ZATERDAG 3 DECEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
INTERPAROCHIEELE
WILSKRACHT.
In het leven kom je voor allerlei moeilijk
heden te staan. Daar zijn er bij, die je gauw
kunt doorwerken of waar je over heen kunt
komen, maar ook zijn ei moeilijkheden, die,
om overwonnen te worden, inspanning
eischen.
Zoo b.v. onze jonge katholieke werkloo-
zen. De dage ijksche verveling van het
nietsdoen, gevoegd bij de gedachte te veel
te zijn in de maatschappij, moet op onze
jongeren wel verderfelijk werken. Zij vooral
hebben in onze dagen een zwaren dobber
en voor hen is-de arbeid een weelde-artikel
geworden, waaraan zij niet mogen raken.
Voor hen vooral geldt het zich zei ven te
voorzien van de noodige wilskracht, om de
moeilijkheden te weerstaan en de vertwij
feling te overwinnen.
Immers, wij gelooven, hopen en bemin
nen nog.
En aldus, wij gelooven dat deze tijd een
beproeving is van God. waardoor Hij con-
6tateeren kan of ons geloot wel hecht en
sterk is. Wij hopen op een beteren tijd,
waarin de sociale rechtvaardigheid de
echeeve verhoudingen van deze maatschap
pij zal recht maken En bovendien, wij
kunnen nog beminnen, en het is de liefde,
die onze maatschappij kan doen zijn een
oord van vrede en welvaart. St. Pauius zei
immers al: „Hebt de liefde, die de band
der volmaaktheid is. Als ik de liefde niet
heb, ben ik niets".
Maar, om een nieuwe maatschappij te
krijgen, moeten we van onderaf beginnen.
Dat zegt zoo duidelijk onze Paus in Qua-
dragesimo Anno, als hij tenslotte zegt, dat
de maatschappelijke orde pas kan komen,
als we eerste betere menschen krijgen,
menschen van inwendige en uitwendige
sterkte.
Onze jongeren ontbreekt nog zoo vaak
de wilskracht en zonder haar kunnen wij
niet; want we moeten ons zeiven overwin
nen om de wereld te winnen voor Christus.
Jonge kerels, versterkt je wilskracht bij
en door Christus, in de sterkende sfeer van
onze Kerstretraite.
Severus.
STUDIE EN DEBATINGSCLUB
„ST. PETRUS CANISIUS".
Vrijdag 1.1. hield de Studieclub haar 2de
bijeenkomst n.l. een Vraagavond.
Na het openingswoord van onzen Eerw.
Vice-Praeses (wegens vacature voorzitter)
werd, na voorlezing der notulen en eenige
korte mededeelingen omtrent lezingen en
excursies, een aanvang gemaakt met het
beantwoorden der vragen. Bij het bestuur
waren niet minder dan -10 vragen binnen
gekomen, waarvan 10 vragen voor dezen
avond bestemd waren. Het „beantwoor
den" der vragen groeide al heel spoedig tot
een veelzijdig „debat*' voornamelijk op po
litiek terrein en hier en daar moest de
Eerw. Praeses een toelichting geven, om
niet te ver van de „vraag" af te dwalen.
Zoo werd er op een antwoord van 6000 ja
zelfs 10000 jaren geleden gesproken wat
natuurlijk aanleidnig gaf tot een algemeen
en uitvoerig debat.
Inmiddels was het al vrij laat geworden
«n moesten 4 vragen voor een volgende
maal bewaard worden temeer daar er nog
een verkiezing moest plaats hebben, n.l.
nieuwe voorzitter, welke echter geen
nieuwe maar in een oud-bekende zou ver
anderen. De heer St Menken, welke gedu
rende 4 jaren een actief voorzitter was,
werd wederom op sterk aandringen van
leden en bestuur tot voorzitter herkozen.
Een voorstel van den heer Menken inzake
een schriftelijke stemming had geen resul
taat daar van de 20 uitgebrachte stemmen,
18 op zijn naam werden uitgebracht.
Na eenige mededeelingen van den pen
ningmeester omtrent contributie-betaling,
en van den secretaris omtrent bijwonen
van de film „Kentering" a.s. Vrijdag in de
Stadsgehoorzaal, werd het dankwoord ge
sproken door den Vice-Praeses aan onzen
ouden thans nieuwen voorzitter, om ver
volgens te besluiten voor dezen leerzamen-
vraagavond, met het gebruikelijk gebed.
MEDEDEELINGEN.
Zondag 11 December a.s. bezichting Mu
seum ,,De Lakenhal", vertrek 12.30 van het
Gezellenhuis. Men zorg© vooral op tijd
aanwezig te zijn.
Dinsdag 20 December des avonds te 8.30
uur in de groote zaal van ons Gezellenhuis
een sociale cursus in den vorm van een le
zing met lichtbeelden door den weled. heer
A. B. Michielsen, Voorzitter van den Raad
van Arbeid te Breda met als onderwerp
„De Encycliek Quadragesimo Anno van
onzen H. Vader Pius XI*'.
Dc teekeningen voor deze lichtbeelden
zijn vervaardigd door de bekende teekena-
res Mej, Riet Aalberse tc Den Kaag.
Nadere bijzonderheden volgen. Houdt
deze avond vrij. Het belooft iets bijzonders
te worden.
Kolpings Boys.
Zondag a.s. komen wederom beide elf
tallen in liet veld voor de competitie; vast
gesteld zijn de wedstrijden:
Leiden II —Kolpings Boys I, 12 uur.
Ko.pings Boys IISt. Bemardus III, 2
uur.
Het eerste speelt derhalve wederom een
uitwedstrijd. De uitslag van deze plaatse
lijke ontmoeting is zeer moeilijk te voor
spellen, omdat Leiden III zeer wisselvallig
speelt. Een zaak is zeker Boys, wil je een
of beide puntjes bemachtigen, dan aange
pakt van begin t-ot het eind van den wed
strijd, want cadeau zul je ze zeker niet
krijgen. Speelt een vlug ooen spel en niet
ze fzuchtig want daarmede bereikt men
veel minder. Moge het een faire prettige
wedstrijd worden en de sterkste winnen.
Het tweede elftal ontvangt de nieuwe-
dit elftal zal prestoeren weten we niet,
daar de samenstelling ons niet bekend is.
Het is zeer goed mogelijk dat deze wed
strijd een gelijk s^el of misschien een over
winning voor de Boys wordt. Sneelt met
enthousiasme daarvoor van het berin tot
het eind en de laatste plaats laat je voor
andere elftallen over. Beide elftallen, houdt
•het oranje-zwart hoog! Veel succes.
Kerstavond. On Vrijdag 30 December
geven de onderafdeelingen Sebastian
Schaffer in samenwerking een Kerstavond,
waarvoor een hoogstaand urogram is sa
mengesteld. Door eenige declamaties zal
dit nog nader worden aangevuld.
Bedoeling van dezen ernstigen avond is
de leden nog meer te brengen tot 't fijn aan
voelen van het schoonste aller feesten van
het kerkelijk jaar. de herdenking van de
geboorte onzer Verlosser.
Kerstretraite. Het gaat van bet jaar
weer buitengewoon goed met de belangstel
ling voor onze Kers'retraite. Bijna afe
plaatsen zijn bezet Gezellen, die nog deel
willen nemen, moeten zich daarom haasten
met opgave. Tn geen geval wordt het getal
57 overschreden.
Men denke ook aan het tiidig vo'doen
van het bedrag. Hiertoe bestaat biï den
Penningmeester gelegenheid op alle bijeen
komsten.
Maandvergadering Afd. Gehuwden.
De maandvereadering van de afd Gehuw
den wordt erehouden op Dinsdag a.s. te
half neeen. Elk kenne zijn plicht en kome
op tijd. Het commissariaat zor?t voor aan
gename afwisseling na het officieele ge
deelte
St. Petrus-Liefdewerk. Vanwege de
St. Nicolaasviering wordt de afrekening
van het St Petrus-Liefdewerk niet eehou-
den on Maandag a.s. den Isten Maandag
van de maand, maar verschoven naar
Maandag 12 December.
Jaarboekje 1933. Ha'f December ver
schijnt- als uiteave van ons Centraal Bu
reau het Jaarboekje 1933. Het wordt op
veler verzoek dit jaar in een kleiner en zoo
handiger format ritvecreven. De priis is
wederom gesteld on 25 cents en het zal ver-
kriiebaar zün bij den huismeester.
Andere bladen schrijven
EEN DAAD VAN ZEDELIJKÈN MOED.
De kleeding bij gymnastiek.
Het Huisgezin sohrijtt:
ln verslagen van examen-commissies zal
men, algezren van zakelijke mededeelingen
op het examen betrekking hebbend, zeiden
een opmerJcing van algemeen belang aan
treffen.
Zulk een opmerking nu ontmoeten we in
het vei slag der commissie, welke belast is
geweest met het afnemen van het examen
in de vrije en orde-oefeningen der gymnas
tiek.
Met voldoening constateert de commis
sie, dat, hoewel er nog altijd candidaten
werken in een-kleeding zóó onpractasch dat
men er nauwelijks lichaamsoefeningen in
kan doen, de meeste langzamerhand m een
keurige gymnastische en sportieve dracht
komen.
Maar en dit keurt de commissie ten
sterkste af niet weinigen verschijnen in
een kleeding die, „zoowel in zedelijk als
aestaetisch opzicht, anderen hinderen moet
en voor een examenzaal niet deugt".
Het doet ons genoegen dat de commis
sie deze opmerking gemaakt en ter kennis
van den minister heeft gebracht, daar
mee ter kennis ook van allen wie het aan
gaat.
Een kleeding die voor de examenzaal
niet deugt, deugt ook daarbuiten niet.
Ze deugt allerminst in bijzijn der kinde
ren, aan wie men onder dit opzicht den
grootsben eerbied verschuldigd is.
Gymnastiek is een voorbrexfehjk vak, on
misbaar mag men wel zeggen om aan
lichaam en geest een harmonische ontwik
keling te bezorgen.
Maar de kinderen mogen daarbij geen
moreel getaar loopen.
We weten wel dat het voor sommige
ooren ouderwetsch klinkt, ten aanzien van
te losse, te lichtzinnige kleeding bezwaren
te opperen.
Maar de ouders en de overheid hebben
onder dit opzicht een duren plicht te ver
vullen, te dringender naarmate meer van
den goeden regel wordt afgeweken en wat
vroeger als aanstootelijk zou zijn beschouwd
thans door velen zonder eenige bedenking
wordt aanvaard.
Daarom doet het ons zoo'n genoegen dat
eon examen-commissie haar stem verheft
en na hetgeen ze ongetwijfeld ge>daan
heeft de betrokken' candidaten op hot
onwelvoeglijke van haar gedrag te hebben
gewezen, haar afkeuring wereldkundig
maakt.
Dit is een daad van zedelijken moed, die
we zeer waardeeren.
In het algemeen, mag men wol zeggen,
Het avontuur van Jeremias
Wezeling
Twee dagen voor strooiavond.
Jeremias Wezeling, schuchter notaris
klerk, prompt en accuraat mensch, leunde
met bedrukt gelaat op de tafel in zijn een
voudige kamer, die hij van de weduwe Mul
ler had gehuurd.
De weduwe Muller mocht zich verheugen
in het bezit van een aderliefste, bekoor
lijke dochter, Meta...
't Was stil in de kamer. Het zuchten van
Jeremias verbrak nauwelijks de rust.
Meta was bezig de tafel te dekken. Liet.
bescheiden, had ze Jeremias van terzijde al
eens ter sluiks aangekeken.
„Wat kijkt u bedroefd, mijnheer Weze
ling
Jeremias beefde. Acb wat dolgraag had
hij dat lieve handje, dat daar bezig was
met het tafelgerei, gepakt a.s een anker,
waaraan hij zich zou mogen vastklemmen.
MaarJeremfas dufrde niet en zuchtte
diep. terwijl hij het hoofd naar 't venster
keerde.
„Ach, juffrouw Meta, ik ben ongelukkig,
heel erg ongelukkig...
„Dat spijt me zeer. mijnheer Wezeling*',
antwoordde het lieve kind bedroefd.
Met groote dikke tranen op de wangen,
verliet Meta onhoorbaar het vertrek.
Jeremias Wezeling was a.leen.
„Och Heere, Heere", zuchtte hij, „nu ook
dit nog!"
Zonder het eten aan te raken bleef Jere
mias in diep gepeins verzonken. Vier we
ken geleden had hij 1000 gulden uit de lo
terij gewonnen en daar had je 't lieve leven
aan den gang.
Het leek wel een orkaan.
Van al.e kanten doken vrienden afs pad
destoelen uit den grond.
Zelfs een lieftallige jongedame, die hij
alleen nog maar bij haar voornaam, Sera-
phina, kende, was zeer beminnelijk voor
hem geweest.
En nu was alles weg. de lieftallige Sera-
phine, zijn vrienden, alleswant de 1000
gulden waren tot op 200 geslonken, die hij
nog uit zijn roes had kunnen redden
Maar dat was nog het ergste niet.
„Het gaat, zoo 't gaat*', lispelde Jeremias
„maar ik ben verloren. Morgen komen ze
me halen en stoppen me in de gevangenis".
Een krachtig energiek bellen knetterde
door het huis.
Met één sprong was Jeremias in de gang,
in de hal en gluurde door het smalle deur
raampje. Geen twijfel meer mogelijk. Daar
buiten blonk iets.
Het uniform van een dienaar der wet,
die vergezeld was van iemand, wien men
met één oogops'ag aanzag, dat hij tot de
gelederen dier geheimzinnige mannen be
hoorde. die het det-ectiven-corps vormen.
„Politie en recherche", fluisterde Jere
mias ontzet.
Als op vleugelen rende hij de gang in,
waar hij juist de weduwe tegen het lijf liep,
toen zij wilde gaan opendoen.
„Lieve jufrouw Mul'.er, och red me, 't is
een misverstand.... U moet me verbergen,
gauwanders ben ik verloren. Later zal
ik u alles vertellen
De weduwe was een goedhartig mensch,
weshalve ze 't niet over haar hart kon ver
krijgen, dit dringend verzoek af te wijzen.
Jeremias kreeg een schuilplaats in een
ruime k eerkast, waar het zeer sterk naar
carbol riekte.
Dan slofte ze naar de deur.
Twee martiale figuren traden Vinnen.
„Mijnheer Wezeling? Och Heere, nee, die
is uitgegaanWou u hier wachten? Nou
hij komt meestal heel laat thuis
Het scheen de twee niet bijzonder te in
teresseeren, dat de weduwe Muller oplepel
de.
„Nou, als we Wezeling moeten hebben,
dan zullen we 'm wel vinden, 't heeft zoo'n
haast niet'*, merkte de brigadier op. „We
komen wel weer terug".
Dicht viel de deur.
Bibberend van angst werd Jeremias uit
zijn benauwde schuilplaats bevrijd.
Maar nu moest hij opbiechten en dat
deed hij met veel omhaal
Hij verhaalde het avontuur van'de 1000
gulden en van de brasserij der laatste da
gen en ook van Seraphine.
3Ieta, die bij deze biecht van Jeremias
tegenwoordig was, kleurde hevig bij het
hooren van dit avontuur.
„Dat is nu allemaal goed en wel", opper
de de weduwe, „maar wat moet de politie
hier V'
„Ja, dat is 't 'm juist", verzuchtte de
boetvaardige.
„Op 't bureau is een brief met veel geld
verloren geraakt, die ook door mijn handen
is gegaanen u begrijpt, de laatste da
gen van brasserij hebben een sterke ver
denking tegen mij doen rijzen. Maar waar
achtig, ik ben onschuldig, totaal onschuldig.
Gelooft u mij toch, lieve juffrouw, lieve Me
ta
Ze weenden in trio.
„Ik ga niet naar de gevangenis, ik wil
laten we op dit gebied te veel over onzen
kant gaan; we zijn bang voor preutsch en
ouderwetsch te worden aangezien.
Tooh is het een kooge zedelijke plicht,
voor de goede zeden en wat daarmee ver
band houdt op te komen.
De minister van Onderwijs, die onge
twijfeld met instemming van de opmerking
der oommissie heeft kennis genomen, zou
een goede overheidsdaad verrichten door
die opmerking aan de inrichtingen, welke
voor het examen opleiden, mee te deelen.
Al zullen zij er ongetwijfeld kennis van
nemen, het kan geen kwaad dat ze die door
den minister onderstreept zien, opdat zóó
voor het vervolg aan de ergernis radicaal
een einde wordt gemaakt.
niet naar de gevangenis. Ik vlucht. Nog 200
gulden heb ik. Ik ga van de eene plaats
naar de andere, net zoolang, tot de werke
lijke dief gepakt is, andersoch Heere.
Heere
In vliegende haast werd een reisplannetje
gemaakt. Een koffer bezat Jeremias niet;
de weduwe leende hem een keurig antiek
koffertje, met veel parlemoer versierd en
met een reusachtig opschrift: „Tot weer
ziens".
Sneedjes brood werden klaargemaakt en
met margarine besmeerd, waarop eenige
piakjes oude kaas kwamen te rusten. Dat
alles, met eenige noodzakelijke kleeding-
stukken werd in het koffertje gepakt.
.Het afscheid was roerend.
De weduwe ging aan de deur kijken, of
©r geen onraad was; Meta deed niets dan
huilen, terwijl Jeremias haar handje streel
de. Dat streelen werkte geruststel.end,
maar toch bleef Meta snikken, want an
ders mocht Jeremias misschien ophouden
met streelen....
Jeremias was verdwenen.
Een verschrikkelijke vlucht begon.
Zijn dagen had hij tot nog toe zoo rustig
gesleten, dat hij nu meende in de hel te
zijn. Overal in de straten, waarlangs hij
v.uchtte, de jaskraag hoog opgeslagen, de
hoed diep over de oogen getrokken, dacht
hij, dat het halve menschdom detectives
waren en de andere helft er voor leerde.
Slechts zuigelingen zouden hem voorloo-
pig met rust laten. Het verwonderde hem,
dat hij zonder eenige moeite een kaartje
voor den trein naar X. kreeg.
X. was een gat.
In een heel klein hotelletje belandde hij,
met de vaste overtuiging er dien zelfden
nach nog vermoord te zullen worden.
Maar nauwelijks op een der gangen ge
komen. zakte hij van schrik bijna ineen.
In een nabijzijnde kamer verdween juist
de geheimzinnige detective.
Hals over kop rende Jeremias naar be
neden, 't koffertje achter zich aan sleepen-
de. betaalde de kamer, die hij nog niet eens
gebruikt had en vloog naar 't station.
Voort ging het weer, naar het volgend
plaatsje.
Daar bracht hij in e-en nog nietiger ho
telletje een verschrikkelijken nacht door,
gekweld door allerlei nachtmerries.
„Als dat nog langer zoo duurt, word ik
gek'', redeneerde Jeremias, toen hij klap
pertandend ontwaakte.
Hij liet een kop koffie brengen en ver
slond een paar sneedjes brood met kaas uit
het koffertjehet brood, door Meta's
lieve vingertjes aangeraakt
Juist wilde hij behoedzaam de deur ope
nen, maar zijn beenen weigerden bijna hun
dienst.
Voor hem stonden de detective en de
brigadier
Alles omverwerpend, greep Jeremias het
koffertje, vluchtte door een andere deur,
rende langs gangen, trappen en binnen-
p'aatsies, tot hij eindelijk hijgend den weg
bereikte.
Hij sprong in het eerste het beste rijtuig
dat hij ontmoette, beloofde den koetsier
een fabelachtige fooi als hij reed wat hij
kon en liet zich doodmoe m het wagentje
neervallen.
Maar zijn hart stond stil, zijn achtervol
gers hadden een auto.
Het werd een wilde jacht. Op 't laatste
oogenb.ik bereikte Jeremias het station,
gooide den koetsier zijn geld toe, vloog
naar binnen, langs tourniquets, zonder op
het razen en tieren der stationsbeambten
te letten en sprong in de laatste coupé van
een zich juis in beweging zettenden trein.
Bij een gehucht sprong hij er uit en
strompelde naar een herberg.
Jeremias opende de deur.... daar zaten
de dectective en de brigadier.
Zij sprongen op hem toe en hielden hem
met beide handen vast.
„Eindelijk! Ezel, die je bent!" donderde
de brigadier, die zijn kalmte verloren had.
Jeremias zakte vernietigd op een stoel.
„U heeft 't ons wel moeilijk gemaakt, om
u te vinden, mijnheer Wezeling'', merkte de
detective op.
„Waarom vluchtte u feitelijk?"
Jeremias' verbazing steeg ten top.
„Ja, de kwestie is deze", ging de ge
heimzinnige man onverstoorbaar verder.
„Wij vermoeden, dat uw. gejaagdheid
haar oorzaak vindt in 't feit, dat eenige
dagen geleden een brief met geldswaarde
van het notariskantoor, waar u werkzaam
is, was verdwenen".
Jeremias knikte; spreken kon hij niet.
„De zaak is opgehelderd", lichtte de de
tective toe. „De brief is teruggevonden. U
had hem zelf in de geheime lade der safe
geborgen".
„Waarachtig. ik was t vergeten",
steunde Jeremias.
„Om uw eerlijkheid, die door de verden
king in discrediet was gebracht, volkomen
te herstellen, heeft de notaris besloten, u
tot zijn particulier secretaris te bevorde
ren met belangrijke salarisverhooging".
Jeremias zat kaarsrecht.
Zijn kleur keerde terug.
Ja, 't was zoo, hij had den brief in der
haast weggeborgen, toen hij met Seraphine
uit moest
Jeremias kreeg een gevoel, alsof hem
twee flesschen wijn waren ingegoten. Zijn
hart klopte hoorbaar.
Dat hem zoo iets kon overkomen.
„Maar.... maar hoe kon u mij toch tel
kens zoo vinden?".... bracht hij uit....
De detective glimlachte.
„Met zulk een voorwereldlijke reistasch
kent men u uit honderdduizenden''.
Jeremias moest 't bekennen.
„En bovendien", vervolgde de detective
kalm, „het taschje riekt, nou.... h'm....
niet bijzonder frisch....''
„Dat zijn de sneedjes brood met kaas
viel Jeremias ineens uit. „Zij zijn door
Meta klaargemaakt. Och, die goeie, lieve
Meta.... Wat een oplossing, wat een bui- 1
tenkansje! Dat zal mijn lieveling 't eerst
wetenI" J
„Wat 'n surprise!"
KALENDER DER WEEK
ZONDAG 4 Dec. 2e Zondag v. d. Advent.
Mis: Popuius Sion. Goen Gioria. 2e gebed
v. d. H. Betrus (Jhrysologus, Bisschop, Be
lijder en Kerkieeraar; 3e v. d. H. Barbara,
Maagd en Martelares. Prefatie v. d. Allerli.
Drieeenueid. Kleur: Paars.
Laten wij vandaag ons verblijden over
hetgeen tot ons gezegd wordt (Alleluja met
vers). „Toon ons, Heer, Uw Heil", was ons
verzuchtend gebed op den vorigen Zondag.
En als antwoord ontvangen wij de vexzexe-
ring: „Volk^ van Sion (Gods uitverxoren
volk) zie de Heer zal komen" (introïtus;
Graduaie; Oommuni). En gelijk gesch.even
staat zal Hij komen besturen de volkeren,
die op Hem hopen en nen vervullen met
vreugde en vrede en met de kracht van
Zijn Geest (Epistel). Komt, laten wij: do
heiligen, Zijn volk, dat met Hem een ver
bond mocht sluiten, door het H. Kruis
offer bezegeld, ons voor Hem verzamelen
(Graduaie). Neen wij verwaenten geen an
deren dan Christus, want in Hem zien wij
de voorspellingen van de Profeten over den
Verlosser vervuld. (Evangelie). Met n g
grooter vurigheid en verlangen bidden wij
dan ook weer vandaag: „Toon ons Heer,
Uw Heil (Offertorium). Kom ons te hulp.
Leer ons het aardsche verachten en het
Hemelsohe beminnen. Wek onze harten
op, om ze voor te bereiden op de komst
van Christus". (Gebed; Ötilgebed; Postoom-
munio).
MAANDAG 5 Dec. Mis v. d. vorigen Zon
dag: Populus Sion. Geen Gloria. 2e gebed
v. d. H. Babbas, Abt; 3e voor alle overle
denen (Uit het eeiste Requiemformulier);
4e ter eere van Maria (Deus, qui). Na het
Graduale wordt het Alleluja met vers niet
gebeden. Geen Credo. Gewone Prefatie.
Kleur: Paars.
DINSDAG 6 Dec. Mis v. d. H. Nicolaas,
Bisschop en Belijder: Statuit. 2e gebed v.
d. dag (d.i. v. d. vorigen Zondag. Dit geldt
voor de geheele week). Geen Credo. Ge
wone Prefatie. Kleur: Wit.
De groote wonderdoener v. h. Oosten,
de H. Nicolaas, werd geboren te Patara
in Lycië. Na den dood zijner vrome ouder»
erfde hij hun belangrijk vermogen. Nicolaas
deelde dat uit aan de armen en wijdde zich
zeiven aan God toe. Op een pelgrimsreis
naar hel H. Land stilde hij op wonderbare
wijze (door een berisping) een storm, welke
hij had voorspeld. Als bisschop van Myra
was hij een bijzonderen steun voor wedu
wen en weezen, die hij met raad en daad
en geldelijben steun bijstond. De Heilige
wordt ook aangeroepen als de Patroon van
zeehavens, zeelieden, kooplieden en reizi
gers. Ook van kinderen en dit verband
met het wonder, dat van hem verhaald
wordt, n.l. dat hij drie kinderen, door een
onmensch geslacht, door een enkel kruis-
teeken weer levend gemaakt heeft. Meestal
zien wij den Heilige afgebeeld in bisschop
pelijk gewaad, naast zioh een tobbe, waarin
de kinderen.
WOENSDAG 7 Dec. Vigilie voor het
feest van Maria's Onbevlekte Ontvangenis.
Mis v. d. H. Ambrosius, Bisschop en Belij
der: In medio. 2e gebed v. d. dag; 3e v. <L
Vigilie. Gewone Prefatie. Kleur: Wit.
Ook is geoorloofd de H. Mis v. d. Vigilie:
Venite. Geen Gloria. 2e gebed v. d. H. Am
brosius; 3e v. d. dag. Geen Credo. Gewone
Prefatie. Kleur: Paars.
Ambrosius, geboren te Trier, studeerde
te Rome. Later werd hij aangesteld als
Prefect van Ligurië. Groot was de oneenig-
heid tusschen de Katholieken en de Arianen
(een kettersche sekte) bij den dood van den
bisschop van Milaan. Als prefect trachtte
Ambrosius de partijen tot verzoening te
brengen. Bij gelegenheid eener bijeenkomst
in een kerk, waar ook Ambrosius was, riep
een kind: „Ambrosius moet bisschop wor
den". Het volk van Milaan beschouwde
dien uitroep als een teeken van boven en
koos Ambrosius tot bisschop. Ambrosius
bood weerstand, maar deze werd tenslotte
overwonnen. Hij werd gedoopt, ontvH? de
heilige wijdingen en ten laatste de H. Bis
schopswijding. Als bisschop verdedigde tiij
met kracht de kerkelijke tucht en vele ket
ters bekeerde hij tot het ware geloof, on
der wie de H. Augustinus.
DONDERDAG 8 Dec. Feestdag van Ma
ria's Onbevlekte Ontvangenis. Mis: Gau-
dens. 2e gebed v. d. dag. Kleur: Wit.
Vandaag herdenkt de H. Kerk het geheel
eenig voorrecht van Maria, dat zij, met het
oog op de verdiensten van Jesus Christus,
bevrijd is gebleven van de erfzonde. Deze
leer, altijd geloofd, is 8 Dec. 1854 door Pius
IX z.g. tot geloofswaarheid verheven.
„Geheel schoon zijt gij, Maria, en de
smet der erfzonde is niet in u. Trek on9,
onbevlekte Maagd, opdat wij u mogen vol
gen in den geur uwer deugden".
VRTJDAG 9 Dec. Mis v. d. 2en dag onder
het octaaf: Gaudens. 2e gebed v. d. dag;
3e tot den H. Geest. Kleur: Wit.
„Gezegend zijt gij, o Maagd Maria, door
den Heer den Allerhoogsten God, boven
alle vrouwen op de aarde".
ZATERDAG 10 Dec. Mis v. d. 3en dag
onder het octaaf: Gaudens. 2e gebed v. d.
dag; 3e v. d. H. Melchiade»; 4e voor den
Paus. Kleur: Wit.
„Uwe onbevlekte Ontvangenis, Maagd'
Maria en Moeder van G-od, heeft vreugde
verkondigd aan geheel de wereld".
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria en Credo. Vanaf Donder
dag de Prefatie van Maria (invullen: En U
om de Onbevlekte Ontvangenis).
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve
MAANDAG. Mis v. d. Z. Nicolaas van
Tavilei, Martelaar: Laetabitur. Gloria. 2e
gebed v .d. dag; 3e v. d. H. Sabbas. Kleur:
Rood.
VRIJDAG. Mis v. d. Z.Z. Elisabeth de
Goede en Delphina, Maagden: Virgines.
2e gebed v. h. octaaf; 3e v. d. dag.
ZATERDAG. Mis v. d. Z. Petrus van
Siëna, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. h.
octaaf; 3e v. d. dag; 4e v. d. H. Melchia-
des; 5e voor den Paus.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.