24ste Jaargang UUNDERDAG 29 DECEMBER 1932 No. 7392 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN VOORNAAMSTE NIEUWS- DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 oent per week f2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 oent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver krijgbaar tegen betaling van 50 oen per kwartaaL bij vooruit betaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 Dit nummer bestaat uit DRIE bladen. DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt bet dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES, van ten hoogst* 30 woorden, waarin ba trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. BINNENLAND EERSTE KAMER De Eerste Kamer heeft gisteren o.m. de volgende wetsontwerpen aangenomen: voorschriften betreifende beslag op roereu- de goederen enz., wijziging van de stortin gen in de sociale verzekcringsfondsen en wijziging in de Pensioenwet. Het noodwetje van minister Terpstra, waarbij o.m. den ongunsrtigen leerlingen- schaal wordt ingevoerd, gaf aanleiding tot bestrijding. De katholieke afgevaardigde De Jong meende echter, dat men den minister niet de middeien mag onthouden, om het on derwijs in stónd te houden; daarom wil hij aich met het ontwerp vereenigen, ook al heelt hij bezwaren op ondergeschikte pun ten. De heer IJsselmuiden (ii.K.) was ech ter minder toeschietelijk. Thans, zoo zeidc deze senator, zijn er reeds klassen met 52 leerlingen, ;a ze lis meer dan 60 leerlingen. Hij meent, dat de bezuiniging op het on derwijs met op déze wijze mag worden ge vonden. De debatten worden nog voortgezet. Maar de aanneming - van het wetsontwerp schijnt wei verzekerd. DE JEUGD EN DE WERKLOOSHEID. Schrijven aan de Gemeentebesturen. Aan de Gemeentebesturen is onderstaand schrijven gericht: In aans.uiting op het rondschrijven van Z.E. den Minister van Binneulandsche Za ken d.d. 18 November 1932 No. 2Ó810, Afd. W. 8., inzake de ontwikkeling van werk- loozen, zij het ons vergund U als Landelijke Commissie ter bestrijding van de gevolgen der Jeugdwerkloosheid, welke in bovenge meld rondschrijven werd genoemd, als zijn de de Commissie, waarmede het Departe ment van Binnenlandsche Zaken in zaken als deze samenwerkt, beleefd het volgende mede te deelen. Onze Commissie heeft gaarne de taak aanvaard om U desgewenscht van voor lichting te dienen bij het organiseeren van cursussen voor jeugdigen en is bereid, U aan de hand van de gegevens in de brochu re „Zorg voor Werklooze Jeugd'' te advi- seeren, inzake voorzieningen in Uw ge meente, welke uit den aard der zaak dienen aangepast te zijn aan de omstandigheden ter plaatse. Zij stelt er, zoo dit nog noodig mocht zijn, prijs op U, mede met het oog op het geen ongetwijfe.d door Uw College ten bate van de werkloozen zal worden gedaan, als haar ervaring kenbaar te maken, dat het dringend gewenscht is, de leeftijds grens naar boven voor jeugdigen te stellen op 24 en in het algemeen geen personen van den leeftijd van 24 jaar of daar bene den in te dee.en bij den ontwikkelingsar beid voor werklooze volwassenen. Het zij ons verder vergund U mede te deelen, dat het in het voornemen der Com missie ligt, in den loop van Januari een bijeenkomst te beleggen voor alle betrok kenen bij de leiding van den arbeid onder jongere werkloozen. teneinde, door met zorg uitgekozen sprekers, vanuit de prak tijk de problemen te kunnen belichten, die zich op dit terein voordoen. Zij hoopt zeer, daarbij een vertegenwoor diger van Uw Co.lege te kunnen ontmoe ten. Nadere gegevens omtrent deze bijeen komst zullen U nog tijdig worden geoznden. De Landelijke Commissie ter bestrij ding van de gevolgen der jeugdwerk- looshied. Prof. F. Frencken, (Kath. Jeugd Ver.), Voorzitter; Meyer de Vries. Hoofdinspec teur der Werkverschaffing; J. A. Berger, (Ned. Verb. v. Vakvereenigingen); J. Dooy- enwaard Azn., (Chr Werkgevers Centrale); H. A. M. van Hoffen (Verbond van Nederl. Wergevers); Ir. W. Maas Geesteranus, (Centraal Overleg in Arbeidszaken voor Werkgeversbonden); Mevr. Ir. M. C. van Reeuwijk-Maus (Inspectr. v. d. Arbeid); J. Schipper, (Chr. Nat. Vakverbond); A. J. A. van der Steen, (Alg. R. K. Werkge versvereniging); J. Veldman, (R. K Werk liedenverbond); W. van Vliet, (A'damsche Mij. voor Jongemannen); K. Vorrink, (Ar beiders Jeugd Centrale); Drs. H. L. F. J. Deelen. (Nederl. Jeugdl. Instituut), Secre taris Mej. W H. Harttoff, (Nederl. Jeugdl. Instituut), Adj. Secretaresse. - DE OORLOGSTIJD EN DE CRISISTIJD. HET GEORGANISEERD OVERLEG. Nu mr. J. Woltxnan, secretaris-generaal van het Departement van Defensie en voorzitter van de Centrale Commissie voor Georganiseerd overleg in ambtenarenza ken met 1 Januari a.s. 's Lands dienst gaat verlaten, heeft het Ned. Corr. Bur. den scheidenden hoofdambtenaar verzocht m een onderhoud eenige beschouwingen te geven en mededeelingen te doen over zija arbeid in 's Rijka dienst. Tri 1917 werd mr. Woltman aangezocnt en daarna benoomd tot Hoofd der Juridi sche af deeling van het Departement van Oorlog, als opvolger van Jhr. mr. de Jon ge, die tot Minister van Oorlog was be noemd. „Wij leefden toen", zoo vertelde de heer Woltman, „in mobilisatietijd en het aan tal voorschriften, dat het Departement verliet, was legio. Voor een strijdlustige natuur was het toen een genoegen om hoofd der Juridische afdeeling te zijn. Daar kwam nog bij, dat ik uitstekende me dewerkers had. Velen der beste juristen waren als reserve-officier op het Depar tement te werk gesteld. Ik zal u eenige namen noemen: mr. Wendelaar, de tegen woordige burgemeester van Alkmaar, mr- Nijpels, raadsheer in den Hoogen Raad, prof. van Asbeck, nu hoogleeraar te Bata via, prof. mr. Josephus Jitta en mr. Gose- ling, leider van de 1L K. 6 taats partij. Het was een waar genot met deze heeren sa men te werken en ik behoud er de prettig ste herinneringen aan. Mijn afdeeling was te beschouwen als de vrije afdeeling aan het Depaitement. Hoe dikwijls het Reglement voor den Departementalen Dienst (het z.g. „grijze boek") is overtreden, zou ik niet kunnen zeggen, maar het geschiedde herhaalde lijk. Hiertegenover stond echter een groote werklust, die natuurlijk aan de productivi teit ten goede kwam. Van „achterstand" was op mijn afdee ling nooit iets te bespeuren. De jongere ambtenaren, vol ambitie voor hun werk, veroorloofden zich meer vrij heden dan de ouderen en zij werden daar bij aangemoedigd door den minister van oorlog, omdat de resultaten van hun werk uitstekend waren. Ik zelf mocht in 1922 de hooge functie van secretaris-generaal aanvaarden, eerst bij het Departement van Oorlog, later bij het Departement van Defensie. „De hoog ste ambtenaar van liet Departement wordt de secretaris-generaal dikwijls ge noemd. Zoo moest het zijn, maar zoo is het niet altijd. De positie van den secre taris-generaal hangt geheel van hemzeif en van den minister af. Wettelijk is zijn positie niet geregeld; hij moet zich zelf de hoogste macht toeëigenen, daarbij ge steund door den minister. Nergens is vastgelegd dat de secretaris-generaal bo ven de afdeelingshoofden staat. Toch meen ik, dat alleen dan alle zaken op het Departement goed kunnen loopen, wanneer de secretaris-generaal zich boven de hoof den der afdeelingen plaatst en wordt ge handhaafd, omdat al het werk door zijn handen moet gaan, alvorens het den minis ter bereikt". Vervolgens kwam het gesprek op het georganiseerd overleg, uit welke commis sie mr. Woltman ook is getreden. Hij was van de centrale commissie als regeerings- vertegenwoordiger de voorzitter met de heeren ir. Dam me en Mastenbroek als zijn medeleden. „Ik was geroepen", zeide mr. Woltman, „om overleg te plegen namens de regee- ring met de vertegenwoordigers van uo verschillende organisaties. Daardoor heb ik kennis kunnen nemen van de verschil lende stroomingen, welke er onder de ambtenaren leven. Dit werk heeft mij met altijd bevrediging gegeven, omdat de re sultaten dikwijls te wenschen lieten. Of dit ooit beter zal worden, betwijfel ik. Het is te betreuren, dat de politiek steeds do richting der adviezen aangeeft. De organi saties beconcurreeren elkaar en de eene durft niet voor de andere; vrees voor ver- lieg van leden maakt objectieve behando- ling van zaken meestal niet mogelijk. Zoolang echter in ons land bij elke ver- eeniging politiek epidemisch en chronisch is, zal een betere toestand wel tot de vro me wenschen behooren. Al zijn de resulta ten die ik wenschte, niet altijd bereikt, toch was het mij een genoegen, de verga deringen te presideeren; bij groot verschil van gevoelen is de verstandhouding tus- schen de vertegenwoordigers der organisa ties en mijn persoon altijd een zeer aange name geweest". Tenslotte kwam het gesprek nog op de ervaringen van mr. Woltman als lid der „Commissie- W elter". „De heer Weiter heeft steeds het lands belang voor oogen gehad en met opoffe ring van persoonlijke belangen zijn beste krachben gegeven om Neerlands financiën te redden. Do tijd zal helaas leeren, dat de com missie-Weiter gelijk had en niet hare be strijders. Er zijn er nog te veel, die niet begrijpen, dat er nog veel meer bezuinigd moet worden. Het is voor mij onbegrijpe lijk, dat er nog leden van onze Volksver tegenwoordiging zijn, die niet weten, of al thans niet willen weten, dat er geen tak van ons volksbestaan is, die een credit op levert, waaruit volgt, dat elke uitgaaf ka pitaalsvernietiging is. De betere tijden zie ik niet: er is nog geen enkel lichtpunt te ontdekken. Moet het nog ongunstiger worden voordat alge- heele samenwerking wordt verkregen!" HANDELSDADEN EN NI ET HAN DE LSD ADEN. Opheffing van het onderscheid. Ingediend is een wet-sontwerp tot ophef fing van de onderscheiding tusschen han- deisdaden en met-handelsdaden en koop lieden en met-kooplieden. De minister van Justitie zet in de Me morie van Toelichting uiteen, dat de oude „daad van koophandel" niet langer kan dienen als basis van het specifieke handels recht. Wat typeert in de oogen van het tegen woordig geslacht de handelsdaad 1 Niet de inhoud der handeling, bepaaldelijk niet het feit, dat deze in een koop van waren be staat, maar de omstandigheid, dat zij ver richt wordt in de uitoefening van een be drijf. In haar kwaliteit van bedrijisraad ligt de rechtvaardiging van haar bijzondere behandeling. Overeenkomstige opmerkingen vallen met betrekking tot den koopman en de handelszaak te maliën. Niet het verrich ten van bepaalde daden, maar het ver richten van onverschillig welke daden bij wege van bedrijf schenkt den handelenden petsoon de kwaliteit van koopman (in rui meren zin). En in zoover de handelszaak aan een eigen regime behoort onderwor pen te blijven, vindt die afwijking van het gemeene recht haar verklaring weer niet in den inhoud der handeling koop van waren of daarmee gelijk gesteld feit waaruit de schuld is voortgesproten, maar in de eigenschap van bedrijfsdaad die aan de verbintenisscheppende handeling toe komt. Als handelsdaad in den zin van het ont werp zal dus voortaan gelden de bedrijfs- handeling, als koopman, de persoon die een bedrijf uitoefent; als handelszaak de ver bintenis, die uit een bedrijfshandoling wordt geboren. Het beperkte kernbegrip: koop van wa ren met zijn satellieten verdwijnt dus om plaats te maken voor het ééne algemeene I begrip: bedrijf. Dat zal voortaan de toe- j passelijkheid van het specifieke handcls- recht bepalen. Daarmee verkrijgt dit recht I een geheel ander karakter. Van een be- perkt handelsrecht wordt het een algemeen bedrijfsrecht en soms zelfs, waar bedrijf en I beroep op een lijn worden gesteld, tevens I een algemeen beroepsrecht. Deze vcrando- ring beteekent een aanmerkelijke vereen- voudiging van onze wetgeving. Het ontwerp doet niets anders dan de laatste consequenties van een in vollen gang zijnde beweging erkennen, als het J ieder, hetzij natuurlijk of rechtspersoon, die een bedrijf exploiteert, en iedere bedrijls- j handeling en iedere bedrijfsverbintenis aan ht specifieke handelsrecht onderwerpt. Het ontwerp berust op een voorstel van de Staatscommissie-Limburg. DE BRUG BIJ NIJMEGEN. Gunning van de vier pijlers en de opbouwen der landhoofden. Het maken van vier pijlers en de opbou wen van de landhoofden met bijkomende werken voor de brug over de Waal bij Nij megen, is gegund aan de N.V. J. P. Broek hoven en Zoon te Nijmegen voor l.t OPCENTENWET THANS AFGEKONDIGD. Gisteren is afgekondigd de wet van 24 December tot tijdelijke heffing van opcen ten op sommige invoerrechten en op de accijnzen op bier en suiker, alsmede her ziening van het tarief. De tekst is afge drukt in Staatsblad 634. R.-K. Leergangen. Aan het Conservatorium der R.-K. Leer gangen te Tilburg slaagden voor het exa men Piano L.O. Ie gedeelte: Zr. Aloysia j te Vught; Zr. Antonine te Amsterdam; Zr. Emmanuel te Schijndelmej. Tilly de Vis- scher te Tilburg en de heer F. Paymans te i Tilburg. R. K. MIDDENSTANDSBOND. Hoofdbestuursvegadering. Op de dezer dagen onder leiding van den tweeden bondsvoorzitter, den heer E. J. M. Stumpel te Hoorn, in het Centraal Hanzebureau te 's-Gravenhage gehöudbn vergadering van het bestuur van den R.K. Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem werd als lid van het Hoofdbestuur als opvolger van den heer G. Dekker te Am sterdam geinstalleerd de heer H. G. Ruhe, penningmeester der R.-K. Midden standsvoreeniging te Amsterdam. Met volledige instemming werd kennis genomen van het door het hoofdbcstuui van den Ned. R.-K. Middenstandsbond vastgestelde reglement op Studiokernen in R.-K. Middenstandsvereenigingen. Besloten werd er voor te waken, dat ook in het Haarlemsche diocees de gestie van Studiekernen zoowel naar den letter als naar den geest wordt geleid binnen het ka der, dat in dit reglement is gesteld. Van Bondswege zal actie worden ge voerd om te komen tot verdere verbreiding in d© afdeelingen van den Bond van het instituut der Commissies van Bijstand initiatief van den Geestelijken Adviseur van den Bond den zeereerw. heer Recto: J. F. A. Mots welk instituut reeds in meerdere plaatsen, vooral in Am^rdam, onder den katholieken middenstanu zulk zegenrijk werk verricht. Besproken werden de te treffen uitvoe ringsmaatregelen in verband met de ver der gaande invoering van het wederzijds verplicht lidmaatschap in de R.-K. Midden standsorganisatie. De enquête door den bond ingesteld naai den noodtoestand van den middenstand in West-Friesland heeft er toe geleid, dat door den Ned. R.-K. Middenstandsbond bij de Regeering stappen zijn gedaan om te komen tot een regeling, waarbij voor ge zonde middenstandsbedrijven, die door do crisis in moeilijkheden zijn gekomen, cro- diethulp wordt mogelijk gemaakt evenals zulks in den mobilisatietijd het geval is geweest. Het hoofdbestuur sprak het vertrouwen uit, dat aan de totstandbrenging van een dergelijke regeling met voortvarendheid zal worden gewerkt. Ten slotte kwam aan»de orde het rap port uitgobracht door do door de gemeen te Amsterdam ingestelde ,.mclkcommissie", waarvan het meerderheidsstandpunt strekt tot instelling van een monopolistisch „ge mengd" melkbedrijf. Geconstateerd werd, dat thans een posi tieve en bevredigende oplossing van het nog immer hangende Amsterdamsche melk- vraagstuk zal moeten worden gevonden. Geconstateerd werd echter tevens, dat het monopolistisch gemengd melkbedrijf, dat thans door de meerderheid der ge- neomde commissie wordt voorgeteld, in wezen in hoofdzaak volkomen overeen stemt met het gemeentelijk melkbedrijf, dat destijds door de organisaties krachtig is bestreden, zoodat het voorstel van de meerderheid der Commissie thans evenmin kan worden aanvaard. Besproken werden de richtlijnen der te voeren actie om te geraken tot een posi tieve doch tevens maar juiste oplossing van het Amsterdamsche melk vraagstuk, waarvoor in de minderheidsnota van het rapport do bouwstoffen zijn te vinden. BISSCHOPPELIJKE VOORSCHRIFTEN Betreffende het houden van Gecombineerde ledenvergaderingen van R -K. Sociale Vereeniqingen met andere organisaties. Naar aanleiding van een gehouden ge combineerde ledenvergadering van de L. T. B.-afdeeling te Amsterdam met niet- Katholieken, meen ik nogmaals hierbij in herinnering te moeten brengen bij geeste lijke adviseurs en bestuurders van onze R.-K. L. T. B.-afdeelingen, dat een derge lijke vergadering in strijd is met de bis schoppelijke voorschriften. Vergelijk: Uit treksel uit de statuten tder Haarlemsche Synode 1929, ten dienste vooral der bestu ren van kerkelijke colleges, vereenigingen enz-, verkrijgbaar bij de Drukkerij van het St. Jacob's Godshuis t© Haarlem. Men leze aldaar bldz. 43, 3a: Bij samen werking van R.-K. sociale vereenigingen met anarchistiche, socialistische, liberale en zoogenaamde neutrale vereenigingen of die daarmede zijn gelijk te stellen, zijn ge combineerde ledenvergaderingen immei uitgesloten en moet samenwerking beperkt blijven tot gecombineerde vergaderingen van besturen. Uitgesloten zijn dus: gecombineerde ledenvergaderingen van katholieke ver eenigingen met welke andere vereenigin gen dan ook. Verder: Medewerking aan z.g. openbare vergaderingen, toegankelijk ook voor met- katholieken. Deze voorschriften gelden eveneens voor R.-K. sociale vereenigingen van landbou wers en tuinbouwers. BECTOR KOK, Bonds adviseur. BUITENLAND. Een nieuwe veemmoord In Duitschland. (2de blad). Accoord in Lancashire na vier jaren on derhandelen. (2de blad). De Kulturkampf in Joego-SlavIS. (2de blad). BINNENLAND. Bij de Tweede Kamer is Ingediend een wetsontwerp tot opheffing van de onder scheidingen handelsdaden en niet-handels- daden, kooplieden en niet-kooplieden in do handelswetgeving. (1st* blad). Instelling van een Commissie tot onder zoek inzake wettelijke maatregelen tot ver korting van den arbeidsduur. (1ste blad). Mislukte roofoverval te Dinxperlo. De daders gearresteerd en herkend. (Gem. Ber. 3de blad). Nog een arrestatie te Winschoten inzake de vermiste 20.000. (Laatste Ber.) Thans weer een diefstal uit een brand kast op het station te Winschoten. (Laatst* Ber.). Nadere bijzonderheden over de heilig- schennende kerk-inbraak te Leenhof. (Gem. Ber. 3de blad). DE OORZAKEN VAN HET BUITEN GEWOON RUSTIGE WEER. GROOTE STORINGEN MELDEN ZICH NOG NIET AAN. De weersgesteldheid heeft gedurende den laalsben tijd buitengewoon woinig vor- andering getoond. Dit ia niet alleen in on» land het geval geweest maar ook in het grootste gedeelte, waar al dien tijd een sta biel gebied van hoogen druk Lag. De meest* en grootste veranderingen kwamen voor langs de Noordwestkust waar do eeno diepe depressie op do andere volgde. In de meeste jaren, en vooral in den win ter, zijn het juist de depressies, welke lange do West- en Noordwest-kunsten van Euro pa trekken, die bij ons zeer veranderlijk, regenachtig en stormachtig weer brengen. Zjj zijn dan meestal veel grooter en reiken met haar invloed dientengevolge tot diep in het Vasteland en haar trekwegen lig gen dan ook dichter bij. Het bijzondere van den thans heerschenden algemeenen wccre- toestand is dan ook, dat de depressies, welke in het Noordwesten voorbij trekken, veel kleiner zijn dan anders en dat haar trekwegen op veel grooter afstand van ons verwijderd blijven. De onmiddellijk* oorzaak van deze omstandigheid moeten wij zoeken in een algemeene verschuiving van het geheele stelsel van luchtdrukver- dccling naar het Noordwesten. Het onmid dellijk gevolg hiervan is, dat het weer in ons land buiten de eigenlijke invloeds-sfeer der depressies blijft. Daarom valt hier geen regen van eenige beteekenis. Het eenige, dat wij hier van het voorbijtrekken van depressies waarnemen, zijn de langzame dalingen en stijgingen van don barometer. Elke nieuwe daling beteekent, dat weer een depressie ver in het Noordwesten voorbij trekt. Die algemeene verschuiving van de luchfc- druk-veTdeeling naar het Noordwesten be teekent ook een uitbreiding van het hier boven genoemde gebied van hoogen druk in dezelfde richting. Daarmede ging de laatste dagen ook een daling van de tem peratuur samen omdat in dat gebied van hooge druk lichte vorst hecracht. Tegelijk werd de bedding van den warmen Zuidwea- telijken luchtstroom, die ons tevoren zulk zacht weer heeft gebracht, naar het Noordwesten verschoven en geraakte on» land dus buiten dien luchtstroom. Deze voor den tijd van het jaar ongewo ne algemeene weerstoestand was den laat- sten tijd zeer stabiel. Of hij die nog lang zal blijven is niet met zekerheid te zeg gen. Aan den eenen kant staat het wel vest, dat aan een zoo sterke uitbreiding van het gebied van hoogen druk naar het N.W. een oorzaak ten grondslag moet liggen, die niet snel verdwijnen kan, aan den anderen kant is de nadering van weer een nieuwe diepe depressie over den Oceaan een be dreiging van den rustigen weerstoestand. Daalt de barometer niet snel en veel, dan behoeft geen sterke verstoring van net rustige weer verwacht te worden en voor zooverre dit op het oogenblik beoordeeld kan worden is ook geen belangrijke veran dering te wachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1