24ste Jaargang DINSDAG 6 DECEMBER 1932 No. 7373 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN DE UITVOERING DER PSYCHOPATHENWETTEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week Bij onze Agenten 20 cent per week Franco per post Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor krijgbaar tegen betaling van 50 een vooruitbetaling. Afzonderlijke Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent. f 2.50 per kwartaal f 2.60 per kwartaal f2.95 per kwartaal de Abonné's ver per kwartaal, bij nummers 5 oent, met TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeehngen wordt het dubbele van het tarief berokend. TELEFOONTJES, van ten hoogste 30 woorden, waarin be trekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop f 0.50. Dit nummer bestaat uit drie bladen MGR. DR. A. H. L. HENSEN t „Wij danken u voor hetgeen gij ons ge doceerd hebt, en voor de wijze waarop gij one geleerd hebt de Kerkelijke Geschiede nis, zoowel lichte als donkere bladzijden, «teeds zóó doceerende, dat onze liefde U)t de Moederkerk immer grooter werd". Aldus Z. H. Exc. Mgr. Aengenent bij de huldiging van mgr. dr. Hensen op diens 50-jarig priesterfeest, 18 Aug. 1929. Deze dank, door den Bisschop toén ge bracht aan hem, die niet alleen zijn oud collega maar ook zijn oud-leermeester was, moge nu op het voorbeeld vna den Bis schop, die zeil de -Requiem-Mis pontificaal tal celebreeren zich uiten in het gebed van de honderden die rechtstreeks of zijde lings door de wetenschappelijke voorlich tingen leiding van dezen priester-geleerde hebben leeren bezien en hebben leeren kennen de geschiedenis der Kerk, „zoowel lichte als donkere bladzijden" waarbij de volledige en onopgesmukte waarheid inderdaad de liefde tot de Moederkerk heeft verdiept. Mgr. Hensen was een geheel bijzondere persoonlijkheid die men niet mocht be- oordeelen naar een of andere naar voren springende hebbelijkheid of biutennissig- heid, maar die men kennen moest gehéél, naar aard en karakter, en die men dan ook waardeerde èn als mensch èn als geleerde en docent èn als priester. In een „in memoriam" in de „Maasbo de" wordt over den gestorven hoogleeraar ojn. het volgende zeer juist typeeerend opgemerkt: „Eerlijk gezegd, was hij in zijn uiterlijk eenvoudig tot op het slordige af. Maar dat hing samen met zijn echt kinderlijk karak ter en daarom kon men hem moeilijk iets verwijten. Want hij was een kind gebleven, spontaan, fri9oh, hartelijk, rechtuit en diep vroom. Wat daarbij opviel voor den nauw- keurigen waarnemer, was de distinctie, wel ke hem als aangeboren scheen, het gemak, waarmee hij zich bewoog, de oplettendheid, welke hij toonde in klein gezelschap". De „Tijd" schrijft als volgt: „Eerst een later geslacht zal voldoende beseffen, wat wijlen mgr. dr. Hensen betee- kende voor onze katholiek-nationale histo rie. Want deze oud-pxofessor van Warmond, geschiedschrijver van katholiek Rotterdam, publicist in „De Bijdragen van het Bisdom Haarlem", monografist en chroniqueur met een merkwaardigen staat van dienst en een gevulde bagage uit alle eeuwen, deze oud directeur van het N ed er Lands ch Historisch Instituut te Rome, was in zijn omzwervin gen in den vreemde en in de buitenland- sche geleerde genootschappen, waar hij het beste van onze natie vertegenwoordigde, steeds ten allen tijde een ras-echte Neder lander gebleven. Hij had geboord in de „Romeinsche Bronnen voor de Nederland- sche Geschiedenis", hij groef in de Geschie denis der Abdij van Egmond naar de oud ste grondslagen van ons Nederlandsch be schavingsleven en waar hij ook in de La- tijnsche en Germaansche landen het verie- den speurde, als door een aangeboren in stinct ontdekte hij overal de vaderlandsche oudheden en de overblijfselen van de na- tionale cultuur en die zijn fijne en diepe kennis der oude eeuwen altijd zoo aan schouwelijk tot hun katholieken oorsprong herleidde. Ook degenen, die met de pro- testantsche natie meer dwepen dan haar bewijzen, werden in zijn boeken tot naden ken gebracht over het verrassend katho lieke akkerland, waarop onze natie bloeit, als zij met dezen historicus meewandelen naar de kerkelijke schatkameren van Em merik en Trier, de Nationale Bibliotheek te Parijs, de abdij te Echternach en waar hij in binnen- en buitenland de teekenen van het katholiek-nationale leven beschreef in Nova et Vetera. Dit beschrijven geschiedde met een pen even menscheiijk als Nederlandsch. Waut mgr. dr. Hensen was te natuurlijk om een droge apologeet van professie te zijn. En zijn waarnemingen van het natuurlijke als van het bovennatuurlijke gingen hem even gemakkelijk af. Zonder te preeken sprak hij als een allerbeschaafdst man, maar met den klank van de eeuwige dingen in de priesterlijke stem". Wij geven hier nog een uit-gebreiden le vensschets van den overledene. Mgr. dr. Antonius Hubertus Leonardos Hensen werd 30 Mei 1854 te Rotterdam ge boren. Hij werd priester gewijd op 17 Augustus 1879. Op 22 September van dit zelfde jaar werd hij benoemd tot assistent te Volendam. Na vervolgens te Aarlander- veen en te Amsterdam onder de Josephge- zellen de zielzorg te hebben uitgeoefend, verkreeg hij op 24 September 1881 eervol ontslag, om naar Rome te vertrekken, ter voltooiing zijner studies. In 1883 promo veerde hij daar tot doctor in de theologie. Daarop keerde hij naar het vaderland te rug en werd achtereenvolgens benoemd tot assistent te Maassluis op 17 September 1884 en tot kapelaan te 's-Gravenhage (H. Jacobus) op 30 November 1884. Op 26 Octo ber 1886 volgde zijn benoeming tot profes sor aan het groot-seminarie te Warmond. In den zomer van 1915 vertrok mgr. Hen sen, na zijn benoeming tot directeur van het Historisch lnstiuut te Rome, als opvol ger van mgr. dr. G. Brom naar de Eeuwige Stad, waar hij tot 1 Januari 192-1, toen hij eervol ontslag nam als directeur van het Instituut, verbleef. 1 Juli van ditzelfde jaar vestigde mgr. Hensen zich te 's-Gravenhage. Hooge kerkelijke en wereldlijke onder scheidingen zijn den overledene geschon ken. In 1911 werd hij, bij gelegenheid van zijn 25-jarig professoraat benoemd tot Ge heim Kamerheer van Z. H. den Paus, ter wijl hij ook bij deze gelegenheid werd be noemd tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. 19 Mei 1916 volgde de benoeming tot Huisprelaat van Z. H., terwijl hem in 1923 de hooge onderscheiding van protono- tarius apostolicus a.Lp. ten deel viel. Z. H. Paus Pius XI stelde groote belang stelling in den historischen arbeid van mgr. Hensen, en vereerde hem bij zijn afscheids- audiëntie met een gouden ring met ame- thyst-steen en een afsohrift van een brief van Paus Johannes VIII aan den Bisschop van Keulen. Onder de vele publicaties van mgr. Hen sen dienen genoemd: Romeinsche bronnen voor den Kerkelijken staatkundigen toe stand der Nederlanden in de 16e eeuw; de nieuwe bisdommen in de Noordelijke Ne derlanden 15591561. (Tekst bij Beekmans Geschiedkundige atlas van Nederalnd); De eerste twee bisschoppen van Haarlem in de zestiende eeuw; de abdij van Egmond (in medewerking met J. Stuyt en Th. v. d. Bosch) Nova et vetera, schetsen uit den vreemde; in den Hollandschen tuin. Ver der artikelen in „Bijdragen tot de Geschie denis van het bisdom Haarlem" en „De Ka tholiek". Zooals gemeld zal Vrijdagmorgen in de kerk aan den Bezuidenhoutechen weg de pontificale Requiem-Mis worden opgedra gen door den Bisschop van Haarlem na de Lauden, die om negen uur aanvangen. De begrafenis zal daarna plaats hebben op „Crooswijk" te Rotterdam. PROF. DR. SPRONCK t Zooals medegedeeld is te Zeist overle den de oud-hoogleeraar aan de Rijksuni versiteit te Utrecht prof. dr. Spronck. In dezen Katholieken geleerde heeft de medische wetenschap een voortreffelijk be oefenaar verioren prof. Spronck was een seroloog en bacterioloog, die zich in weten schappelijke kringen in en ver buiten ons vaderland een groote reputatie had ver worven. Prol. Spronck werd op 18 Februari 1858 te Beek in Limburg geboren, alwaar hij de lagere school bezocht. Nadat hij het Maas- trichtsche gymnasium afgeloopen had, werd hij student in Amsterdam in 1886 promoveerde hij op het proefschrift: „Over ischaemie van het ruggemerg'" tot doctor in de geneeskunde. In 1888 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de algemeene pathologie aan de Utrechtsche universiteit, nadat hij aldaar reeds eenigen tijd als lector werk zaam was geweest. In 1919 werd hij op zijn verzoek onthe ven uit zijn hoogleeraarsambt in de patho logische anatomie en werd voor hem een leerstoel in de serologie opgericht. Tevens werd hij toen directeur van 's Rijks Sero- logisch Instituut. In 1923 nam hij ontslag uit beide betrek kingen en richtte op zijn buitenplaats Schaerweyde te Zeist een bacterio-thera- peutisch laboratorium in, waar hij zijn se- rologischen arbeid voortzette, voornamelijk gewijd aan de studie der tuberculose. Woensdag a-s wordt, zooals gemeld, prof. Spronck in zijn geboorteplaats begraven. Mej. Hamburger, arts, wijdt in de „Tijd" een artikel aan de wetenschappelijke ver diensten van dezen geleerde. Wij ontlee- daaraan „Jaren lang heeft prof. Spronck geëx perimenteerd om een vaccin te bereiden, waarmede het mogelijk zou zijn mensch en dier te immuniseeren tegen tuberculose. Deze entstof zou 't werklijke tuberculose- vergïf moeten bevatten, maar het moest, in tegenstelling tot tuberculine, onschade lijk zijn. Het resultaat van deze onderzoe kingen is geweest, dat het gelukt is een tu berkelbacil zóó te veranderen, dat hij zijn schadelijke werking voor den mensch en het, voor tuberculose nog gevoeliger mar motje, ook in levenden toestand verliest en daardoor geschikt wordt voor de berei ding van een vaccin, dat zekerheidhalve slechts in gedooden toestand wordt toege diend, Bij verschillende tuberculeuze aan doeningen blijkt dit vaccin gunstig te wer ken, zooals te Hamburg in het Marien Krankenhaus door prof, Allard is aange toond." In de „Utrechtsche Courant" schrijft prof. dr. R. Joselin de Jong een zeer waar deerend in memoriam, waarin hij o.m. „Geheel onverwacht, na een zeer kort lijden, overleed Zaterdagmiddag, te Zeist, de oud-hoogleeraar der Utrechtsche Uni versiteit, professor Spronck. Tallooze in ons land zal deze tijding smartelijk treffenbij zijn vele oud-leerlin gen zal het de herinnering wakker roe pen aan hun voortreffelijken leermeester; honderden artsen in ons land zullen met dankbaarheid herdenken welk een steun de arbeid van dezen man voor hen geweest is in hun strijd tegen diphtherie en andere in fectieziekten; bij allen, die hem gekend hebben, zal weer zijn vriendelijke, inne mende persoonlijkheid bij dit berioht voor den geest komen." „Een werkzaam, aan de lijdende mensch- heid dienstbaar gemaakt-, vruchtbaar leven is met het heengaan van Spronck geëin digd. Eerbetoon zocht hij niet nóch bij de herdenking van zijn 25-jarig, nóch later bij die van zijn 30-jarig professoraat- wilde hij zich aan eenige officieele of officieuso plechtigheid onderwerpen." DE OPHEFFING VAN HET ASYL TE LEIDEN NOODLOTTIG TE ACHTEN. Selectie is noodzakelijk. Wat beoogden de Psychopathenwet- ten? Het is wellicht noodig vooraf deze vraag te stellen en te beantwoorden, als wij de bezuinigingsplannen van den Mi nister van Justitie, in zoover deze de Psy ch opa thena sy ls raken, aan een gedo cumenteerde bespreking onderwerpen. Het antwoord hierop kan kort en klaar zijn: Het doel der Psychopatihen- wetten was en moet blijven: heropvoe ding. Heropvoeding n.l. van menschen, die in mindere of meerdere mate ongeschikt bleken voor het leven in de maatschap pij, welke maatschappelijke on geschiktheid zijn oorzaak vond in een crimineel-psychische afwijking waardoor dus daden werden gesteld, indrui-sohend tegen de maat schappelijke orde en de wetten, die deze orde bepalen. Wij stelden en beantwoordden deze vraag nadrukkelijk, omdat er nog al te veel menschen zijn, die de draagwijdte der Psychopathenasyls niet begrijpend minachtend de schouders ophalen, indien er over deze asyls gesproken wordt. Men schen laten wij duidelijk zijn die elkaar vertellen, dat er „weer" een psy- ohopaath ontvlucht is en die niet begrij pen, dat de vrij'heid van den psycho- paath, waardoor hij zidh vrijelijk bewe gen kan, een belangrijk onderdeel is van deze heropvoeding, omdat dit een der gedurende langen tijd te nemen proeven is, die moet aantoonen, of de genezende psyöhopaath in de samenleving, in de maatschappelijke orde kan terugkeeren. Wij stellen dit voorop voor de juiste waardeering onzer lezers. Deze psychopathenzorg, welke de op richting van asyls noodzakelijk maakte, is betrekkelijk nieuw. Slechts enkele ja ren eerst zijn de wijzigingen in het Wet boek van Strafrecht, die speciaal met het oog op deze psychopathenzorg wer den aangebracht, in werking. En veel litteratuur bestaat er over dit onderwerp dan ook nog niet. De eenige hierover verschenen belangrijke litteratuur werd gepubliceerd in het Nederlandsch Juris tenblad van 5 en 12 November 1932 en in De Gids. 95e jaargang 1932, pag. 350 e.v. Deze litteratuur was van de hand van den bekenden psychiater dr. D. Wiersma, die als tweede geneesheer aan het Leidsche asyl verbonden is. Tn deze artikelen heeft dr. Wiersma, behalve op tal van technische vraagstuk ken over hen, die als psychopaath ter beschikking der Regeering werden ge steld, tevens er op gewezen, dat de psy ohopathenzorg nog niet naar vaste lijnen gaat. Vier jaren werkt nu intussohen deze psychopathenzorg. De regeering is daar mede te Leiden be-gonnep, meenend, dat het oude Pesthuis wel geschikt zou zijn om voor jaren de psychopathen te her bergen. j Het is begrijpelijk, dat liet moeilijk was, het aantal nsychopathen van te I voren vast te stelen, en het bleek dan ook al spoedig, dat er plaatsgebrek was, niettegenstaande er twee psychopathen asyls, n.l. te Rekken en te Heilo bij- j kwamen, die ieder 40 patiënten opna men, niettegenstaande ook het feit, dat er een tijdelijk asyl werd ingericht in het Rijkskrankzinnigengesticht te Eind hoven, dat bovendien al heel spoedig door een tweede payiljoen werd gevolgd. Alles bijeen is de bevolking van de asyls te Leiden en Eindhoven te samen op dit oogenblik ruim 180 menschen, ter wijl er 80 zijn in departiculiere asyls. Te samen dus 260 man. De toename na a-fvloeiing bedraagt per jaar ongeveer veertig patiënten. Aldus is de oogenblikkelijke toestand. In dezen nog lang niet idealen toe stand dreigt u, dank zij de bezuiniging, een verandering te komen ten slechte. Want de behandeling der Justitiebe grooting voor het jaar 1933 heeft tevens de beslissing gebracht over de opheffing van het Rijksasyl voor Psychopathen te Leiden. De minister is op het terrein van de psychopathenzorg er toe over gegaan een sprong in het duister te doen en dank zij zijn adviseurs een maatregel t-e nemen, die 's lands schatkist nutte loos zwaar zal belasten. Dat dit. laatste niet boud een bewering is, zullen wij aan het eind van ons betoog met eenige cijfers aantoonen. De zaak staat nu ald-us, dat Eindho ven uiterlijk 1 Mei opgeheven moet zijn, daar het onmogelijk bleek nog langer crimineele psychopathen bij krankzinni gen te houden, zulks in verband met de verschillende karaktereigenschappen en zeer ten nadeele der krankzinnigen. De particuliere asyls zullen voorloopig niet uitbreiden en het Leidsche Psychopa ten asyl zal naar Avereest worden over gebracht. Dit besluit, het Leidsch Psychopathen- asyl naar Avereest over te brengen, wil len wij nader beschouwen en wel voor eerst in zijn moreele en vervolgens in zijn financieele gevolgen. WeYce zijn nu de tot op heden te Lei den bereikte resultaten? Tot op heden zijn er, volgens de cijfers gegeven in het Nederlandsch Juristen blad, uit het asyl te Leiden 64 patiën ten ontslagen. Hiervan zijn de verhoudingen onder ling als volgt: Totaal Reclassecring gel.n.gel.twijf.onbek. Gezinsverpleging 10 4 5 0 1 Yoorw. ontslag 44 18 13 9 4 Onvoorw. ontslag 3 0 2 0 1 Ter beschikking stelling niet verlengd 7 110 5 64 23 21 9 11 Deze cijfers gelden vanaf den datum van oprichting tot September van- cfcitl jaar en loepen dus over ongeveer vier ja ren. Maar deze resultaten zouden veel grooter zijn geweest, indien er een be hoorlijke inrichting voor selectie ware ge weest en men de patiënten behoorlijk uit elkaar had kunnen houden. Er zijn onder de menschen, die thans de psychopathenasyls bevolken een aan tal, dat waarschijnlijk nimmer meer in vrij'heid kan worden gesteld. Het is hier de plaats niet om hierover in bij zonderheden te treden, maar de toestan den te Avereest worden nu zoo, dat deze groep van psychopathen, de levenslan gen, dagelijks met de anderen in aan raking komen. Maar ook deze anderen zijn weer in twee categorieën te verdeelen en wel: zieken, die nog steeds niet aan de be tere hand zijn en zieken, die het geluk hebben dit wel te zijn. In aanmerking nemende de bijzondere geestesgesteldheid en de zeer eigenaar dige karaktereigenschappen der psycho- VOORNAAMSTE NIEUWS. BUITENLAND. Een nieuw plan ter Ontwapeningsconfe rentie. Ret bereikte vastleggen en de rest uitstellen tot 1936. (2e blad). De houding der Duitsche partijen tegen over het kabinet-von Schleicher. (2o blad). Het drankverbod in Amerika nog niet in getrokken. (2e blad). BINNENLAND. Luxe auto op onbewaakten overweg bij Schagen gegrepen. Eén zwaar, twee lichtgewonden. (Gem. Ber. 3de blad en Laatste Ber.). Inbraken te Zwanenburg in de Haarlem mermeer. (Gem. Ber., 3de blad). Een jongen van 17 jaar bij het smokkelen doodgeschoten. (Laatste Ber.). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De Zesdaagsche te Keulen. (3de blad en lste blad). Wat de pers zegt over den wedstrijd DuitschlandNederland. (3de blad). pathen is het niet alleen onduldbaar do eerste groep de levenslangen met de anderen in contact te brengen, maar even gevaarlijk en demoraliseerend is het, als zieken en herstellenden dagelijks met elkander in verbinding staan. De heropvoeding toch, d.i. het heraanbren- gen der maatschappelijke noodzakelijk heden om als behoorlijk burger ten nutte der maatschappij tc kunnen leven en welke niet te onderschatten is, loopt hierdoor dikwijls groot gevaar. Trouwens er zouden nog wel andere motieven zijn aan te voeren, waarom zulks ook zelfs voor do nog niet hor stellenden een groot gevaar vormt. Wil men iets met de psychopathen be reiken en daarvoor zijn de psychopa- thenwetten toch in werking gesteld dan zal men noodzakelijk tot selectie moeten overgaan. Wat wil de minister nu met zijn wij ziging van de Psychopathenwetten? Er worden volgens hem te veel menschen ter beschikking gesteld. Hij wil nu den socialen werker naast den psychiater doen plaats nemen en daardoor mis schien al heeft hij dit niet met even veel woorden gezegd meer voorwaar delijke veroordeelingen, althans geen op name in de asyls bevorderen. Deze be wering lijkt ons in verband met de mi- nisterieele besluiten niet te boud. Maar wil dit met vrucht kunnen ge schieden, dan is er een concentratie noodzakelijk van hen, die aan een ge neeskundig onderzoek onderworpen wor den. Deze onderzoeken geschieden thans bij een groot gebrek aan hulpmdidelen. Vooreerst zijn de huizen van bewaring daarvoor niet de aangewezen plaatsen. In de afzondering, die de menschen daar ondergaan, worden zij gedemoraliseerd en dat juist geeft zooveel moeilijkheden bij een psychiatrisch onderzoek. Deze concentratie nu zou te Leiden kunnen geschieden. Het voornaamste is echter, dat. er geen selectiehuis noodig is. Dr. Barnhoorn, geneesheer-directeur van het St. Paulusgesticht te Heiloo verklaarde bij een bezoek aan cursisten, dat er z.i. geen enkele verpleegde in zijn inrichting aanwezig was, die daar niet thuis hoorde. En verder verklaarde hij: „Het was in do eerste plaats ge- wenscht, dat de nieuw inkomenden niet onmiddellijk kwamen in het milieu van degenen, die er al langen tijd zijn. Een selectie dus in dien zin, maar er moet toch ook een selectie in anderen zin kunnen plaats vinden. De zwaardere gevallen, die in een ineer versterkte af- deeling behooren, zullen toch afzonderlijk moeten zijn. Deze uitlating van Dr. Barnhoorn werd door het sociaal-democratisch Kamerlid, Ds. van der Heide, bij de behandeling van de justitiebegrooting aangehaald en hij voegde er aan toe: „Zou de minis ter willen vertellen of bij de inrichting van Avereest behoorlijk rekening wordt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 1