ZATERDAG 3 DECEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 INTERPAROCHIEELE WILSKRACHT. In het leven kom je voor allerlei moeilijk heden te staan. Daar zijn er bij, die je gauw kunt doorwerken of waar je over heen kunt komen, maar ook zijn ei moeilijkheden, die, om overwonnen te worden, inspanning eischen. Zoo b.v. onze jonge katholieke werkloo- zen. De dage ijksche verveling van het nietsdoen, gevoegd bij de gedachte te veel te zijn in de maatschappij, moet op onze jongeren wel verderfelijk werken. Zij vooral hebben in onze dagen een zwaren dobber en voor hen is-de arbeid een weelde-artikel geworden, waaraan zij niet mogen raken. Voor hen vooral geldt het zich zei ven te voorzien van de noodige wilskracht, om de moeilijkheden te weerstaan en de vertwij feling te overwinnen. Immers, wij gelooven, hopen en bemin nen nog. En aldus, wij gelooven dat deze tijd een beproeving is van God. waardoor Hij con- 6tateeren kan of ons geloot wel hecht en sterk is. Wij hopen op een beteren tijd, waarin de sociale rechtvaardigheid de echeeve verhoudingen van deze maatschap pij zal recht maken En bovendien, wij kunnen nog beminnen, en het is de liefde, die onze maatschappij kan doen zijn een oord van vrede en welvaart. St. Pauius zei immers al: „Hebt de liefde, die de band der volmaaktheid is. Als ik de liefde niet heb, ben ik niets". Maar, om een nieuwe maatschappij te krijgen, moeten we van onderaf beginnen. Dat zegt zoo duidelijk onze Paus in Qua- dragesimo Anno, als hij tenslotte zegt, dat de maatschappelijke orde pas kan komen, als we eerste betere menschen krijgen, menschen van inwendige en uitwendige sterkte. Onze jongeren ontbreekt nog zoo vaak de wilskracht en zonder haar kunnen wij niet; want we moeten ons zeiven overwin nen om de wereld te winnen voor Christus. Jonge kerels, versterkt je wilskracht bij en door Christus, in de sterkende sfeer van onze Kerstretraite. Severus. STUDIE EN DEBATINGSCLUB „ST. PETRUS CANISIUS". Vrijdag 1.1. hield de Studieclub haar 2de bijeenkomst n.l. een Vraagavond. Na het openingswoord van onzen Eerw. Vice-Praeses (wegens vacature voorzitter) werd, na voorlezing der notulen en eenige korte mededeelingen omtrent lezingen en excursies, een aanvang gemaakt met het beantwoorden der vragen. Bij het bestuur waren niet minder dan -10 vragen binnen gekomen, waarvan 10 vragen voor dezen avond bestemd waren. Het „beantwoor den" der vragen groeide al heel spoedig tot een veelzijdig „debat*' voornamelijk op po litiek terrein en hier en daar moest de Eerw. Praeses een toelichting geven, om niet te ver van de „vraag" af te dwalen. Zoo werd er op een antwoord van 6000 ja zelfs 10000 jaren geleden gesproken wat natuurlijk aanleidnig gaf tot een algemeen en uitvoerig debat. Inmiddels was het al vrij laat geworden «n moesten 4 vragen voor een volgende maal bewaard worden temeer daar er nog een verkiezing moest plaats hebben, n.l. nieuwe voorzitter, welke echter geen nieuwe maar in een oud-bekende zou ver anderen. De heer St Menken, welke gedu rende 4 jaren een actief voorzitter was, werd wederom op sterk aandringen van leden en bestuur tot voorzitter herkozen. Een voorstel van den heer Menken inzake een schriftelijke stemming had geen resul taat daar van de 20 uitgebrachte stemmen, 18 op zijn naam werden uitgebracht. Na eenige mededeelingen van den pen ningmeester omtrent contributie-betaling, en van den secretaris omtrent bijwonen van de film „Kentering" a.s. Vrijdag in de Stadsgehoorzaal, werd het dankwoord ge sproken door den Vice-Praeses aan onzen ouden thans nieuwen voorzitter, om ver volgens te besluiten voor dezen leerzamen- vraagavond, met het gebruikelijk gebed. MEDEDEELINGEN. Zondag 11 December a.s. bezichting Mu seum ,,De Lakenhal", vertrek 12.30 van het Gezellenhuis. Men zorg© vooral op tijd aanwezig te zijn. Dinsdag 20 December des avonds te 8.30 uur in de groote zaal van ons Gezellenhuis een sociale cursus in den vorm van een le zing met lichtbeelden door den weled. heer A. B. Michielsen, Voorzitter van den Raad van Arbeid te Breda met als onderwerp „De Encycliek Quadragesimo Anno van onzen H. Vader Pius XI*'. Dc teekeningen voor deze lichtbeelden zijn vervaardigd door de bekende teekena- res Mej, Riet Aalberse tc Den Kaag. Nadere bijzonderheden volgen. Houdt deze avond vrij. Het belooft iets bijzonders te worden. Kolpings Boys. Zondag a.s. komen wederom beide elf tallen in liet veld voor de competitie; vast gesteld zijn de wedstrijden: Leiden II —Kolpings Boys I, 12 uur. Ko.pings Boys IISt. Bemardus III, 2 uur. Het eerste speelt derhalve wederom een uitwedstrijd. De uitslag van deze plaatse lijke ontmoeting is zeer moeilijk te voor spellen, omdat Leiden III zeer wisselvallig speelt. Een zaak is zeker Boys, wil je een of beide puntjes bemachtigen, dan aange pakt van begin t-ot het eind van den wed strijd, want cadeau zul je ze zeker niet krijgen. Speelt een vlug ooen spel en niet ze fzuchtig want daarmede bereikt men veel minder. Moge het een faire prettige wedstrijd worden en de sterkste winnen. Het tweede elftal ontvangt de nieuwe- dit elftal zal prestoeren weten we niet, daar de samenstelling ons niet bekend is. Het is zeer goed mogelijk dat deze wed strijd een gelijk s^el of misschien een over winning voor de Boys wordt. Sneelt met enthousiasme daarvoor van het berin tot het eind en de laatste plaats laat je voor andere elftallen over. Beide elftallen, houdt •het oranje-zwart hoog! Veel succes. Kerstavond. On Vrijdag 30 December geven de onderafdeelingen Sebastian Schaffer in samenwerking een Kerstavond, waarvoor een hoogstaand urogram is sa mengesteld. Door eenige declamaties zal dit nog nader worden aangevuld. Bedoeling van dezen ernstigen avond is de leden nog meer te brengen tot 't fijn aan voelen van het schoonste aller feesten van het kerkelijk jaar. de herdenking van de geboorte onzer Verlosser. Kerstretraite. Het gaat van bet jaar weer buitengewoon goed met de belangstel ling voor onze Kers'retraite. Bijna afe plaatsen zijn bezet Gezellen, die nog deel willen nemen, moeten zich daarom haasten met opgave. Tn geen geval wordt het getal 57 overschreden. Men denke ook aan het tiidig vo'doen van het bedrag. Hiertoe bestaat biï den Penningmeester gelegenheid op alle bijeen komsten. Maandvergadering Afd. Gehuwden. De maandvereadering van de afd Gehuw den wordt erehouden op Dinsdag a.s. te half neeen. Elk kenne zijn plicht en kome op tijd. Het commissariaat zor?t voor aan gename afwisseling na het officieele ge deelte St. Petrus-Liefdewerk. Vanwege de St. Nicolaasviering wordt de afrekening van het St Petrus-Liefdewerk niet eehou- den on Maandag a.s. den Isten Maandag van de maand, maar verschoven naar Maandag 12 December. Jaarboekje 1933. Ha'f December ver schijnt- als uiteave van ons Centraal Bu reau het Jaarboekje 1933. Het wordt op veler verzoek dit jaar in een kleiner en zoo handiger format ritvecreven. De priis is wederom gesteld on 25 cents en het zal ver- kriiebaar zün bij den huismeester. Andere bladen schrijven EEN DAAD VAN ZEDELIJKÈN MOED. De kleeding bij gymnastiek. Het Huisgezin sohrijtt: ln verslagen van examen-commissies zal men, algezren van zakelijke mededeelingen op het examen betrekking hebbend, zeiden een opmerJcing van algemeen belang aan treffen. Zulk een opmerking nu ontmoeten we in het vei slag der commissie, welke belast is geweest met het afnemen van het examen in de vrije en orde-oefeningen der gymnas tiek. Met voldoening constateert de commis sie, dat, hoewel er nog altijd candidaten werken in een-kleeding zóó onpractasch dat men er nauwelijks lichaamsoefeningen in kan doen, de meeste langzamerhand m een keurige gymnastische en sportieve dracht komen. Maar en dit keurt de commissie ten sterkste af niet weinigen verschijnen in een kleeding die, „zoowel in zedelijk als aestaetisch opzicht, anderen hinderen moet en voor een examenzaal niet deugt". Het doet ons genoegen dat de commis sie deze opmerking gemaakt en ter kennis van den minister heeft gebracht, daar mee ter kennis ook van allen wie het aan gaat. Een kleeding die voor de examenzaal niet deugt, deugt ook daarbuiten niet. Ze deugt allerminst in bijzijn der kinde ren, aan wie men onder dit opzicht den grootsben eerbied verschuldigd is. Gymnastiek is een voorbrexfehjk vak, on misbaar mag men wel zeggen om aan lichaam en geest een harmonische ontwik keling te bezorgen. Maar de kinderen mogen daarbij geen moreel getaar loopen. We weten wel dat het voor sommige ooren ouderwetsch klinkt, ten aanzien van te losse, te lichtzinnige kleeding bezwaren te opperen. Maar de ouders en de overheid hebben onder dit opzicht een duren plicht te ver vullen, te dringender naarmate meer van den goeden regel wordt afgeweken en wat vroeger als aanstootelijk zou zijn beschouwd thans door velen zonder eenige bedenking wordt aanvaard. Daarom doet het ons zoo'n genoegen dat eon examen-commissie haar stem verheft en na hetgeen ze ongetwijfeld ge>daan heeft de betrokken' candidaten op hot onwelvoeglijke van haar gedrag te hebben gewezen, haar afkeuring wereldkundig maakt. Dit is een daad van zedelijken moed, die we zeer waardeeren. In het algemeen, mag men wol zeggen, Het avontuur van Jeremias Wezeling Twee dagen voor strooiavond. Jeremias Wezeling, schuchter notaris klerk, prompt en accuraat mensch, leunde met bedrukt gelaat op de tafel in zijn een voudige kamer, die hij van de weduwe Mul ler had gehuurd. De weduwe Muller mocht zich verheugen in het bezit van een aderliefste, bekoor lijke dochter, Meta... 't Was stil in de kamer. Het zuchten van Jeremias verbrak nauwelijks de rust. Meta was bezig de tafel te dekken. Liet. bescheiden, had ze Jeremias van terzijde al eens ter sluiks aangekeken. „Wat kijkt u bedroefd, mijnheer Weze ling Jeremias beefde. Acb wat dolgraag had hij dat lieve handje, dat daar bezig was met het tafelgerei, gepakt a.s een anker, waaraan hij zich zou mogen vastklemmen. MaarJeremfas dufrde niet en zuchtte diep. terwijl hij het hoofd naar 't venster keerde. „Ach, juffrouw Meta, ik ben ongelukkig, heel erg ongelukkig... „Dat spijt me zeer. mijnheer Wezeling*', antwoordde het lieve kind bedroefd. Met groote dikke tranen op de wangen, verliet Meta onhoorbaar het vertrek. Jeremias Wezeling was a.leen. „Och Heere, Heere", zuchtte hij, „nu ook dit nog!" Zonder het eten aan te raken bleef Jere mias in diep gepeins verzonken. Vier we ken geleden had hij 1000 gulden uit de lo terij gewonnen en daar had je 't lieve leven aan den gang. Het leek wel een orkaan. Van al.e kanten doken vrienden afs pad destoelen uit den grond. Zelfs een lieftallige jongedame, die hij alleen nog maar bij haar voornaam, Sera- phina, kende, was zeer beminnelijk voor hem geweest. En nu was alles weg. de lieftallige Sera- phine, zijn vrienden, alleswant de 1000 gulden waren tot op 200 geslonken, die hij nog uit zijn roes had kunnen redden Maar dat was nog het ergste niet. „Het gaat, zoo 't gaat*', lispelde Jeremias „maar ik ben verloren. Morgen komen ze me halen en stoppen me in de gevangenis". Een krachtig energiek bellen knetterde door het huis. Met één sprong was Jeremias in de gang, in de hal en gluurde door het smalle deur raampje. Geen twijfel meer mogelijk. Daar buiten blonk iets. Het uniform van een dienaar der wet, die vergezeld was van iemand, wien men met één oogops'ag aanzag, dat hij tot de gelederen dier geheimzinnige mannen be hoorde. die het det-ectiven-corps vormen. „Politie en recherche", fluisterde Jere mias ontzet. Als op vleugelen rende hij de gang in, waar hij juist de weduwe tegen het lijf liep, toen zij wilde gaan opendoen. „Lieve jufrouw Mul'.er, och red me, 't is een misverstand.... U moet me verbergen, gauwanders ben ik verloren. Later zal ik u alles vertellen De weduwe was een goedhartig mensch, weshalve ze 't niet over haar hart kon ver krijgen, dit dringend verzoek af te wijzen. Jeremias kreeg een schuilplaats in een ruime k eerkast, waar het zeer sterk naar carbol riekte. Dan slofte ze naar de deur. Twee martiale figuren traden Vinnen. „Mijnheer Wezeling? Och Heere, nee, die is uitgegaanWou u hier wachten? Nou hij komt meestal heel laat thuis Het scheen de twee niet bijzonder te in teresseeren, dat de weduwe Muller oplepel de. „Nou, als we Wezeling moeten hebben, dan zullen we 'm wel vinden, 't heeft zoo'n haast niet'*, merkte de brigadier op. „We komen wel weer terug". Dicht viel de deur. Bibberend van angst werd Jeremias uit zijn benauwde schuilplaats bevrijd. Maar nu moest hij opbiechten en dat deed hij met veel omhaal Hij verhaalde het avontuur van'de 1000 gulden en van de brasserij der laatste da gen en ook van Seraphine. 3Ieta, die bij deze biecht van Jeremias tegenwoordig was, kleurde hevig bij het hooren van dit avontuur. „Dat is nu allemaal goed en wel", opper de de weduwe, „maar wat moet de politie hier V' „Ja, dat is 't 'm juist", verzuchtte de boetvaardige. „Op 't bureau is een brief met veel geld verloren geraakt, die ook door mijn handen is gegaanen u begrijpt, de laatste da gen van brasserij hebben een sterke ver denking tegen mij doen rijzen. Maar waar achtig, ik ben onschuldig, totaal onschuldig. Gelooft u mij toch, lieve juffrouw, lieve Me ta Ze weenden in trio. „Ik ga niet naar de gevangenis, ik wil laten we op dit gebied te veel over onzen kant gaan; we zijn bang voor preutsch en ouderwetsch te worden aangezien. Tooh is het een kooge zedelijke plicht, voor de goede zeden en wat daarmee ver band houdt op te komen. De minister van Onderwijs, die onge twijfeld met instemming van de opmerking der oommissie heeft kennis genomen, zou een goede overheidsdaad verrichten door die opmerking aan de inrichtingen, welke voor het examen opleiden, mee te deelen. Al zullen zij er ongetwijfeld kennis van nemen, het kan geen kwaad dat ze die door den minister onderstreept zien, opdat zóó voor het vervolg aan de ergernis radicaal een einde wordt gemaakt. niet naar de gevangenis. Ik vlucht. Nog 200 gulden heb ik. Ik ga van de eene plaats naar de andere, net zoolang, tot de werke lijke dief gepakt is, andersoch Heere. Heere In vliegende haast werd een reisplannetje gemaakt. Een koffer bezat Jeremias niet; de weduwe leende hem een keurig antiek koffertje, met veel parlemoer versierd en met een reusachtig opschrift: „Tot weer ziens". Sneedjes brood werden klaargemaakt en met margarine besmeerd, waarop eenige piakjes oude kaas kwamen te rusten. Dat alles, met eenige noodzakelijke kleeding- stukken werd in het koffertje gepakt. .Het afscheid was roerend. De weduwe ging aan de deur kijken, of ©r geen onraad was; Meta deed niets dan huilen, terwijl Jeremias haar handje streel de. Dat streelen werkte geruststel.end, maar toch bleef Meta snikken, want an ders mocht Jeremias misschien ophouden met streelen.... Jeremias was verdwenen. Een verschrikkelijke vlucht begon. Zijn dagen had hij tot nog toe zoo rustig gesleten, dat hij nu meende in de hel te zijn. Overal in de straten, waarlangs hij v.uchtte, de jaskraag hoog opgeslagen, de hoed diep over de oogen getrokken, dacht hij, dat het halve menschdom detectives waren en de andere helft er voor leerde. Slechts zuigelingen zouden hem voorloo- pig met rust laten. Het verwonderde hem, dat hij zonder eenige moeite een kaartje voor den trein naar X. kreeg. X. was een gat. In een heel klein hotelletje belandde hij, met de vaste overtuiging er dien zelfden nach nog vermoord te zullen worden. Maar nauwelijks op een der gangen ge komen. zakte hij van schrik bijna ineen. In een nabijzijnde kamer verdween juist de geheimzinnige detective. Hals over kop rende Jeremias naar be neden, 't koffertje achter zich aan sleepen- de. betaalde de kamer, die hij nog niet eens gebruikt had en vloog naar 't station. Voort ging het weer, naar het volgend plaatsje. Daar bracht hij in e-en nog nietiger ho telletje een verschrikkelijken nacht door, gekweld door allerlei nachtmerries. „Als dat nog langer zoo duurt, word ik gek'', redeneerde Jeremias, toen hij klap pertandend ontwaakte. Hij liet een kop koffie brengen en ver slond een paar sneedjes brood met kaas uit het koffertjehet brood, door Meta's lieve vingertjes aangeraakt Juist wilde hij behoedzaam de deur ope nen, maar zijn beenen weigerden bijna hun dienst. Voor hem stonden de detective en de brigadier Alles omverwerpend, greep Jeremias het koffertje, vluchtte door een andere deur, rende langs gangen, trappen en binnen- p'aatsies, tot hij eindelijk hijgend den weg bereikte. Hij sprong in het eerste het beste rijtuig dat hij ontmoette, beloofde den koetsier een fabelachtige fooi als hij reed wat hij kon en liet zich doodmoe m het wagentje neervallen. Maar zijn hart stond stil, zijn achtervol gers hadden een auto. Het werd een wilde jacht. Op 't laatste oogenb.ik bereikte Jeremias het station, gooide den koetsier zijn geld toe, vloog naar binnen, langs tourniquets, zonder op het razen en tieren der stationsbeambten te letten en sprong in de laatste coupé van een zich juis in beweging zettenden trein. Bij een gehucht sprong hij er uit en strompelde naar een herberg. Jeremias opende de deur.... daar zaten de dectective en de brigadier. Zij sprongen op hem toe en hielden hem met beide handen vast. „Eindelijk! Ezel, die je bent!" donderde de brigadier, die zijn kalmte verloren had. Jeremias zakte vernietigd op een stoel. „U heeft 't ons wel moeilijk gemaakt, om u te vinden, mijnheer Wezeling'', merkte de detective op. „Waarom vluchtte u feitelijk?" Jeremias' verbazing steeg ten top. „Ja, de kwestie is deze", ging de ge heimzinnige man onverstoorbaar verder. „Wij vermoeden, dat uw. gejaagdheid haar oorzaak vindt in 't feit, dat eenige dagen geleden een brief met geldswaarde van het notariskantoor, waar u werkzaam is, was verdwenen". Jeremias knikte; spreken kon hij niet. „De zaak is opgehelderd", lichtte de de tective toe. „De brief is teruggevonden. U had hem zelf in de geheime lade der safe geborgen". „Waarachtig. ik was t vergeten", steunde Jeremias. „Om uw eerlijkheid, die door de verden king in discrediet was gebracht, volkomen te herstellen, heeft de notaris besloten, u tot zijn particulier secretaris te bevorde ren met belangrijke salarisverhooging". Jeremias zat kaarsrecht. Zijn kleur keerde terug. Ja, 't was zoo, hij had den brief in der haast weggeborgen, toen hij met Seraphine uit moest Jeremias kreeg een gevoel, alsof hem twee flesschen wijn waren ingegoten. Zijn hart klopte hoorbaar. Dat hem zoo iets kon overkomen. „Maar.... maar hoe kon u mij toch tel kens zoo vinden?".... bracht hij uit.... De detective glimlachte. „Met zulk een voorwereldlijke reistasch kent men u uit honderdduizenden''. Jeremias moest 't bekennen. „En bovendien", vervolgde de detective kalm, „het taschje riekt, nou.... h'm.... niet bijzonder frisch....'' „Dat zijn de sneedjes brood met kaas viel Jeremias ineens uit. „Zij zijn door Meta klaargemaakt. Och, die goeie, lieve Meta.... Wat een oplossing, wat een bui- 1 tenkansje! Dat zal mijn lieveling 't eerst wetenI" J „Wat 'n surprise!" KALENDER DER WEEK ZONDAG 4 Dec. 2e Zondag v. d. Advent. Mis: Popuius Sion. Goen Gioria. 2e gebed v. d. H. Betrus (Jhrysologus, Bisschop, Be lijder en Kerkieeraar; 3e v. d. H. Barbara, Maagd en Martelares. Prefatie v. d. Allerli. Drieeenueid. Kleur: Paars. Laten wij vandaag ons verblijden over hetgeen tot ons gezegd wordt (Alleluja met vers). „Toon ons, Heer, Uw Heil", was ons verzuchtend gebed op den vorigen Zondag. En als antwoord ontvangen wij de vexzexe- ring: „Volk^ van Sion (Gods uitverxoren volk) zie de Heer zal komen" (introïtus; Graduaie; Oommuni). En gelijk gesch.even staat zal Hij komen besturen de volkeren, die op Hem hopen en nen vervullen met vreugde en vrede en met de kracht van Zijn Geest (Epistel). Komt, laten wij: do heiligen, Zijn volk, dat met Hem een ver bond mocht sluiten, door het H. Kruis offer bezegeld, ons voor Hem verzamelen (Graduaie). Neen wij verwaenten geen an deren dan Christus, want in Hem zien wij de voorspellingen van de Profeten over den Verlosser vervuld. (Evangelie). Met n g grooter vurigheid en verlangen bidden wij dan ook weer vandaag: „Toon ons Heer, Uw Heil (Offertorium). Kom ons te hulp. Leer ons het aardsche verachten en het Hemelsohe beminnen. Wek onze harten op, om ze voor te bereiden op de komst van Christus". (Gebed; Ötilgebed; Postoom- munio). MAANDAG 5 Dec. Mis v. d. vorigen Zon dag: Populus Sion. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Babbas, Abt; 3e voor alle overle denen (Uit het eeiste Requiemformulier); 4e ter eere van Maria (Deus, qui). Na het Graduale wordt het Alleluja met vers niet gebeden. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Paars. DINSDAG 6 Dec. Mis v. d. H. Nicolaas, Bisschop en Belijder: Statuit. 2e gebed v. d. dag (d.i. v. d. vorigen Zondag. Dit geldt voor de geheele week). Geen Credo. Ge wone Prefatie. Kleur: Wit. De groote wonderdoener v. h. Oosten, de H. Nicolaas, werd geboren te Patara in Lycië. Na den dood zijner vrome ouder» erfde hij hun belangrijk vermogen. Nicolaas deelde dat uit aan de armen en wijdde zich zeiven aan God toe. Op een pelgrimsreis naar hel H. Land stilde hij op wonderbare wijze (door een berisping) een storm, welke hij had voorspeld. Als bisschop van Myra was hij een bijzonderen steun voor wedu wen en weezen, die hij met raad en daad en geldelijben steun bijstond. De Heilige wordt ook aangeroepen als de Patroon van zeehavens, zeelieden, kooplieden en reizi gers. Ook van kinderen en dit verband met het wonder, dat van hem verhaald wordt, n.l. dat hij drie kinderen, door een onmensch geslacht, door een enkel kruis- teeken weer levend gemaakt heeft. Meestal zien wij den Heilige afgebeeld in bisschop pelijk gewaad, naast zioh een tobbe, waarin de kinderen. WOENSDAG 7 Dec. Vigilie voor het feest van Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop en Belij der: In medio. 2e gebed v. d. dag; 3e v. <L Vigilie. Gewone Prefatie. Kleur: Wit. Ook is geoorloofd de H. Mis v. d. Vigilie: Venite. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Am brosius; 3e v. d. dag. Geen Credo. Gewone Prefatie. Kleur: Paars. Ambrosius, geboren te Trier, studeerde te Rome. Later werd hij aangesteld als Prefect van Ligurië. Groot was de oneenig- heid tusschen de Katholieken en de Arianen (een kettersche sekte) bij den dood van den bisschop van Milaan. Als prefect trachtte Ambrosius de partijen tot verzoening te brengen. Bij gelegenheid eener bijeenkomst in een kerk, waar ook Ambrosius was, riep een kind: „Ambrosius moet bisschop wor den". Het volk van Milaan beschouwde dien uitroep als een teeken van boven en koos Ambrosius tot bisschop. Ambrosius bood weerstand, maar deze werd tenslotte overwonnen. Hij werd gedoopt, ontvH? de heilige wijdingen en ten laatste de H. Bis schopswijding. Als bisschop verdedigde tiij met kracht de kerkelijke tucht en vele ket ters bekeerde hij tot het ware geloof, on der wie de H. Augustinus. DONDERDAG 8 Dec. Feestdag van Ma ria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gau- dens. 2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit. Vandaag herdenkt de H. Kerk het geheel eenig voorrecht van Maria, dat zij, met het oog op de verdiensten van Jesus Christus, bevrijd is gebleven van de erfzonde. Deze leer, altijd geloofd, is 8 Dec. 1854 door Pius IX z.g. tot geloofswaarheid verheven. „Geheel schoon zijt gij, Maria, en de smet der erfzonde is niet in u. Trek on9, onbevlekte Maagd, opdat wij u mogen vol gen in den geur uwer deugden". VRTJDAG 9 Dec. Mis v. d. 2en dag onder het octaaf: Gaudens. 2e gebed v. d. dag; 3e tot den H. Geest. Kleur: Wit. „Gezegend zijt gij, o Maagd Maria, door den Heer den Allerhoogsten God, boven alle vrouwen op de aarde". ZATERDAG 10 Dec. Mis v. d. 3en dag onder het octaaf: Gaudens. 2e gebed v. d. dag; 3e v. d. H. Melchiade»; 4e voor den Paus. Kleur: Wit. „Uwe onbevlekte Ontvangenis, Maagd' Maria en Moeder van G-od, heeft vreugde verkondigd aan geheel de wereld". N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Vanaf Donder dag de Prefatie van Maria (invullen: En U om de Onbevlekte Ontvangenis). IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, be halve MAANDAG. Mis v. d. Z. Nicolaas van Tavilei, Martelaar: Laetabitur. Gloria. 2e gebed v .d. dag; 3e v. d. H. Sabbas. Kleur: Rood. VRIJDAG. Mis v. d. Z.Z. Elisabeth de Goede en Delphina, Maagden: Virgines. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. dag. ZATERDAG. Mis v. d. Z. Petrus van Siëna, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. dag; 4e v. d. H. Melchia- des; 5e voor den Paus. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6