VERSLAG DER TWEEDE KAMER.
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1932
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
De Begrooting van Defensie - Wijzigin
gen in de Lager Onderwijswetten.
In de avondvergadering van Dinsdag 1
en Donderdag, die onderscheidelijk tot on
geveer en tot ruim 4 uur hebben geduurd,
is de begrooting van Defensie afgehan
deld. Wanneer men het feit uitzondert dat
deze keer niet minder dan 7 sociaal-demo
cratische sprekers aan de debaten hebben
deelgenomen, kan men zeggen, dat de be
handeling v. deze begrooting weinig of geen
nieuws heeft opgeleverd. Van sociaal-demo
cratische zijde werd natuurlijk weer de een
zijdige ontwapening bepleit. Op zichzelf
zou men dat kunnen eerbiedigen maar de
argumenten, die de heeren Zadelhof, K.
ter liaan en Drop, allen S.D.A.P., aan
voerden, doen toch wel onaangenaam aan.
Zij betoogen, dat ons leger in 1914 abso
luut niet in staat was onze neutraliteit te
handhavendat wij ook thans niets kun
nen doen en ons volk moet worden bevrijd
van den waan dat het anders zou zijn; dat
onze vloot uit oud roest bestaat enz. enz.
Gesteld eens, dat dit alles juist ware, wat
het niet is, en wat door den Minister op
krachtige wijze werd tegengesproken, dan
nog zouden de sociaal-democraten zich
moeten onthouden van het aanvoeren dezer
argumenten om de eenvoudige reden, dat
zij het juist waren, die ten allen tijde geen
poging onbeproefd hebben gelaten, om te
zorgen, dat leger en vloot in dien toestand
geraken. Zij geven daarmee feitelijk een ar
gument in handen aan die leden, die juist
van oordeel zijn, dat er te veel bezuinigd
wordt, want die zijn er ook. Wij noemen
slechts de heeren Zandt (St. Gr.), Pee
reboom (Herv. Ger.), L a n g m a n (C.H.),
A m e 1 i n k (A. R.) en Duymaer
van Twist (A.-R.), die allen op hun ma
nier voor een goed ingericht leger en een
behoorlijke vloot opkwamen en van wie er
verschillende waren, die de Ministerieele
bezuinigingen bedenkelijk achtten. Juister
is dan ook het standpunt van den sociaal-
democratischen domine F a b e r, die op
principieele gronden ontwapening bepleit
te. Wat de drie overige sociaal-democrati
sche sprekers aangaat: de heer Schaper
beweerde, dat Nederland per hoofd der
bevolking meer aan militaire uitgaven be
steedt dan eenige ander land. Dit zal, geloo
ven wij, moeilijk waar te maken zijn. De
heerf Cramer bestreed een verhooging
van de kosten, die Indië voor de vloot zou
moeten betalen; hij wilde veeleer dat In
dië zou worden ontlaat. De laatste sociaal
democratische spreker de heer v. d. Hou-
ven viel wel geheel uit de rol ?an bezui
nigen op de vloot, welke de sociaal-demo
cratische fractie tracht te spelenwant hij
hield een betoog tegen een belangrijke be
zuinigingsmaatregel van den Minister: de
opheffing der marinewerk te Hellevoet-
sluis. Wanneer men bedenkt, dat daar veel
sociaal-democratische arbeiders werken,
zal men misschien op het spoor komen, dat
kan leiden tot de oplossing van het raad
sel, waarom deze heeren een motie voor
stelden tot behoud van de werf van Helle-,
voetsluis en waarom de geheele sociaal-de-
mecratische fractie daarvoor stemde.
Van Katholieke zijde hebben de heeren
C. v. d. Bilt en Schaepman het
woord gevoerd, de eerste een tegenstander,
de tweede een voorstander van de concen
tratie der marineopleiding in Nederlandsch
Indië. De heer Schaepman hield ook een
pleidooi voor het vooroefeningsinstituut en
drong er bij den Minister op aan de voor-
geoefenden dicht bij hunne woonplaatsen
in te deelen. De Minister van Defensie
verklaarde zich een vriend van hek voor
oefeningsinstituut doch geloofde niet dat
dit groote schade leed door de inlijving der
voorgeoefenden buiten de omgeving der
woonplaats. Zou hem het tegendeel blijken,
dan zou hij daarin zeker verandering bren
gen. De Minister zette uiteen, dat hij
herhaaldelijk gelden die hem waren toege
staan, o.a. die voor den flotijeleider, niet
heeft gebruikt wegens den toestand van
's lands schatkist. Hij wilde den heer v. d.
Bilt gaarne toezeggen, dat hij ook de
100.000 gulden voor een nieuwe onderzee
boot niet zou besteden indien de toestand
van 's rijks financiën zich daartegen zou
verzetten. De belangrijke bezuiniging door
de opheffing van de marinewerf te Helle-
voetsluis wilde de Minister natuurlijk niet
De motie v. d. H ou ve in om het besluit
tot opheffing der Rijkswerf te Hellevoet-
sluis uit te stellen werd verworpen met 55
tegen 28 stemmen; het amendement-Drop
om de 100.000 gulden voor de onderzeeboot
van de begrooting af te voeren werd ver
worpen met 56 tegen 33 stemmen. Ten
slotte werd de begrooting aangenomen met
54 tegen 31 stemmen.
De daarna voortgezete beraadslagingen
over het noodwetje tot herziening van de
Lager-Onderwijswet bewogen zich vrijwel
binnen de grenzen van de Donderdag ge
voerde debatten. Wanneer men ten minste
uitzondert de door den heer L a n g m a n
(C.-H.) voorgestelde plannen om wachtgel
ders en acte-bezitters uit betere standen
in de scholen werkzaam te stellen, ten
einde zoo te kunnen bereiken, dat de klas
sen niet zouden behoeven te worden ver
groot. Daarvoor voelde echter blijkbaar
niemand en de heeren Ketelaar (V. D.)
en B e u m e r (A.-R.) wezen dit denkbeeld
zelfs formeel af. Eerstgenoemde erkende,
dat dit ontwerp minder slecht kon worden
gevreesd verdedigde nog eens de gediffe
rentieerde leerlingenschaal en herinnerde
er aan, dat deze thans slechter is dan die
van 1878,' wat den heer B e u m e r de vraag
ontlokte, of de heer Ketelaar dan ook de
bezoldigingsschaal van dien tijd terug zou
wenschen. Met de vorige socialistische
sprekers stelde ook mej. Groeneweg
zich op het standpunt, dat het Lager On
derwijs buiten besparing moet blijven, wat
den Minister van Onderwij s er
toe bracht, de beteekenis van de overige
takken van onderwijs voor ons geheele
volk nog eens te onderstreepen.
Het hardst hadden het bij deze debatten
de Vrijheidsbonders en speciaal mej. W e s-
terman te ontgelden. De heer T i 1 a n u s
(C. H.) wees reeds op de tegenstelling tus-
schen den bezuinigings-aandrang dezer
fractie en hare houding tegenover dit wets
ontwerp. Deze spreker scheen verkeerd be
grepen te hebben wat de heer heer S u-
ring den vorigen dag had gezegd over
de financieele gelijkstelling voor het bui
tengewoon onderwijs. Hij scheen te mee-
nen, dat deze reeds bestaat doch vergat
daarbij dat voor bepaalde categorieën, met
name voor doofstommen en blinden die ge
lijkstelling niet aanwezig is. Daarom ver
wachten wij, dat de heer Tilanus op dit
punt nog wel tot een ander inzicht zal ge
raken. Het meest moesten de Vrijheidsbon
ders het ontgelden van de zijde van den
heer Beumer (A.-R.) die mej. Wester
man weliswaar op allerminzaamste, maar
niettemin op zeer pijnlijke wijze in tegen
spraak bracht zoowel met hare huidigen
leider als met den vroegeren leider van den
Vrijheidsbond, den heer Dresselhuys. die
in 1924 zelfds een bezuiniging van 12 1/2 mil-
lioen op het onderwijs onvoldoende achtte.
Ook de M i n. v. O n d e r w ij s verbaasde
zich over de verhouding van den Vrijheids
bond die bij monde van den heer Knotten
belt bij de algemeene beschouwingen over
Hoofdstuk I, de Regeering zelfs in gebre
ke had gesteld, omdat zij te weinig bezui
nigde, en die thans een reëele bezuiniging
van 61/2 millioen wilde prijs geven voor
vogels in de lucht. De poging van den heer
Knottenbelt en van mej. Westerman, om
zich uit deze klem te redden, mislukte jam
merlijk.
Alle artikelen van het ontwerp behalve
het artikel 2 en 13 werden zonder hoofde
lijke stemming aangenomenover deze ar
tikelen en over het wetsontwerp zelf zal
Dinsdag a.s. worden gestemd.
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
WIJZIGINGEN IN DE BEGROOTING.
In aansluiting aan het medegedeelde in
den brief ten geleide van de ontwerp-be-
grooting voor den dienst 1933, bieden B. en
W. den Raad aan een staat tot wijziging
van de begrooting voor 1932, betreffende
de op den gewonen dienst te verwachten
hoogere uitgaven, voornamelijk voor armen
zorg en werkloozensteun, alsmede een voor
stel tot intrekking van de raadsbesluiten
inzake de uitvoering van de verschillende
werken, welke op het z.g. urgentie-plan
geen plaats konden verkrijgen, gepaard
gaande met afvoering voorzoover nog
noodig van de desbetreffende posten van
den kapitaaldienst.
De wijzigingen betreffen:
A. Gewone dienst.
Verhooging van de subsidie aan
de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulp
betoon (thans 280.500) met 160.000
Verhooging van den post „On
dersteuning van wekloozen"
(thans 270.000) met 280.000
Verhooging van de subsidie aan
de vereeniging „Schoolkin
dervoeding en -kleeding" met 9.600
449.600
In de dekking van deze bedragen wordt
voorzien op de wijze als is aangegeven in
den geleidebrief, t.w. door:
lo. hoogere winst van de Sted.
Lichtfabrieken (Gasfabriek
36.645, Electriciteitsfabriek
68.579) in verband met de voor
genomen afschrijvingen ten
laste van het. vernieuwings
fonds en de buitengewone af
lossing van verstrekt kapitaal
aan de gemeente 105.224
2o. beschikking over de in 1931
uit de winst der Lichtfabrie
ken afgezonderde reserves
(Gasfabriek ƒ35.000, Electrici
teitsfabriek 140.000) 175.000
3o. beschikking over een gedeel
te van de Algemeene Reserve 119.376
4o. hoogere rijksbijdrage in de
steunverleening aan uitge
trokken werkloozen (de ver
hooging van den steunpost be-
dus netto ƒ230.000) 50.000
l# 449.600
B. Kapitaaldienst.
lo. De hiervoor genoemde buitengewone
aflossingen door de Lichtfabrieken aan de
gemeente, zijn tot een bedrag van 136.923
voor de Gasfabriek en van 231.167 voor
de Electriciteitsfabriek in ontvangst ge
bracht.
2o. De volgende buiten uitvoering blij
vende werken, werden niet door Gedepu
teerde Staten goedgekeurd
a. Zuidelijk rioolgemaal bij do Geere-
gracht;
b. Persleiding rioolgemaal bij de Geere-
gracht;
Ten aanzien van deze werken komen dus
formeel op de begrooting geen posten voor
en behoeft derhalve slechts intrekking van
de desbetreffende raadsbesluiten plaats te
hebben.
3o. De volgende niet in uitvoering ko
mende werken werden wel door Gedepu
teerde Staten goedgekeurd:
a. aansluiting wijk XII aan de centrale
rioleering;
b. verbetering verbinding tusschen de
Geeregracht en Jan van Houtbrug;
c. stichting rêcreatiegebouw Endegeest
ca.;
d. bouw van een gymnastieklokaal school
Maresingel.
KENTERING.
Micky Mouse krijgt ge niet te zien; en
ook geen cowboys; en er wordt ook niemand
doodgeschoten. Desondanks is de film
„Kentering" buitengewoon belangrijk
Zeg nu niet: „de adviseur zegt dat, om
dat hij nu eenmaal reclame moet maken".
Neenik zeg het, omdat ik de film reeds
in Utrecht heb gezien. Zoowel de inhoud
als de monteering is iets zeer goeds. Een
film, gemaakt vooi arbeiders en (goed
deels) door arbeiders. Een documentatie
van den groei der arbeiders-beweging, een
film, die thans reeds ver buiten arbeiders
kringen óók de z^er bizondere aandacht
trekt. Technisch-mooie vondsten zult ge
erin vinden. Let eens op de uitbeelding van
't brood-snijden van moeder de vrouw,
dooreengemengd met 't metaalsnijden door
vader; let eens op 't naar-Rome-fladderon-
de duifje; op de verplette roos; op de over
zichtelijke wijze, waarop de oprichting der
Katholieke arbeidersvereenigingen in ons
land wordt aanschouwelijk gemaakt, 't Be
langrijkste van de film „Kentering" is ech
ter datgene, wat ge er niet in zien kunt
maar wat u wordt gesuggereerd!
't Is dit: de film geeft u te zien de kracht,
den groei van den georganiseerden arbei
ders-stand ia 't ver 1 eden. Maar de film
wijst u óók naar de toekomst. De film
zegt u: Ziedaar hoe een vorige generatie
streed! Ziedaar uw voorbeeld!! Veel is
bereikt maar nog la n g niet alles!!
Wees ook gij zoo krachtig; laat uw
idealisme niet weg-knagen door de wan
gunst der tijden; wees paraat, opdat zoodra
ook maar eenigszins een kentering der
tijden te bespeuren zal zijn, gij zult kun
nen voortbouwen op de Basis, die in de laat
ste 40 jaren werd gelegd.
Een arbeider, die de film „Kentering"
niet heeft gezien, is niet op de hoogte van
zijn tijd. Hij kan niet meepraten over de
vragen van den dag!l
Zie de advertentie in 't zelfde nummer
van dit blad. -
E. REYNEN, Rector.
De onder sub a èn b vermelde werken
kwamen reeds op de begrooting 1931 voor;
in verband met het urgentieprogram wer
den zij eenter bij het sluiten van den
dienst 1931 niet naar den dienst 1932 over
gebracht, zoodat ook te dezen aanzien kan
worden volstaan met intrekking van de
raadsbesluiten totuitvoering van deze
werken. Alleen moet. de voor verbetering
van de verbinding tusschen de Geeregracht
en de Jan -van Hoiitforug beschikbaar ge
stelde som van 17.200.welke ten bate
van den dienst 1931 was afgeschreven van
het „Eonds voor Stads verbetering en So
ciale doeleinden", weder aan dat fonds
worden toegevoegd.
Volledigheidshalve wordt nog medege
deeld, dat van de voor aansluiting van wijk
XII aan de oentrale rioleedihg beschik
baar gestelde som van 70.000.reeds
760.69 wegens voorbereidende werkzaam
heden, ten laste van 1931 was uitgegeven.
De post inzake de vergrooting van het
gymnastieklokaal van de school aan den
Maresingel groot 8.000.kwam reeds op
de primitieve begrooting 1932 voor en moet
dus worden afgevoerd.
De stichting van het recratiegebouw voor
Endegeest c.a. werd alleen op de bedrijfs-
begrooting en niet levens op de gemeento-
begrooting geregeld,, vermits het in de be
doeling lag de op f83.000.geraamde kos
ten uit de middelen van het afschrijvings-
en vernieuwingsfonds "te betalen. Daarom
moet, behalve töt intrekking van het be
sluit tot den bouw, öók tot wijziging van do
bedrijfsbegrooting 19321 worden besloten.
Op grond van een en ander geven B. en
W. den Raad in overweging over te gaan
tot:
A. intrekking van dê navolgende raads
besluiten:
lo. het raadsbesluit van 3 Augustus 1931,
(Ingek. Stukken No. 191) inzake de aan
sluiting van wijk XII aan de centrale rio
leering, voorzoover ter zake geen uitga
ven zijn gedaan;
2o. het raadsbesluit van 30 November
1931, (Ingek. Stukken No. 278) in zake den
bouw van het Zuidelijk rioolgemaal der
oentrale rioleering op het terrein tusschen
de Geeregracht en het Plantsoen en de
verbetering van de verbinding tusschen de
Geeregracht en de Jan van Houtbrug;
3o. het raadsbesluit van 15 Februari 1932,
(Ingek. Stukken No. 38) in zake het leggen
van een persleiding van het Zuidelijk riool
gemaal der centrale rioleering;
4o. het bij de begrooting 1932 genomen
besluit in zake het vergrooten van het gym
nastieklokaal van de school aan den Ma
resingel;
5o. het raadsbesluit d.d. 21 Maart 1932,
(Ingek. Stukken No. 54) betreffende den
bouw en de inrichting van een recreatie-
gebouw met rijwielbergplaats c.a. op het
terrein van het gesticht „Endegeest".
Aan de Raadsagenda van a.s. Maandag
is nog het volgende punt gevoegd: Voor
stel tot aankoop van de perceelen Lange
Bouwelouwensteeg No. 35 en Lange Para
dijssteeg No. 46.
Aankoop perceelen.
Met College van B. en W. heeft in open
bare veiling de hand kunnen leggen op de
perceelen Lange Bouwelouwensteeg No. 35
en Lange Paradijssteeg No. 46, voor resp.
310.en 245.Aangezien beide per
ceelen zijnbegrepen in het bij den Raad
aanhangige onteigeningsplan en de genoem
de prijzen aannemelijk kunnen worden ge-
aeht, is aankoop, aldus B. en W., gewenscht.
Adres aan den Raad.
Door den heer W. K. Bekooy alhier is
aan den raad dezer Gemeente volgend
adres gezonden:
Ondergeteekende neemt de vrijheid» zich
ten tweede male tot uwen Raad te wen
den naar aanleiding van het door B. en
W. aan uwen Raad uitgebrachte prae-
advies inzake zijn per 8 October 1932 in
gediend adres.
Erkentelijk voor uwe beslissing, geno
men in uwe vergadering van 10 October
1932, waarbij u zijn adres voor prae-advies
naar B. en W. verwees, mocht door hem
niet anders worden verwacht, dan dat dour j
B. en W. de bezwaren, welke hij u in zijn
adres uiteenzette, grondig zouden worden
onderzocht.
B. en W. deden dit evenwel niet en bie
den thans uwen Raad een prae^idvies aan,
waarin zij zonder meer mededeelen, dat
twee hoofden van dienst zijn beweringen
ontkennen en dat derhalve zijn adres als
afgedaan kan worden beschouwd.
Ondergeteekende moge u in allen ernst
vragen, of dit nu een behandeling, laat
staan een berechting, van zaken is.
Zonder hem zelfs met één woord te lioo-
ren ,of hem op eenigerlei wijze in de ge
legenheid te stellen zijn standpunt tegen
over de betrokken ambtenaren te verdedi
gen, worden alleen deze ambtenaren (en
dat nog wel schriftelijk) gehoord en op hun
gezag zijn zaak als afgedaan beschouwd.
Ondergeteekende wenscht de aandacht
op deze eenzijdige, haast schreef hij pat-
tijdige, behandeling dezer zaak met nadruk
te vestigen. Waar hij dus door B. en W.
geheel werd uitgesloten van zelfverweer,
verkeert hij in de noodzakelijkheid zich
I andermaal tot uwen Raad te wenden in
het vertrouwen, dat alsnog door uw col
lege aan hem recht gedaan zal worden.
Tegenover de betrokken ambtenareu
houdt ondergeteekende onverkort staan-
i de, dat hem via den aannemer van zijn te
verbouwen keuken op 17 October 1930 t3
medegedeeld, dat tegen de door hem op
11 October 1930 aangevraagde Bouwver
gunning, vergezeld van bestek en teehe-
ning, geen bezwaren zouden rijzen en der
halve met de voorbereidende werkzaam
heden kon worden aangevangen.
Dat op grond van deze mondelinge toe
zegging materialen zijn aangeschaft en on
derdeden der verbouwing in gereedheid
zijn gebracht.
Dat op 3 November 1930 hem door B. en
W. werd bericht, dat de Bouwvergunning 3
weken werd verdaagd, welke verdaging den
24sten November weder met drie weken
werd verlengd.
Dat hij inmiddels een uitnoodiging ont
ving tot een bespreking met den Hoofd
ambtenaar van Gemeentewerken, die hem
de ontstellende tijding bracht, dat alleen
dan de Bouwvergunning zou worden ver
strekt, indien hij zijn 25 M2. grond (door
B. en W. in hun prae-advies een strookje
grond genoemd), liggende voor zijn perceel
Zijlsingel 16 en hem dienende tot bergplaats
zijner handwagens, zonder eenige schade
loosstelling aan de Gemeente wilde af
staan.
Dat ondergeteekende toen, gezien de kos
ten van aanschaffing, die reeds voor de
verbouwing waren gemaakt, uit noodzaak
heeft moeten teekenen tot het afstaan van
zijn wettig eigendom, zal uwen Raad wel
duidelijk zijn.
Hij ontkent ten stelligste, hetgeen door
de betrokken ambtenaren in het praeadvies
wordt beweerd, als zou hij met de eigenlijke
verbouwing zijn aangevangen, vóórdat de
schriftelijke Bouwvergunning in zijn be
zit was.
Deze vergunning ontving hij den 31sten
December 1930, waarop eerst den 12den Ja
nuari 1931 met het sloopen een aanvang
werd gemaakt. Gelijktijdig is hiervan door
den aannemer kennis gegeven bij Bouw
en Woningtoezicht.
Den 19den Januari 1931 werd hij boven
dien nog „verrast" met de mededeeling, dat
hij voor overdracht en royement respectie
velijk 10.30 bij de Gemeente en 25 bij
den Notaris had te brengen.
Indien de gemeente op zoodanige wijze
als bij ondergeteekende geschiedde, zich
den grond toeeigent van haar ingezetenen,
en dat nog w^l bij aparte verordeuing, dan
aarzelt ondergeteekende niet deze daad
beneden de waardigheid van een Gemeen
tebestuur te noemen en spreekt hij het ver
trouwen uit, dat uw college, met ter zijde
stelling van deze verordening, hem alsnog
schadeloos zal stellen.
Door het Raadslid den heer Vos is het
volgende voorstel ingediend:
Aan de Raad der Gemeente Leiden stelt
ondergeteekende voor
In de Verordening, regelende het open
baar bewaarschoolonderwijs in de gemeen
te Leiden:
in art. 4. al. 1. het woord negen te ver
vangen door acht,
in art. 4. al 2. het woord negen te ver
vangen door acht, en in plaats van:
en drie tot de overige meerderja
rige inwoners der gemeente" te lezen:
en twee tot de overige meerderjarige
inwoners der gemeente, van welke twee
één moet behooren tot de voorstanders van
openbaar en één tot de voorstanders van
bijzonder onderwijs.
in art. 4. al. 4. het woord d r i e te ver
vangen door vier.
in art. 4. al. 6. het woord drie te ver
vangen door twee.
aan art. 4. al. 5. toe te voegen: „indien
zij nog voldoen aan de vereischten, ge
noemd in art. 2 van dit art.
in art. 11, al. 1. het getal 1.000.te
vervangen door 1.200.en het woord
v ij f door drie.
in art. 11, al. 3 te vervangen door:
„Indien een onderwijzeres optreedt ter
vervanging van het hoofd der school, wordt
zij gedurende dien tijd beloond naar de
jaarwedde van het te vervangen school
hoofd".
in art. 12. het getal 1.000.tc vervangen
door 1.200.
PASTOOR HEUMANN'S
GENEESMIDDELEN
steod6 voorradig in hot Alleen-depot:
Centraal Apotheak „9e
DEN HAAG
Tolof. 109C
liet grooto PAS^OOl]
352 Madzjjdon, I"
gratis en frafl
adres inzendt aan
L. M EU MA Nil en Co.
Amsterdam 32 ktaaikade 5
Gelieve af te scheuren! Duidelijk schrift!
Do geheel kostelooze toezending vaneen
Pastoor Heumnnn Boek wordt ge
VEREENIGING TOT BEVORDERING DER
BOUWKUNDE
Lezing van deil heer W. de Bruijn
In de 243e vergadering van de Vereeniging
lot bevordering der Bouwkunst alhier, onder
voorzitterschap van den heer C. Kiljan, gis
teravond gehouden, heelt de heer W. de Bruyn,
binnenhuis-architect, alhier een lezing gehou
den over „Moderne vormgeving". Spr. begon
met het begrip „vormgeving" onder de loupe
te nemen. De mensch is in staat een bepaald
idee in de samenleving aan de stof mede te
deelen in tegenstelling met het dier, dat uit
sluitend een economische productie heeft. De
mensch is in staat kunst te produceeren.
Daarvoor hebben we verschillende hulpweten
schappen noodig, zooals de natuurwetenschap
en de philosophie. Kunstvoortbrenging kan
niet buiten de materie, is daaraan gebonden
en hangt daarvan af. Intusschen is de vorm
van een ding niet hetgeen we voor oogen
zien, maar de innerlijke structuur.
Bij de architectuur zijn er drie factoren,
waarbij rekening moet worden gehouden en
die met elkaar in overeenstemming moeten
worden gebracht, n.l. het materiaal, waarmee
een ding wordt opgebouwd, de vervaardi-
gingsmethode en het doel van het ding, dat
gemaakt moet worden.
De moderne vormgeving berust uitsluitend
op een meerdere kennis van het materiaal.
Aan de hand van een aantal voorbeelden toon
de spr. aan dat de ontwikkeling van deze ma
teriaalkennis groote invloed heeft gehad op de
voortschhrijding van de architectuur.
In het overgangstijdperk naar de moderne
vormgeering zien we verschillende misgrepen,
omdat men met nieuwe materiaal oude vor
men wilde nabootsen. Toen verrees als een
lichtpunt de beurs van Berlage, die een alge-
heele ommekeer in de architectuur teweeg
bracht. Men is daarna min of meer te hooi en
te gras gaan werken. De modernen hebben ge
grepen naar ruimte-composities (Dudok) Bij
hen was alles ruimtekunst, zonder eenige plas
tiek. De Klerk e.a. hebben het meer gezocht in
de plastiek en daarin uitsluitend. Een derde
groep zou spr. willen noemen: de groep van
de landhuisjes. Deze groep zocht naar een
nieuwe vorm, maar kon geen nieuwe vorm
maken en werd negatief door te grijpen naar
het Engelsche landhuis (Kropholler). De ar
chitectuur wordt daarmee niet verder gehol
pen. Spr. behandelde daarna de functioneelen,
die het meer zoeken in de richting van het
doel. In dit verband behandelt spr. de ge
wapend betonbouw, die naar zijn meening een
groote omwenteling zal teweeg brengen. Het
feit, dat de trekspanningen in onzen tijd kun
nen geregeld worden, houdt mogelijkheden lo
zich voor een bijzondere vormgeving.
Na de pauze behandelde spr. meer spe
ciaal de interieurkunst en daarbij in 't bij
zonder de stoel. De vorm daarvan is in de
eerste plaats afhankelijk van het doel. De
vorm van den stoel moet zich plooien naar den
vorm van het lichaam van den mensch. Ton-
net heeft in dit opzicht een belangrijke ont
dekking gedaan, toen hij de mogelijkheid ont
dekte van het buigen van gekookt beuken
hout. Aan de hand van een aantal lantaarn
plaatjes ook voor de pauze had spr. er ter
toelichting verschillende doen vertoonen liet
spr. zien het verloop van verschillende pogin
gen om te komen tot het vervaardigen van
een goede stoel, terwijl hij tenslotte de inte
resse van zijn hoorders trachtte te winnen
voor het stalen meubel, omdat er geen stoel
is die beter zit en beter aan zijn doel beant
woord dan de stalen stoel.
Op de rede van den heer de Bruyn volgde
een dankbaar applaus. De voorz. zette de dank
der vergadering in woorden om.
Daarna werden nog eenige huishoudelijke
zaken afgedaan.
ACADEMIENIEUWS
LEIDEN. Geslaagd:
candidaats-examen Godgeleerdheid de hee
ren A. Dronkers (Den Haag) en S. Riemens
(Leiden);
candidaats-examen Rechtsgeleerdheid me}.
A. C. C. Kool (Alkmaar) en de heeren F. Frer-
ker (Leiden) en J. V. Schavesande (Den
Haag)
econom. doctoraal examen Indologie de heer
P. C. van der Valk (Amsterdam);
candidaats-examen Nederl. Letteren mej. C.
van Hille (Den Haag).