitgaaf ka
pitaalsvernietiging is.
De betere tijden zie ik niet: er is nog
geen enkel lichtpunt te ontdekken. Moet
het nog ongunstiger worden voordat alge-
heele samenwerking wordt verkregen!"
HANDELSDADEN EN NI ET
HAN DE LSD ADEN.
Opheffing van het onderscheid.
Ingediend is een wet-sontwerp tot ophef
fing van de onderscheiding tusschen han-
deisdaden en met-handelsdaden en koop
lieden en met-kooplieden.
De minister van Justitie zet in de Me
morie van Toelichting uiteen, dat de oude
„daad van koophandel" niet langer kan
dienen als basis van het specifieke handels
recht.
Wat typeert in de oogen van het tegen
woordig geslacht de handelsdaad 1 Niet de
inhoud der handeling, bepaaldelijk niet het
feit, dat deze in een koop van waren be
staat, maar de omstandigheid, dat zij ver
richt wordt in de uitoefening van een be
drijf. In haar kwaliteit van bedrijisraad
ligt de rechtvaardiging van haar bijzondere
behandeling.
Overeenkomstige opmerkingen vallen
met betrekking tot den koopman en de
handelszaak te maliën. Niet het verrich
ten van bepaalde daden, maar het ver
richten van onverschillig welke daden bij
wege van bedrijf schenkt den handelenden
petsoon de kwaliteit van koopman (in rui
meren zin). En in zoover de handelszaak
aan een eigen regime behoort onderwor
pen te blijven, vindt die afwijking van het
gemeene recht haar verklaring weer niet
in den inhoud der handeling koop van
waren of daarmee gelijk gesteld feit
waaruit de schuld is voortgesproten, maar
in de eigenschap van bedrijfsdaad die aan
de verbintenisscheppende handeling toe
komt.
Als handelsdaad in den zin van het ont
werp zal dus voortaan gelden de bedrijfs-
handeling, als koopman, de persoon die een
bedrijf uitoefent; als handelszaak de ver
bintenis, die uit een bedrijfshandoling
wordt geboren.
Het beperkte kernbegrip: koop van wa
ren met zijn satellieten verdwijnt dus om
plaats te maken voor het ééne algemeene
I begrip: bedrijf. Dat zal voortaan de toe-
j passelijkheid van het specifieke handcls-
recht bepalen. Daarmee verkrijgt dit recht
I een geheel ander karakter. Van een be-
perkt handelsrecht wordt het een algemeen
bedrijfsrecht en soms zelfs, waar bedrijf en
I beroep op een lijn worden gesteld, tevens
I een algemeen beroepsrecht. Deze vcrando-
ring beteekent een aanmerkelijke vereen-
voudiging van onze wetgeving.
Het ontwerp doet niets anders dan de
laatste consequenties van een in vollen
gang zijnde beweging erkennen, als het
J ieder, hetzij natuurlijk of rechtspersoon, die
een bedrijf exploiteert, en iedere bedrijls-
j handeling en iedere bedrijfsverbintenis aan
ht specifieke handelsrecht onderwerpt.
Het ontwerp berust op een voorstel van
de Staatscommissie-Limburg.
DE BRUG BIJ NIJMEGEN.
Gunning van de vier pijlers en de
opbouwen der landhoofden.
Het maken van vier pijlers en de opbou
wen van de landhoofden met bijkomende
werken voor de brug over de Waal bij Nij
megen, is gegund aan de N.V. J. P. Broek
hoven en Zoon te Nijmegen voor l.t
OPCENTENWET THANS
AFGEKONDIGD.
Gisteren is afgekondigd de wet van 24
December tot tijdelijke heffing van opcen
ten op sommige invoerrechten en op de
accijnzen op bier en suiker, alsmede her
ziening van het tarief. De tekst is afge
drukt in Staatsblad 634.
R.-K. Leergangen.
Aan het Conservatorium der R.-K. Leer
gangen te Tilburg slaagden voor het exa
men Piano L.O. Ie gedeelte: Zr. Aloysia
j te Vught; Zr. Antonine te Amsterdam; Zr.
Emmanuel te Schijndelmej. Tilly de Vis-
scher te Tilburg en de heer F. Paymans te
i Tilburg.
R. K. MIDDENSTANDSBOND.
Hoofdbestuursvegadering.
Op de dezer dagen onder leiding van
den tweeden bondsvoorzitter, den heer E.
J. M. Stumpel te Hoorn, in het Centraal
Hanzebureau te 's-Gravenhage gehöudbn
vergadering van het bestuur van den R.K.
Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem
werd als lid van het Hoofdbestuur als
opvolger van den heer G. Dekker te Am
sterdam geinstalleerd de heer H. G.
Ruhe, penningmeester der R.-K. Midden
standsvoreeniging te Amsterdam.
Met volledige instemming werd kennis
genomen van het door het hoofdbcstuui
van den Ned. R.-K. Middenstandsbond
vastgestelde reglement op Studiokernen
in R.-K. Middenstandsvereenigingen.
Besloten werd er voor te waken, dat ook
in het Haarlemsche diocees de gestie van
Studiekernen zoowel naar den letter als
naar den geest wordt geleid binnen het ka
der, dat in dit reglement is gesteld.
Van Bondswege zal actie worden ge
voerd om te komen tot verdere verbreiding
in d© afdeelingen van den Bond van het
instituut der Commissies van Bijstand
initiatief van den Geestelijken Adviseur
van den Bond den zeereerw. heer Recto:
J. F. A. Mots welk instituut reeds in
meerdere plaatsen, vooral in Am^rdam,
onder den katholieken middenstanu zulk
zegenrijk werk verricht.
Besproken werden de te treffen uitvoe
ringsmaatregelen in verband met de ver
der gaande invoering van het wederzijds
verplicht lidmaatschap in de R.-K. Midden
standsorganisatie.
De enquête door den bond ingesteld naai
den noodtoestand van den middenstand in
West-Friesland heeft er toe geleid, dat
door den Ned. R.-K. Middenstandsbond bij
de Regeering stappen zijn gedaan om te
komen tot een regeling, waarbij voor ge
zonde middenstandsbedrijven, die door do
crisis in moeilijkheden zijn gekomen, cro-
diethulp wordt mogelijk gemaakt evenals
zulks in den mobilisatietijd het geval is
geweest.
Het hoofdbestuur sprak het vertrouwen
uit, dat aan de totstandbrenging van een
dergelijke regeling met voortvarendheid
zal worden gewerkt.
Ten slotte kwam aan»de orde het rap
port uitgobracht door do door de gemeen
te Amsterdam ingestelde ,.mclkcommissie",
waarvan het meerderheidsstandpunt strekt
tot instelling van een monopolistisch „ge
mengd" melkbedrijf.
Geconstateerd werd, dat thans een posi
tieve en bevredigende oplossing van het
nog immer hangende Amsterdamsche melk-
vraagstuk zal moeten worden gevonden.
Geconstateerd werd echter tevens, dat
het monopolistisch gemengd melkbedrijf,
dat thans door de meerderheid der ge-
neomde commissie wordt voorgeteld, in
wezen in hoofdzaak volkomen overeen
stemt met het gemeentelijk melkbedrijf,
dat destijds door de organisaties krachtig
is bestreden, zoodat het voorstel van de
meerderheid der Commissie thans evenmin
kan worden aanvaard.
Besproken werden de richtlijnen der te
voeren actie om te geraken tot een posi
tieve doch tevens maar juiste oplossing
van het Amsterdamsche melk vraagstuk,
waarvoor in de minderheidsnota van het
rapport do bouwstoffen zijn te vinden.
BISSCHOPPELIJKE VOORSCHRIFTEN
Betreffende het houden van Gecombineerde
ledenvergaderingen van R -K. Sociale
Vereeniqingen met andere
organisaties.
Naar aanleiding van een gehouden ge
combineerde ledenvergadering van de L.
T. B.-afdeeling te Amsterdam met niet-
Katholieken, meen ik nogmaals hierbij in
herinnering te moeten brengen bij geeste
lijke adviseurs en bestuurders van onze
R.-K. L. T. B.-afdeelingen, dat een derge
lijke vergadering in strijd is met de bis
schoppelijke voorschriften. Vergelijk: Uit
treksel uit de statuten tder Haarlemsche
Synode 1929, ten dienste vooral der bestu
ren van kerkelijke colleges, vereenigingen
enz-, verkrijgbaar bij de Drukkerij van het
St. Jacob's Godshuis t© Haarlem.
Men leze aldaar bldz. 43, 3a: Bij samen
werking van R.-K. sociale vereenigingen
met anarchistiche, socialistische, liberale en
zoogenaamde neutrale vereenigingen of
die daarmede zijn gelijk te stellen, zijn ge
combineerde ledenvergaderingen immei
uitgesloten en moet samenwerking beperkt
blijven tot gecombineerde vergaderingen
van besturen.
Uitgesloten zijn dus: gecombineerde
ledenvergaderingen van katholieke ver
eenigingen met welke andere vereenigin
gen dan ook.
Verder: Medewerking aan z.g. openbare
vergaderingen, toegankelijk ook voor met-
katholieken.
Deze voorschriften gelden eveneens voor
R.-K. sociale vereenigingen van landbou
wers en tuinbouwers.
BECTOR KOK,
Bonds adviseur.
BUITENLAND.
Een nieuwe veemmoord In Duitschland.
(2de blad).
Accoord in Lancashire na vier jaren on
derhandelen. (2de blad).
De Kulturkampf in Joego-SlavIS. (2de
blad).
BINNENLAND.
Bij de Tweede Kamer is Ingediend een
wetsontwerp tot opheffing van de onder
scheidingen handelsdaden en niet-handels-
daden, kooplieden en niet-kooplieden in do
handelswetgeving. (1st* blad).
Instelling van een Commissie tot onder
zoek inzake wettelijke maatregelen tot ver
korting van den arbeidsduur. (1ste blad).
Mislukte roofoverval te Dinxperlo. De
daders gearresteerd en herkend. (Gem. Ber.
3de blad).
Nog een arrestatie te Winschoten inzake
de vermiste 20.000. (Laatste Ber.)
Thans weer een diefstal uit een brand
kast op het station te Winschoten. (Laatst*
Ber.).
Nadere bijzonderheden over de heilig-
schennende kerk-inbraak te Leenhof. (Gem.
Ber. 3de blad).
DE OORZAKEN VAN HET BUITEN
GEWOON RUSTIGE WEER.
GROOTE STORINGEN MELDEN ZICH
NOG NIET AAN.
De weersgesteldheid heeft gedurende
den laalsben tijd buitengewoon woinig vor-
andering getoond. Dit ia niet alleen in on»
land het geval geweest maar ook in het
grootste gedeelte, waar al dien tijd een sta
biel gebied van hoogen druk Lag. De meest*
en grootste veranderingen kwamen voor
langs de Noordwestkust waar do eeno
diepe depressie op do andere volgde.
In de meeste jaren, en vooral in den win
ter, zijn het juist de depressies, welke lange
do West- en Noordwest-kunsten van Euro
pa trekken, die bij ons zeer veranderlijk,
regenachtig en stormachtig weer brengen.
Zjj zijn dan meestal veel grooter en reiken
met haar invloed dientengevolge tot diep
in het Vasteland en haar trekwegen lig
gen dan ook dichter bij. Het bijzondere van
den thans heerschenden algemeenen wccre-
toestand is dan ook, dat de depressies,
welke in het Noordwesten voorbij trekken,
veel kleiner zijn dan anders en dat haar
trekwegen op veel grooter afstand van
ons verwijderd blijven. De onmiddellijk*
oorzaak van deze omstandigheid moeten
wij zoeken in een algemeene verschuiving
van het geheele stelsel van luchtdrukver-
dccling naar het Noordwesten. Het onmid
dellijk gevolg hiervan is, dat het weer in
ons land buiten de eigenlijke invloeds-sfeer
der depressies blijft. Daarom valt hier geen
regen van eenige beteekenis. Het eenige,
dat wij hier van het voorbijtrekken van
depressies waarnemen, zijn de langzame
dalingen en stijgingen van don barometer.
Elke nieuwe daling beteekent, dat weer
een depressie ver in het Noordwesten
voorbij trekt.
Die algemeene verschuiving van de luchfc-
druk-veTdeeling naar het Noordwesten be
teekent ook een uitbreiding van het hier
boven genoemde gebied van hoogen druk
in dezelfde richting. Daarmede ging de
laatste dagen ook een daling van de tem
peratuur samen omdat in dat gebied van
hooge druk lichte vorst hecracht. Tegelijk
werd de bedding van den warmen Zuidwea-
telijken luchtstroom, die ons tevoren zulk
zacht weer heeft gebracht, naar het
Noordwesten verschoven en geraakte on»
land dus buiten dien luchtstroom.
Deze voor den tijd van het jaar ongewo
ne algemeene weerstoestand was den laat-
sten tijd zeer stabiel. Of hij die nog lang
zal blijven is niet met zekerheid te zeg
gen. Aan den eenen kant staat het wel vest,
dat aan een zoo sterke uitbreiding van het
gebied van hoogen druk naar het N.W.
een oorzaak ten grondslag moet liggen, die
niet snel verdwijnen kan, aan den anderen
kant is de nadering van weer een nieuwe
diepe depressie over den Oceaan een be
dreiging van den rustigen weerstoestand.
Daalt de barometer niet snel en veel, dan
behoeft geen sterke verstoring van net
rustige weer verwacht te worden en voor
zooverre dit op het oogenblik beoordeeld
kan worden is ook geen belangrijke veran
dering te wachten.