HUIZE„ST .AGNES" 4A fERDAG 26 NOVEMBER 1932 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 AFD1EL1NG LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND Deze rubriek verschijnt dee Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en mededeeJingen te nohten aaD één der redaotieledenMejuffrouw Jo van der Laan, Rynsburgerweg 80. Leiden; Zr. L van den Abeelen. Willem «de Zwijger laan 25, Uegstgeestj Mevr. Fehmers—Boer—Knottnerue, Warmonderweg 37. ZATERDAG 26 NOVEMBER. Vooravond van den laten Zondag in den Advent. De eerste woorden van den Introitus der H. Mis op den eersten dag van het Kerke lijk Jaar geven ons een heerlijke uitleg hoe wij moeten bidden: „Tot U, mijn God, ver hef ik mijn ziel". Laten wij met aandacht toch die liturgi sche teksten volgen, zij zijn zoo rijk aan vermaningen. Alles wekt de ziel op tot een vast vertrouwen in Jezus, Die met macht zal opstaan om ons te verlossen, die onze zonden zal vereffenen. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. A.8. Donderdag 1 Dec. 's avonds 8 uur in de Kleine Stadszaal ledenvergadering. Onze geestelijke adviseur, de eerwaarde rector Reynen, zal dan een lezing houden, over de reis van Nazareth naar Bethlehem. Het koortje van mej. Jo Kortmann zal toepasselijke kerstliederen zingen waarvan de beknopte tekst u allen zal uitgereikt worden. Hopelijk zullen velen van ons door haar opkomst toonen hoezeer wij al len het op prijs stellen, als onze geestelijke adviseur ons van zijn kennis en gaven wil komen mededeelen. Openingsrede van mej. Tooe Poet op de Diocesane Najaarsvergadering gehouden te Amsterdam 1.1. Maandag. In de vergadering van den Dïoc. B. K. Vrouwenbond in het bisdom Haarlem te Amsterdam gehouden, heeft de voorzitster mej. Toos Post een openingswoord gehou den waarin zij den vooruitgang en de re organisatie in den R.-K. Vrouwenbond be handelde. Tot onze vreugde, zoo ving spreekster aan, vernamen we, dat in meerdere afdee- lingen van den Vrouwenbond het ledental beduidend stijgende is, ondanks de crisis. Rotterdam won in het laatste half jaar meer daa 500 nieuwe ledenDordrecht 120; Den Haag mocht ook onlangs op le denvergaderingen een lijst vol nieuwe le den noteeren.... Zoo zouden meer voor beelden zijn te noemen. Uit verschillende afdeelingen vernamen we, dat ook een crescendo is te bespeuren in het vergaderingbezoek en verschillende acties in het vorige seizoen bijzonder slaag den. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de ac ties tot meer invoering van de kerstkribbe in de gezinnen en hetgeen in meedere af deelingen voor werklooze gedaan werd. Het rapport daarover door de Federatie uitgegeven, waarin nog meerdere moge lijkheden tot hulpverleening zijn ontvouwd, is u thans toegezonden. Verder memoreeren we dankbaar de steeds bloeiende bakeropleiding en de uit zending van den Vrouwenbond afd. Am sterdam, vervolgens het tot stand komen der nieuwe nijverheidsschool voor meisjes van de afdeeling Rotterdam. Sinds een jaar zijn de meeste congrega ties van vrouwelijke religieuzen bij de Fe deratie van katholieke Vrouwenbonden aangesloten, ongeveer 18.000 religieuzen, die ook werkelijk actieve belangstelling toonen voor ons Vrouwenbondswerk. En mogen we niet verheugd er aan her inneren hoe onze internationale Vrouwen bond, waarbij de zestigduizend leden van onzen Katholieken Vrouwenbond door on ze Federatie zijn aangesloten, den goeden invloed van de Katholieke vrouwenbewe ging in Genève deed voelen. Uit deze verschillende feiten mogen we toch we de conclusie trekken, dat het er nog zoo slecht niet uitziet in den Vrou wenbond als buitenstaanders, die zoo luid om „spoedeischende" reorganisatie roepen, wel meenen. En ik vraag me dan ook af: zijn zij werkelijk voldoende op de hoogte, ook wat ons Haarlemsche Diocees betreft? Ik heb gegronde redenen dat te betwij felen. Is ons Bondsleven dan zóó fleurig bloeiend over de gebeele linie, dat reorga nisatie op een of ander punt geheel over bodig zou zijn Och, welke bond, of beweging, die op eens als een macht uit den grond gestampt, toch bijna twintig jaren lang heeft arbeid, zal zich niet eens gedeeltelijk moeten her zien om in een sterk geëvolutioneerde maatschappij een tweede jeugd te kunnen beginnen. Maar het misverstand rond den Vrou wenbond is: dat door verschillende de re organisatie en dan nogal in verband met de jeugdbeweging al te gewichtig wordt voorgesteld, waardoor buitenstaanders wel eens den indruk zouden kunnen krijgen als of alles duf is in den Vrouwenbond, en eerst door de jeugdbeweging de Vrouwen bond wakker wordt geschud. Het vraagstuk van een gedeeltelijke re organisatie, die ik liever noemen zou: „verbreeding en verdieping", was reeds meer dan vier jaren geleden op verzoek van den Diocesanen Vrouwenbond in het bisdom Haarlem in onderzoek bij de stu dieclub „St. Paula", die daarover toen het rapport omtrent groepsindeelin? maakte. Bij de groepsindeeling was rekening gehou den met jonge leden, die de toenmalige jeugdorganisatie met 21 jaar heetten ont groeid. 'De groepen voor geestelijke ontwikkeling en sociale onderlinge hulp voor de leden, zijn een uitvloeisel van dat rapport. Ik ben er van overtuigd, dat, zoo dat initia tief goed slaagf, ook later de jonge leden, die van de jeugdorganisatie naar ons over komen, hierin een voortreffelijke dadenclub zullen ontdekken, arbeid, die liefde en per soonlijk offer vraagt. Laat ons wat de jeugdbeweging betreft, nooit vergëten, dat deze voor een deel is „opvoeding" tot goede vrouwen, terwijl de Vrouwenbond is levensverdieping in ar beid van volwassen vrouwen, gehuwden, zoowel al ongehuwden, wier tijd van op voeding voorbij heet te zijn. Maar daarom moet die organisatie van vrouwen ook anders zijn en anders werken, dan die van de jeugd, al behoort ook het: „alles herstellen in Christus", het leeken- apostolaat tot haar program. „Moet er scheiding tusschen gehuwde en ongehuwde leden in den Vrouwenbond?" Ook met deze vraag werd en wordt vooral door buitenstaanders geschermd. Maar ook hiervoor kunnen we wijzen op het prachtige, rapport van de Studieclub „St. Paula", die getoond heeft te begrij pen, dat belangen en interesse van ver schillende categorieën van vrouwen, op sommige punten wel wat uiteen kunnen loopen, maar geestelijke belangen, alge- meene vrouwenbelangen, en zelfs meer dere sociale, zoowel als huishoudelijke be langen voor beide groepen van dezelfde beteekenis zijn. Daarom en dat is nu juist de eigen aardigheid van een vrouwenorganisatie behooren allen in één bond. Wij zien haar ten eerste: als christinne, en als vrouw, daarna al moeder, of ongehuwde vrouw. Het moeilijke is ons Vrouwenbondspro bleem is: gelijktijdig de belangstelling te blijven behartigen van de vrouwen met soms ver uiteenwijkende ontwikkelings- raad. Eén organisatie voor de vrouwen uit al de maatschappelijke kringen. Maar op dit terrein willen, noch mogen we reorganisatie toelaten. Het rapport van „St Paula" heeft ook den weg gewezen om de groote eenheid bewarend toch de belangstelling van de afzonderlijke vrouwengroepen te boeien. Het ware te wenschen. dat alle, hoewel goed bedoelende, doch niet volkomen ter zake kundige vriendinnen en vrienden van den Vrouwenbond de kwestie van reor ganisatie (verbreeding, en verdieping) over lieten aan besturen van Federatie en Dio cesane Bonden. Zoo zou veel misverstand worden voorkomen. En misverstand kan tot schade worden. Laat het verleden van onzen Bond ons blijven bezielen voor de toekomst, hier en daar, waar zelfvertrouwen mocht ver flauwd zijn, dit verlevendigen. We hebben dankbaar te zijn om het ver leden. Als thans de jonge meisjes zoo fier en frank met vliegende vlaggen over de openbare straten trekken, en de vrouwe lijke jeugd heel wat meer bewegingsvrij heid en ontwikkelingsmogelijkheid geniet, dan die van een vijf en twintig jaar gele den, dan herinneren we ons met vreugde, dat ook onze katholieke Vrouwenbonden voor deze gezonde vrijmaking der vrouwen en meisjes hebben gestreden, ja soms phy- siek geleden. Wij hebben een kleine twin tig jaar geleden door onze deelname aan katholieke optochten en meetings op de openbare straat de baan vrij gemaakt voor de vrouwen en de meisjes. Thans zien we vreugdevol hoe de mo derne vrouw, ook de jeugd, oogst, wat door onze pioniersters is gezaaid. Wat door het dappere werk in het verle den is bereikt, moet in moeilijke uren moed geven voor de toekomst. „SANCTA VERONICA". Tegen Sint Nicolaaa heeft bijna ieder een het druk. En zoo ook Sancta Veronica. Zooveel bet in haar macht is, zal zij de Goede Sint helpen surprises te bereiden voor die kinderen, die anders dachten vergeten te worden. Wie wil medehelpen een kind gelukkig te maken en een moeder te troosten Stuurt een warm kleedingstuk naar Sanc ta Veronica, Pieterskerkkoorsteeg 15. Voor de vele, mooie, doelmatige klee- dingstukken, die het bestuur mocht ont vangen, zegt het hartelijk dank. De eerstvolgende zitting is niet 1 Dec., maar 8 Dec. van 35 uur, Pieterskerkkoor steeg 15. KERSTGAVEN. Wie in het Hemelsch heil slechts zieleredding ziet, Ziet wel zijn weg, maar 't hoogste vindt hij niet. Slechts wie. in liefde gaat en haar zijn leven wijdt, Wordt door God zelf na langen tocht, den Hemel ingeleid. De missienaaivereniging „St. Francis- cus Xaverius" die door het jaar heen, haar krachten besteed aan het maken van kinderkleertjes voor onze brume zusjes en broertjes, heeft, gezien de nood om ons heen, haar eigenlijke werk eenige weken gestaakt om met ons aller hulp, wat gezel lige practische kleedingstukken te ver vaardigen voor de kinderen der werkloo- VOORHOUT Pension Ie, 2e DAMES EN PROSPECTUS OP AANVRAGE -«I Directie: Zusters Franciscanessen van Veghel 8531 klas IMTERPAROCHIEELE Wie van ons voelt niet voor dit mooie werk en is niet dankbaar dat de missie- naaivereeniging ons de gelegenheid geeft, onze blijdschap over de komende maand in daden om te zetten. Nu het Kerstfeest nadert en we allen vervuld zijn van de behoefte, anderen ge lukkig te maken, gaan onze gedachten naar jsoovelen, wje ]iet wej niet aan het noodigste ontbreekt, maar waar een klee dingstuk toch o zoo welkom is. Wanneer we de gelukkige gezichten van onze eigen kinderen voor oogen halen, waarmee ze, bij welke feestelijkheid ook, een nieuw schor tje, een paar kousen of iets dergelijks be komen, kunnen we ons ook de vreugde van ouders en kinderen indenken bij een on verwachte gave, hen door het Kerstkindje gebracht. Moon werk bij uitnemendheid. Want zullen niet velen in hun vreugde het kleine Kerstkindje in de kribbe dank bren gen voor deze kleine lichtstraal, na een tijd van lichtlooze dagen in hun eigen hart en daarbuiten. En zal in menig kin dergebed, al is het dan misschien woord loos, niet een innig contact zijn tusschen het blijde kinderhart en den Grooten Kin dervriend. Zoo gezien, kunnen we ons begrijpen, dat de missienaaivereeniging eenige weken haar eigenlijke arbeid stil legt, om, waar voor velen de tijden zoo moeilijk zijn, ook haar aandeel, te brengen aan naastenliefde en het juiste begrip van de schoone woorden: „Wat gij aan deze mijn geringste broeders gedaan hebt, dat hebt ge aan Mij ge daan." J. VAN DEN ABEELEN. Kleedingstukken en giften kunnen be zorgd worden: Pieterskerkkoorsteeg 15. DE VOLMAAKT GEHUWDE VROUW. In vers 26 lezen we: „Haren mond opent zij voor de vrijheid en de wet der goeder tierenheid is op hare tong". Twee dingen maken hier de geestelijke stof uit, waarover wij gaan spreken: een omzichtig oordeel en een zachtzinnige wijze van spreken. Het eerste wordt wijsheid genoemd, het twee de goedertierenheid of liever zachtmoedig heid. Onder de tot nu toe opgesomde deug den der vrouw, moet deze wel ten eerste uitmunten dat haar oordeel rechtvaardig en haar spreken vredelievend is. Wij kun nen daarmede zeggen, dat daarmede alle andere deugden die zfij beoefent, naar vo ren zullen komen en als 't ware, leven zul len ontvangen. Want wanneer deze beide ontbreken, kunnen de andere als dood worden beschouwd. Want een domme vrouw, die praatziek is, zullen niet veel goede deugden eigen zijn. Evenmin kan men een vrouw verdragen, die wel verstan dig is, maar in haar gesprekken ruw en onverzettelijk. Het eerst spreekt Salomo hier over „wijsheid", d.w.z. vernuft, scherpzinnig heid, enz. Wie van nature geen wijsheid bezit of wie men deze gift Gods niet bij bracht, is het heel moeilijk aan het ver stand te brengen wat haar ontbreekt. Want het eigenaardige van de domheid is, dat men zichzelf niet kent en zich voor verstandig houdt. Den besten raad dien men zulke vrouwen geven kan is, haar te verzoeken zoo veel mogelijk het stilzwij gen te bewaren. We kunnen dit toetsen aan een ander gedeelte uit de Spreuken„Zelfs een dwaas als hij het stilzwijgen bewaart, zal voor wijs gehouden worden, en voor verstandig, als hij zijn lippen gesloten houdt". Hiernaar levend en handelend, kan zelfs de niet verstandige, door n.l. vooraf na te denken, dingen zeggen, die verdienen te worden aangehoord. Dit mid del is het beste, hoewel het niet gemakke lijk is en ook niet geheel afdoend. „Het openen van baar mond voor de wijsheid" zooals Salomo hier zegt, beteekent ook al leen den mond te openen wanneer do nood zakelijkheid het vordert. De waarlijk wijze vrouw zal niet veel woorden noodig heb ben, want wat zij zegt heeft hooge waarde. Het tweede gedeelte waar Salomo spreekt van „de wet der goedertierenheid is op haar tong" geeft meer aanleiding om raad te geven in een ziekte, die wèl te genezen is. Want de vrouw, wie de goedertieren heid niet eigen is, wat in de meeste ge vallen voortkomt uit den kwaden wil, kan wel degelijk geheel anders worden. Niets is monsterachtiger in een vrouw, dan dat zij barsch en opvliegend is. Laat het de vrouw goed doordringen mogen, dat zij voor zachtzinnigheid geboren is. God heeft haar geschapen en aan den man gegeven, niet om alléén zijn huishouden te behartigen, maar evengoed om don man tot troost te zijn en zijn levensgeluk te verhoogen, bij haar rust te vinden nk de moeilijkheden van het dagelijksch werk. Terecht noemt in het oude Israël de Jood de vrouwen: de gratie van het huis. (Wordt vervolgd). VRAGENBUS. Wie is in de gelegenheid een klein meisje van 8 jaar gelukkig te maken, wier groot ste wenseh het is een poppenwagen te be zitten. juist zoo een als alle moeders heb ben. Een gebruikte nog in goede staat zijnde poppenwagen zou in alle opzichten zoo welkom zijn Antwoord hierop aan één der drie re dactie-adressen, zie hoofd van deze ru briek. Een jong aanstaand missionaris is heel gelukkig te maken met een oude goed bruikbare viool Antwoord hierop aan één der redactie- adresen, zie hoofd van deze rubriek. ADOLF K0LPING. (50) Duizenden menschen stroomden toe om nog eenmaal den dierbaren Gezellenvader te aanschouwen en een gebed te storten voor zijn zielerust. Het treffende schouwspel werd geleverd door de gezellen, die des avonds bij honder den rondom Vader's sterfbed geknield la gen en door de droefheid van dit scheiden heen, de begeestering van hun gebed door de Minorietenkerk lieten klinken. Wie mag wel op schooner praalbed hebben gerust, dan de Gezellenvader te midden zijner zo nen] Een trouwe vriend van Kolping uitte dan ook dezen wensch: O, viel ook mij het geluk ten deel, dat ik bij mijn dood in een zaal der Vereeniging rustte en de gezellen om mijn lijfc nederknielden om zoo te bid den voor mijn eeuwige rust. Op den 7en December had de begrafenis plaats. Het was geen koning of een ander staatshoofd, wien die grandiose plechtig heid gold. Het was slechts de eenvoudige Kolping, de heilige priester, de stuwende werker, de liefdevolle vader. Nimmer heeft Keulen zoo iets aanschouwd, nimmer heeft een menigte van alle rang en stand zoo tref fend hulde gebracht aan een gestorven priester. De stoet stelde zich op bij het Gezellen- huis. Vooraan ging een muziekkorps, dat koraalmuziek uitvoerde, gevolgd door ruim 300 deputaties van Gezellenvereenigingen buiten Keulen. Daarop volgde de Keulsche vereeniging, groot 800 leden, waarbij zich aansloten de verschillende handwerkers der stad, Daaraehter schreed de geestelijkheid der stad en vele Praesides uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland. Dan volgde de lijkbaar, versierd met de teekenen van het Priesterschap en gedragen 'door 48 Gezellen, uit alle streken van Duitschland daartoe uitgekozen. Achter de baar volgenden de Hor^Berw. heer dr. Baudri, begeleid door de Domheeren en de twee adjunct-burge meesters der stad Keulen en gevolgd door een onafzienbare menigte van burgers uit alle standen. Van die menigte kon de Mino rietenkerk slechts een gedeelte bevatten. Dompastoor Halm celebreerde de H. Mis, waaronder de kanselredenaar dr. Vosen, die lange jaren Kolpings vriend was, de lijk rede hield. Wij geven èr hier eenige kleine gedeelten van. „Requiem aeternam dona ei Domine'', zoo bidden wij heden aan deze lijkbaar, zoo bidden duizenden met ons voor Kol ping. Ja, dit gebed zal nog verricht worden ver over onze grenzen, want verre ook straalt het licht, dat uitging van dezen mensch. Voorbij zijn thans die lange weken, maar zij zijn niet geêinulgd, gelijk wij het gewenscht haddenhouden wij echter vast het levensbeginsel van den overledene „Fiat voluntas tua" Heer. Uw wil ge schiede. Wie in nauwelijks vier jaren bereikte, wat anderen acht jaren bezig houdt, die is meer dan een gewone mensch. Kolping ging het welzijn van het volk ter harte, hij was met hart en ziel een volksman. En hij kon dat zijn, omdat hij de beste leesen beluisterde aan het hart van Hem. Die zijn leven gaf tot redding en heil van alle menschen. God, wie had het gedacht, toen hij, die thans gestorven is, in de Columbaschool met 10 gezellen zijn werk beproefde, wie had het toen gedacht, wat nu na 16 jaren uit deze kiem is voortgesproten. Zoo staan wij hier; zullen we nog weenen bij dit verscheiden? De grootmeester der kunstschilders, Raphaël, schilderde eens den dood van een heilige. Om de baar stonden de priesters en de geloovigen, in hun wezen lag vereering, geen verdriet. De geniale op vatting van den dood, door Raphaël ge schilderd, past ook hier. Geen tranen, maar een hartelijk gebed, zooals Kolping dat van osn verlangen mag". S. M. DE ZESDAAGSCHE. Het is niet gemakkelijk een oordeel te vellen over een sportgebeurtenis als de zes- daagsche; want daar moet je wielrenner voor zijn. Spreekt vanzelf. Trouwens, ik vind wielrenners rare men schen. Ja, daar moet U niet vreemd van op zien, maar ik vind het heusch malle men schen. Ze trappen langzaam of ze schuiven als slakken, om plots weer er vandoor te schieten als een zwaluw. Een prachtig vak Maar ja, je moet er natuurlijk verstand van hebben en ik behoor tot die mensehen, die er naar toegaan en het voor 90 procent niet snappen. Zooals alle toeschouwers bij zoo'n wedstrijd I Waarmee ik maar wil zeggen, dat heel wat menschen meeroepen als anderen roe pen en meehuilen als anderen huilen. On standvastige typen, die kijken naar wat Jan en Piet doen en nooit iets uit zichzelf aanpakken; zoutzakken met veel gesuf, die ,,'t wel gelooven". Jonge menschen zijn tuk op groote ge beurtenissen en goede gezellen zien verlan gend uit naar werkelijk groote gebeurtenis sen in onze vereeniging. En iets grootsch is de Kerstretraite; want dan gaan we met tientallen naar „de driedaagscke" in Noord- wïjkerhout, waar we ons geestelijk trainen door de meditatie, gebed en Sacramenten, waar we ons één voelen met God en in Christus, waar we heel ons denken prepa reeren op de eischen van tijd en eeuwig heid. En ik weet wel dat er zijn, die deze „drie- daagsche'' schouderophalend laten passee- ren, maar de zulken hebben slechts 10 pro cent levenskennis en missen de kracht om zichzelf aan te pakken en te dwingen. Wie onzen tijd verstaat zal zijn levens kracht zoeken en vinden bij God, in de sfeer van een goede retraite. SEVBUU6. AANEENGESLOTEN. Wat de toekomst ons biedt, dat weten wij niet. De toekomst is als een vage figuur in een mistigen herfstavond. Welke lijn of gestalte ze aan zal nemen, 't Is ten eenenmale onmogelijk hierop een eenigszins bevredigend antwoord te geven. Dit is echter zeker, wanneer we niet wl- len, dat we onder den voet geloopen wor den, we een kern moeten hebben; Die be stand tegen de vloedgolf van het ongeloof ons weet te boeien, te bezielen en op te heffen. Waar zal deze kern anders te vinden zijn, dan in Vereenigingsverband. Onze levensloop voltrekt zich gaandeweg. Het gaat in suizelende vaart of z'n gewone alledaagsche sleur, van stilstand is echter geen sprake, nverwacbts kunnen we voor problemen en in toestanden geplaatst wor den, die we ons stellig niet gedroomd had den. Begrijpt ge enkeling, dat ge niet buiten onze rijen moogt blijven. Voelt ge, dat het niet alleen noodig, maar Uw dure sociale plicht is U aan te sluiten in de Vereeniging waartoe ge behoort. Schudt de bezwaren en tegenwerpingen energiek van U af en wilt Uw strijd ver staan. Nu bet kloeke besluit genomen en tenuitvoer gebracht. Het linker en rechter front staan tegen over elkaar. Wanneer de vlammen van de woelingen en gistingen uitslaan zijt ge hopeloos te laat. Stelt nu als man Uw daad! A. KOLTRO. STUDIECLUB. De heer Hen'ri Hermans, lid der Tweede Kamer der Staten Generaal, die door het bestuur der Studieclub was uitgenoodigd te komen spreken op onzen Socialen avond, van Donderdag 15 December a.s. heeft deze uitnoodiging niet kunnen aanvaarden. Druk bezet zijn met het vervullen van spreek beurten voor kiesvereenigingen in verband met de Kamerverkiezing van '33 is de re den. Het bestuur is echter spoedig geslaagd een andere spreker te vinden en deze avond belooft nu zeer zeker een bizondere te woor den. De heer A. Michielsen, voorzitter van den Raad van Arbeid, te Breda, komt dien avond spreken over Quadragesimo Anno, de laatste Pauselijke Encycliek. Het bizondere is, dat deze lezing over een encycliek met lichtbeelden zal worden ge ïllustreerd. De plaatjes hiervoor zijn ge maakt grootendeels naar teekeningen van Riet Aalberse, een dochter van den beken den oud-minister. Zoo zal ook dit jaar in December het Studieclub-bestuur aan alle leden der Ver eeniging een leerzame avond aanbieden. ST. PETRUS LIEFDEWERK. Om het samenvallen met St. Nicolaas- avond zal ditmaal het afrekenen van de ze- lateurs niet plaats hebben op den Isten Maandag, maar een week later. DAMCLUB „DE TWEE SLEUTELS". A.s. Maandag is bestemd om de achter- zijnde partijen in te halen. Dit zijn de vol gende matches: A. UphoffTh. Loving, N. VerverH. Selier, H. DingjanB. Goddijn, J. Ouwer- kerkA.Uphoff, L. Dirkse—P. Hendriks, F. de KeuningN. Verver. W. LovingF. de Keuning, Th. LovingB. Vuurpijl; B. God dijnF. de Does, A UphoffH. Selier, W. PeetersP. Hendriks, F de KeuningW. Peeters, W. PeetersA, Uphoff, F. de Does F. de Keuning, J. OuwerkerkP. Hen driks. De Comp.-Leider. VAN M'N BOEKENTAFEL NIEUWE UITGAVEN. De kleine Denneboom, Door A. A. Fokker. Bij de Uitgevers-Maatschappij Van Gor- cum en Comp. te Assen verscheen van de hand' van A. A. Fokker een Kerstverhaaltje voor pim. 58 jarigen, getiteld „De kleine Denneboom''. Het is verlucht met vele zwratjes door Ans Muller-Idzerda. Een aardig klein boekje, waarin de ge schiedenis van een kleinen denneboom wordt verhaald. Voor de kleuters een heel aardig boekje. WILT S WETEN? V raag: Kunt U mij ook meedeelen of het plaatsje Alverno te vinden is bij Lie- nen (Wijchen) Of is het een ander plaatsje dat met A. begint? Antwoord: De streek en buurtschap Alverna is ge]egne langs den grooten weg NijmegenGrave onder de gemeente Wijchen. De burtschap is vernoemd naar het Franciscaner-klooster daar ter plaatse. V raag: Hoeveel millioen is één milliard En hoeveel is millioen maal millioen? Antwoord: Een miliard is duizend maal millioen. Een millioen maal mi'.lioen is billioen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1932 | | pagina 6